BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 3 januari 2022

Van 14.30 uur tot 15.30 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 27 december 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 27 december 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING NEERIJSE STEENWEG 2A. AANVRAAG BART NYS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN BROODAUTOMAAT EN SLOPEN VAN EEN GARAGE VOOR HET CREËREN VAN PARKINGPLAATSEN IN NEERIJSE STEENWEG 2A + 2B, 3061 LEEFDAAL, SECTIE E NR 1F.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 20 oktober 2021 heeft Bart Nys, Kievitlaan 41 te 9000 Gent, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een broodautomaat en het slopen van een garage voor het creëren van parkingplaatsen in 3061 Leefdaal, Neerijse steenweg 2A + 2B, sectie E nr 1f.

         Op 8 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de gemeenteweg Dorpstraat.

Het project behoort tot het absolute kernweefsel van Leefdaal met in de onmiddellijke omgeving het Dorpsplein en de kerk met het oude kerkhof en de kerkhofmuur (beschermde monumenten). De omgeving wordt gekenmerkt door een mix van wonen (één- en meergezinswoningen), handel, vrije beroepen en diensten in oudere en gerestaureerde gebouwen en een aantal nieuwbouwprojecten. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van een broodautomaat en het slopen van een garage voor het creëren van parkingplaatsen.

De bestaande garage wordt volledig gesloopt en in de plaats worden 3 verharde parkingplaatsen gecreëerd. De verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Er is groenaanleg voorzien voor de zones rond de parkingplaatsen.

De broodautomaat wordt geplaatst in een bestaande nis van het pand met adres Dorpstraat 511.

         Watertoets

Op 8 december 2021 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd nl.:

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

º         slopen van de garage en aanleg 3 parkeerplaatsen in waterdoorlatende verharding

º         plaatsen van een broodautomaat.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. De plaats waar de parkeerplaatsen en de broodautomaat voorzien zijn, is buiten deze zone gelegen.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:

Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:

º         Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.

º         Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

1. Op 10 november 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd nl.:

"Advies van De Watergroep

Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Geen bezwaar

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

2. Op 8 december 2021 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een gunstig advies afgeleverd. (zie watertoets)

 

3. Op 8 december 2021 heeft de mobiliteitscel een ongunstig advies afgeleverd nl.:

"Betreffende advies in dossier OMV/2021/121

De mobiliteitscel Bertem komt tot de volgende bevindingen:

º         Volgens artikel 8 van de gemeentelijke parkeerverordening “Vaststelling gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg”, dient de breedte van de in- en uitrit naar een parkeerplaats in een hoek van 45° minimaal 4 m te bedragen. Hier wordt niet aan voldaan.

º         Wegens de onmogelijkheid tot keren in de in- en uitrit, dient de parkeerplaats achteruit verlaten te worden, rijdende over een voetpad, aankomend op de rijbaan gelegen tegenover een zijweg en nabij een bocht in de rijweg. De mobiliteitscel is van oordeel dat hier een onveilige situatie ontstaat.

Op basis van hierboven beschreven argumenten, formuleert de mobiliteitscel een negatief advies tot verlenen van vergunning voor aanleg van genoemde parkeerplaatsen."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.

Het plaatsen van een broodautomaat en het slopen van een garage voor het creëren van parkingplaatsen is functioneel inpasbaar.

Mobiliteitsimpact

Het project voorziet in het plaatsen van een broodautomaat.

Het plaatsen van een broodautomaat zal zorgen voor bijkomend verkeer, dat zich overwegend in de daluren zal situeren. Hierdoor mag worden aangenomen dat het plaatsen van een broodautomaat een beperkte invloed heeft op de mobiliteit.

Verder voorziet het initieel project in het afbreken van een bestaande garage en de aanleg van 3 parkeerplaatsen.

Op 8 december 2021 heeft de mobiliteitscel een negatief advies afgeleverd. De onmogelijkheid tot keren in de in- en uitrit waardoor de parkeerplaats achteruit dient verlaten te worden, rijdende over een voetpad, aankomend op de rijbaan gelegen t.o.v. een zijweg en nabij een bocht in de rijweg en onvoldoende breedte van de in- en uitrit naar de parkeerplaats, leiden tot een onveilige verkeerssituatie.

Naar aanleiding van dit negatief advies heeft de aanvrager een nieuw inplantingsplan aan het dossier toegevoegd. Er wordt maar één parkeerplaats aangelegd om de onveilige situatie te beperken.

De parkeerverordening is enkel van toepassing indien een functiewijziging wordt aangevraagd. De huidige handelsfunctie werd reeds vergund in 1970. Een afwijking op de parkeerverordening is niet vereist.

Schaal

Door het verwijderen van een bestaande garage neemt de bouwschaal af.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Door het verwijderen van de parkeergarage neemt de bouwdichtheid af.

Visueel-vormelijke elementen

Het project voorziet in waterdoorlatende materialen en wordt groen ingericht.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is gelegen in de nabijheid van een beschermd monument "Sint-Lambertuskerk en ommuurd kerkhof met kerkring". De aangevraagde werken hebben geen invloed op het monument.

Reliëf

Er worden geen wijzigingen aan het reliëf aangebracht.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het creëren van parkeerplaatsen op de locatie van de aanvraag veroorzaakt een onveilige verkeerssituatie.

Deze onveilige situatie wordt door de aanleg van slechts één parkeerplaats beperkt.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord voor wat betreft het plaatsen van de broodautomaat, het slopen van de bestaande garage en de aanleg van één parkeerplaats.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 10 november 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant - dienst Waterlopen van 8 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         omwille van de verkeersveiligheid mag er maximaal 1 parkeerplaats worden aangelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Bart Nys voor het plaatsen van een broodautomaat in 3061 Leefdaal, Neerijse steenweg 2A + 2B, sectie E nr 1f onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 10 november 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant - dienst Waterlopen van 8 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         omwille van de verkeersveiligheid mag er maximaal 1 parkeerplaats worden aangelegd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KATHLEEN HOEBRECKX VOOR HET PLAATSEN VAN EEN VERANDA IN 3060 BERTEM, VOSSENSTRAAT 43, SECTIE C, NR 322X.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 28 oktober 2021 heeft Kathleen Hoebreckx, Vossenstraat 43 te 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het vervangen van de bestaande veranda in 3060 Bertem, Vossenstraat 43, sectie C, nr 322x.

         Op 29 oktober 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 7 oktober 1986, nr. T874-2-B.155 (1986.155).

Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: open eengezinswoning.

De aanvraag wijkt af van de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften wat de bouwdiepte betreft.

Volgens de voorschriften bedraagt de maximale bouwdiepte 18 m bij gelijkvloerse bebouwing. In geval van 2 bouwlagen bedraagt de bouwdiepte op het gelijkvloers maximaal 15 m en op de eerste verdieping maximaal 12 m.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven deels in woongebied en deels in agrarisch gebied gelegen.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Vossenstraat. Dit gedeelte van Bertem is een westelijke uitloper van het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een zeer gevarieerd type van woningen overwegend in halfopen en open bebouwing.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het vervangen van de bestaande veranda door een nieuwe veranda.

De bestaande veranda is 8,5 m breed, 3,54 m diep en 2,93 m hoog. De huidige bouwdiepte bedraagt 16,4 m (3,54 m + 12,5 m).

De nieuwe veranda is 8,4 m breed, 4,45 m diep en 2,95 m hoog. De nieuwe bouwdiepte bedraagt 16,95 m (4,45 m + 12,5 m).

