BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 23 september 2019

Van 14.45 uur tot 16.30 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 16 september 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 16 september 2019 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2019/00600, nr. 2019/00612 en nr. 2019/00620 voor een totaal bedrag van 12 652,48 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/02856 tot en met nr. 2019/02951 voor een totaal bedrag van 87 782,31 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

EXTRA-MUROSACTIVITEITEN GBS BERTEM. GUNNING BUSVERVOER SCHOOLJAAR 2019-2020.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van 19 september 2019 van Tine Devriese, directie GBS Bertem.

 

Feiten en context

  • De GBS Bertem wenst dit schooljaar volgende uitstappen te doen:
    • CC De Warandepoort, Markt 7, 3080 Tervuren op 8 oktober 2019
    • Stadsschouwburg Antwerpen, Nieuwstad 1, 2000 Antwerpen op 19 december 2019
    • Museum voor natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel op 6 februari 2020
    • Atomium-Mini Europa, Bruparck B, 1020 Brussel op 12 mei 2020
    • Speelboerderij Ravot, Nieuwstraat 15, 3380 Glabbeek op 8 juni 2020
    • Speelstad, Voetbalstraat 16, 2275 Wechelderzande op 23 juni 2020
    • Paira Daiza, Domaine de Cambron, 7940 Brugelette op 25 juni 2020.
  • De directeur van de school vroeg offertes aan zes busmaatschappijen:
    • De Bergkoning, Tervuursesteenweg 545, 3061 Leefdaal
    • Veronica Cars, Dorpstraat 379, 3061 Leefdaal
    • Luxetours Vermeulen, Baalsebaan 55, 3120 Tremelo
    • Lindencars, Wingepark 35, 3110 Rotselaar
    • Violetta Cars, Leuvensesteenweg 355, 3390 Tielt-Winge
    • Autocars Pardon, Peperstraat 85, 1910 Kampenhout.
  • De directeur ontving vijf offertes waarvan vier geldige, nl.
    • De Bergkoning, Tervuursesteenweg 545, 3061 Leefdaal: 3972,88 euro incl. btw
    • Veronica Cars, Dorpstraat 379, 3061 Leefdaal: 3520 euro incl. btw
    • Luxetours Vermeulen, Baalsebaan 55, 3120 Tremelo: 4355 euro incl. btw
    • Lindencars, Wingepark 35, 3110 Rotselaar: 4200 euro incl. btw.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen
  • Het besluit van de gemeenteraad van 2 april 2013 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
  • Artikel 56, § 3, 5° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur'.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Adviezen

  • De waarnemend financieel directeur verleende een visum op 19 september 2019.

 

Argumentatie

Er zijn vier regelmatige offertes ingediend. De opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige busmaatschappij.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

61500200/080001

€ 3500

€ 510

€ 1350 (2019)

€ 2170 (2020)

 

Bijkomende kredieten voor de uitstappen in 219 zullen voorzien worden via budgetverschuiving.

De uitgaven voor de uitstappen in 2020 worden voorzien op het budget van 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het vervoer voor de extra-murosactiviteiten van de GBS Bertem tijdens het schooljaar 2019-2020 wordt gegund aan Veronica Cars, Dorpstraat 379, 3061 Leefdaal, voor het totaal bedrag van 3520 euro incl. btw.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

INFORMATIEVEILIGHEID. AANSTELLING VAN INTERLOKALE VERENIGING IT-PUNT ALS FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING VOOR DE GEMEENTE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 12 februari 2018 over de nominale aanstelling van Wendi Goethuys als Data Protection Officer (DPO) voor de gemeente Bertem.
  • Collegebesluit van 20 augustus 2018 over de afname van de diensten van een veiligheidsconsulent van IT-punt interlokale vereniging, Vaartdijk 3 bus 1, 3018 Wijgmaal, voor de gemeente, het OCMW en de beide gemeentescholen.
  • Collegebesluit van 26 augustus 2019 over de goedkeuring van de verwerkingsovereenkomst met IT-punt.

