Zitting van 14 december 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 7 december 2020 goed.
Zitting van 14 december 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/4749 tot en met nr. 2020/5144 voor een totaal bedrag van 272 651,39 euro.
Zitting van 14 december 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/429 tot en met nr. 2020/439 voor een totaal bedrag van 2763,58 euro.
Zitting van 14 december 2020
BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING BELASTINGKOHIER OPSLAGPLAATSEN SCHROOT EN OUDE VOERTUIGEN AANSLAGJAAR 2020.
Feiten en context
• Jaarlijks wordt een kohier opgemaakt om de belasting op opslagplaatsen schroot en oude voertuigen in te vorderen.
Juridische gronden
Argumentatie
Alle jaren dient een belastingskohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
734170/0020 | € 500 | € 500 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het belastingkohier op opslagplaatsen schroot en oude voertuigen aanslagjaar 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een totaal bedrag van 500 euro.
Zitting van 14 december 2020
VERVOERREGIO LEUVEN. BESPREKING MOBIPUNTEN IN BERTEM.
Besluit
Motivering
Voor het vervoer op maat wordt er in de komende maanden verder gewerkt rond de operationalisering van de in het OV-plan 2021 goedgekeurde voorstellen.
Een overzicht van VoM in Bertem:
• Aanvullende lijn met VOM-middelen: nee
• Flexvervoer (taxi): nee (enkel voor belbusgebied)
• Shuttles en marktbus: nee
• Deelfiets: ja, t.h.v. carpoolparking
• Deelauto: ja, locatie nog te bepalen
• Doelgroepvervoer: ja, ter vervanging van DAV
• Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs: ja
Zie overzichtslijst VoM voor alle gemeenten van vervoerregio Leuven als bijlage.
Voor de deelwagens en deelfietsen dient het bestuur de exacte locaties vast te leggen. Het definiëren van de locaties dient te gebeuren tot op perceelsniveau waarbij rekening moet worden gehouden met de vragen en eisen van de gemeente, haalbaarheid, wegbeheerders... Er dient m.a.w. een principieel akkoord te zijn dat de deelfaciliteiten op de gegeven locatie mogen worden voorzien, rekening houdend met praktische elementen (bv. implementeerbaarheid van eventueel noodzakelijke oplaadsystemen).
De suggestie van het consortium is om deelfietsen te voorzien op de carpoolparking.
Andere locaties worden niet voorgesteld. Er wordt feedback gevraagd aan de gemeente tegen 15 december:
• Op welke plaatsen dienen er binnen uw gemeente deelfietsen en -auto’s voorzien worden?
• Graag vermelding van het perceelsnummer (incl. kadasternummer)
• Zijn er voorwaarden of eisen verbonden aan dit perceel?
• Wie is de eigenaar van dit perceel en/of vanaf wanneer is dit beschikbaar?
• Is er een mogelijkheid tot het aanleggen van een oplaadsysteem?
Tijdens de werkbanken rond mobipunten werd duidelijk dat de aangeleverde feedback per gemeente verschilde. Sommige gemeenten gaven eerder een realisatiebeeld/prioriteiten voor de komende jaren weer, anderen hadden een uitgebreid wensbeeld opgemaakt.
Vraag aan de gemeente tegen 15 december om de Excel-lijst aan te vullen:
• Bijkomende suggesties/mobipunten doorgeven voor een lange termijn wensbeeld, met indicatie van timing.
• Voor de reeds gesuggereerde mobipunten bijkomende inschattingen aan te leveren (timing, doelpubliek)
Het consortium zal de komende maanden aan de hand van de info verder onderzoek verrichten om zo tot een selectie en classificatie van mobipunten te komen.
Bespreking
Er zijn verschillende soorten mobipunten met elk hun uitrustingsmodaliteiten. Dit is ondertussen bepaald.
In Bertem werden 5 mobipunten geselecteerd:
• Carpoolparking E40 (mobipunt buiten categorie)
• Regionaal mobipunt N3 - Rapidpark (Halte Bertem Oud Station)
• Lokaal mobipunt N3 - Mezenstraat (Halte Leefdaal Oud Station)
• Lokaal mobipunt Dorpstraat - Leefdaal Kerk/Dorpsplein
• Lokaal mobipunt Fr. Dottermansstraat - Bertem Gemeenteplein
1) Deelwagens/deelfietsen
De suggestie van het consortium is om deelfietsen te voorzien op de carpoolparking van AWV. Aan Rapidpark worden faciliteiten voor deelwagens voorzien. Op andere mobipunten moet geen deelinfrastructuur worden voorzien.