De veranda zal worden gemaakt van zonwerend glas en een aluminium frame en zal worden afgewerkt met een oversteek van ceder en aluminium, afvoeren van zink en dorpels van blauwsteen.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 23 november 2021 tot 22 december 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

Op 17 november 2021 werd advies gevraagd aan Departement Landbouw en Visserij vanwege de ligging van de veranda in het agrarische gebied. Zij hebben op 30 november 2021 de dienst omgeving van de gemeente Bertem geïnformeerd geen noodzaak te zien om een advies uit te brengen.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft deels uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkavelingsvoorschriften. De veranda wijkt af t.o.v. de maximale bouwdiepte wanneer er gekozen is voor 2 verdiepingen. De aanvraag voorziet een bouwdiepte van 16,95 m terwijl volgens de voorschriften maximaal 15 m is toegestaan. De huidige geregulariseerde veranda overschrijdt deze maximale bouwdiepte met 1,04 m tot 16,04 m. De nieuwe veranda wordt aangebouwd aan de hoofdzakelijk vergunde woning en overschrijdt de maximale bouwdiepte met 1,95 m. De totale oppervlakte van de nieuwe veranda bedraagt daarmee 30,4 m². De aanbouw situeert zich in de achtertuin en wordt op meer dan 3 m van de perceelsgrenzen ingeplant. Uit bovenstaande omschrijving blijkt dat dit project zowel qua schaal, inplanting als qua ruimtegebruik aanvaardbaar is.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kathleen Hoebreckx,wonende te Vossenstraat 43, 3060 Bertem voor het vervangen van de bestaande veranda in 3060 Bertem, Vossenstraat 43, sectie C, nr 322x onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN EMMA OP 'T EYNDE EN GLENN SOMMERFELD VOOR HET GEDEELTELIJK SLOPEN EN VERBOUWEN VAN EEN BIJGEBOUW IN 3060 BERTEM, GEBRS. JOURANDSTRAAT 5, SECTIE A, NR 517K2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 27 oktober 2021 hebben Emma Op 't Eynde en Glenn Sommerfeld, Gebrs. Jourandstraat 5 te 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het gedeeltelijk slopen en verbouwen van een bijgebouw in 3060 Bertem, Gebrs. Jourandstraat 5, sectie A, nr 517k2.

         Op 16 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Gebrs. Jourandstraat aan de rand van het centrum van Bertem. Langsheen de Gebrs. Jourandstraat is de agrarische functie, op een paar uitzonderingen na, in de loop der jaren overgegaan in een residentiële functie. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen (zowel open, halfopen als gesloten bebouwing), voornamelijk met twee bouwlagen en een zadeldak. In het noorden gaat de bebouwing over in een kouterlandschap met een aantal zeer waardevolle natuurcomplexen. Op het voorliggende perceel staat een halfopen eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verwijderen van 16 m2 aan verharding en de verbouwing van een bestaande schuur. De schuur wordt asbestvrij gemaakt en verkleind tot 32 m2. De schuur krijgt een nieuwe voorgevel van snelbouwstenen en wordt afgewerkt met hout in een naturel kleur. Er wordt een garagepoort, een deur en een raam van hout voorzien.

De schuur zal worden gebruikt als fietsenstalling en toegankelijk worden door middel van een karrenspoor.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele (negatieve) invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanpalende rechter buur werd op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 18 november 2021 aangeschreven, aangezien de werken betrekking hebben op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werd geen bezwaarschrift ingediend.

 

         Adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het verkleinen van het bijgebouw is verantwoord gelet op de relatief beperkte tuinzone. Dit geeft een aanzet tot een betere stedenbouwkundig verantwoorde invulling van het perceel.

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. Hoewel het bijgebouw niet meer als parkeergarage voor een auto zal dienen, kunnen er minimaal 2 voertuigen op het eigen perceel worden opgevangen (de oprit heeft een lengte van 11 m). In het bijgebouw zullen voortaan fietsen kunnen worden gestald. Het bijgebouw is toegankelijk door middel van een karrenspoor.

Schaal

De nieuwe oprit heeft een oppervlakte van 31 m2. De nieuwe schuur heeft een breedte van 8 m, een diepte van 4 m en een hoogte van 2,5 m. Beide inperkingen van het verharde en bebouwde oppervlakte zijn in overeenstemming met de schaal van bijgebouwen en verhardingen in de nabije omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Doordat er 16,2 m2 aan verharding zal worden verwijderd en de huidige schuur zal worden verkleind met ca. 40 m2 zal er meer ruimte over zijn die als tuinzone gebruikt kan worden. De bouwdichtheid van het perceel zal hierdoor worden verkleind en het ruimtegebruik wordt hierdoor verbeterd.

Visueel-vormelijke elementen

Deze schuur krijgt een nieuwe voorgevel van snelbouwstenen en zal worden afgewerkt met hout in een naturel kleur. De nieuwe schuur wordt voorzien van een garagepoort, een deur en een raam van hout. Een houten afwerking zal visueel-vormelijk integreren in de bestaande omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De ontharding en het verkleinen van het bijgebouw komen ten goede van de gezondheid en het gebruiksgenot van het goed. Desondanks moet de nodige aandacht worden geschonken aan het verwijderen en het afvoeren van de asbesthoudende platen conform de milieuwetgeving. Dit wordt opgenomen als voorwaarde in deze vergunning.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De asbesthoudende platen dienen correct te worden verwijderd en conform de milieuwetgeving te worden afgevoerd naar een recyclagepark of opgehaald te worden door de desbetreffende afvalintercommunale of milieudienst (https://www.ovam.be/asbest-correct-verwijderen-en-afvoeren).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Emma Op 't Eynde en Glenn Sommerfeld, Gebrs. Jourandstraat 5 te 3060 Bertem voor het gedeeltelijk slopen en verbouwen van een bijgebouw in 3060 Bertem, Gebrs. Jourandstraat 5, sectie A, nr 517k2 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De asbesthoudende platen dienen correct te worden verwijderd en conform de milieuwetgeving te worden afgevoerd naar een recyclagepark of opgehaald te worden door de desbetreffende afvalintercommunale of milieudienst (https://www.ovam.be/asbest-correct-verwijderen-en-afvoeren).

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG JOS VAN SCHOOTE VOOR HET BOUWEN VAN EEN LOODS EN DE RENOVATIE VAN EEN BESTAANDE LOODS MET EXPLOITANTENWONING IN 3060 BERTEM, VERNAGELSTRAAT 6, SECTIE A PERCEEL NR 178W.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 12 november 2021 heeft Jos Van Schoote, Vernagelstraat 6 te 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een open loods en renovatie van de bestaande loods met exploitantenwoning en een zorgwoning in 3060 Bertem, Vernagelstraat 6, sectie A nrs 178 w, 178 x en 178 t.

         Op 23 november 2021 werd bijkomende informatie gevraagd. Deze werd verkregen op 25 november 2021.

         Op 30 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in waardevol agrarisch gebied.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Vernagelstraat.

De Vernagelstraat takt aan op de Bosstraat aan de rand van het gehucht Bertembos. Deze zone in het uiterste noorden van het grondgebied wordt gekenmerkt door een mix van zonevreemde woningen, landbouwbedrijven, open gemengde agrarische zones en zeer waardevolle bossen en andere natuur- en landschapselementen. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied gekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een open loods en de renovatie van een bestaande loods met exploitantenwoning en zorgwoning.