 

Feiten en context

  • Op 25 mei 2018 werd de Europese GDPR-wetgeving (in Nederlands: AVG) van kracht.
  • In overheidsorganisaties moet verplicht een 'Data Protection Officer' of 'functionaris voor gegevensbescherming' (FVG) worden aangesteld.
  • De FVG moet erop toekijken dat het bestuur de data bewaart en verwerkt volgens de regels van de GDPR. Hij kan onderzoeken hoe de data wordt verwerkt, met welke systemen dat gebeurt en kan op basis daarvan adviseren om bepaalde dingen aan te passen. Zelf draagt hij geen verantwoordelijkheid: indien de GDPR niet wordt nageleefd is niet hij, maar het bestuur volledig aansprakelijk. De FVG fungeert met andere woorden louter als adviseur en toezichthouder.
  • Vroegere FVG Wendi Goethuys heeft een andere functie binnen IT-punt. Erika Van Essche is door IT-punt voorgedragen als nieuwe FVG voor de gemeente en het OCMW Bertem en voor de gemeentescholen van Bertem.

 

Juridische gronden

  • Artikel 4, §5 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
    Iedere openbare overheid, natuurlijke persoon en openbare of private instelling die toegang heeft tot de identificatiegegevens van de Kruispuntbankregisters of er mededeling van bekomt, wijst, al dan niet onder het personeel, een functionaris voor gegevensbescherming aan, voor zover deze nog niet is aangewezen met toepassing van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG of het artikel 24.
  • Artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer
    Conform artikel 37 van de algemene verordening gegevensbescherming wijst iedere instantie die persoonsgegevens verwerkt, een functionaris voor gegevensbescherming aan.
  • Artikelen 63-65 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
    Deze artikelen handelen over de verplichte aanwijzing en de opdrachten van een functionaris voor gegevensbescherming.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer
  • Artikelen 37-39 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ("Algemene Verordening Gegevensbescherming")
    Deze artikelen handelen over de aanwijzing, de positie en de taken van de functionaris voor gegevensbescherming ('Data Protection Officer').
  • Richtlijnen voor functionarissen voor gegevensbescherming (Data Protection Officer, DPO), laatst herzien en goedgekeurd op 5 april 2017, van de werkgroep voor de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens (WP 243 rev.01)

 

Argumentatie

De Europese richtlijnen voor de functionarissen voor gegevensbescherming laten toe dat de functie van functionaris voor gegevensbescherming door een externe dienstverlener wordt bekleed. In dat geval kan een team van personen die voor die entiteit werken feitelijk alle taken van de functionaris voor gegevensbescherming als team uitvoeren, onder de verantwoordelijkheid van een voor de klant aangestelde hoofdcontactpersoon en "verantwoordelijke". In dit geval is het van essentieel belang dat alle leden van de externe organisatie die de taken van de functionaris voor gegevensbescherming op zich nemen, aan alle geldende eisen van de algemene verordening gegevensbescherming voldoen.

Met het oog op juridische transparantie en goede organisatie en om belangenconflicten bij de leden van het team te vermijden, wordt in de Richtlijnen aangeraden om de taken binnen het team van de externe functionaris voor gegevensbescherming duidelijk in een dienstverleningsovereenkomst vast te leggen, alsook voor de klant één enkele persoon als hoofdcontactpersoon en "verantwoordelijke" aan te stellen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de aanstelling van de interlokale vereniging IT-punt als functionaris voor gegevensbescherming voor de gemeente Bertem (gemeentelijke diensten en gemeentescholen) goed, met Erika Van Essche als contactpersoon en verantwoordelijke.

 

Artikel 2:

Het college machtigt de algemeen directeur om elke volgende wijziging van de contactpersoon / verantwoordelijke mee te delen aan de bevoegde instanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

ICT. TOETREDING RAAMCONTRACT STAD BRUGGE.

 

Voorgeschiedenis

  • Besluit van de gemeenteraad van stad Brugge van 24 april 2018 en 26 juni 2018 houdende de vaststelling van de wijze van gunnen en het vaststellen van de lastvoorwaarden van het bestek van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten” voor de 12 percelen.
  • Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 19 november 2018 over de toewijzing van perceel 1, perceel 2, perceel 4 en perceel 11 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.
  • Besluit van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 10 december 2018 houdende de toewijzing van perceel 11 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.
  • Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 11 februari 2019 over de toewijzing van perceel 3, perceel 8 en perceel 9 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.
  • Besluiten van het college van burgemeester en schepenen van stad Brugge van 18 februari 2019 houdende de toewijzing van perceel 5, perceel 6, perceel 7 en perceel 10 van de opdracht “raamcontract voor informaticadiensten”.

