Zitting van 13 juli 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 6 juli 2020 goed.
Zitting van 13 juli 2020
EXTRA-MUROS-ACTIVITEITEN. GOEDKEURING UITSTAP TIJDENS ZOMERVAKANTIE L6 GBS BERTEM.
Voorgeschiedenis
• E-mail van 26 juni 2020 van Koen Theunissen, juridisch adviseur, i.v.m. verzekeringen schooluitstappen tijdens schoolvakanties.
• E-mails van 25 juni en 7 juli 2020 van Tine Devriese, directeur GBS Bertem.
Feiten en context
• Door de coronacrisis zijn er enkele geplande activiteiten (sneeuwklassen, uitstap Atomium/Mini-Europa) voor de leerlingen van het zesde leerjaar niet kunnen doorgaan. Om hen toch een gepast afscheid van de basisschool te geven, organiseren Fran Dierickx en Brecht Coninckx in het weekend van 29 en 30 augustus 2020 een weekend voor L6 met een bezoek aan Bobbejaanland, een nachtje kamperen en bij mooi weer een kajaktocht.
• Voor deze twee dagen wordt er een bus gehuurd om de leerlingen naar de verschillende locaties te brengen.
• De school organiseert deze activiteiten, rekening houdend met de geldende coronamaatregelen.
• Deze activiteiten worden gefinancierd door de de opbrengst van het eetfestijn van november 2019 dat door de ouders mee werd georganiseerd.
• De leerlingen en leerkrachten zijn verzekerd voor deze uitstap.
Juridische gronden
• Omzendbrief BaO/2001/13 van 21 november 2001 over extra-muros-activiteiten
Adviezen
• Gunstig advies van Tine Devriese, directeur GBS Bertem.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De uitstap voor leerlingen van het zesde leerjaar van de GBS Bertem op zaterdag 29 en zondag 30 augustus wordt goedgekeurd.
Zitting van 13 juli 2020
TELEFOONCENTRALE. GUNNING SIP-TRUNKS.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Op voorstel van Pieter Labie, projectleider, wordt de keuze voor de offerte van Orange als volgt gemotiveerd:
Bovendien biedt Orange in dit contract 160 uren (per maand) nationale beltijd naar vaste en mobiele nummers. Het huidige verbruik voor vaste nummers is +/- 24 uur.
De extra kost voor de vaste en mobiele gesprekken valt dus weg. Er kan in de praktijk onbeperkt gebeld worden naar vaste en mobiele nummers.
De huidige gemiddelde maandelijkse kost van de vaste (enkel gemeente) en mobiele telefonie (gemeente en OCMW) bij Orange, berekend over de eerste 5 maanden van 2020, bedraagt 236,29 euro incl. btw. De gesprekskosten vanuit de vaste nummers van het OCMW en van de school Leefdaal zijn hier nog niet in begrepen.
Door het wegvallen van deze variabele gesprekskosten als gevolg van de forfaitair inbegrepen 160 uren gesprekken naar vaste en mobiele nummers, biedt Orange veruit de beste offerte aan.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
614801/0119-03 | € 15 000 | € -9.881,19 | € 14 403,84 (48 maanden) |
De overschrijding van het beschikbare krediet is te wijten aan de langere projectduur, waardoor de huur van de telefooncentrale van het OCMW langer dan verwacht moest worden betaald.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de offerte van Orange goed voor de installatie, 16 kanalen met siptrunk, 5 x nummerreeks + 20 losse nummers, 160 uren nationale beltijd naar vaste en mobiele nummers voor de duur van 48 maanden tegen de offerteprijs van 248 euro excl. btw of 300,08 incl. btw.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2020 en volgende jaren op registratiesleutel 614801/0119-03.
Zitting van 13 juli 2020
VERHUUR ZALEN. AANVRAAG WIELERCLUB DE WRINGERS BERTEM VZW 21STE MOUNTAINBIKETOCHT OP ZONDAG 14 MAART 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
Argumentatie
De Wringers hebben tot vorig jaar gebruikgemaakt van de voetbalkantine en het voetbalveld aan de Tervuursesteenweg. Daar kunnen ze niet meer terecht. Daarom vragen De Wringers het gebruik van de sportzaal Bertem, de parking en de speelplaats van de gemeenteschool Bertem.