º         De nieuwe loods zal 5 m bij 20 m groot worden en op het bestaande maaiveld worden ingeplant. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,95 m en de nokhoogte 5,13 m. De loods zal worden afgewerkt met een zadeldak. Onder deze nieuwe loods zullen 3 opslagtanks van elk 20 000 liter worden voorzien. Deze opslagtanks zullen dienstig zijn voor het bevloeien van de akkers van het landbouwbedrijf. Deze loods zal worden gemaakt van een stalen frame, dakbedekking van geprofileerde staalplaat, prefab betonplaten en een vloerafwerking van polybeton.

º         De bestaande exploitantenwoning is gelegen in een grote machineloods. Deze bestaande woning zal worden verkleind en er zal een extra woonunit voor de grootouders worden gerealiseerd binnen deze loods. Het volume van beide woningen zal na verbouwing 1203 m3 bedragen. De schaal en het volume van deze bestaande loods zullen niet worden aangepast.

Op de verdieping worden extra openingen gemaakt om daglicht in de leefruimte te laten binnenvallen, zo ook in het dak waar dakvlakramen geïntegreerd worden.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in 3 regenwaterputten van een totaal van 60 000 liter (3x 20 000 liter) zodat aan de verordening voldaan wordt.

Het bijgebouw is 'maar' 100 m2, en zou daarom op het eigen perceel mogen afwateren. Er wordt een afwijking aangevraagd om het regenwater te mogen bufferen voor de landbouwactiviteit, zodat het regenwater tijdens een periode van droogte hergebruikt kan worden voor de bevloeiing van de akkers. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in individueel te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Op 17 december 2021 heeft het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies afgeleverd.

"De voorgestelde werken zijn in functie van een akkerbouwbedrijf dat gevestigd is in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvraag voorziet de renovatie van een bestaande machineloods met een inpandige exploitantenwoning en woning inwonende grootouders.

Art. 4.3.6 VCRO stelt:

Voor het bouwen of uitbreiden van een bedrijfswoning bij een bedrijf in een daartoe geschikt bestemmingsgebied, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor een volume van ten hoogste 1000 m3, of 1250 m3 in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin, in het kader van een generatiewissel.

Van Schoote Jos (Jozef) is de huidige bedrijfsleider van het akkerbouwbedrijf. Het is de kleinzoon Van Schoote Robbe die de toekomstige bedrijfsleider wordt. Uit navraag blijkt dat Van Schoote Robbe op dit ogenblik in transitie is om officieel als zelfstandig helper te werken binnen de onderneming. Uit nazicht blijkt dat Van Schoote Robbe reeds over een landbouwnummer beschikt.

Het gevraagde voorziet ook in het bouwen van een nieuwe open loods met afmetingen 500x2000cm, met onder de loods 3 opslagtanks van 20 000 liter voor regenwater, dienstig voor het bevloeien van de akkers van het landbouwbedrijf. De nieuwe loods is quasi parallel met de Bosstraat.

Uit nazicht van het KBO-nummer blijkt dat de onderneming als nevenactiviteit ook aan grondwerken doet.

De activiteit van grondwerken is zonevreemd in agrarisch gebied. Het dient duidelijk te zijn dat een ontwikkeling in deze zonevreemde activiteit, uit landbouwkundig standpunt, niet aanvaard is.

Gelet op de aard en de ligging is er uit landbouwkundige overwegingen geen bezwaar tegen de voorgestelde werken."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het plaatsen van een nieuwe landbouwloods is inpasbaar in deze omgeving. De loods is erop gericht de bedrijfsvoering van een agrarisch bedrijf met loonwerk te optimaliseren.

Het uitbreiden van de exploitantenwoning tot 1250 m3 met een woning voor de grootouders is ook functioneel inpasbaar. Artikel 4.3.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat een omgevingsvergunning kan worden verleend voor het bouwen of uitbreiden van een bedrijfswoning, in een daartoe geschikt bestemmingsgebied, voor een volume van ten hoogste 1000 m3, of 1250 m3 in geval van bewoning door meer dan één met het bedrijf verbonden gezin.

Mobiliteitsimpact

Het voorgestelde project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. Op het terrein is voldoende parkeermogelijkheid voor auto's en fietsen conform de gemeentelijke parkeerverordening.

Schaal

De schaal (20 m x 5 m = 100 m2, een kroonlijst van 3,95 m en een nok van 5,13 m) van de nieuwe loods is vergelijkbaar met of bescheidener dan de bestaande gebouwen op de site. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.

De nieuwe exploitantenwoning zal binnen de bestaande machineloods worden gerealiseerd en heeft daarom geen invloed op de schaal. Het nieuwe volume van de woning in deze machineloods zal worden uitgebreid tot 1203 m3.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De toename van de bouwdichtheid van de nieuwe loods van 100 m2 in vergelijking met de oppervlakte van het perceel is verwaarloosbaar.

De nieuwe exploitantenwoning heeft geen invloed op het ruimtegebruik en de bouwdichtheid. Hiervoor wordt namelijk geen nieuwe ruimte aangesneden en dit zal de bouwdichtheid niet verzwaren.

Visueel-vormelijke elementen

De loods wordt opgebouwd uit een stalen frame, een dakbedekking uit geprofileerde staalplaat, wanden uit prefab-betonplaten en een vloerafwerking uit polybeton.

Het plaatsen van een nieuwe loods met een hedendaagse vormgeving en materiaalgebruik heeft een positieve impact op de bedrijfsterreinen en de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Er worden geen reliëfwijzigingen uitgevoerd. De nieuwe loods wordt gebouw op het bestaande maaiveld en de bestaande exploitantenwoning binnen de machineloods zal worden uitgebreid.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Departement Landbouw en Visserij van 17 december 2021 moeten strikt worden nageleefd (concreet: alleen landbouw en geen grondwerken).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jos Van Schoote voor het bouwen van een open loods en renovatie van de bestaande loods met exploitantenwoning en een zorgwoning in 3060 Bertem, Vernagelstraat 6, sectie A nrs 178 w, 178 x en 178 t onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Departement Landbouw en Visserij van 17 december 2021 moeten strikt worden nageleefd (concreet: alleen landbouw en geen grondwerken).

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 235. AANVRAAG VAN GRETEL VERBOOMEN EN CHRISTOPHE FALEMPIN VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT 235, SECTIE C NR 385G EN 392G.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 16 november 2020 heeft het college een omgevingsvergunning afgeleverd aan Gretel Verboomen en Christophe Falempin voor het bouwen van een woning in 3060 Bertem, Dorpstraat 235, sectie C nr 385g en 392g.

         Op 21 november 2021 hebben Gretel Verboomen en Christophe Falempin een nieuwe omgevingsaanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3060 Bertem, Dorpstraat 235, sectie C nr 385g en 392g.

De inplanting t.o.v. de verleende vergunning is gewijzigd.

In de oorspronkelijke vergunning werd de woning ingeplant op 38,61 m van de rand van de weg. In de huidige aanvraag bedraagt de afstand tot de rand van de weg 29,84 m.

         Op 23 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen is deels in woongebied en deels in een bufferzone gelegen.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden.

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat.

De Dorpstraat is één van de hoofdverbindingen die, samen met de Tervuursesteenweg, de gemeente doorkruist van oost naar west tussen de buurgemeenten Leuven en Tervuren. De Tervuursesteenweg ligt op de noordelijke valleiwand van de Voer; de Dorpstraat volgt in grote lijnen de loop van deze rivier.

Het bouwperceel ligt ten westen van het centrum van Bertem en sluit aan bij de witte wijk die in de jaren '60 gerealiseerd werd. In deze omgeving is de bebouwing minder dens en bestaat ze vooral uit open en halfopen woningen in verschillende verschijningsvormen.

Het perceel ligt in helling vanaf de Dorpstraat en het laagste gedeelte is vrij waterziek.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een nieuwe vrijstaande eengezinswoning met twee bouwlagen afgewerkt met een plat dak.

