BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 9 maart 2020

Van 14.35 uur tot 16 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Schepen Marc Morris verlaat de vergadering vanaf punt 7.

Schepen Marc Morris vervoegt de vergadering vanaf punt 8.

 


Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 2 maart 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 2 maart 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/86 tot en met nr. 2020/100 voor een totaal bedrag van 5954,17 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de volgende facturen goed: nr. 2019/4847 tot en met nr. 2019/4871 voor een totaal bedrag van 26 362,88 euro en nr. 2020/335 tot en met nr. 2020/435 voor een totaal bedrag van 232 227,57 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

GBS LEEFDAAL. ONTWIKKELEN NIEUWE SCHOOLWEBSITE.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 17 maart 2014 over de gunning van de realisatie en hosting van de nieuwe website lokaal bestuur Bertem.

 

Feiten en context

  • De website van GBS Leefdaal wordt momenteel ontwikkeld en geactualiseerd door Lieve en Johan Morris.
  • Huidig schooldirecteur Lieve Morris gaat vanaf 1 april 2020 met pensioen.
  • Vanaf haar pensioen zullen Lieve en Johan Morris de website niet langer onderhouden. De website zelf staat nog online tot het einde van dit schooljaar.
  • Schooldirecteur Nele Verhellen geeft er de voorkeur aan om als schoolwebsite een subsite van de gemeentelijke website te maken, zoals ook GBS Bertem al heeft gedaan. Dit heeft als voordeel dat de kennis en toegang niet beperkt zijn tot enkele personen en beide schoolwebsites eenzelfde, herkenbare structuur hebben.
  • Voorlopig wordt er nog geen nieuw logo en huisstijl ontwikkeld. Dat zal later gebeuren nadat het pedagogisch project geëvalueerd en opgefrist werd. Vanuit dat pedagogisch project worden dan een bijpassende naam en logo voor de school gekozen.
  • Kostprijs:
    • Prijs voor een subsite (zoals de site van GBS ‘t Zonneveld): 1500 euro excl. of 1815 euro incl. 21% btw.
    • Nieuwsbriefmodule: 800 euro excl. of 968 euro incl. 21% btw.
    • Totale kostprijs subsite mét nieuwsbrief: 2300 euro excl. of 2783 euro incl. 21% btw.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • Artikel 56, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
  • Artikel 42 van de wet over de overheidsopdrachten
    Overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking doch, indien mogelijk, na raadpleging van meerdere ondernemers in de volgende gevallen: (...) 2° in geval van een overheidsopdracht voor werken of diensten wanneer het gaat om nieuwe werken of diensten bestaande uit een herhaling van soortgelijke werken of diensten, die aan de opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht worden gegund door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde dat deze werken of diensten overeenstemmen met een basisproject en dit project het voorwerp uitmaakte van een oorspronkelijke opdracht die geplaatst werd bij een openbare procedure.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

614310/0800/01

€ 7000

€ 4682,64

€ 2783

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

LCP, Brugsestraat 196/1, 8020 Oostkamp krijgt de opdracht om een subsite voor GBS Leefdaal te ontwikkelen, voorlopig met het oude logo van de school.

 

Artikel 2:

De communicatieambtenaar begeleidt de school bij de opstart van die nieuwe website en zorgt voor de nodige opleidingen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

EBS-PROJECT CULTUURCONNECT. BESPARINGEN IN CULTUURSECTOR.

 

Motivering

Op 5 maart 2020 en op 9 maart 2020 ontving de gemeente de brieven van Cultuurconnect van resp. 28 februari 2020 en 2 maart 2020 waarin werd bekendgemaakt dat zij ook te maken krijgen met de besparingen in de cultuursector. Concreet komt het erop neer dat Cultuurconnect 8% zal moeten besparen en dat er geen indexaties op de werkingsmiddelen meer zullen doorgevoerd worden.

Cultuurconnect is ondermeer verantwoordelijk voor de uitrol van het eengemaakt bibliotheeksysteem (EBS) in Vlaanderen naast andere projecten zoals 'Mijn leestipper' en het 'E-boekenproject'.

In de brief laten zij weten dat de prijs voor deelname aan het EBS-project gefaseerd zal stijgen de komende jaren. Initieel was overeengekomen dat er 0,24 eurocent per inwoner zou moeten betaald worden door de gemeenten.