Afhankelijk van het weer bestaat het risico dat de ter beschikking gestelde infrastructuur vervuild wordt met modder en slijk. Volgende maatregelen dienen hiermee zeker in acht genomen te worden:
De bovenvermelde maatregelen moeten uiterlijk tegen maandag 15 maart 2021 in orde zijn.
Indien de facilitaire dienst vaststelt dat de gebruikte infrastructuur niet proper is, zal het retributiereglement van 18 december 2015 over werken voor derden toegepast worden.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
706 002 0742-02 | € 10 000 | € 400 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating voor het gebruik van de sportzaal Bertem, de douches, de parking naast de sportzaal als afspuitstand en de speelplaats van de gemeenteschool Bertem als fietsenstalling op zaterdag 13 maart 2021 om alles klaar te zetten en op zondag 14 maart 2021 voor het organiseren van hun 21ste mountainbiketocht.
Artikel 2:
Volgende maatregelen dienen zeker in acht genomen te worden:
De bovenvermelde maatregelen moeten uiterlijk tegen maandag 15 maart 2021 in orde zijn.
Indien de facilitaire dienst vaststelt dat de gebruikte infrastructuur niet proper is zal het retributiereglement van 18 december 2015 toegepast worden:
Artikel 14:tarieven
Opruimings-, reinigings-en/of herstellingskosten.
Extra gepresteerde uren door gemeentepersoneel als gevolg van niet-nageleefde afspraken en de kosten voor het opruimen, herstellen of reinigen van de infrastructuur worden aangerekend volgens de tarieven van het retributiereglement ‘uitvoering van werken ten laste van derden’ van 17 december 2019. De gemaakte materiaalkosten voor de vervanging van verdwenen of vernielde materialen of voor de herstelling van beschadigde infrastructuren worden integraal doorgerekend aan de gebruiker.
Artikel 3:
De vaste gebruikers kunnen geen gebruik maken van de ter beschikking gestelde infrastructuur tijdens het aangevraagde weekend en zullen hiervan tijdig op de hoogte gebracht worden.
Artikel 4:
De organiserende vereniging doet tijdig een aanvraag voor het gebruik van gemeentelijk uitleenmateriaal als zij dit wensen te gebruiken.
Zitting van 13 juli 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/232 tot en met nr. 2020/250 voor een totaal bedrag van 12 158,23 euro.
Zitting van 13 juli 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/2478 tot en met nr. 2020/2561 voor een totaal bedrag van 329 380,67 euro.
Zitting van 13 juli 2020
SLUIKSTORT. GOEDKEURING VERWIJDERING VAN SLUIKSTORT BESTAANDE UIT ASBESTGEBONDEN GOLFPLATEN LANGS BAANAKKERWEG.
Feiten en context
Juridische gronden
Het is verboden te sluikstorten. De kosten voor het opruimen van sluikstorten worden aan de overtreder aangerekend.
Het is verboden om het even welke afvalstoffen te gooien of achter te laten:
Adviezen
Argumentatie
Omdat het sluikstort, om veiligheidsredenen, niet door eigen werknemers mag worden opgeruimd en omdat het sluikstort op de rand van privé en openbaar domein ligt, wenst dienst openbare werken een gespecialiseerd ophaler/verwerker aan te stellen voor het zo vlug mogelijk opruimen van dit sluikstort.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
2020/GBB/0309-00/610503 | € 10 000 | € 10 000 | € 4149,09 |
Deze kosten kunnen opgevangen worden door het aanwenden van een subsidie van OVAM voor verwijdering van asbest.
Registratiesleutel | Ontvangst krediet | Beschikbaar |
2020/GBB/0309-00/740803 | € 10 000 | € 10 000 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het opruimen van het sluikstort van asbestgebonden platen wordt met hoge urgentie toegekend aan de firma All Asbestos Removal Service BVBA, Liersesteenweg 143, 2220 Heist-op-den-Berg volgens de offerte in bijlage.
Zitting van 13 juli 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT HANDELSWONING DORPSTRAAT 80 TE 3060 BERTEM, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 126E4.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de handelswoning Dorpstraat 80 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 126e4, niet uit te oefenen.
Zitting van 13 juli 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING HET BIES 2 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE C NUMMER 316M EN TUIN AFD. 3 SECTIE D NUMMER 317M.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Het Bies 2 te 3061 Bertem afdeling 3 sectie D nummer 316m en de tuin afdeling 3 sectie D nummer 317m, niet uit te oefenen.