De woning wordt ingeplant op 29,84 m van de rand van de weg.

De woning is 9,50 m breed en 13 m diep op het gelijkvloers en 11 m op de verdieping. De kroonlijsthoogte van de woning bedraagt 6,18 m.

Vooraan de woning, tegen de rechterperceelsgrens wordt een berging voorzien van 40 m², die als fietsenstalling zal worden gebruikt. Voor de woning worden er 3 parkeerplaatsen voorzien.

         Watertoets

Op 23 december 2021 heeft de provinciale dienst waterlopen een voorwaardelijk gunstig wateradvies uitgebracht nl.:

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Het bouwen van een eengezinswoning met terras en fietsenberging, oprit en staanplaats voor 3 auto’s.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop aan de straatkant en van oppervlakkig afstromend hemelwater aan de achterkant van het terrein.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er worden 2 hemelwaterputten van 10 000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 2400 liter.

De oprit en parkeerplaatsen worden aangelegd in waterdoorlatende verhardingen.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Specifieke voorwaarden of maatregelen

º         De aanvrager vraagt een afwijking op bovenstaande gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Het hemelwater wordt hergebruikt voor de tuin, het wassen van wagens en fietsen en brengt daarom 200 m² dakoppervlakte in mindering. Indien enkel een buitenkraantje op de hemelwaterinstallatie wordt aangesloten, is een grotere hemelwaterput niet op zijn plaats. De gevraagde afwijking wordt geweigerd. Het beschreven hergebruik is een standaardhergebruik, er zijn onvoldoende toestellen aangesloten op de hemelwaterinstallatie om in aanmerking te komen voor deze afwijking. Hergebruik in de tuin is tevens seizoenaal te variabel. In de winter, wanneer er meer neerslag is, zal dit hergebruik sterk afnemen en niet leiden tot snelle lediging van de hemelwaterput.

º         De aanvrager dient minstens de toiletten aan te sluiten op de hemelwaterinstallatie. De infiltratievoorziening moet minstens 7387,5 liter kunnen bufferen, zelfs al wordt er beslist om maar 1 hemelwaterput van 10 000 liter te plaatsen. De oppervlakte van deze infiltratievoorziening bedraagt minimum 11,82 m².

º         In de bijgevoegde nota wordt aangegeven dat de ondergrond zeer vochtig is, vooral vooraan het perceel. De infiltratievoorziening wordt voor de woning geplaatst. Er dient onderzocht te worden of het hemelwater op die plaats voldoende in de bodem kan infiltreren.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening mits voldaan wordt aan de bepalingen van het wateradvies.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

1. Op 3 december 2021 heet het Agentschap Wegen en Verkeer een gunstig advies uitgebracht nl.:

"De vergunning kan verleend worden onder de hiernavolgende bijzondere voorwaarden en de algemene voorwaarden (als bijlage):

Vastlegging ten opzichte van de grens van het autosnelwegdomein (A0030002 van 17.0 +40 tot 17.0 +90):

º         De bouwlijn ligt op 30 m van de grens van het autosnelwegdomein volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 (betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, eerste artikel). Deze is gemeten loodrecht op de as van de autosnelweg.

º         Bepaling van de grens van het domein van de autosnelweg: bovenkant talud +1 meter + 30 meter.

Het perceel in huidige aanvraag valt buiten de bouwvrije strook van 30 m van onze autosnelweg.

Besluit

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden."

 

2. Op 9 december 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.

Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.

De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).

Op het oorspronkelijke plan was de plaats van de watermeter niet aangeduid. Na overleg met de architect werden de aangepaste plannen overgemaakt. Zie bijlage

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

3. Op 23 december 2021 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht, zie watertoets.

 

         Interne adviezen

Op 15 oktober 2020 heeft de dienst burgerzaken een huisnummer toegekend.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het bouwen van een eengezinswoning in het bebouwde weefsel is functioneel inpasbaar in deze residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

De impact van de mobiliteit op de omgeving blijft eerder beperkt. Er worden op het perceel 3 parkeerplaatsen voorzien en de fietsen zullen gestald worden in de berging vooraan de woning.

De aanvraag is in overeenstemming met de gemeentelijke verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Schaal

De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen met één of twee bouwlagen afgewerkt met hellende daken en/of platte daken.

De kroonlijsthoogte van de woning bedraag 6,18 m en wordt uitgerust met een plat dak. Rekening houdend met het terrein en de aanwezige bebouwing in de omgeving sluit de woning qua schaal aan op de bebouwingsvorm in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Omdat het perceel in een helling ligt vanaf de Dorpstraat en het laagste gedeelte vrij waterziek is, is de voorgestelde inplanting aanvaardbaar.

Ook de voorgestelde bouwdichtheid is aanvaardbaar volgens de huidige gehanteerde normen. In de omgeving komen hogere dichtheden voor.

Alle constructies in de voortuin, uitgezonderd de strikt noodzakelijke toegangen tot de woning, zijn vergunningsplichtig. De berging vooraan de woning die als fietsenstalling dienst zal doen, is dus niet vrijgesteld van vergunning. Constructieve tekeningen van deze berging ontbreken in de huidige aanvraag waardoor er geen aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening kan plaatsvinden.

Visueel-vormelijke elementen

Het betreft een houtskeletbouw afgewerkt in rood genuanceerde gevelsteen en hout met aluminium antraciet buitenschrijnwerk.

Het voorgestelde project geeft een verantwoorde invulling van het heterogene straatbeeld. Het hedendaagse uitzicht en materiaalgebruik heeft een positieve impact op de omgeving.

De berging vooraan ingeplant op het perceel sluit ruimtelijk en visueel aan met de berging op het rechts aanpalend perceel. Door het ontbreken van constructieve tekeningen van het bijgebouw kan er geen aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening gebeuren.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

De voorziene reliëfwijzigingen staan in relatie tot het project en de omgeving. De voorgestelde inplanting is, gelet op de toestand van het perceel, verantwoord.

De voorgestelde reliëfwijzigingen moeten uitgevoerd worden zodat er geen wateroverlast kan ontstaan op de aanpalende eigendommen. Zeker de beveiliging van de lager gelegen rechter aangrenzende woning is een aandachtspunt.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord voor wat de woning betreft.

De berging vooraan ingeplant op het perceel wordt uit de vergunning gesloten door gebrek aan constructieve plannen.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De berging vooraan ingeplant op het perceel wordt uit de vergunning gesloten.

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorgestelde reliëfwijzigingen moeten uitgevoerd worden zodat er geen wateroverlast kan ontstaan op de aanpalende eigendommen. Zeker de beveiliging van de lager gelegen rechter aangrenzende woning is een aandachtspunt.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 9 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 23 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.

Bijzondere aandacht wordt gevestigd op de volgende bepalingen.

De aanvrager vraagt een afwijking op bovenstaande gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Het hemelwater wordt hergebruikt voor de tuin, het wassen van wagens en fietsen en brengt daarom 200 m² dakoppervlakte in mindering. Indien enkel een buitenkraantje op de hemelwaterinstallatie wordt aangesloten, is een grotere hemelwaterput niet op zijn plaats. De gevraagde afwijking wordt geweigerd. Het beschreven hergebruik is een standaardhergebruik, er zijn onvoldoende toestellen aangesloten op de hemelwaterinstallatie om in aanmerking te komen voor deze afwijking. Hergebruik in de tuin is tevens seizoenaal te variabel. In de winter, wanneer er meer neerslag is, zal dit hergebruik sterk afnemen en niet leiden tot snelle lediging van de hemelwaterput.