Dat zal stijgen naar uiteindelijk naar 0,27 eurocent/inwoner en in een tweede fase naar 0,32 eurocent per inwoner. Dat betekent voor de gemeente Bertem een meerkost van in eerste instantie 170,36 euro, in een tweede fase van 625,53 euro ten aanzien van wat oorspronkelijk begroot werd.

 

Het blijft evenwel zinvol om in te stappen in het EBS, enerzijds omwille van het samenwerkingsverband met de Druivenstreekbibliotheken (iedereen hetzelfde systeem) en anderzijds omdat de gemeente anders zelf op zoek zal moeten gaan naar een bibliotheeksysteem en dat zal uiteindelijk altijd duurder zijn.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de brief van Cultuurconnect over de impact van de cultuurbesparingen op de werkingsmiddelen van Cultuurconnect vzw voor de qemeente Bertem.

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

BIBLIOTHEEKCOLLECTIE. INTEKENEN OP E-BOEKENDIENST CULTUURCONNECT.

 

Motivering

In een brief van 17 februari 2020 (ontvangen op 5 maart 2020) van Cultuurconnect, krijgt de gemeente de mogelijkheid om in te stappen op het e-boekenproject van de Vlaamse overheid.

 

Samengevat wordt deze e-boekendienst als volgt aangeboden:

         De collectie wordt centraal samengesteld door een werkgroep onder leiding van Cultuurconnect.

         Er worden een aantal licenties aangeboden per e-boek die voor heel Vlaanderen gebruikt worden.

         Om e-boeken te ontlenen, moet een gebruiker lid zijn van een bibliotheek die intekent.

         De gebruiker kan 2 titels gelijktijdig ontlenen en 2 titels reserveren en krijgt 6 weken tijd om dit te lezen.

         De e-boekendienst wordt aangeboden via een app voor mobiele toestellen, men kan de e-boeken op een e-reader plaatsen, en het wordt ook aangeboden als online toepassing.

         De collectie van de e-boekendienst zal ook vindbaar zijn via de bibliotheekwebsite.

         De overeenkomst wordt getekend voor een periode van 6 jaar, maar is opzegbaar elk kalenderjaar voor 31 december maar mits een uitstapvergoeding.

         De kostprijs: een vaste vergoeding van 790 euro/jaar + € 0,1345/per inwoner. Voor Bertem betekent dat dus: 10 138 inwoners (2019) x 0,1345 = 1363,56 euro. In totaal dus jaarlijks een kostprijs van 2153,56 euro.

 

Advies van de bibliothecaris is om NIET in te tekenen.

 

Motivatie:

1. De samenstelling van de collectie.

De gemeente koopt enkel een licentie en geen content. Titels verdwijnen weer uit de collectie na een tijd en zullen weer vervangen worden door andere. Je hebt hier als bibliotheek zelf geen impact op. Wil je titels langer houden, dan kan dat niet.

Bovendien worden er geen recente titels aangeboden. Alle titels die aangeboden zullen worden, zullen ouder zijn dan 6 maanden. De populariteit van e-boeken zit hem voor een groot deel in het feit dat je naast een populair boek dat steeds uitgeleend/gereserveerd is, je een e-boek kan aanbieden als alternatief. In dit model kan dat niet.

 

Momenteel biedt onze bibliotheek de mogelijkheid van e-boeken sinds een 3-tal jaar aan, door zelf e-boeken aankopen die eigendom zijn en blijven van de bibliotheek. Er verdwijnen hiermee dus geen titels uit de collectie en we kunnen bij populaire titels heel kort op de bal spelen. In 2019 had de bib 168 e-boeken in de collectie, die werden 404 keren uitgeleend. Dat toont aan dat er wel degelijk een behoefte is van de gebruiker naar e-boeken.

 

2. De kostprijs

De bib koopt jaarlijks een aantal e-boeken aan voor een bedrag dat minder is dan wat het e-boekenproject van Cultuurconnect kost. Die e-boeken zijn dan wel eigendom van de bibliotheken en blijven in roulatie zolang we dat zelf wensen.

Uit de brief van Cultuurconnect van 28 februari 2020 blijkt bovendien dat ook Cultuurconnect de komende jaren heel erg zal moeten besparen. Ze gaan dit o.a. doen door de prijs van het instappen in het EBS (eengemaakt bibliotheeksysteem) duurder te maken dan aanvankelijk vooropgesteld werd. Aangezien een instap in het EBS sowieso onvermijdelijk is en ook wel aan te raden, lijkt het de bibliothecaris daarom beter om zelf naar (goedkopere) alternatieven op zoek te gaan voor dit e-boekenplatform, zodat de instap in het EBS op termijn een haalbare kaart blijft.