 

Feiten en context

  • De stad Brugge heeft een raamcontract voor informaticadiensten afgesloten, door middel van een mededingingsprocedure met onderhandeling, voor diverse percelen.
  • De stad Brugge treedt op als aankoopcentrale voor een diversiteit aan entiteiten die ook gebonden zijn aan de wet overheidsopdrachten. Die potentiële afnemers van onderhavige opdracht zijn:
    • Vlaamse steden, gemeenten en hun vzw’s, AGB’s, parkeerbedrijven, cultuurcentra en scholen, Vlaamse OCMW’s en Zorgverenigingen
    • Vlaamse politiezones
    • Vlaamse brandweerzones
    • Vlaamse ziekenhuizen en zorginstellingen
    • Vlaamse openbare instellingen en agentschappen (al dan niet verzelfstandigde entiteiten)
    • Federale openbare instellingen
    • Vlaamse provinciale organisaties
    • Overige aan bovenstaande gerelateerd organisaties
    • Een aantal uitzonderingen die (afnemer zijn van het huidige contract en ook) nominatief vermeld worden in de lijst in bijlage
  • Het betreft een contract met 12 percelen:
    • Perceel 1 desktop hardware toegewezen aan RealDolmen nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;
    • Perceel 2 licenties toegewezen aan RealDolmen nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;
    • Perceel 3 Consultancy systeemondersteuning infrastructuur
    • Perceel 4 software-ondersteuning toegewezen aan CRONOS NV, KBO nr. 443807959, Veldkant 35D te 2550 Kontich
    • Perceel 5 Switching
    • Perceel 6 Netwerk-en securitycomponenten en ondersteuning
    • Perceel 7 glasvezel
    • Perceel 8 Servers en Storage
    • Perceel 9 GIS
    • Perceel 10 Draadloze netwerken
    • Perceel 11 audiovisuele oplossingen toegewezen aan RealDolmen nv, A. Vaucampslaan 42 te 1654 Huizingen;
    • Perceel 12 multifunctionals.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen
  • Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht-
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 47, §1, alinea 2 en artikel 47 § 2
    Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

 

Argumentatie

De stad Brugge heeft een raamcontract voor informaticadiensten afgesloten, door middel van een mededingingsprocedure met onderhandeling, voor diverse percelen. Zij treedt op als aankoopcentrale voor zichzelf en andere lokale besturen. Daardoor heeft de gemeente Bertem de mogelijkheid om in te stappen op dit contract zonder zelf een volledige procedure te moeten doorlopen.

Als aangeslotene bij de aankoopcentrale kan de gemeente dan rechtstreeks opdrachten plaatsen bij de opdrachtnemer, aan wie de aankoopcentrale de opdracht heeft gegund.

Stad Brugge beschikt over de technische expertise inzake de aankoop van diverse ICT-producten door aanbestedende overheden.

 

 

Bijlagen

  • Gemeenteraadsbesluit Brugge - wijze van gunnen
  • Gemeenteraadsbesluit Brugge goedkeuring technisch bestek
  • Collegebeslissing perceel 1 Hardware
  • Collegebeslissing perceel 10 Draadloze netwerken
  • Collegebeslissing perceel 11 Audiovisuele oplossingen
  • Collegebeslissing perceel 12 Multifunctionals en printers
  • Collegebeslissing perceel 2 Software
  • Collegebeslissing Perceel 3 Consultancy systeemondersteuning infrastructuur
  • Collegebeslissing perceel 4 Software ondersteuning
  • Collegebeslissing perceel 5 Switching
  • Collegebeslissing perceel 6 Security
  • Collegebeslissing perceel 7 Glasvezel
  • Collegebeslissing perceel 8 Servers en storage
  • Collegebeslissing perceel 9 GIS
  • Gemeenteraadsbesluit Brugge - wijze van gunnen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college verleent goedkeuring om in te stappen in het raamcontract van stad Brugge voor de opdracht “informaticadiensten –12 percelen”.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

DRINKWATERVOORZIENING. TOEKENNEN VAN DRINKWATERTAPPUNTEN IN EEN AANTAL GEMEENTELIJKE GEBOUWEN.

 

Motivering

Naar aanleiding van een campagne van De Watergroep om het consumeren van kraantjeswater te promoten, krijgt elke gemeentelijke vennoot een aantal drinkwatertappunten gratis ter promotie van de actie. Onze gemeente krijgt 3 gratis tappunten.