De aanvrager dient minstens de toiletten aan te sluiten op de hemelwaterinstallatie. De infiltratievoorziening moet minstens 7387,5 liter kunnen bufferen, zelfs al wordt er beslist om maar 1 hemelwaterput van 10 000 liter te plaatsen. De oppervlakte van deze infiltratievoorziening bedraagt minimum 11,82 m².

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de waarnemend omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Gretel Verboomen en Christophe Falempin voor het bouwen van een woning in 3060 Bertem, Dorpstraat 235, sectie C nr 385g en 392g onder volgende voorwaarden:

         De berging vooraan ingeplant op het perceel wordt uit de vergunning gesloten.

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         De voorgestelde reliëfwijzigingen moeten uitgevoerd worden zodat er geen wateroverlast kan ontstaan op de aanpalende eigendommen. Zeker de beveiliging van de lager gelegen rechter aangrenzende woning is een aandachtspunt.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 9 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 23 december 2021 moeten strikt worden nageleefd.

Bijzondere aandacht wordt gevestigd op de volgende bepalingen.

De aanvrager vraagt een afwijking op bovenstaande gewestelijke stedenbouwkundige verordening. Het hemelwater wordt hergebruikt voor de tuin, het wassen van wagens en fietsen en brengt daarom 200 m² dakoppervlakte in mindering. Indien enkel een buitenkraantje op de hemelwaterinstallatie wordt aangesloten, is een grotere hemelwaterput niet op zijn plaats. De gevraagde afwijking wordt geweigerd. Het beschreven hergebruik is een standaardhergebruik, er zijn onvoldoende toestellen aangesloten op de hemelwaterinstallatie om in aanmerking te komen voor deze afwijking. Hergebruik in de tuin is tevens seizoenaal te variabel. In de winter, wanneer er meer neerslag is, zal dit hergebruik sterk afnemen en niet leiden tot snelle lediging van de hemelwaterput.

De aanvrager dient minstens de toiletten aan te sluiten op de hemelwaterinstallatie. De infiltratievoorziening moet minstens 7387,5 liter kunnen bufferen, zelfs al wordt er beslist om maar 1 hemelwaterput van 10 000 liter te plaatsen. De oppervlakte van deze infiltratievoorziening bedraagt minimum 11,82 m².

 

Artikel 3:

De omgevingsvergunning afgeleverd door het college op datum van 16 november 2020 wordt ingetrokken.

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN ROEL MOENS NAMENS ELK ZIJN HUIS VOOR HET SLOPEN VAN 2 WONINGEN, DE NIEUWBOUW VAN 16 SOCIALE EENGEZINSWONINGEN, 24 PRIVATIEVE PARKEERPLAATSEN, OPENBARE WEGENIS EN GROENAANLEG OP DE PERCELEN GELEGEN IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT/WEYGENSTRAAT, SECTIE A NRS. 593B, 594X, 596M2 EN 597H.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 9 juli 2021 heeft Roel Moens namens Elk Zijn Huis, Lindeboomstraat 116 te 3080 Tervuren, een aanvraag ingediend voor het slopen van 2 woningen, de nieuwbouw van 16 sociale eengezinswoningen, 24 privatieve parkeerplaatsen, openbare wegenis en groenaanleg op de percelen gelegen in 3060 Bertem, Bosstraat/Weygenstraat, sectie A nrs. 593b, 594x, 596m2 en 597h.

         Raadsbesluit van 28 september 2021 over de definitieve vaststelling van de straatnaam 'Victor Bertelsstraat' voor de wegenis in de nieuwe woonontwikkeling gelegen tussen Bosstraat (ter hoogte van nrs. 8-10) en Weygenstraat.

         Raadsbesluit van 30 november 2021 over de goedkeuring van het wegenisdossier en het tracé en de uitrusting van de ontworpen weg en de vaststelling van de rooilijnen.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Bosstraat en de Weygenstraat.

De Bosstraat vormt een verbindingsweg tussen de Tervuursesteenweg en de noordelijk gelegen Brusselsesteenweg op het grondgebied Herent. De omgeving wordt gekenmerkt door gebouwen in verschillende verschijningsvormen en verschillende functies. Er zijn één- en meergezinswoningen en heel wat openbare voorzieningen zoals het gemeentehuis, het sociaal huis, de sportzaal en de gemeentelijke basisschool in een cluster die aansluit op de Tervuursesteenweg.

De bebouwing langsheen de Weygenstraat bestaat hoofdzakelijk uit woningen met residentieel karakter en sporadisch een bijhorende nevenbestemming of commerciële activiteit (slager, drankencentrale...)

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het slopen van 2 woningen langsheen de Bosstraat, de nieuwbouw van 16 sociale eengezinswoningen, 24 privatieve parkeerplaatsen, openbare wegenis en groenaanleg.

De eengezinswoningen bestaan uit:

º         5 koopwoningen aan de Bosstraat (woningtype D)

º         8 sociale huurwoningen in het binnengebied tussen Bosstraat en Weygenstraat en 3 huurwoningen Vlabinvest in het binnengebied tussen Bosstraat en Weygenstraat (woningtype A,B,C)

Woningen type A,type B en type C

kroonlijsthoogte 6,32 m, nokhoogte 10,23 m, bouwdiepte op het gelijkvloers en eerste verdieping 10,20 m

Woningen type D

kroonlijsthoogte 6,34 m, nokhoogte 10,23 m, bouwdiepte op het gelijkvloers en eerste verdieping 10,20 m

De woningrij van 5 woningen in de Bosstraat werkt deze straat verder af en vormt door zijn trapsgewijze teruggetrokken positie een aankondiging van het project. De eerste woningen liggen in het verlengde van de woningen in de Bosstraat nr. 2 en 4 (meer recente bebouwing, ongeveer 3,40 meter teruggetrokken t.o.v. het voetpad).

De woningrijen in het binnengebied staan evenwijdig met de hoogtelijnen en bakenen een groene ontmoetingsplek af. Deze ontmoetingsplek loopt verder af richting Weygenstraat.

Ten behoeve van de eengezinswoningen worden 5 parkeerplaatsen aan de Bosstraat en 19 parkeerplaatsen aan de Weygenstraat aangelegd.

Alle parkings die voorzien worden, zijn privé en dus voorzien voor de huurders en kopers en hun bezoekers. Langs de Weygenstraat zullen 11 gezinnen ontsluiten en langs de Bosstraat 5 gezinnen. Er wordt alleen op voetgangers- en fietsersniveau verbinding gemaakt tussen de Bosstraat en de Weygenstraat.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.

Het ontwerp voorziet voor elke woning in een regenwaterput van 5000 liter.

Verhardingen werden beperkt en afwatering, buffering en infiltratie gebeurt zo natuurlijk mogelijk door middel van grachten en wadi’s.

Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 19 augustus 2021 tot 17 september 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werd 1 klacht ingediend.

Klacht:

Het project grenst aan de tuinen van de woningen gelegen langsheen de Streeklaan. De rust, privacy en het groene zicht gaat volledig verdwijnen en de koopwaarde van de woning daalt.

Bespreking:

Rust/privacy:

De achtergevels van de woningen in het binnengebied liggen op min. 10 m van de perceelsgrens (tuin aan tuin) en de woningen hebben een verlaagde kroonlijsthoogte naar de tuinen van de buren toe.

Uitzicht:

Er bestaat geen recht op een vrij uitzicht.

Men kan mits erkenning van alle wettelijke voorschriften constructies oprichten die het vrij uitzicht van buren beperken mits het bekomen van een omgevingsvergunning die de toets aan de goede ruimtelijke ordening heeft doorstaan.

Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Een inbreiding met wooneenheden is functioneel inpasbaar in deze multifunctionele omgeving.

De aanvraag voldoet aan de beleidslijnen van de omzendbrief van 7 juli 2017 betreffende een gedifferentieerd ruimtelijk transformatiebeleid in de bebouwde en onbebouwde gebieden. Het project bevindt zich in de kern van Bertem en in de nabijheid van de Tervuursesteenweg, een as met een goed aanbod aan openbaar vervoer.

Daling koopwaarde:

De bepaling van een eventuele schade of minwaarde van de eigendommen of gebouwen in de buurt behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. In de gegeven context is dit een aspect dat niet mee in overweging kan worden genomen bij de beoordeling en evaluatie van de aanvraag.

Besluit:

Deze klacht is ongegrond.

 

         Externe adviezen

1. Op 18 augustus 2021 bracht De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uit:

"Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

1. woningen gelegen aan de Bosstraat TYPE D:

Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking. Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

Bij het plaatsen van de muurdoorgang dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.

Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.

De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).

2. woningen TYPE A, A1, B & C:

Voor hogervermeld perceel is een uitbreiding van het waterleidingnet nodig.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.

Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.

De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).

Woning Type C voldeed niet aan de voorwaarden, voorziene locatie watermeter was te klein, na contact met de architect werden de plannen aangepast, zie bijlage.

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

2. Op 19 augustus 2021 bracht Proximus een gunstig advies uit nl.:

"Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien."

 

3. Op 25 augustus 2021 bracht de brandweer een voorwaardelijk gunstig advies uit nl.:

"Voor de eengezinswoningen is een advies van de brandweer niet van toepassing (wel scheidingsmuur EI60)

Wat betreft de verkaveling is het volgende van toepassing:

De brandweer is akkoord met de aanleg van de verkaveling mits naleving van volgende voorwaarden:

1) Voor de gebouwen met één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer ten minste tot op 60 m van een gevel van het gebouw kunnen naderen.

2) Voor de gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer ten minste in één punt een gevel kunnen bereiken die op herkenbare plaatsen toegang geeft tot iedere bouwlaag. Iedere woongelegenheid moet een voldoende grote gevelopening hebben of een vluchtterras wat te bereiken is met de autoladder van de brandweer. Daartoe moeten de voertuigen beschikken over een toegangsmogelijkheid en een opstelplaats: - ofwel op de berijdbare rijweg van de openbare weg; - ofwel op een bijzondere toegangsweg vanaf de berijdbare rijweg van de openbare weg en die de volgende karakteristieken vertoont: - minimale vrije breedte: 4 m; - minimale draaistraal: 11 m aan de binnenkant en 15 m aan de buitenkant; - minimale vrije hoogte: 4 m; - maximale helling: 6%; - draagvermogen: derwijze dat voertuigen, zonder verzinken, met een maximale asbelasting van 13 ton er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen.

3) Voor de kunstwerken welke zich op de toegangswegen bevinden, richt men zich naar NBN B 03-101. D.w.z. dat het pad dat de huurwoningen met de openbare weg verbindt hieraan moet voldoen."

 

4. Op 3 september 2021 bracht Telenet een voorlopig gunstig advies uit nl.:

"Onze studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.

Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. We stemmen de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend."

 

5. Op 3 september 2021 bracht Fluvius een voorwaardelijk gunstig advies uit nl.:

"Uitbreiding van onze netten en plaatsen van openbare verlichting is noodzakelijk en is ten laste van de verkavelaar/bouwheer. De offerte, ten laste van de verkavelaar/bouwheer, moet opgemaakt worden volgens de geldende projecttarieven en projectreglementering van Fluvius.

Eventuele noodzakelijke verplaatsingen van onze nutsleidingen, kasten, cabines en palen i.g.v. het project zijn ten laste van de verkavelaar/bouwheer.

Fluvius geeft voorwaardelijk gunstig advies.

Fluvius verleent een voorwaardelijk gunstig advies aan het rioleringsvoorontwerp opgesteld door Quadrant op datum van 26/05/2021 voor de aanleg van de riolering. Het betreft een voorwaardelijk gunstig advies op het voorontwerp, gezien de strakke timing van het subsidiedossier van VMSW, mits in kader van het rioleringsontwerp voldaan wordt aan de voorwaarden opgenomen in dit advies. Met name wat betreft buffering en infiltratie dient het ontwerp voor uitvoering te worden bijgestuurd om te voldoen aan de GSV. Indien er hiertoe aanpassingen aan de open buffer noodzakelijk zijn, dient een eventueel reeds verleende vergunning worden bijgestuurd.

Dit advies is gebaseerd op het projectreglement riolering, terug te vinden op de Fluvius website en goedgekeurd door de Raden van Bestuur van Fluvius Limburg, Fluvius West, Fluvius Antwerpen en Riobra. Dit advies is 2 jaar geldig vanaf de datum van opstelling door Fluvius riolering en voor zover er geen wijzigingen aan het project worden doorgevoerd. Indien het project niet is uitgevoerd binnen deze periode, dient het ontwerp geactualiseerd te worden aan de op dat moment geldende wetgevingen en richtlijnen van Fluvius riolering en nutsleidingen.

OPMERKINGEN AANGAANDE HET DOSSIER:

1. TECHNISCH:

Volgende zaken aan te vullen in kader van opmaak ontwerp en ter goedkeuring voor te leggen aan Fluvius:

º         Bestek volgens het BB Fluvius versie 4.12

º         Meetstaat/raming

º         Details wadi's, …

Grondplan riolering:

º         De huisaansluitingen dienen ingetekend te worden op het grondplan

º         Materiaal riolering, helling en afwateringszin dienen op plan aangeduid te worden

º         Voor RWA dient er minimum diam. 400 voorzien te worden

º         De riolering dient onder de verharding voorzien te worden voor toegankelijkheid naar onderhoud en beheer

º         Strengen DWA3-DWA2 en RWA3-RWA4 centraler voorzien om beide wooneenheden aan te sluiten op de hoofdriool indien de groenzone kan verplaats worden. Men moet ervoor zorgen dat de maximale lengte van een huisaansluiting niet groter is dan 20m

º         De wadi's dienen toegankelijk te zijn voor onderhoud en beheer. Wanneer de wadi’s een multifunctioneel karakter hebben gebeurt het onderhoud en beheer niet door Fluvius.

º         Boven of langs de riolering en huisaansluitingen kunnen er geen bomen voorzien worden

º         Bestaande putten in de Weygenstraat in te meten qua diepte en rioleringsontwerp hierop af te stemmen

Lengteprofiel riolering:

º         Op het lengteprofiel staat PP voorgeschreven bij de RWA en DWA riolering. PP voor hoofdriolering is niet toegelaten door Fluvius, deze dient uitgevoerd te worden in starre materialen => de riolering dient ontworpen te worden volgens de ontwerprichtlijnen en de materialenmatrix van Fluvius.

2. HYDRAULISCH:

º         De verkaveling betreft 16 loten waarvan 11 aansluiten op het nieuwe stelsel en 5 op de reeds bestaande infrastructuur. Volgens de code dient de buffering dan toch voor 16 woningen voorzien te worden. In dit opzicht voldoet de berging in het stelsel niet.