Zitting van 13 juli 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT PERCEEL GROND AFDELING 1 SECTIE C NUMMER 194B4.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor een perceel grond te 3060 Bertem afdeling 1 sectie C nummer 194b4, niet uit te oefenen.
Zitting van 13 juli 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT HOEVE BLOKKENSTRAAT 56 TE 3061 BERTEM, AFD. 3 SECTIE D NUMMER 176D + WEILAND AFD. 3 SECTIE D NUMMER 175L.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de hoeve Blokkenstraat 56 te 3061 Bertem afdeling 3 sectie D nummer 176d en een perceel weiland afdeling 3 sectie D nummer 175l, niet uit te oefenen.
Zitting van 13 juli 2020
STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN PATRICK THYS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN VERANDA IN 3060 BERTEM, ALSEMBERGLAAN 40, SECTIE A NR 538N.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Het terrein is bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning met een breedte van 12 m en een maximale diepte van 9 m. Deze woning is opgebouwd uit 1 laag en een dak.
De nieuw te bouwen veranda wordt geplaatst tegen de achtergevel op 1 m van de linkerzijgevel. De veranda heeft een breedte van 4,06 m en een diepte van 3 m en is afgewerkt met een hellend dak, aflopend van 2,77 m tot 2,34 m.
Juridische gronden
Artikel 106.
Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.
Artikel 111.
De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.
Het artikel 4 bepaalt:
"Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is.
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;
3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;
4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;
5° de hoogte is beperkt tot 4 meter."
Argumentatie
Niet van toepassing
De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het verkavelingsplan.
De aanvraag is conform met het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl. artikel 4:
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd
3° de totale oppervlakte van de veranda bedraagt 12,18 m²
4° de veranda wordt geplaatst in de achtertuin op meer dan 3 m van de perceelsgrenzen
5° de hoogte bedraagt maximaal 2,77 m.
Niet van toepassing
Er worden geen voorwaarden opgelegd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college neemt akte van de melding van Patrick Thys voor het plaatsen van een veranda in 3060 Bertem, Alseberglaan 40, sectie A nr 538n.
Artikel 2:
De meldingsakte wordt overgemaakt aan Patrick Thys.
Artikel 3:
Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.
Zitting van 13 juli 2020
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JESSICA CEULEMANS EN BRAM VRANCKX VOOR EEN UITBREIDING AAN DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, OUDE BAAN 141, SECTIE A NR 484A.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 28 april 2020 hebben Jessica Ceulemans en Bram Vranckx een aanvraag ingediend voor een uitbreiding aan de woning gelegen in 3060 Bertem, Oude Baan 141, sectie A nr 484a.
• Op 27 mei 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven deels gelegen in woongebied en deels gelegen in natuurgebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Oude Baan en situeert zich ten noorden van het centrum van Bertem in de omgeving van de grens met Leuven.
Deze rustige woonstraat wordt gekenmerkt door bebouwing in verschillende verschijningsvormen met in de omgeving van het bouwlot een zeer grillig reliëf en het natuurgebied Koeheide als beeldbepalende elementen.
Het perceel van de aanvraag ligt in de bouwzone lager dan de recent aangelegde wegenis van de Oude Baan. Tussen de Oude Baan en de Tervuursesteenweg ten noordoosten is er een groot niveauverschil.
Op het perceel staat een woning in open bebouwing.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat een gelijkvloerse uitbreiding van de woning langs de tuinzijde.
De uitbreiding heeft een oppervlakte van +/- 62 m² en wordt op minimum 3 m van de grens met het natuurgebied ingeplant. De bestaande situatie van de losweg achteraan blijft behouden. In de uitbreiding worden 3 slaapkamers en een badkamer ondergebracht. Het plat dak van de aanbouw wordt als terras ingericht, aansluitend op de leefruimte.
• Watertoets
Op 11 juni 2020 heeft de provincie, dienst waterlopen volgend wateradvies uitgebracht:
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De woning wordt achteraan uitgebreid met 62,2 m².
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2140 De Redelle. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Het betreft een gedeelte van de tuin, dat in natuurgebied ligt.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 3000 liter (min. 1555 liter).
Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
zie watertoets: advies van de provincie, dienst waterlopen van 11 juni 2020.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
Een uitbreiding van de woning is verantwoord in deze residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft een beperkte en verantwoorde impact op de verkeersafwikkeling in de omgeving. Er worden 2 parkeerplaatsen en voldoende fietsenstallingen voorzien op eigen terrein. De aanvraag is conform met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Schaal
De uitbreiding van de woning overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bouwdichtheid is eerder beperkt. In de omgeving komen veel hogere dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
Het concept is modern maar zeer sober waardoor het perfect past in deze omgeving. Het ontwerp is aangepast aan de eigenschappen van het perceel waardoor de woning maximaal zal integreren in het straatbeeld.
De achterliggende Koeheide blijft zijn volle natuurwaarden behouden.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Er worden geen reliëfwijzigingen uitgevoerd, de aanbouw wordt ingeplant in het bestaande terrein.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Jessica Ceulemans en Bram Vranckx voor een uitbreiding aan de woning gelegen in 3060 Bertem, Oude Baan 141, sectie A nr 484a.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 13 juli 2020
OMGEVINGSAANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN. WEIGERING VAN DE OMGEVINGSAANVRAAG VAN RONALD PROBST VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN VOOR EEN PERCEEL GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, BLANKAART 50, 50A, 52 EN 52A, SECTIE B NR 199E.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
Feiten en context
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De Blankaart ligt in een westelijk gelegen bebouwde uitloper van het centrum van Leefdaal. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen, het omliggend kouterlandschap en de groene Voerader. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
De provinciale dienst waterlopen heeft op 9 januari 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
"Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie Blankaartgracht. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Vooral woning 4 en een deel van woning 3 liggen in dit gebied.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Hemelwaterverordeningen:
Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Aanvullende voorwaarden:
In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.
Volgens het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen (DHM) was in 2016 het hoogteverschil met het perceel van huisnummer 54 tussen 50 en 80 cm. Na afbraak van de gebouwen op perceel 24061B0199/00E000 werd het perceel aanzienlijk opgehoogd. Dit is verboden in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Op de plannen TP1 en TP2 en in de verkavelingsvoorschriften wordt aangeduid dat een grotere ophoging toegestaan is. Om verschuiving van de wateroverlast naar de percelen, grenzend aan de noordelijke zijde van de verkaveling te verhinderen, zouden extra ophogingen ten opzichte van de huidige toestand niet toegestaan mogen worden. Het getekende terreinprofiel op documenten TP1 en TP2 lijkt nu reeds niet in overeenstemming met de toestand op terrein.
Om de afstroming van hemelwater te vermijden en maximaal te laten infiltreren mag maximum 40 % van de voortuin verhard worden. In de tuin mag het terras een maximale oppervlakte van 30 m² hebben.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."
Uit bovenstaand advies van de dienst Waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant volgt derhalve dat de aanvraag slechts als verenigbaar met het watersysteem beschouwd kan worden indien er geen bijkomende ophogingen in het overstromingsgevoelig gebied worden doorgevoerd. Zoals de provinciale dienst ook opmerkt, werd het perceel zonder vergunning reeds aanzienlijk opgehoogd en zijn conform de verkavelingsvoorschriften bijkomende ophogingen toegelaten. Doordat voor de onvergunde ophogingen geen vergunning werd aangevraagd en deze ook niet vermeld worden op de voorliggende aanvraag, valt het effect op de waterhuishouding onmogelijk in te schatten. Er kan ook niet worden besloten dat aan de watertoets voldaan is mits het opleggen van voorwaarden, nu de aanzienlijke ophogingen niet zijn opgenomen op de plannen. Er moet dan ook worden besloten dat de aanvraag de watertoets niet doorstaat.
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde werken geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
Dit uitvoeringsbesluit regelt de adviesverlenende instanties.
artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
artikel 4.2.15.
§ 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16.
§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
artikel 4.2.17.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie
artikel 4.2.18.
De bepalingen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden worden niet opgeheven door de inwerkingtreding van een stedenbouwkundig voorschrift waarmee ze onverenigbaar zijn, met behoud van de toepassing van artikel 84 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Artikel 6
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
Artikel 13
bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
Artikel 86
§ 1.