 

Voorstel bibliothecaris:

Momenteel zijn de Druivenstreekbibliotheken aan het onderzoeken of we onze e-boeken die we nu allemaal apart aankopen, kunnen delen in een gezamenlijke collectie. Op die manier kunnen we dus e-boeken kosteloos aan onze gebruikers aanbieden. De collectie zal dan wellicht minder groot zijn dan wat Cultuurconnect aanbiedt, maar groter dan wat elke bibliotheek nu individueel heeft en bovendien zal de collectie wel veel recente boeken aanbieden. Een nadeel voor de klant zal zijn dat hij deze collectie niet van op de bibliotheekwebsite zal kunnen downloaden, maar hiervoor telkens naar de bib zal moeten blijven komen.

 

Op deze manier blijft de bibliotheek inzetten op e-boeken, maar op een goedkopere manier. Als in de toekomst zou blijken dat het project van Cultuurconnect alsnog een succes is, dan kan er nog steeds post factum ingestapt worden, mits een meerprijs.

 

Bespreking

Het college volgt het advies van de bibliothecaris.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

DE LIJN. STANDPUNTBEPALING HERTEKENEN LIJN 318.

 

Motivering

Op een overleg tussen De Lijn en de gemeenten Bertem, Tervuren en Huldenberg op 25 februari 2020 is overeenstemming gevonden over het hertekenen van lijn 318.

 

Het voorstel van reisweg waar de 3 gemeenten zich in kunnen vinden:

         Machelen Cargo (via Mechelsesteenweg)

         Nossegem station

         Sterrebeek Oud station

         Moorsel + Lus (via Boslaan, Nachtegalenlaan en Groenlaan)bushalte op wandelafstand voor Vrebos en Kooige

         Vier Winden

         Vossem

         Duisburg

         Via de Limburg Stirumlaan naar Huldenberg

         Wachtzone A. Goossensstraat/E. Gillisstraat Huldenberg

Halte Bertem Kruisstraat wordt in dit traject niet meer bediend.

 

Het traject  Machelen Cargo – Steenokkerzeel – Nossegem – Sterrebeek – Moorsel – Vossem – Duisburg – Huldenberg is ongeveer 25 km lang.

Met de middelen van lijn 318 kan De Lijn hiermee 24 ritten voorzien, dat zijn er 4 minder dan op de eerste versie van lijn 318. Het aantal kilometers op dagbasis vermindert, maar de beschikbare uren verhogen.

 

De Lijn vraagt voor de vervoerregioraad van 18 maart 2020 een schriftelijk akkoord van de drie gemeenten over de aanpassing van deze feederlijn.

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met de voorgestelde lijn Machelen Cargo - Huldenberg en deelt dit mee aan De Lijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING MEZENSTRAAT 70 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE B NUMMER 272B5.

 

Feiten en context

  • Notariskantoor Jadoul, Kestelyn & Genicot heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 117506 voor de woning Mezenstraat 70 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie B nummer 272b5.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Mezenstraat 70 INBRTM195896

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Mezenstraat 70 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie B nummer 272b5, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING, TUIN EN SERRE ELZENSTRAAT 4 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE C NUMMER 219G4, 219H4 EN 219F6.

 

Feiten en context

  • Notariskantoor Stefan Vangoetsenhoven heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 117551 voor de woning, serre en tuin Elzenstraat 4 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie C nummer 219g4, 219h4 en 219f6.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Elzenstraat 4 INBRTM195895

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning, serre en tuin gelegen aan de Elzenstraat 4 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie C nummer 219g4, 219h4 en 219f6, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT HANDELSWONING TERVUURSESTEENWEG 121 TE 3060 BERTEM, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 194T4.

 

Feiten en context

  • Notaris Georges Springer heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 117594 voor de woning Tervuursesteenweg 121 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 194t4.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Tervuursesteenweg 121 INBRTM195894

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Tervuursesteenweg 121 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 194t4, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

ELK ZIJN HUIS. KENNISNAME AANGEPAST TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUUR.

 

Motivering

Op 22 januari 2020 werd het intern huurreglement (toewijzingsreglement sociale huur) van Elk zijn Huis cvba aangepast.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van het aangepaste intern huurreglement van Elk zijn Huis.