 

De dienst facilitair beheer stelt voor om gebruik te maken van de 3 gratis drinkwatertappunten om de promotiecampagne kracht bij te zetten. Het voorstel is om 1 apparaat te voorzien in de refter van elke gemeentelijke basisschool (Aqualex LK) en 1 apparaat in het gemeentehuis te Bertem (Aqualex 60+).

 

De kostprijs van de aankoop en de installatie bedraagt 3366 euro en wordt gedragen door De Watergroep.

De kostprijs van het onderhoud en de verbruiksgoederen worden gedragen door de gemeente. Volgende producten dienen door de gemeente bekostigd te worden:

         CO2 gasflessen voor het aanleveren van bruiswater. Voor het gemeentehuis komt dit neer op een geraamde kostprijs van 390 euro op jaarbasis.

         Onderhoudscontract waarin 1 onderhoud per jaar in voorzien is. De kostprijs hiervan bedraagt 822,30 euro voor de 3 toestellen op jaarbasis.

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met de drie voorgestelde locaties en types voor drinkwatertappunten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

CULTURELE ACTIVITEITEN. GOEDKEURING ORGANISATIE EN DEELNAME AAN KINDERKUNSTENDAG.

 

Feiten en context

         De jaarlijkse organisatie van de Vlaamse kunstendag voor kinderen door departement CJM (www.kunstendagvoorkinderen.be)

         Op 17 november 2019 vindt de nationale ‘Kunstendag voor kinderen’ plaats. Bedoeling is lagereschoolkinderen in contact te brengen met kunst/kunstenaars.

         Dit kan een goed sectoroverschrijdend project zijn en een mooie start van de nieuwe dienst vrije tijd.

         Volgend voorstel werd uitgewerkt: tijdens de herfstvakantie (28, 29 en 30 oktober) worden een aantal kunstenworkshops georganiseerd voor kinderen vanaf het derde tot en met het zesde leerjaar, die eindigen met een tentoonstellingsmoment op zondag 17 november in de bibliotheek en nadien in het kader van Bertem Buiten Gewoon in het gemeentehuis. Om dit mogelijk te maken, krijgt de dienst vrije tijd de medewerking van lokale kunstenaars telkens met hun eigen specialisatie, die kinderen via creatieve ateliers willen laten kennismaken met hun kunstvorm.

         Voor de kinderen is het de bedoeling dat ze zich inschrijven voor een bepaalde kunstsessie (die 3 dagen duurt) en eindigen met een kunstwerk dat kan tentoongesteld worden.

         De begeleidende kunstenaar engageert zich om tijdens de herfstvakantie een creatief atelier te geven. Hij/Zij woont ook liefst het tentoonstellingsmoment bij.

         De gemeente voorziet: een vrijwilligersvergoeding voor de kunstenaar per dag (31 euro), een bedrag voor het materiaal dat nodig is voor het geven van de workshop (300 euro/kunstenaar voor bv. verf, borstels, klei…), twee jeugdmonitors om de kinderen te begeleiden tijdens de dag en om voor- en nabewaking te voorzien (31 euro vrijwilligersvergoeding).

         De kinderen betalen voor de 3 dagen atelier in totaal 60 euro.

         De creatieve ateliers zouden doorgaan in de pastorij van Bertem.

         Volgende kunstenaars waren bereid om hun medewerking te verlenen:

º         Bernadette Lefevere

º         Hans Geyens

º         Mozaïek

º         eventueel nog andere kunstenaars waarvan momenteel nog geen bevestiging is ontvangen.

 

Argumentatie

Dit kan een goed sectoroverschrijdend (jeugd, cultuur, bibliotheek en evenementen) project zijn en een mooie start van de nieuwe dienst vrije tijd. Hiermee testen we ook of er interesse is voor dergelijke initiatieven bij de bevolking. Indien dit project aanslaat, zou het jaarlijks herhaald kunnen worden. Tevens komen we tegemoet aan de opvangvraag in de speelpleinvrije vakanties (max. 36 kinderen).

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

61320300/0750

1419/002/001/004/001

€ 18 000

€ 13 826,50

€ 1365

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

70230000/0750

1419/002/001/004/001

€ 800

€ 2160

 

Kinderen (maximaal 36: 12 per atelier) zouden voor deelname 60 euro voor de 3 dagen betalen en krijgen een fiscaal attest uitgereikt.