De eigenaar van een kavel die begrepen is in een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, kan gemotiveerd om een bijstelling van deze omgevingsvergunning verzoeken voor het deel dat hij in eigendom heeft.
De aanvraag doorloopt dezelfde procedure als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met dien verstande dat de vergunningsaanvraag of de aanvraag gelezen moet worden als de aanvraag of het verzoek tot bijstelling en de aanvrager als aanvrager of verzoeker van de bijstelling.
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
Bespreking van de klachten
klacht: foutieve plannen
Bespreking:
In de vergunning van 27 februari 2017, sloop van boerderij en enkele loodsen, werd opgelegd dat de bouwput diende opgevuld te worden met hiervoor aangepaste aarde.
De bouwheer heeft het volledige perceel opgehoogd wat beschouwd moet worden als een aanzienlijke reliëfwijziging en dus vergunningsplichtig.
Er worden tevens vragen gesteld bij de kwaliteit van de grond waarmee de ophogingen zijn uitgevoerd.
Op de plannen worden het bestaand terreinprofiel en het nieuw aan te leggen terreinprofiel weergegeven. De weergave van het bestaand terreinprofiel is foutief omdat hiermee een weergave wordt gegeven van de gesteldheid na de onvergunde ophogingswerkzaamheden terwijl als bestaande toestand de gesteldheid van de vergunde toestand (vergunning 27 februari 2017) dient gehanteerd te worden.
Besluit:
Uit de plannen van de aanvraag blijkt dat de bestaande toestand afwijkt van de vergunde plannen van 27 februari 2017.
In deze vergunning werd als voorwaarde opgelegd dat er geen reliëfwijzigingen konden worden doorgevoerd mits het bekomen van een vergunning.
Bovendien bepaalt het vrijstellingenbesluit dat reliëfwijzigingen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied niet vrijgesteld van vergunning kunnen zijn.
Er dient inderdaad te worden vastgesteld dat de doorgevoerde reliëfwijziging niet wordt weergegeven op de aanvraagplannen, zodat het niet mogelijk is om de effecten van de aanvraag op de waterhuishouding en de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening te beoordelen.
Deze klacht wordt aanvaard.
De opmerking over de kwaliteit van de aangevoerde grond heeft geen betrekking op stedenbouwkundige aspecten en moet dan ook niet in deze aanvraag beoordeeld worden.
Deze opmerking wordt niet aanvaard.
klacht: de verkavelingsvergunningsaanvraag ent zich op een onvergunde toestand
Bespreking:
Na uitvoering van de vergunning van 27 februari 2017 zijn er ophogingswerkzaamheden verricht waardoor het reliëf van de percelen aanzienlijk werd gewijzigd.
Besluit:
Uit de plannen van de aanvraag blijkt dat de bestaande toestand afwijkt van de vergunde plannen van 27 februari 2017.
In deze vergunning werd als voorwaarde opgelegd dat er geen reliëfwijzigingen konden worden doorgevoerd mits het bekomen van een vergunning.
Bovendien bepaalt het vrijstellingenbesluit dat reliëfwijzigingen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied niet vrijgesteld van vergunning kunnen zijn.
De onvergunde reliëfwijzigingen zijn niet weergegeven op de aanvraagplannen en maken dus ook geen deel uit van de aanvraag.
Deze klacht wordt aanvaard.
Klacht: negatieve impact op de plaatselijke waterhuishouding
Bespreking:
Het perceel van de aanvraag heeft een aanzienlijke helling begroeid met gras en laag struikgewas die deels water op eigen terrein vasthouden. Bij regenweer is er toch nog altijd water- en modderoverlast, ondanks de aanwezigheid van wachtbekkens.
Door het wegnemen van deze beplanting en het verharden van de percelen (woning, opritten, terrassen...) zal de waterinfiltratie aanzienlijk beknot worden waardoor de hinder voor omwonenden ontegensprekelijk zal escaleren.
Besluit:
Op 9 januari 2020 heeft de provinciale dienst waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Zij vermelden in hun advies dat uit de plannen blijkt dat na afbraak van de gebouwen het perceel aanzienlijk opgehoogd werd. Dit is verboden in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Zij vermelden ook dat om verschuiving van de wateroverlast naar de percelen, grenzend aan de noordelijke zijde van de verkaveling te verhinderen, extra ophogingen ten opzichte van de huidige toestand niet toegestaan mogen worden.