º         De infiltratieproeven zijn uitgevoerd op 3,5 m onder het maaiveld. De infiltratiewadi's komen echter op slechts 0,8-1,0 m diepte. Voldoende infiltratieproeven op relevante diepte zijn noodzakelijk. De nieuwe resultaten van de infiltratieproeven zullen eveneens meer duidelijkheid moeten brengen over het concept van de buffering, het infiltratiegedag de overstortfrequentie en de leeglooptijd. Het ontwerp dient op basis van de relevante meetresultaten aangepast om te voldoen aan de Fluvius richtlijnen en GSV; Hiertoe dient een Sirio berekening ter goedkeuring te worden voorgelegd.

º         De woningen zijn echter zéér klein (minder dan 60 m² dak) en toch wordt gebruik gemaakt van hergebruik van 100 l/d. Dit is verbruik voor toiletspoeling bij 3 inwoners.

º         De buffering binnen het project is kleiner dan de GSV vraagt en dient te worden bijgestuurd.

º         Vertraagde afvoer wadi richting de riolering van de Weygenstraat te voorzien indien infiltratie onvoldoende blijkt te zijn.

Kan er gekeken worden of het RWA van gans de verkaveling kan aangesloten worden in de Bosstraat i.p.v. de Weygenstraat: zo kan RWA gescheiden tot aan de waterloop gebracht worden. Aansluiten van gans de verkaveling met het RWA naar de Bosstraat is enkel indien dit gravitair mogelijk is.

De woningen gelegen aan de Bosstraat zullen zo al aansluiten op de riolering van de Bosstraat met RWA en DWA.

De percelen gelegen aan de Bosstraat worden beschouwd als loten langs bestaande wegenis.

Er zal een aparte offerte conform de geldende tarieven opgemaakt worden. De uitvoering van deze aansluitingen zal gebeuren door Fluvius, na goedkeuring van de offerte.

Het bestek met bijhorende meetstaat, de materiaalkeuze en de uitvoeringsmethoden dienen, conform het typebestek van Fluvius ( laatste versie) opgesteld te worden. Deze vereisten dienen ter goedkeuring aan Fluvius overgemaakt worden en blijven steeds geldig. Het technische dossier dient door Fluvius goedgekeurd te zijn voor het in uitvoering kan gaan.

De aanvrager dient deze opmerkingen te verwerken in het dossier. Fluvius zal dit controleren voor uitvoering.

Wijzigingen aan het dossier ten gevolge van opmerkingen van andere vergunningsverleners dienen altijd aan Fluvius gemeld te worden wanneer dit implicaties heeft op de riolering. Fluvius zal niet zonder meer de wijzigingen goedkeuren en aanvaarden!

Het ontwerp van de verkavelingsakte dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan Fluvius DNB. Na het verlijden van de akte bij de notaris dient aan Fluvius DNB een kopie van de akte bezorgd te worden.

3. LIGGING VOLGENS HET ZONERINGSPLAN

Collectief geoptimaliseerd buitengebied

Na uitvoering van de verkaveling sluit het vuilwaterstelsel van de verkaveling aan op een vuilwaterriool in reeds collectief geoptimaliseerd buitengebied of centraal gebied. Hiermee behoren de toekomstige loten volgens het definitief zoneringsplan tot het collectief geoptimaliseerd buitengebied.

4. BIJKOMENDE BEPALINGEN:

De initiatiefnemer voorziet in het bestek dat Fluvius toezicht uitoefent op de rioleringswerken, meer in het bijzonder dienen de waterdichtheidsproeven en de slagsondes in aanwezigheid van de toezichter van Fluvius, uitgevoerd te worden. De initiatiefnemer verbindt zich hiertoe deze proeven zo uit te laten voeren en verklaart zich hiermee akkoord.

º         Indien de resultaten van de zandcementproef niet de vereisten waarden uit het SB250 v 4.1 halen, zijn de resultaten niet aanvaardbaar en zal de overdracht van de riolering naar Fluvius geweigerd worden. De eenheidsprijs voor de fundering en omhulling in zandcement voor de berekening van de rafactie, voor Fluvius, is 15 €/lm voor de DWAleiding, 25 €/lm voor de RWA-leiding, en 5 €/lm voor huisaansluitingen.

º         De camera-inspectie van de volledige riolering en van alle DWA huisaansluitingen en 20% van de RWA- en kolkaansluitingen dient door een erkend labo uitgevoerd te worden, volgens de beschrijving van het SB 250 en de aanvullingen in het Fluvius typebestek.

º         Huis-, kolk- en wachtaansluitingen worden in principe uitgevoerd op een diepte van 1,3 m onder het maaiveld en sluiten boven (12u) op de hoofdriolering aan. De aansluitingen dienen gemaakt te worden met een Y-stuk in plaats van een T-stuk. Fluvius levert de huisaansluitputjes. Om beschadigingen hieraan te voorkomen, dient er na de plaatsing ervan rond de putjes een grondophoging voorzien te worden (aanaarden). Deze huisaansluitputjes dienen geplaatst te worden zoals op de door Fluvius goedgekeurde plannen. Indien tijdens de uitvoering en/of na einde der werken blijkt dat de putjes verkeerd geplaatst zijn, zal Fluvius de werkelijke verplaatsingskost doorrekenen aan de initiatiefnemer. Wanneer er bovendien na het einde der werken, een herverkaveling plaatsvindt, waardoor er bijkomende putjes nodig zijn, zal Fluvius ook deze werkelijke kost aan de initiatiefnemer doorrekenen.

º         De inspectieputten dienen voorzien te zijn van een traploos regelbare afdekkingsinrichting, zoals opgenomen in het Vlariobestek 3.1.1

(H3 Materialen–12.4.2.4.).

De initiatiefnemer dient zoals opgenomen in de Praktische Leidraad, drie coördinatievergaderingen met alle partijen te beleggen: een eerste bij het voorontwerp, een tweede bij het ontwerp en een derde na aanbesteding en vóór de aanvang der werken. De uitnodigingen voor Fluvius dienen verstuurd te worden 21 dagen vóór de vergadering, naar riolering.lubbeek@fluvius.be. De initiatiefnemer nodigt de regio-ingenieur Steven Ferson uit op de startvergadering met de aannemer, min. 21 dagen vóór de startvergadering. De aanwezigheid van een afgevaardigde van Fluvius voor de aanvaarding van de uitgevoerde werken is een vereiste. Ten laatste een week vóór de voorlopige oplevering, dienen volgende documenten aan de toezichter van Fluvius overhandigd te worden:

werfverslagen, postinterventiedossier met as built, proefresultaten en attesten, huisaansluitfiches met de foto’s.

Tevens zal ondergetekende de ontwerpplannen en de as-builtplannen met aanduiding van de huisaansluitingen en wachtaansluitingen, digitaal ( ACAD) aanleveren."

 

Gecoro

Op 4 oktober 2021 heeft de Gecoro de aanvraag van Roel Moens namens Elk Zijn Huis voor het slopen van 2 woningen langsheen de Bosstraat en de nieuwbouw van 16 eengezinswoningen, 24 privatieve parkeerplaatsen en openbare wegenis en groenaanleg besproken.

De commissie heeft geen advies uitgebracht omdat niet minstens de helft van haar leden aanwezig was. Er werden geen opmerkingen geformuleerd.

 

Gemeenteraad

Op 30 november 2021 heeft de gemeenteraad het wegenisdossier en het tracé en de uitrusting van de ontworpen weg goedgekeurd en de rooilijnen vastgesteld.

 

Interne adviezen

Op 8 oktober 2021 heeft dienst burgerzaken huisnummers toegekend aan de woningen gelegen ter hoogte van de Bosstraat en aan de woningen gelegen ter hoogte van de Victor Bertelsstraat.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het slopen van bestaande bebouwing en een inbreiding met wooneenheden is functioneel inpasbaar in deze multifunctionele omgeving.