De mobipunten langsheen de N3 zijn in te richten door AWV. Voor de inrichting hiervan kunnen we enkel een suggestie geven vanuit de gemeente.
Carpoolparking E40
• Eigenaar: AWV
• Langsheen gewestweg: aanleg en onderhoud door Agentschap Wegen en Verkeer
• Deelinfrastructuur: deelfietsen
• Mogelijkheid tot oplaadsysteem elektrisch wagens: ja
• Timing: te bepalen door AWV
Regionaal mobipunt N3 - Rapidpark (Halte Bertem Oud Station)
• Eigenaar: AWV
• Langsheen gewestweg: aanleg en onderhoud door Agentschap Wegen en Verkeer
• Gewenste deelinfrastructuur suggestie vanuit gemeente: Deelwagens
Voor het achtergelegen woonproject Rapidpark, waarvoor een vergunning is verleend, is opgelegd om 3 deelwagens (vermoedelijk Cambio) voor de buurt te voorzien aan dit mobipunt.
• Voorwaarde: afstemming met projectontwikkelaar Rapidpark voor implimentatie deelwagens.
• Mogelijkheid tot oplaadsysteem elektrische wagens: ja
• Extra: Pakketautomaat
• Timing: te bepalen door AWV. Suggestie vanuit gemeente: op korte termijn, aansluitend aan de uitvoering van woonproject Rapidpark.
Lokaal mobipunt N3 - Mezenstraat (Halte Leefdaal Oud Station)
• Eigenaar: AWV
• Langsheen gewestweg: aanleg en onderhoud door wegen en verkeer
• Gewenste deelinfrastructuur suggestie vanuit gemeente: geen
• Mogelijkheid tot oplaadsysteem elektrische wagens: ja
• Timing: te bepalen door AWV. Suggestie vanuit gemeente: middellange termijn.
Lokaal mobipunt Dorpstraat – Leefdaal Kerk/Dorpsplein
• Te voorzien bij heraanleg Centrum Leefdaal
• Mobipunt t.h.v. bushalte voor de kerk
• Eigenaar: gemeente
• Langsheen gemeenteweg: aanleg en onderhoud door gemeente
• Parking langparkeren in nabijheid (perceel 3 F 177 S). Akte voor aankoop door gemeente wordt kortelings ondertekend.
• Deelinfrastructuur: geen
• Extra: Pakketautomaat mogelijk aan de nieuw aan te leggen parking voor langparkeren achter Dorpsplein
• Mogelijkheid tot oplaadsysteem: ja, op parking langparkeren
• Timing: 2022-2024 (gelijklopend met project heraanleg Centrum Leefdaal)
Lokaal mobipunt Fr. Dottermansstraat - Bertem Gemeenteplein
Buurtmobipunt i.p.v. lokaal mobipunt gezien de bushalte niet aan het plein zelf is (Zie uitrustingsmodaliteiten bovenaan.)
• VOM-halte of halte Bertem Dottermansstraat
• Eigenaar: gemeente
• Langsheen gemeenteweg: aanleg en onderhoud door gemeente
• Parking en laadinfrastructuur elektrische wagens reeds aanwezig op het Gemeenteplein.
• Deelinfrastructuur: geen (zie ook regionaal mobipunt Rapidpark - uitbreiding mogelijk met 2 deelwagens naar Gemeenteplein door projectontwikkelaar bij groot succes op N3 aan Rapidpark)
• Extra: geen
• Timing: Middellange termijn (2024?)
2) Bijkomende mobipunten en verdere inschatting reeds gekozen mobipunten
Op lange termijn wenst de gemeente nog een bijkomend mobipunt te creëren in Korbeek-Dijle. Vanuit de kern Korbeek-Dijle is er geen rechtstreekse busverbinding naar de kern Bertem of Leefdaal. Dit kan enkel door overstap in Leuven. In de toekomst zouden we dan ook graag een VOM-halte hebben voor bv. flextaxi tussen Korbeek-Dijle en de 2 andere kernen.