Doordat voor de onvergunde ophogingen geen vergunning werd aangevraagd en deze ook niet vermeld worden op de voorliggende aanvraag, valt het effect op de waterhuishouding onmogelijk in te schatten. Er kan ook niet worden besloten dat aan de watertoets voldaan is mits het opleggen van voorwaarden, nu de aanzienlijke ophogingen niet zijn opgenomen op de plannen. Er moet dan ook worden besloten dat de aanvraag de watertoets niet doorstaat.
De onduidelijkheid omtrent de reliëfwijzigingen laat niet toe te besluiten dat de hinderaspecten, het gebruiksgenot en de impact van de aanvraag op het bodemreliëf aanvaardbaar kunnen worden geacht in het licht van de goede ruimtelijke ordening.
Deze klacht wordt aanvaard.
Klacht: densiteit
Bespreking:
Er wordt een te zwaar bouwprogramma beoogd.
Besluit:
De volumetrie van de telkens 2 gekoppelde woningen zoals voorgesteld op het inplantingsplan komt overeen met de volumetrie van de vrijstaande woning, Blankaart 48, vergund op 30 juli 2017.
Deze klacht wordt niet aanvaard.
Klacht: watertoets - aansprakelijkheid gemeente en geledingen
Bespreking:
Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er dient bijzondere aandacht besteed te worden aan de actuele waterhuishoudingsgesteldheid en de impact van het verkavelingsproject hierop.
Besluit:
Op 9 januari 2020 heeft de provinciale dienst waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
Zij vermelden in hun advies dat uit de plannen blijkt dat na afbraak van de gebouwen het perceel aanzienlijk opgehoogd werd. Dit is verboden in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Zij vermelden ook dat om verschuiving van de wateroverlast naar de percelen, grenzend aan de noordelijke zijde van de verkaveling te verhinderen, extra ophogingen ten opzichte van de huidige toestand niet toegestaan mogen worden.
Doordat voor de onvergunde ophogingen geen vergunning werd aangevraagd en deze ook niet vermeld worden op de voorliggende aanvraag, valt het effect op de waterhuishouding onmogelijk in te schatten. Er kan ook niet worden besloten dat aan de watertoets voldaan is mits het opleggen van voorwaarden, nu de aanzienlijke ophogingen niet zijn opgenomen op de plannen. Er moet dan ook worden besloten dat de aanvraag de watertoets niet doorstaat.
De onduidelijkheid omtrent de reliëfwijzigingen laat niet toe te besluiten dat de hinderaspecten, het gebruiksgenot en de impact van de aanvraag op het bodemreliëf aanvaardbaar kunnen worden geacht in het licht van de goede ruimtelijke ordening.
Deze klacht wordt aanvaard.
"Er is geen uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeters dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.
De aanvraag is gelegen binnen de beschermingszone van onze waterwinning te Leefdaal.
Voor de voorwaarden aangaande werken binnen een beschermingszone verwijzen we naar het sub-advies van de afdeling waterbronnen en milieu."
Opmerking: Het sub-advies van de afdeling waterbronnen en milieu is niet ingediend.
2. Op 24 december 2019 heeft Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
"Gasnet en palennet elektriciteit is aanwezig langs kant van de loten.
Riolering:
Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering/gracht/grachtinbuizing in de aanpalende straat.
De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 30 20 of online via www.fluvius.be. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.
De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.
Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.
Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.
De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake."
3. Op 9 januari 2020 heeft de provinciale dienst waterlopen een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).
4. Op 4 juli 2020 heeft de GECORO een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
2. Aangezien het ontwerp de aanleg van nieuwe wegenis omvat, werd het dossier voor goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van 28 april 2020.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het realiseren van bouwloten voor het oprichten van woningen in halfopen verband is functioneel inpasbaar in de omgeving met hoofdzakelijk residentiële gebouwen.
Mobiliteitsimpact
De gevraagde verkaveling heeft door de beperkte omvang vooral impact op de onmiddellijke omgeving. Door het toepassen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg bij het oprichten van de woningen, zullen de wagens opgevangen worden op het eigen terrein en zullen er voldoende fietsenstallingen voorzien worden.