Het resterende (positieve) saldo van 795 euro kan ingezet worden voor de organisatie van de tentoonstellingsdag + de tentoonstelling Bertem Buiten Gewoon.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college is akkoord met deelname aan Kinderkunstendag en is bereid om naar aanleiding daarvan het kinderkunstenkamp te organiseren tijdens de herfstvakantie.

 

Artikel 2:

Kinderen betalen 60 euro voor deelname aan het driedaagse kamp. De inschrijvingen gebeuren via de vrijetijdswinkel.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

HUIS VAN HET KIND. KENNISNAME ERKENNING EN SUBSIDIËRING.

 

Motivering

Het college besliste op 27 mei 2019 om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met Leren@Vaart voor de uitbouw van het Huis van het Kind Bertem. Leren@Vaart diende voor het lokaal bestuur Bertem een subsidiedossier in bij Kind en Gezin.

 

Mededeling

Op 15 september 2019 besliste Opgroeien regie (fusie van Jongerenwelzijn en Kind en Gezin) tot toekenning van een erkenning als Huis van het Kind en een bijhorende subsidie voor de feitelijke vereniging Huis van het Kind Bertem, vanaf 1 oktober 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG CHRISTIAENS - BYLOIS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN NIJVELSEBAAN 210 TE 3060 KORBEEK-DIJLE.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 20 mei 2019 hebben Lars Christiaens en Ester Bylois een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in Nijvelsebaan 210 te 3060 Korbeek-Dijle.

         Op 19 juni 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling, nr. T874-2-2012.20.

Het betreft lot 1A van de verkaveling met als algemene bestemming: wonen.

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften:

º         de aanvraag voorziet een reliëfwijziging als overgang naar het tuinniveau

º         de kroonlijsthoogte ligt op 6,68 m t.o.v. het peil van de Nijvelsebaan in plaats van 6,00 m.

º         de dakkapellen bevinden zich < 1,00 m van de achtergevel.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de nieuwe rooilijn gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Nijvelsebaan. De omgeving wordt gekenmerkt door het golvend karakter van het landschap onderbroken door wegen met oude en recente bebouwing in zeer uiteenlopende verschijningsvormen en bestemmingen. In de nabije omgeving situeren zich een aantal landbouwbedrijven en KMO's die verspreid zitten in het landelijk woongebied. Het perceel maakt deel uit van een verkaveling van 2 halfopen woningen. Het aangrenzende perceel is nog niet bebouwd.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een woning. Deze wordt ingeplant op 21 m uit de nieuwe as van de Nijvelsebaan. De bouwdiepte bedraagt 11,50 m op het gelijkvloers en de verdieping. De gevelbreedte aan straatzijde is 7,20 m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,00 m vanaf de nulpas op straatniveau op de voorgevelbouwlijn. De woning heeft een hellend dak van 35°. De afgewerkte vloerpas (inkom) ligt op 0,61 m boven de as van de weg.

         Watertoets

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Op 19 juni 2019 werd het advies gevraagd aan de provincie Vlaams-Brabant Dienst Waterlopen. Op 5 juli 2019 werd volgend gunstig advies overgemaakt:

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie Ruwaal B2026. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. De overstomingsgevoelige zone bevindt zich op het deel van het perceel waar de buurwoning voorzien is.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er wordt een hemelwaterput van 10 000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 585 liter (min. 481 liter). 

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterbepaling:

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'. De eerste 50 meter is gelegen in woongebied met landelijk karakter, het achterliggende deel is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen.

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 29 juni 2019 tot 28 juli 2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

Het perceel is gelegen langs de gewestweg Nijvelsebaan. Op 19 juni 2019 werd het advies gevraagd aan Agentschap Wegen en Verkeer. Op 28 juni 2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:

"De vergunning kan verleend worden onder de hiernavolgende bijzondere voorwaarden en de algemene voorwaarden (als bijlage):

Bijzondere voorwaarden:

1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N2530001 van 4.9 +75 tot 4.9 +85):

º         De rooilijn ligt op 13 meter volgens plan K 1286/ vigerende wegnormen.

º         De zone van achteruitbouw bedraagt 8 meter.

º         De bouwlijn ligt op 21 meter volgens plan K 1286/ vigerende wegnormen.

º         Septische putten en regenwaterputten moeten achter de bouwlijn ingeplant worden.