Voorstel buurtmobipunt Korbeekse Kerkstraat – Korbeek-Dijle Kerk
• Aanleg VOM halte
• Eigenaar gemeente
• Langsheen gemeenteweg: aanleg en onderhoud door gemeente
• Er is beperkte parking voor de kerk
• Deelinfrastructuur: geen
• Mogelijkheid tot oplaadsysteem: ja
• Timing: Lange termijn
Voor de verdere inschatting van de mobipunten wordt gevraagd de Excel in te vullen. Zie bijlage.
Zitting van 14 december 2020
RAAMWERK PETANQUE-OVERKAPPING. GOEDKEURING ONTWERP.
Besluit
Motivering
Tijdens het college van burgemeester en schepenen van 6 april 2020 werd er beslist om 2 overkappingen te voorzien aan de petanquevelden te Leefdaal en Korbeek-Dijle.
Deze werken werden uitgevoerd in eigen beheer.
In de overkapping te Korbeek-Dijle is een kader voorzien om een raamwerk in te plaatsen. Dit wordt uitgevoerd in een vandalisme-arm materiaal, nl. UV bestendige polycarbonaat.
In het ontwerp is ook een bestickering voorzien die aan één zijde van de polycarbonaatplaat wordt aangebracht.
Bespreking
Het college gaat akkoord met het ontwerpvoorstel van de sticker die zal worden aangebracht op het raamwerk van de overkapping aan de petanquevelden te Korbeek-Dijle.
Bijlage
Ontwerp sticker.
Zitting van 14 december 2020
GEZONDHEIDSBELEID. DEELNAME TOURNÉE MINÉRALE.
Feiten en context
• ‘Tournée Minérale’ komt terug voor een vijfde editie. De campagne roept alle Belgen op om in februari, voor het eerst of opnieuw, een maand ‘nee’ te zeggen tegen alcohol.
• De boodschap blijft onveranderd. Voor velen maakt alcohol deel uit van de routine. Toch zijn er heel wat risico’s aan verbonden. Alcohol heeft invloed op bijna alle organen en hangt samen met ongeveer 200 verschillende aandoeningen. De uitdaging bestaat erin een maand lang geen alcohol te drinken en zo het lichaam de tijd te geven om te recupereren van de gebruikelijke alcoholconsumptie.
• De covidmaatregelen maken deze editie wel extra uitdagend, maar ook extra belangrijk. Hoewel sommige mensen minder zijn gaan drinken nu hun sociaal leven op een laag pitje staat, beslissen ook heel wat mensen net iets sneller om een glas te drinken. Meestal thuis, alleen of met twee, om te bekomen van alle emoties en stress in deze uitzonderlijke periode. Dat is begrijpelijk, maar het houdt ook risico’s in.
Argumentatie
Net zoals in 2020 kan ons bestuur deze campagne ondersteunen door op de feestelijkheden (recepties, jubileums, trouwplechtigheden...) die doorgaan in de gebouwen van de gemeente tijdens de maand februari ook een alcoholvrije variant aan te bieden. Zo kunnen de mensen die wensen deel te nemen aan Tournée Minérale ook iets anders kiezen dan fruitsap.
Het bestuur kan ook als werkgever deze campagne ondersteunen door deel te nemen en zo de attributen uit de gratis toolkit (teaser-stickers, trotse deelnemer-sticker en affiches) uit de delen en op te hangen op de werkvloer.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om de campagne te ondersteunen door het aanbieden van alcoholvrije alternatieven op feestelijkheden die doorgaan in de gebouwen van de gemeente tijdens de maand februari 2021.
Artikel 2:
Het college motiveert de werknemers van de gemeente en het OCMW Bertem om deel te nemen aan de campagne.
Zitting van 14 december 2020
JEUGD. BESPREKING AANBOD STUDEERPLAATSEN TIJDENS DE EXAMENPERIODE.
Besluit
Motivering
In een schrijven van 1 december 2020 van ministers Somers, Dalle en Weyts aan de lokale besturen over het organiseren van veilige en stille studeerruimtes tijdens de kerstblokperiode, wordt een oproep gedaan om jongeren perspectief te bieden door het inrichten van gezamenlijke studeerruimtes.