Schaal
De nieuwe woningen, opgetrokken volgens de verkavelingsvoorschriften, overstijgen de schaal van de omliggende woningen, bestaande uit twee bouwlagen, in de omgeving niet.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De oppervlaktes van de loten situeren zich tussen de 5,22 are en 6,12 are. De gebruikelijke zijdelingse bouwvrije stroken worden gehanteerd en de tuinzone is voldoende om het open en groene karakter te vrijwaren. In de omgeving komen gelijkaardige en hogere dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe woningen zullen, volgens de voorgestelde voorschriften, passen in het bebouwde weefsel en het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Deze aanvraag voorziet in een beperkte wijziging van het terreinprofiel.
In de plannen baseert de aanvrager zich voor de bestaande toestand op een opmetingsplan van 7 maart 2018 dat afwijkt van het goedgekeurd plan van de vergunning van 27 februari 2017. In deze vergunning werd opgenomen dat er geen reliëfwijzigingen konden worden doorgevoerd mits het bekomen van een vergunning.
Zoals ook door de provinciale dienst Waterlopen wordt opgemerkt in het advies van 9 januari 2020, is het perceel zonder vergunning aanzienlijk opgehoogd. Dit terwijl ophogingen in effectief overstromingsgevoelig gebied verboden zijn. Doordat voor de onvergunde ophogingen geen vergunning werd aangevraagd en deze ook niet weergegeven worden op de voorliggende aanvraag, kan niet worden aangenomen dat de impact van de aanvraag op het bodemreliëf aanvaardbaar zou zijn in het licht van de goede ruimtelijke ordening. Daarenboven laten de verkavelingsvoorschriften bijkomende ophogingen toe, wat onaanvaardbaar is gelet op de onduidelijkheid omtrent de reeds doorgevoerde ophogingen die zonder vergunning werden doorgevoerd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Om verschuiving van de wateroverlast naar de percelen te vermijden, kunnen ophogingen van het terrein, dat gelegen is in watergevoelig gebied, niet worden toegestaan. De onduidelijkheid omtrent de reliëfwijzigingen laat niet toe te besluiten dat de hinderaspecten, het gebruiksgenot en de impact van de aanvraag op het bodemreliëf aanvaardbaar kunnen worden geacht in het licht van de goede ruimtelijke ordening.
Conclusie
Op basis van uitgevoerde niet-vergunde reliëfwijzigingen in overstromingsgevoelig gebied en de onduidelijkheid hierover doordat deze niet worden weergegeven op de plannen, dient te worden besloten dat de aanvraag op het vlak van de hinderaspecten, het gebruiksgenot en de impact van de aanvraag op het bodemreliëf niet aanvaardbaar kan worden geacht in het licht van de goede ruimtelijke ordening
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal niet verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om een weigering af te leveren.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college weigert de omgevingsaanvraag van Ronald Probst voor het verkavelen van gronden van een perceel gelegen in 3061 Leefdaal, Blankaart 50, 50a, 52 en 52a, sectie B nr 199e.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep, Fluvius en de provinciale dienst waterlopen.
Zitting van 13 juli 2020
CHIROKAMPEN. GUNNING KAMPVERVOER 2020.
feiten en context
• Tot voor 2019 werd het kampvervoer voor de Bertemse jeugdverenigingen door, en met voertuigen van de gemeentelijke technische dienst verzorgd.
• Sinds vorig jaar is er een regeling waarbij het kampvervoer niet meer door de eigen diensten, maar wel door een externe firma werd gedaan, omwille van :
º In beslag genomen tijd: voertuig en bestuurder zijn meestal meer dan halve dag niet beschikbaar voor de eigen dienst;
º Planningsconflicten omwille van verschillende transporten op dezelfde dag;
º verschillende ritten vinden plaats op 21 juli (nationale feestdag), met consequentie dat de inzet van eigen personeel aan 200% betaald zou moeten worden;
º Het feit dat de bestuurders voor "vervoer voor derden" verplicht moeten beschikken over de nodige "vakbekwaamheid" (opleiding & attest code 95). Dit was vorig jaar en is momenteel voor onze eigen chauffeurs niet volledig in orde.
• Vanuit de verschillende gemeentelijke jeugdverenigingen werd de voorbije maanden kampvervoer aangevraagd, voor het brengen en terughalen van bivakmateriaal tijdens de zomermaanden. (zie bestemmingen en details in bijlage)
• Er werd prijs gevraagd bij een 3-tal transporteurs in de buurt :
º Delletrans
º Ninatrans
º Van Roey Transport.