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING BEEKSTRAAT 1. AANVRAAG JOZEF VAN GEEL VOOR HET BOUWEN VAN EEN GARAGE IN 3060 KORBEEK-DIJLE, BEEKSTRAAT 1, SECTIE B NR 341N.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 9 december 2019 heeft Jozef Van Geel een aanvraag ingediend voor het bouwen van een garage in 3060 Korbeek-Dijle, Beekstraat 1, sectie B nr 341n.

         Op 9 januari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Beekstraat.

De Beekstraat maakt deel uit van de kern van de deelgemeente Korbeek-Dijle.

Noordelijk is de bebouwing van Korbeek-Dijle beeldbepalend, ten zuiden is de waardevolle Dijlevallei gelegen. De bouwplaats maakt deel uit van "Het Speelgoed".

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een garage.

Het nieuwe gebouw van 9 m op 4,30 m wordt ingeplant op 3 m van de Beekstraat en op 7;80 m van de linker perceelsgrens. Eén gevel is voor de helft open en de constructie wordt uitgevoerd in metalen profielplaten. De garage met lessenaarsdak is 3 m hoog aan de straatzijde en 3,50 m hoog aan de tuinzijde.

         Watertoets

Wateradvies provinciale dienst waterlopen van 2 maart 2020.

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 12 februari 2020 op naam van Jozef Van Geel voor bouwen garage. De aanvraag heeft betrekking op perceel/percelen gelegen Beekstraat 1, Bertem, kadastraal gekend als 24052B0341/00N000.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Daarom wordt geen uitgebreid advies uitgebracht."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 13 januari 2020 werd advies gevraagd aan De Watergroep. Dit advies werd tot op heden nog niet ontvangen.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Een garage hoort bij de normale uitrusting van de eigendom.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De garage heeft een beperkte hoogte waardoor de schaal van dit nieuwe gebouw eerder bescheiden is in verhouding tot de andere gebouwen op het perceel en op de aangrenzende percelen.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het betreft een zeer ruim perceel waardoor de bouwdichtheid nauwelijks zal wijzigen. In de omgeving komen gelijkaardige en hogere dichtheden voor.

Visueel-vormelijke elementen

De garage wordt opgericht achter de ringmuur waardoor het straatbeeld nauwelijks zal worden gewijzigd.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jozef Van Geel voor het bouwen van een garage in 3060 Korbeek-Dijle, Beekstraat 1, sectie B nr 341n onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de provinciale dienst waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING VAN HOOFSTRAAT 6. AANVRAAG LISSY VAN HOOF EN NIELS MICHIELS VOOR HET BOUWEN VAN EEN EENGEZINSWONING IN 3061 LEEFDAAL, VAN HOOFSTRAAT 6, SECTIE D NR 160L, 160M EN 160R.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 16 december 2019 hebben Lissy Van Hoof en Niels Michiels een aanvraag ingediend voor het bouwen van een eengezinswoning in 3061 Leefdaal, Van Hoofstraat 6, sectie D nr 160l, 160m en 160r.

         Op 16 januari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 4 loten, nr T874-2-2018.5.

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: wonen.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Van Hoofstraat.

De Van Hoofstraat ligt in het gehucht Sint-Verona dat gesitueerd is tussen de kernen van Bertem en Leefdaal. De bebouwing in de omgeving is residentieel in open en halfopen bebouwing.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning in halfopen bebouwing met 2 bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. De bouwbreedte bedraagt 7,00 m, de bouwdiepte 12,00 m. De kroonlijsthoogte is 6,00 m, de nokhoogte 11,07 m, de dakhelling 40°. De bijgevoegde snede en documenten tonen aan dat het gabarit van de woning op lot 2 overeenkomt met het gabarit van de in aanbouw zijnde woning op lot 3; de plannen werden op elkaar afgestemd.

         Watertoets

Gunstig wateradvies van 2 maart 2020 van de provinciale dienst waterlopen.

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 12 februari 2020 op naam van Niels Michiels en Lissy Van Hoof voor het bouwen van een woning. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Van Hoofstraat, 3061 Bertem, kadastraal gekend als 3e afdeling, sectie D, nr. 160m.