Op de jeugdraad van 12 november 2020 werd meegedeeld dat, als de voorwaarden vervuld kunnen worden om alles veilig te organiseren, de gemeente de vraag naar studieplekken zal bekijken.
De dienst vrije tijd stelt voor om de zolder van het sociaal huis tijdens de kerstblokperiode ter beschikking te stellen van studenten tijdens de openingsuren van het gemeentehuis en sociaal huis. Daar is plaats voor 5 studenten om in veilige omstandigheden te kunnen studeren. Als er meer aanvragen zijn, kan zaal De Saeger eventueel nog in gebruik genomen worden.
Permanentie is op die manier niet echt nodig omdat er tijdens de openingsuren toch steeds iemand aanwezig is in het sociaal huis om een oogje in het zeil te houden. Op 24 en 31 december kunnen studenten tot 12 uur komen studeren, op de feestdagen zal de studieruimte niet toegankelijk zijn.
Studieplaatsen voor de periode vanaf maandag 21 december 2020 tot en met vrijdag 29 januari 2021, zouden kunnen gereserveerd worden via een formulier op de website van de gemeente.
Bespreking
Het college gaat akkoord met de terbeschikkingstelling van de zolder van het sociaal huis en desgevallend van zaal De Saeger aan studenten tijdens de kerstblokperiode en tijdens de openingsuren van het gemeentehuis en sociaal huis.
Zitting van 14 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING VELDBLOEMENLAAN 2. AANVRAAG VAN GRETA PAUWELS EN MICHEL PHILIPS VOOR HET VERBOUWEN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, VELDBLOEMENLAAN 2, SECTIE F NR 180S12.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 15 oktober 2020 hebben Greta Pauwels en Michel Philips een aanvraag ingediend voor het verbouwen van de woning in 3061 Leefdaal, Veldbloemenlaan 2, sectie F nr 180s12.
• Op 9 november 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 15 januari 1975, nr. T874-2-L.093.
Deze verkaveling werd gewijzigd op 4 maart 1976 en 7 juli 1977 (fasering).
Het betreft lot 51 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied.
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Veldbloemenlaan.
De woning maakt deel van van een in de jaren '70 gerealiseerde sociale verkaveling ten zuiden van het centrum van Leefdaal.
De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande eengezinswoningen, volledig vrij ingeplant. De perceelsbezetting is relatief klein. In de omgeving is een duidelijk lage bouwdensiteit vast te stellen.
Op het perceel staat een vrijstaande eengezinswoning.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het verbouwen van de woning:
º De realisatie van een extra raam op het gelijkvloers van de zuid-oost-gerichte gevel
º De realisatie van een grote opening in de muur tussen de keuken en de eetplaats.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Greta Pauwels en Michel Philips voor het verbouwen van de woning in 3061 Leefdaal, Veldbloemenlaan 2, sectie F nr 180s12 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 14 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING KORBEEKSTRAAT 39. AANVRAAG VAN ANOUCHKA BOEDT VOOR DE WIJZIGING VAN DE FUNCTIE VAN EEN BIJGEBOUW IN 3061 LEEFDAAL, KORBEEKSTRAAT 39, SECTIE E NR 80A.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 29 oktober 2020 heeft Anouchka Boedt een aanvraag ingediend voor de wijziging van de functie van een bijgebouw in 3061 Leefdaal, Korbeekstraat 39, sectie E nr 80a.
• Op 23 november 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• Het bijgebouw is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Korbeekstraat.
De Korbeekstraat takt aan op de Dorpstraat en snijdt samen met de Leefdaalse Heideweg in het agrarische gebied. Ze vormt van oudsher de verbinding met Korbeek-Dijle. De bebouwing is zuiver residentieel en bestaat uit oude en recentere woningen in verschillende verschijningsvormen. Het reliëf is in dit gedeelte van de gemeente uitgesproken grillig. Op het perceel staat een halfopen eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel en een groot bijgebouw met een agrarische bestemming.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het wijzigen van de bestemming van een (landbouw)loods naar bijgebouw (berging en recreatieve ruimte) bij een particuliere woning.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het voorstel is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het inrichten van een loods tot particuliere berging is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De contouren van het gebouw blijven behouden.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De oppervlakte van het gebouw wordt niet gewijzigd.