De aanvraag voldoet aan de beleidslijnen van de omzendbrief van 7 juli 2017 betreffende een gedifferentieerd ruimtelijk transformatiebeleid in de bebouwde en onbebouwde gebieden. Het project bevindt zich in de kern van Bertem en in de nabijheid van de Tervuursesteenweg, een as met een goed aanbod aan openbaar vervoer.

Mobiliteitsimpact

Het project zal een beperkte impact hebben op de mobiliteit in de omgeving.

In de Bosstraat worden 5 parkeerplaatsen voorzien haaks op de straat en in het binnengebied worden 19 parkeerplaatsen voorzien in het bestaande talud.

Alle parkings hebben een privatief karakter.

De woningen in het binnengebied worden ontsloten via de Weygenstraat. Het binnengebied zelf is autovrij. De verbindingsstrook tussen de Bosstraat en de Weygenstraat is alleen toegankelijk voor de zwakke weggebruikers en indien nodig voor de hulpdiensten.

In de tuinzone wordt per woonentiteit een tuinberging voorzien die als fietsenstalling dienst doet. De fietsenstallingen zijn bereikbaar via een pad aangelegd rondom de woningen.

De aanvraag is conform artikel 5.7.d) van de gemeentelijke parkeerverordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstalling buiten de openbare weg van 25 oktober 2016 waarin bepaald wordt dat de norm voor het minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen voor sociale woningen 1,5 betreft.

Schaal

De woningen worden afgewerkt met 2 bouwlagen en een derde bouwlaag onder het hellend dak. De kroonlijsthoogte van de woningen bedraagt +/- 6,30 m en de nokhoogte bedraagt 10,20 m. In de nabije omgeving komen gelijksoortige kroonlijsthoogten voor.

De glooiingen in het landschap bepalen mee de schikking van de woningen en de grondplannen van de gelijkvloerse verdiepingen:

         Bosstraat: gelijkvloers in splitlevel om niveau straat – tuin te overbruggen

         verhoogd binnengebied (plateau): vlak gelijkvloers, maar de aanzet van de woningrijtjes verschilt onderling in functie van de bestaande glooiingen

Rekening houdend met het terrein en de aanwezige bebouwing in de omgeving sluiten de woningen qua schaal aan op de bebouwingsvorm in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Er worden 16 woningen op 50 are gebouwd wat haalbaar is op deze site.

De woningen worden afgewerkt met 2 bouwlagen en een derde bouwlaag onder het hellend dak. Hierdoor is de footprint van de woningen eerder compact en wordt de open ruimte gemaximaliseerd.

De zestien nieuwe woningen schrijven zich naadloos in in de omgeving met respect voor de bestaande typologie en topografie.

De woonvolumes zijn eerder compact wat resulteert in een beperkte ruimtelijke impact.

Visueel-vormelijke elementen

De woningen worden opgetrokken in bruinrode baksteen afgewerkt met schrijnwerk in aluminium. Het dak wordt voorzien in bruinrode vlakke dakpannen zodat gevel en dak 1 geheel vormen.

Het materiaalgebruik sluit aan bij de woningen in de buurt.

De tuinen worden zeer natuurlijk aangelegd. De tuinbergingen worden voorzien in kleurloos verduurzaamd grenen en de tuinafsluitingen worden uitgevoerd in kastanjepalen met gegalvaniseerde draden waarlangs hagen kunnen groeien.

De woningen langsheen de Bosstraat worden trapsgewijs ingeplant. De laatste drie woningen liggen verder terug en maken een voorplein als aankondiging van het achterliggende project.

De woningrijen in het binnengebied bakenen een groene ontmoetingsplek af. Deze ontmoetingsplek loopt verder richting Weygenstraat en vormt daar een park wat een meerwaarde betekent voor de Weygenstraat.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

In het voorliggend project worden geen overdreven terreinaanlegwerken voorzien. Het ontwerp respecteert de topografie van de site maximaal. De woningrijen staan zoveel als mogelijk evenwijdig met de hoogtelijnen en volgen de glooiingen op het terrein.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het nieuwe project houdt rekening met de bestaande bebouwing. De woningen in het binnengebied worden op min. 10 m van de perceelsgrenzen ingeplant (tuin aan tuin) en worden afgewerkt met een zadeldak waarvan de kroonlijsthoogte naar de buren toe verlaagd is.

Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de bouwwerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de brandweer van 25 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 3 september 2021 moeten strikt worden nageleefd

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Roel Moens namens Elk Zijn Huis voor het slopen van 2 woningen, de nieuwbouw van 16 sociale eengezinswoningen, 24 privatieve parkeerplaatsen, openbare wegenis en groenaanleg op de percelen gelegen in 3060 Bertem, Bosstraat/Weygenstraat, sectie A nrs. 593b, 594x, 596m2 en 597h onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de brandweer van 25 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 3 september 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDING. AKTENAME MELDING VAN EVY VANDERWAEVEN EN GLENN GENIJN VOOR HET VERBOUWEN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, TERVUURSESTEENWEG 516, SECTIE A NR 271A3.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 13 december 2021 hebben Evy Vanderwaeven en Glenn Genijn, Tervuursesteenweg 516 te 3061 Leefdaal, een melding ingediend voor het verbouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Tervuursesteenweg 516, sectie A, nr 271a3.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag omvat het vervangen van drie kleinere ramen in de achtergevel door een grotere raampartij en de creatie van een extra raam, eveneens in de achtergevel.

In de linkergevel worden vier ramen dichtgemaakt.

Op alle verdiepingen worden binnenmuren verwijderd om de praktische inrichting van de woning te optimaliseren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

º         1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

º         2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

         Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het artikel 2 bepaalt dat:

º         voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden binnen hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

          er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd,

          het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd.

Het artikel 3 bepaalt dat:

º         voor handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen de vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

          er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd,

          het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd,

          het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd.

 

Argumentatie

         Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing.

         Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De aanvraag is conform met artikel 2 van het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl.

º         er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd

º         het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd.

De aanvraag is conform met artikel 3 van het meldingsbesluit nl.

º         er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd

º         het aantal woongelegenheden en het fysieke bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd.

         Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing.

         Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt akte van de melding van Evy Vanderwaeven en Glenn Genijn voor het verbouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Tervuursesteenweg 365, sectie A, nr 271a3.

 

Artikel 2:

De meldingsakte wordt overgemaakt aan Evy Vanderwaeven en Glenn Genijn, Tervuursesteenweg 365, 3061 Leefdaal.

 

Artikel 3:

Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT PERCEEL AFD. 1 SECTIE B NUMMER 57F EN 3 D 136N.

 

Feiten en context

        Notaris Jan Boeykens heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 147574 voor een perceel bos te 3060 Bertem, afd. 1 sectie B nummer 57f en een perceel weiland afd. 3 sectie D nummer 136n.

 

Juridische gronden

        Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.

        Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).

        Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

        voorkooprecht [INBRTM214764]

        liggingsplan 1 B 57f en 3 D 136n

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor het perceel bos te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie B nummer 57f en het perceel weiland afd. 3 sectie D nummer 136n, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Overzicht punten

Zitting van 3 januari 2022

 

CORONA. KENNISNAME VERSLAG BELEIDSGROEP VACCINATIECENTRUM COLOMBA.

 

Besluit

Motivering

Op 16 december 2021 hield de beleidsgroep van het Vaccinatiecentrum Colomba een bespreking over de werking van het intergementelijk vaccinatiecentrum.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van het verslag van de vergadering en van het financieel overzicht.

 

 

 

Publicatiedatum: 10/01/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.