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De bouw van een woning met minimale nivellering met oprit en terras.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er wordt een hemelwaterput van 10 000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 1500 liter. Het hemelwater dat op de verhardingen terecht komt (oprit en terras) kan infiltreren naast de verharding op het eigen terrein.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterbepalingen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

De aanpalende buur heeft op 2 maart 2020 zijn akkoord verleend aan het project.

         Externe adviezen

1) De Watergroep heeft op 22 januari 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone II van de grondwaterwinning van Bertem 'Dispatching' die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be."

2) Op 17 december 2019 werd het advies van de dienst burgerzaken over de huisnummering verkregen.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 20 mei 2019. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkavelingsvergunning (zie echter hieronder voorwaarden parkeerplaatsen en fietsenstallingen).

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorziene parkeerplaats voor wagens en fietsen moet aangepast worden zodat ze voldoet aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg. (minstens 2 parkeerplaatsen voor wagens en minstens 3 fietsenstallingen).

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 22 januari 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 2 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Lissy Van Hoof en Niels Michiels voor het bouwen van een eengezinswoning in 3061 Leefdaal, Van Hoofstraat 6, sectie D nr 160l, 160m en 160r onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorziene parkeerplaats voor wagens en fietsen moet aangepast worden zodat ze voldoet aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg (minstens 2 parkeerplaatsen voor wagens en minstens 3 fietsenstallingen). Vooraleer de werken mogen worden aangevat, moet de aanvrager de plannen met aanduiding van de opgelegde parkeerplaatsen voor wagens en fietsenstallingen bezorgen aan de dienst omgeving.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 22 januari 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 2 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de provinciale dienst waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING BEGIJNENSTRAAT 4. AANVRAAG KATRIEN VAN GEEL EN SARAH SCHOOFS VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, BEGIJNENSTRAAT 4, SECTIE C NR 271H.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 11 december 2019 hebben Katrien Van Geel en Sarah Schoofs een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Begijnenstraat 4, sectie C nr 271h.

         Op 21 januari 2020 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.

         Op 27 januari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Begijnenstraat in de buurt van het kruispunt met de Dorpstraat en grenzend aan de Voer.

De woning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok dwars op de straat ligt aan de westelijke rand van de kern van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen. De woning staat op een atypisch perceel en is eigenlijk gericht naar het zuiden. Achter de woning ligt nog een woning in tweede bouworde.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verbouwen van een woning.

De ruimtes op de benedenverdieping worden opengetrokken zodat er een multifunctionele, vrij inrichtbare ruimte ontstaat.

De bestaande aanbouw is van mindere kwaliteit en maakt plaats voor een nieuwe uitbreiding. Er wordt gekozen voor een bredere, kortere ruimte in tegenstelling tot de lange smalle gang die er oorspronkelijk stond. De nieuwe uitbreiding wordt hierdoor verder weggetrokken van de perceelsgrens vooraan. De weggenomen ruimte wordt in de breedte gebruikt.

Om de buitenruimte te maximaliseren, wordt de nodige binnenruimte bepalend voor de vorm van de uitbreiding. Dit resulteert in een kleine knik in de gevel ter hoogte van het schuifraam. Om contact met de tuin en toetreding van het daglicht te optimaliseren, wordt er gekozen voor een groot schuifraam dat tot aan de dakrand doorloopt.

De aanbouw heeft een aangepaste vorm die is aangepast aan de beperkte oppervlakte en vorm van de bouwplaats. De kortste afstand tot de perceelsgrens is 0,90 m. De nieuwe aanbouw met een plat dak is 3,09 m hoog.

         Watertoets

Wateradvies provinciale dienst waterlopen van 2 maart 2020:

º         geen bezwaar - geen uitgebreid advies

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 12 februari 2020 op naam van Katrien Van Geel en Sarah Schoofs voor de verbouwing van een woning. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Begijnenstraat 4, 3060 Bertem, kadastraal gekend als 24009C0271/00H000.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Daarom wordt geen uitgebreid advies uitgebracht."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen.

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

Het standpunt van de buur werd gevraagd en deze heeft zich op 5 maart 2020 akkoord verklaard met het project.