Visueel-vormelijke elementen
De renovatie en herbestemming van het gebouw heeft een positieve impact op de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Anouchka Boedt voor de wijziging van de functie van een bijgebouw in 3061 Leefdaal, Korbeekstraat 39, sectie E nr 80a.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 14 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING BLANKAART 28. AANVRAAG VAN VEERLE DE DONCKER VOOR HET PLAATSEN VAN EEN TERRAS IN 3061 LEEFDAAL, BLANKAART 28, SECTIE B NR 187L.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 3 september 2020 heeft Veerle De Doncker een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een terras in 3061 Leefdaal, Blankaart 28, sectie B nr 187l.
• Op 27 oktober 2020 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.
• Op 9 november 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 30 december 1976, nr. T874-2-L.107.
Deze verkaveling werd gewijzigd op 30 augustus 1999.
Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
• De woning is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Blankaart.
De Blankaart ligt aan de noord-west rand van het kernweefsel van de deelgemeente Leefdaal met de groene voervallei en omliggende kouterlandschap als beeldbepalende elementen.
In de omgeving van het goed zijn er voornamelijk percelen met woningen in open en halfopen bebouwing in verschillende verschijningsvormen.
De gesloten bebouwing met twee bouwlagen en een zadeldak maakt deel uit van een bouwblok van 3 woningen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het uitbreiden van een woning.
De bestaande garage en berging wordt op het straatniveau uitgebreid vanaf de achtergevel met een diepte van 4 m tot een totale bouwdiepte van 15 m. Het terras op de verdieping (woonniveau) wordt doorgetrokken op deze nieuwe uitbouw over de volledige breedte van het perceel. De hoogte van de nieuwe aanbouw bedraagt 2,62 m onder het terras. Ter hoogte van de perceelsgrenzen wordt het terras afgewerkt met matglazen schermen.
• Watertoets
Gunstig wateradvies van 3 december 2020 van de provinciale dienst waterlopen.
"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 9 november 2020 op naam van Veerle De Doncker voor het plaatsen van een muur aan het terras. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Blankaart 28, Bertem, kadastraal gekend als 24061B0187/00L000.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie de B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop. Deze zone ligt achteraan het perceel en heeft geen invloed op het voorwerp van de aanvraag.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
De buren hebben geen bezwaren geuit tegen het project.
• Externe adviezen
1. Voorwaardelijk gunstig advies van 3 december 2020 van de provinciale dienst waterlopen betreffende de vijfmeterstrook van de waterloop.
"Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:
º Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.
º Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.
º Langse open afsluitingen moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.
º Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.
º Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.
º Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.
º Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen;
º Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.
Algemene maatregelen:
º In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.
º De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.
º Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 hebben de waterloopbeheerder, zijn personeel, de aannemer belast met het onderhoud en zijn rollend materiaal het recht op doorgang langs de waterloop. Omheiningen moeten verwijderd worden om de nodige werken mogelijk te maken op vraag van de waterloopbeheerder. Aangelanden hebben geen recht op vergoeding voor de doorgang en deponie van onschadelijke ruimingsproducten binnen een zone van vijf meter vanaf het einde van de oeverzone.
Opmerking
Het in te dienen plan moet volgende aanduidingen vermelden:
º De nummering en de naam van de waterloop;
º De zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'."
Beoordeling advies door de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De toegevoegde opmerkingen over de vermeldingen van de waterloop zijn weliswaar juridisch terecht maar hebben in dit dossier, gelet op de afstand van het project tot de Voer, geen impact of toegevoegde waarde en worden daarom niet gevolgd.
2. De Watergroep heeft op 20 november 2020 gemeld geen bezwaar tegen de geplande werken te hebben.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvoorschriften.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van 3 december 2020 van de provinciale dienst waterlopen moeten worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Veerle De Doncker voor het plaatsen van een terras in 3061 Leefdaal, Blankaart 28, sectie B nr 187l onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van 3 december 2020 van de provinciale dienst waterlopen moeten worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 14 december 2020
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING OUDE BAAN 63 TE 3060 BERTEM, AFD. 1 SECTIE A NUMMER 453K.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Oude Baan 63 te 3060 Bertem afdeling 1 sectie A nummer 453k niet uit te oefenen.