º         De juiste plaatsing van de constructie of de aard van de verbouwing aan de constructie kan het voorwerp uitmaken van aanvullende voorwaarden van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap R-O Vlaanderen.

º         Geen andere werken dan deze in de aanvraag vervat zullen aan dit gebouw worden uitgevoerd, het bouwen van een driegevelwoning.

º         Niets zal aan de rooilijn gelegen op 13 meter uit de bestaande as van de baan worden gewijzigd, zoals aangeduid op het rooilijnenplan K 1286 en aangeduid in rode kleur op bijgevoegde schets.

º         Derhalve mag de constructie geen uitstek maken op de lijn gelegen op 13 + 8 = 21 meter uit de bestaande as van de baan.

2. Toegang tot de gewestweg:

º         De toegang tot de twee nieuwe percelen dient geclusterd te worden. Er dient 1 gezamelijke toegang te worden voorzien op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen van maximaal 7 meter.

º         Over de rest van de breedte van het perceel dient het terrein afgesloten te worden met een vaste, niet overrijdbare afsluiting.

º         Een groenvoorziening zal worden aangelegd om te beletten dat bij duisternis de koplichten van parkerende of wegrijdende voertuigen het verkeer op de gewestweg hinderen.

3. Reliëf van het perceel:

º         Peil van de dorpels dient hoger gesitueerd te zijn dan de kruin van de weg.

º         Peil van de voet van het gebouw dient hoger gesitueerd te zijn dan de kruin van de weg.

º         De toegang wordt in de zone van achteruitbouw aangelegd onder een maximale helling van 4%

4. Dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag:

º         Het aanleggen van de toegang voor wat de werken op het openbaar domein betreft, met plan en aanduiding van de materialen enz.

º         De eventuele aansluiting aan het rioleringsstelsel van de gewestweg.

º         Het aanbrengen van eventuele reclames.

º         Eventuele tijdelijke ingebruikname van het gewestdomein.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden."
 

Het perceel is gelegen in beschermingszone 3 van de waterwingebieden. Op 19 juni 2019 werd het advies gevraagd aan De Watergroep. Op 1 juli 2019 werd volgend voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd:

º         "Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften.

Volgens artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kunnen er in een vergunning, na openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

         De verkavelingsvoorschriften bepalen dat er over het ganse terrein geen afwijkingen worden toegestaan.

De aanvraag voorziet in een beperkte reliëfwijziging als overgang naar het tuinniveau.

         De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de kroonlijst ter hoogte van de voorgevel maximum op peil 16.00 ligt. Concreet houdt dit in dat de kroonlijsthoogte max 6m mag bedragen t.o.v. het peil van de Nijvelsebaan.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,68 m.

         Volgens de verkavelingsvoorschriften zijn enkel achteraan dakkapellen toegelaten, over maximaal de helft van de breedte van de achtergevel, op min. 1 m van de achtergevel, de zijgevel en van de tussenliggende perceelsgrens.

De dakkapellen van de aanvraag bevinden zich op minder dan 1 m van de achtergevel.

 

Deze beperkte afwijkingen zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke aanleg. De bestemming, schaal en uitvoeringswijze zijn in overeenstemming met de vereisten van een goede ordening van het terrein en met de stedenbouwkundige kenmerken van de omgeving.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 28 juni 2019 moeten strikt worden nageleefd.

De uitvoering van de toegang tot de twee nieuwe percelen dient conform te zijn met voorwaarden opgelegd in hun advies nl.: er dient 1 gezamenlijke toegang te worden voorzien op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen van maximaal 7 meter.

Over de rest van de breedte van het perceel dient het terrein afgesloten te worden met een vaste, niet-overrijdbare afsluiting.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 juli 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Lars Christiaens en Ester Bylois voor het bouwen van een woning in 3060 Korbeek-Dijle, Nijvelsebaan 210, sectie A nr 345h5 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 28 juni 2019 moeten strikt worden nageleefd.

De uitvoering van de toegang tot de twee nieuwe percelen dient conform te zijn met voorwaarden opgelegd in hun advies nl.: er dient 1 gezamenlijke toegang te worden voorzien op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen van maximaal 7 meter.

Over de rest van de breedte van het perceel dient het terrein afgesloten te worden met een vaste, niet-overrijdbare afsluiting.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 juli 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, het Agentschap Wegen en Verkeer en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

IOED ZUID-DIJLELAND. BESPREKING AFSPRAKEN PLANNINGSGROEP.