         Externe adviezen

////

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Hert project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het verbouwen en uitbreiden van een woning is verantwoord in deze overwegend residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

De gevraagde werken hebben geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De schaal van de nieuwe aanbouw is eerder bescheiden in verhouding tot het hoofdvolume en de omliggende bebouwing. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De impact op de bouwdichtheid van dit perceel is verwaarloosbaar en verantwoord in deze bebouwde omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe aanbouw wordt uitgevoerd achteraan de woning waardoor het straatbeeld geen wijzigingen ondergaat.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanpalende buur heeft zich akkoord verklaard met het project.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Katrien Van Geel en Sarah Schoofs voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Begijnenstraat 4, sectie C nr 271h onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de provinciale dienst waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

ADVIES AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VERKEERSWISSELAAR E40 - E314. AANVRAAG KENNETH VANHOENACKER NAMENS AWV VOOR HET SANEREN VAN HET COMPLEX E40 - E314 TE BERTEM EN HEVERLEE.

 

Voorgeschiedenis

  • Op.21 januari 2020 heeft Kenneth Vanhoenacker namens AWV een aanvraag ingediend bij het Departement Omgeving voor het saneren van het complex E40 - E314 te Bertem en Heverlee.
  • De dienst omgeving ontving van de gewestelijk omgevingsambtenaar op 21 januari 2020 het verzoek tot het organiseren van een openbaar onderzoek en het verlenen van advies.

 

Feiten en context

  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gedeeltelijk gelegen in een bufferzone en gedeeltelijk in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden.

  • De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
    De landschappelijk waardevolle gebieden zijn die gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De werken zijn niet in overeenstemming met de wettelijke context dus moet een beroep gedaan worden op één van de afwijkingsmogelijkheden uit de Codex.

VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING (GECOÖRDINEERDE VERSIE)

Art. 4.4.7.

§2. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.

De Vlaamse regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.

BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT AANWIJZING VAN DE HANDELINGEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 4.1.1, 5°, ARTIKEL 4.4.7, §2, EN ARTIKEL 4.7.1, §2, TWEEDE LID, VAN DE VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING EN TOT REGELING VAN HET VOOROVERLEG MET DE VLAAMSE BOUWMEESTER

De werkzaamheden in de bufferzone zijn vereist voor de aanleg van de tijdelijke oprit richting Luik. Deze handelingen zijn van algemeen belang met een beperkte impact gelet op enerzijds het tijdelijk karakter en anderzijds het herstellen van de bestaande toestand bij het einde der werken.

HOOFDSTUK III DE HANDELINGEN VAN ALGEMEEN BELANG DIE EEN RUIMTELIJK BEPERKTE IMPACT HEBBEN OF ALS DERGELIJKE HANDELINGEN BESCHOUWD KUNNEN WORDEN.

Art. 3.

§ 1. Als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, worden de handelingen beschouwd die betrekking hebben op:

 10° de aanleg, wijziging of uitbreiding van infrastructuren en voorzieningen met het oog op de omgevingsintegratie van een bestaande of geplande infrastructuur of voorziening, zoals bermen of taluds, groenvoorzieningen en buffers, werkzaamheden in het kader van natuurtechnische milieubouw, geluidsschermen en geluidsbermen, grachten en wadi's, voorzieningen met het oog op de waterhuishouding en de inrichting van oevers;

§2. Naast de handelingen, vermeld in paragraaf 1, kunnen de volgende handelingen van algemeen belang beschouwd worden als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op:

3° de wijziging of uitbreiding van :

c) bestaande of geplande openbare verkeerswegen, met inbegrip van het wijzigen en uitbreiden van bestaande of geplande op- en afritcomplexen;

  • De bouwplaats is het brugcomplex van de verkeerwisselaar E40 - E314.
    Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
  • Het voorstel omvat volgende werken en tijdelijke werken.

Er wordt een tijdelijke brug voorzien om de E314 te kruisen ter hoogte van de nieuwe oprit richting Luik. Deze brug wordt zo gedimensioneerd dat ze de lasten ten gevolge van het verkeer kan dragen. De finale dimensionering en uitzicht zijn afhankelijk van de inschrijver en diens voorstel van oplossing, maar dient rekening te houden met de veiligheidsafstanden van de pilaren t.o.v. het verkeer en de voertuigkerende kracht op de tijdelijke brug.

Aansluitend met de renovatiewerken zal de wegenis ten oosten van de brug ook aangepakt worden.

Ter hoogte van de bovenste weghelft zal de bestaande toplaag afgefreesd worden. Vervolgens wordt een scheurremmende laag voorzien op de bestaande doorlopende gewapende beton. Hierop wordt een nieuwe toplaag aangebracht.

De toplaag van de onderste weghelft wordt eveneens afgefreesd waarna een nieuwe toplaag voorzien wordt.