Zitting van 14 december 2020
OMGEVINGSAANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN. VERGUNNING OMGEVINGSAANVRAAG VAN PHILIPPE VAN DEUN VOOR HET BIJSTELLEN VAN EEN VERKAVELING IN 3061 LEEFDAAL, TERVUURSESTEENWEG 491, SECTIE B NR 29G.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Het betreft lot 1 van deze verkaveling met eengezinswoning als algemene bestemming.
De omgeving wordt gekenmerkt door woningen en gebouwen in verschillende verschijningsvormen. De statige villa "De Keyn" is een begrip in Leefdaal en ligt op het aangrenzende eigendom.
De halfopen woning sluit een bouwblok met halfopen en gesloten woningen af.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde werken geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
Dit uitvoeringsbesluit regelt de adviesverlenende instanties.
artikel 1.1.4.
artikel 4.2.15.
§ 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16.
§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
artikel 4.2.17.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie
artikel 4.2.18.
De bepalingen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden worden niet opgeheven door de inwerkingtreding van een stedenbouwkundig voorschrift waarmee ze onverenigbaar zijn, met behoud van de toepassing van artikel 84 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Artikel 6
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
Artikel 13
bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
Artikel 86
§ 1.
De eigenaar van een kavel die begrepen is in een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, kan gemotiveerd om een bijstelling van deze omgevingsvergunning verzoeken voor het deel dat hij in eigendom heeft.
De aanvraag doorloopt dezelfde procedure als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met dien verstande dat de vergunningsaanvraag of de aanvraag gelezen moet worden als de aanvraag of het verzoek tot bijstelling en de aanvrager als aanvrager of verzoeker van de bijstelling.
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
"Hierbij stuur ik u het advies van mijn afdeling. Gelieve mij een afschrift van de beslissing toe te sturen.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030001 van 17.8 +93 tot 17.9 +2):
Publiciteit:
ONGUNSTIG ADVIES
1. Schending direct werkende normen
Conform artikel 4.3.3. VCRO moet de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen de beleidsvelden waarvoor het Agentschap bevoegd is.
“Indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.”
In casu moet de vergunningsaanvraag worden geweigerd, aangezien volgende direct werkende normen geschonden worden:
a. Schending van Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) – artikel 4.3.8. § 1
Onwenselijkheid omwille van verkeersveiligheid.
In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden.
Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg, zoals N3 Tervuursesteenweg, na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.
De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16/10/2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder meer de volgende voorwaarden oplegt:
De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende redenen:
Langs de N3 Tervuursesteenweg en op de locatie van de vergunningsaanvraag moet het aantal toegangen worden beperkt want dit betreft een gewestweg met een hoge verkeersdruk, waar het snelheidsregime 70 km/u bedraagt en de ontsluiting van het perceel rechtstreeks aansluit op het fietspad.
De bestaande toegang is breder dan de toegestane toegang van max. 7m, geclusterd met woning nr.491-A, zoals werd voorzien in de bouwvergunning 213/B/BAV/2007/1601.
Het gegeven dat er sprake is van een reeds bestaande toegang, houdt geen ‘recht’ in op een toegang tot de openbare weg op die locatie en onder die modaliteiten. De modaliteiten van de toegang tot de openbare weg zijn precair en kunnen door de wegbeheerder worden gewijzigd met het oog op het algemeen belang.
Er kan niet worden betwist dat de bestaande situatie een gevaarlijk situatie creëert.
Gelet op de nieuwe vergunningsaanvraag is het de verplichting van een normaal en zorgvuldig vergunningverlenende overheid en van een zorgvuldig wegbeheerder om dit gevaarlijk conflictpunt te verhelpen.
Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van ontsluiting naar de openbare weg enkel zal toestaan op voorwaarde dat het terrein ter hoogte van de grens met het openbaar domein, naast de toegang, zal worden afgesloten, zodat er enkel via deze toegang het perceel kan worden op- of afgereden. Dit werd ook reeds zo als voorwaarde gesteld in de bouwvergunning 213/B/BAV/2007/1601.
Op deze wijze kan op een veiligere wijze worden ontsloten met minder hinder voor de openbare weg.
Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg na met het oog op het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker en het bevorderen van de verkeersveiligheid.
Hoewel een privaat perceel een recht heeft om toegang te hebben tot de openbare weg, is de uitoefening van dit recht afhankelijk van de noodwendigheden eigen aan het openbaar domein.
Het openbaar domein wordt in eerste instantie immers aangelegd met het oog op het algemeen belang. De inrichting van de openbare weg is steeds precair en men kan geen particulier recht op de bestaande of toekomstige inrichting van een openbare weg doen gelden.
Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft aan hoe de openbare weg in het algemeen belang moet worden aangelegd, namelijk met een minimum aan ontsluitingen en conflictpunten. De vergunningverlenende overheid kan bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning niet bepalen hoe de openbare weg zal moeten worden aangelegd. De breedte en de modaliteiten van de ontsluiting van een perceel naar de openbare weg worden bepaald door de wegbeheerder van deze openbare weg en niet door de vergunningverlenende overheid. Anders oordelen zou een bevoegdheidsoverschrijding inhouden.
De in de huidige vergunningsaanvraag voorziene ontsluiting zal dus onuitvoerbaar zijn, bij gebreke aan een akkoord hieromtrent door de wegbeheerder. Elke normaal en zorgvuldige vergunningverlenende overheid zal een project met een dergelijke ontsluiting niet vergunnen. Het getuigt immers van onzorgvuldig en kennelijk onredelijk bestuur om een stedenbouwkundige vergunning af te leveren die niet uitvoerbaar zal zijn bij gebreke aan de mogelijkheid om te ontsluiten naar de openbare weg.
2. Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten
Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.
“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”
In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:
a. De voorwaarden uit bouwvergunning 213/B/BAV/2007/1601 werden niet nageleefd:
Besluit:
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer ONGUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag."
Zienswijze en beoordeling advies door de gemeentelijke omgevingsambtenaar
De bepalingen van dit advies, met verwijzing naar de vergunning voor het bouwen van de woning en het toenmalige advies van het Agentschap Wegen en Verkeer, zijn, met uitzondering van de verwijzing naar de juridisch problematische dienstorder, op het terrein vast te stellen en correct.
Het advies wordt dus bijgetreden maar aan de bepalingen van dit advies kan tegemoet gekomen worden door het opleggen van voorwaarden in de vergunning.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het opheffen van de verplichting tot een inpandige garage is verantwoord in het woongebied (zie echter voorwaarden).
Mobiliteitsimpact
Het project heeft een impact op de verkeersafwikkeling in de omgeving. Deze impact kan tot het absolute minimum herleid worden door het naleven van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg en de bijkomende voorwaarden naar aanleiding van de bepalingen van het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Schaal
Het voorstel heeft geen impact op de schaal van de woning.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bouwdichtheid op het perceel wordt niet gewijzigd.
Visueel-vormelijke elementen
Het supprimeren van de garagepoort is verantwoord in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Zie bepalingen advies Agentschap Wegen en Verkeer en voorwaarden bij de huidige vergunning.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijk omgevingsambtenaar stelt voor de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
Beide voornoemde voorwaarden moeten gerealiseerd zijn voordat er een omgevingsvergunning aangevraagd kan worden voor het uitvoeren van de voorziene werken aan de woning.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Philippe Van Deun voor het bijstellen van een verkaveling in 3061 Leefdaal, Tervuursesteenweg 491, sectie B nr 29g onder volgende voorwaarden:
Beide voornoemde voorwaarden moeten gerealiseerd zijn voordat er een omgevingsvergunning aangevraagd kan worden voor het uitvoeren van de voorziene werken aan de woning.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en het Agentschap Wegen en Verkeer.
Zitting van 14 december 2020
REGISTER LEEGSTAND. ACTUALISATIE BESTAAND REGISTER MET DE GEGEVENS VAN 2020.
Besluit
Motivering
• Artikel 2.2.6. van het decreet van 27 maart 2009 over het grond- en pandenbeleid Dit artikel bepaalt dat gemeenten een register van leegstaande gebouwen en woningen (leegstandsregister) kunnen bijhouden. Een gemeentelijke verordening kan nadere materiële en procedurele regelen bepalen. De opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister, met uitzondering van de beroepsprocedure, kunnen ook toevertrouwd worden aan een intergemeentelijke administratieve eenheid zonder rechtspersoonlijkheid.
• Artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid.
Voor de Vlaamse beleidsprioriteit 'De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden' bevat het activiteitenpakket van het intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid de volgende verplichte activiteiten: (...) 3° leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken.
• Gemeentelijk reglement van 26 mei 2020 over de opname van gebouwen en woningen in het leegstandsregister en heffing belasting op leegstand.
Mededeling
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband 'Wonen aan IJse en Voer' van IGO heeft een nieuwe lijst van leegstaande woningen/gebouwen opgesteld.
Na een controle door de dienst omgeving voldoen volgende woningen aan de criteria om opgenomen te worden in het leegstandsregister:
• A. Devriesestraat 24
• Begijnenstraat 13
• Blankaart 23
• Blankaart 38
• Blankaart 40
• Boskee 10
• Bosstraat 73
• Bosstraat 86
• Dorpstraat 152
• Dorpstraat 169 C101
• Dorpstraat 267
• Dorpstraat 488 0101
• Dorpstraat 488 0001
Zitting van 14 december 2020
AANLEG VAN OPENBARE WEGENIS IN VERKAVELINGEN. GOEDKEURING AANNEMER EN AANVANG DER WERKEN VOOR DE AANLEG WEGENIS VAN DE VERKAVELING 'VANHERP' T.H.V. DE NOLLEKENSSTRAAT.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De aannemer Houwelyckx Wegenbouw werd door de verkavelaar Bart Vanherp aangesteld om de werken uit te voeren. Het ontwerpbureau Carlier heeft het dossier nagekeken en goedgekeurd.
De voorgestelde aanvangsdatum van 15 februari 2021 wordt goedgekeurd.
Het totale waarborgbedrag bedraagt 44 962 euro (= 20% van 224 810 euro). De waarborg dient vooraf gestort te worden.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist de aanvangsdatum van 15 februari 2021 voor de uitvoering van de wegenis- en rioleringswerken voor de verkaveling 'Vanherp' Nollekensstraat goed te keuren. Dit onder voorbehoud van het verkrijgen van de nodige vergunningen.
Artikel 2:
Het college beslist de aanduiding van de aannemer Houwelyckx Wegenbouw voor de uitvoering van de wegenis- en rioleringswerken verkaveling 'Van Herp' Nollekensstraat goed te keuren.
Artikel 3:
Het totale waarborgbedrag bedraagt 44 962 euro (= 20% van 224 810 euro incl. btw). Het bewijs van de borgstelling dient voor de aanvang van de werken te worden overgemaakt aan de gemeente.
Zitting van 14 december 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. ORGANISATIE VAN EEN KERSTMANTOUR OP 23 DECEMBER 2020.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college verleent aan de aanvrager toestemming voor de organisatie van een kerstmantour op woensdag 23 december 2020 vanaf 16.00 uur die het volgende parcours volgt: Dorpstraat van aan het kruispunt met de Heggestraat tot aan het kruispunt met de Ferd. Vanlaerstraat en de J. Ginisstraat, de Ferd. Vanlaerstraat, de Egenhovenstraat, de Paardenstraat, de Bredeweg, de Blokkenstraat, de Nijvelsebaan en de Korbeekse Kerkstraat tot aan de Nijvelsebaan.
Artikel 2:
De organisatoren zorgen ervoor dat alle deelnemers het verkeersreglement respecteren.
Er wordt politiebegeleiding voorzien om de tour te beveiligen. Deelnemers moeten hun aanwijzingen strikt navolgen.
Artikel 3:
De organisator is zelf verantwoordelijk voor het opruimen en het meenemen van het overgebleven afval gerelateerd aan de activiteit.
Artikel 4:
De gebruikte elektronisch versterkte muziek dient conform te zijn met artikel 6.7 van het VLAREM.
Artikel 5:
De organisatoren moeten de coronarichtlijnen van de federale diensten van de gouverneur van 8 december 2020 strikt naleven:
Artikel 6:
Dit besluit wordt van kracht op woensdag 23 december 2020 vanaf 16.00 uur en het blijft van kracht tot tot het einde van de activiteit.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.