• Van 2 firma's werd een offerte ontvangen voor de verschillende ritten (excl. btw)
º Delletrans
▪ rit Leefdaal / Lokeren = 3x 340 euro
▪ rit Zaventem / Hamont-Achel =2x 400 euro
▪ rit Bertem / Tillet = 2x 535 euro
▪ TOTAAL: 2890 euro
º Ninatrans
▪ rit Leefdaal / Lokeren = 3x 385 euro
▪ rit Zaventem / Hamont-Achel =2x 445 euro
▪ rit Bertem / Tillet = 2x 501 euro
▪ TOTAAL: 3047 euro
• De contactpersoon van de organiserende jeugdvereniging zorgt, na gunning door het college, zelf voor de detailafspraken over tijdstip en plaats met de transportfirma, zodat de gemeente hierin geen tussenpersoon moet spelen.
Adviezen
• De financieel directeur verleende een visum op 10 juli 2020.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
2020/GBB/0750-00/614004 | € 4000 | € 4000 | € 3496,90 |
Bijlagen
• detailoverzicht van aanvragen kamptransport
• 2 offerten (per e-mail ontvangen)
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Firma Delletrans, Ambachtenlaan 7F, 3001 Heverlee (Haasrode), wordt voor het werkjaar 2020 aangesteld voor het verzorgen van het kamptransport voor de lokale jeugdverenigingen voor de totale prijs van 3496,90 incl. 21% btw.
Zitting van 13 juli 2020
OPTIMALISATIE OS DORPSTRAAT. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT 9 DEEL BERTEM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Bestelbedrag |
|
|
Btw | + |
|
TOTAAL | = |
|
Bedrag vorige vorderingsstaten |
| € 0 |
Huidige vorderingsstaat |
| € 8170 |
Prijsherzieningen | + | € - 326,72 |
Totaal excl. btw | = | € 7843,28 |
Btw | + | € 1647,09 |
Totaal incl. 21% btw huidige vorderingsstaat | = | € 9490,37 |
Totaal uitgevoerde werken incl. 21% btw | = | € 9490,37 |
Juridische gronden
Argumentatie
De werken werden correct uitgevoerd.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0200-00/224507 | € 16 000 | € 14 367,08 | € 9490,37 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 9 van DSV nv, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot voor de opdracht 'Bertem - Optimalisatie OS Dorpstraat' voor een bedrag van 7843,28 euro excl. btw of 9490,37 euro incl. 21% btw voor de gemeente Bertem.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 0200-00/224507.
Artikel 3:
De factuur en de vorderingsstaat 9 worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.
Zitting van 13 juli 2020
ASFALTERINGSWERKEN 2017-2021. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT NR. 4.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Bestelbedrag |
| € 160 692,00 |
Bedrag verrekeningen | + | € 54 170,22 |
Bestelbedrag na verrekeningen | = | € 214 862,22 |
Btw | + | € 45 121,07 |
TOTAAL | = | € 259 983,29 |
Bedrag vorige vorderingsstaten |
| € 222 057,05 |
Prijsherzieningen | + | € 5460,32 |
Totaal excl. btw | = | € 227 517,37 |
Totaal incl. 21% btw vorige vorderingsstaten | = | € 275 296,02 |
Huidige vorderingsstaat |
| € 60 346,33 |
Prijsherzieningen | + | € -152,07 |
Totaal excl. btw | = | € 60 194,26 |
Btw | + | € 12 640,79 |
Totaal incl. 21% btw huidige vorderingsstaat 4 incl. meerwerk | = | € 72 835,05 |
TOTAAL UITGEVOERDE WERKEN incl. btw | = | € 348 131,07 |
Juridische gronden
Argumentatie
De werken werden correct uitgevoerd.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
2-25-88 0200-00/224500 | € 145 000 | € 145 000 | € 72 835,05 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 4 van Grizaco nv, Scheepvaartkaai 4 te 3500 Hasselt voor de opdracht “Raamcontract asfaltherstellingen” voor een bedrag van 60 194,26 euro excl. btw of 72 835,05 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 2-25-88 0200-00/224500.
Artikel 3:
De factuur en de vorderingsstaat 4 worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.