De bestaande markeringen worden over de volledige projectzone weggefreesd vanwege de lange duur van de werken (ongeveer 18 maanden). Daarna worden oranje werfmarkeringen aangebracht. Zodra de werken voltooid zijn, worden nieuwe finale markeringen aangebracht.

De tijdelijke brug met funderingsblokken en de tijdelijke wegenis worden voor 100% afgebroken en gerecycleerd.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

  • De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
  • Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

  • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    • artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
  • De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
  • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek
    De aanvraag werd van 31 januari 2020 tot 29 februari 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het decreet omgevingsvergunning en uitvoeringsbesluiten.

Er werden geen klachten ingediend.

 

Argumentatie

De bruggen zullen in 2 fasen gerenoveerd worden. Hiertoe dient het verkeer telkens op één van de bruggen te rijden terwijl de werkzone zich op de andere brug bevindt. Dit heeft als gevolg dat de bestaande oprit richting Luik komende van de E314 uit de richting Leuven het doorgaande verkeer moet verwerken. Dus het verkeer komende van E314 zal dan over een tijdelijke weg verlegd worden, die dienst zal doen als oprit gedurende de volledige duur van de werken. Bij deze tijdelijke weg hoort ook een tijdelijke brug. De werken zullen ongeveer 18 maanden in beslag nemen. (Enkel deze tijdelijke brug en weg zijn vergunningsplichtige handelingen).

De werkzaamheden zullen invloed hebben op het verkeer van zowel de E40 als de E314. In de fasering zijn verschillende maatregelen genomen om te zorgen dat de verkeersdoorstroming zo optimaal mogelijk verloopt. Op sommige momenten, bijvoorbeeld de plaatsing van de tijdelijke brug, zal de autosnelweg 's nachts tijdelijk afgesloten worden. Er zijn geen invloeden op waterlopen en andere infrastructuren.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college adviseert de aanvraag gunstig onder volgende voorwaarden:

  • alle nodige maatregelen moeten genomen worden om te allen tijde een maximale doorstroming op deze E-wegen te verzekeren zodat de bijkomende verkeersdruk op de gemeente- en gewestwegen op het grondgebied van de gemeente Bertem tot een minimum beperkt wordt.

 

Artikel 2:

Dit advies wordt overgemaakt aan het Departement Omgeving.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

KAPPEN VAN BOMEN LANGS TERREIN 2 VAN VOETBAL LEEFDAAL. GOEDKEURING AANVRAAG.

 

Motivering

Voor de aanleg van het nieuwe kunstgrasveld op de locatie van terrein 2 van de voetbalterreinen te Leefdaal is het aangewezen om de bomen die langs het terrein staan te kappen. Ondermeer voor de inplanting en goede werking van 2 nieuwe verlichtingspylonen, ter hoogte van de bomenrij, moeten plaatselijk bomen gekapt worden. Bovendien bestaat het risico dat de wortels van de bomen plaatselijk naar de bovengrond dringen waardoor er schade kan worden aangericht aan het nieuwe kunstgrasveld.

Bijkomend bemoeilijkt de jaarlijkse bladval het onderhoud van het nieuwe kunstgrasveld.

Aan het college wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning aan te vragen voor het kappen van deze bomen. De dienst openbare werken zal minstens hetzelfde aantal bomen elders terug aanplanten.

 

Mededeling

Het college verleent goedkeuring aan Yoni Pulinckx om in naam van de gemeente Bertem een aanvraag tot het kappen van de bomen in te dienen op het digitaal omgevingsloket. Het betreft een aanvraag tot het kappen van bomen buiten een bos. De te kappen bomen zullen worden gecompenseerd in de uitbreiding van het geboortebos.

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 9 maart 2020

 

DIENSTVERLENING INTERLEUVEN. VOORTZETTING INTERGEMEENTELIJKE GIS-COÖRDINATIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Raadsbesluit van 17 december 2019 waarbij aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ o.a. volgende dienst in exclusiviteit wordt toegekend: 7.1. GIS-begeleiding en -ondersteuning.
  • E-mails van 30 januari 2020 en 7 februari 2020 van Interleuven met prijsvoorstel voor GIS-coördinatie bij ons bestuur.

 

Feiten en context

  • Sinds 1 april 2019 is Chris Wouters, GIS-coördinator, met pensioen gegaan.
  • Op de GIS-dienst werkt momenteel enkel José Vanneste als halftijds contractueel administratief medewerker GIS. Sinds de pensionering van Chris Wouters en tot einde 2019 is het GIS-team van Interleuven ingeschakeld voor het ondersteunen van de interne GIS-werking.
  • De kostendelende vereniging 'Interleuven Ondersteunende Activiteiten' beschikt over een GIS-team.
  • Er wordt gewerkt volgens de principes van exclusieve dienstverlening met gebruikelijk toegepaste uurtarieven.
  • Het voorstel voor de verderzetting van de intergemeentelijke GIS-coördinatie voorziet 1 dag/week ondersteuning.

 

Juridische gronden

  • Besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur
  • Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
  • Artikel II.34 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018
    Als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, mag een bestuursdocument niet openbaar gemaakt worden.

 

Argumentatie

De gemeente beschikt niet over een medewerker die de GIS-coördinatie kan opnemen en opvolgen. De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ vulde deze taken reeds in onder de vorm van een intergemeentelijke GIS-coördinator tijdens de voorbije beleidsperiode.

 

Daarom activeert de gemeente de aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ toegekende exclusieve dienstverlening 7.1. GIS-begeleiding en –ondersteuning onder de vorm van het voorzien van een intergemeentelijke GIS-coördinator. Indien bij de uitvoering van de intergemeentelijke GIS-coördinatie operationele taken naar voor komen, zoals grote data-invoer, intekenwerk, digitalisatieprojecten van plannen, vergunningen…, kan desgewenst een GIS-operator van het GIS-team van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ worden ingeschakeld (voor elke specialiteit zijn specialist).

 

Om de continuïteit van de GIS-werking binnen de gemeente te behouden, wordt voor de beleidsperiode een gemiddelde wekelijkse inzet van een intergemeentelijke GIS-coördinator voorzien van 1d/w. Deze ondersteuning wordt aangegaan voor de beleidsperiode + 1 jaar, m.a.w. tot 31 december 2025.

 

Bij wijziging in de personeelsbezetting en/of interne werking van de gemeente, wordt in onderling overleg de aanpassing van de ondersteuning aan deze gewijzigde situatie besproken en beslist.

 

Gezien het de voortzetting van een lopende ondersteuning betreft, worden voor deze ondersteuning de volgende uurtarieven en wijze van verrekening gehanteerd (index 1/10/2019):

  • voor de taken als intergemeentelijke GIS-coördinator: € 72/u. Hiervoor wordt een maandelijks voorschot opgevraagd en bij de driemaandelijkse afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort, dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren.
  • voor de operationele taken die mogelijks voortkomen uit de GIS-coördinatie wordt, conform de samenwerkingsovereenkomst, een projectnota met raming o.b.v. de uurtarieven zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst opgemaakt en voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen vooraleer de uitvoering op te starten.
  • Bij wijziging in de ondersteuning inzake GIS-coördinatie wordt ook het voor de GIS-coördinator gehanteerde uurtarief herbekeken.

 

Financiële gevolgen

Personeels-, overhead- en werkingskosten vormen de totale kosten die vervat zijn in de uurtarieven voor deze medewerkers. De uurlonen voor de personeelsleden worden door Interleuven op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald:

  • GIS-coördinator: 72,00 euro
  • GIS-medewerker: 65,00 euro.

 

Deze uurtarieven zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector.

 

Wordt het afgesproken inzetpercentage niet afgenomen, valt de GIS-ondersteuning de facto terug op een 'ad hoc'-ondersteuning. Hiervoor wordt het hogere tarief van 78,00 euro toegepast.

 

Deze dienstverlening wordt uitgevoerd door de Kostendelende Vereniging 'Zelfstandige Groepering Interleuven Ondersteunende Activiteiten' onder de exclusiviteitsovereenkomst voor GIS-ondersteuning '6.1 GIS begeleiding en ondersteuning' tussen de gemeente en de 'Zelfstandige Groepering Interleuven Ondersteunende Activiteiten'. Hierdoor zijn de prestaties vrijgesteld van btw.

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

613501/0119-02

€ 28 000

€ 26 272

€ 2304 (maandelijks)

€ 27 648 (jaarlijks)

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De ondersteuning inzake GIS-begeleiding en -ondersteuning wordt toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder de voorwaarden zoals overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst van 17 december 2019 en zoals gepreciseerd in dit besluit.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 09/03/2020