 

Motivering

Op 18 september 2019 vond de eerste planningsgroep voor de oprichting van IOED Zuid-Dijleland plaats, onder begeleiding van de dienst erfgoed van de provincie Vlaams-Brabant, het Regionaal Landschap Dijleland (RLD) en Interleuven. De Intergemeentelijke Onroerend Erfgoed Dienst (IOED) zal bestaan uit de gemeenten Bertem, Overijse en Oud-Heverlee.

 

Bespreking

Op de vergadering van 18 september 2019 van de planningsgroep IOED Zuid-Dijleland werden volgende punten besproken:

         Bijdragen gemeenten: voor Bertem bedraagt dit 4238,38 euro (forfaitair bedrag 1500 euro, +%ha + %inwoners)

         Er moet een maatschappelijke zetel worden toegekend, dit is louter administratief. De gemeente Bertem stelt zich kandidaat.

         Op 24 oktober 2019 vindt er een stakeholdersmoment plaats. De gemeente Bertem stelt voor dit moment te laten plaatsvinden op de zolder van de pastorij in Bertem.

         Op 25 september 2019 moet een lijst van de actoren die uitgenodigd worden voor bovenvernoemd stakeholdersmoment (gecoro, kerkbestuur...) doorgestuurd worden naar ellen.descamps@vlaamsbrabant.be samen met een lokaal beleidskader.

         De statuten van het IOED + de aanduiding van de bestuursleden (1 stemgerechtigd lid + 1 raadgevend lid) moeten op de gemeenteraad van november 2019 ter goedkeuring worden voorgelegd.

 

Volgende vergaderingen van de planningsgroep:

         2 oktober in Oud-Heverlee

         16 oktober in Overijse

         30 oktober in Bertem

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

BRANDKRANEN. OPZEGGING OVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENTE EN DE VMW M.B.T. NAZICHT EN ONDERHOUD VAN BRANDKRANEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 7 december 2009 over de goedkeuring van de overeenkomst tussen de gemeente en de VMW m.b.t. het nazicht en onderhoud van brandkranen.

 

Feiten en context

  • De overeenkomst met de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening kan worden opgezegd door middel van een aangetekend schrijven en mits een opzegtermijn van 3 maanden.
  • De tweede opeenvolgende 5-jarige periode van de huidige overeenkomst loopt af op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

  • Artikel 23 van het koninklijk besluit van 8 november 1967
    De gemeenten moeten, overeenkomstig de door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde maatstaven, over voldoende bluswatervoorraden beschikken.
  • Ministeriële omzendbrief van 14 oktober 1975 betreffende de watervoorraden voor het blussen van branden.
  • Artikel 7/1, van de wet betreffende de civiele veiligheid van 15 mei 2007
    De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bluswatervoorraden op hun grondgebied.
  • Artikel 56, §3, 4° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten

 

Argumentatie

Door de opzegging van de overeenkomst wordt een nieuwe stilzwijgende verlenging van de huidige overeenkomst voorkomen. Er wordt op korte termijn een nieuwe plaatsingsprocedure opgestart m.b.t. het nazicht en onderhoud van brandkranen en hun signalisatie. Er zijn meerdere instanties die kunnen instaan voor dit onderhoud (De Watergroep, IGO...).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De overeenkomst tussen gemeente Bertem en de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening voor het nazicht en onderhoud van brandkranen en hun signalisatie wordt beëindigd met ingang van 1 januari 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

Zitting van 23 september 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. ORGANISATIE HEKSENTOCHT OP 26 OKTOBER 2019.

 

Voorgeschiedenis

  • Schriftelijke aanvraag op 16 september 2019 van Els Van den broeck, Dorpstraat 479 te 3061 Leefdaal, om naar aanleiding van de organisatie van de Heksentocht op 26 oktober 2019 de nodige signalisatie te mogen plaatsen.

 

Feiten en context

  • Op zaterdag 26 oktober 2019 vanaf 18.00 uur organiseren de Leefdaalse verenigingen (Chiro Leefdaal, Gezinsbond Leefdaal, KVLV Leefdaal, de Zanglijster, de Joskes, Gemeentelijke Basisschool Leefdaal, CM Bertem, Kattestroof) en vrijwilligers in Leefdaal de Heksentocht. De eigenlijke tocht begint aan de Parochiezaal van Leefdaal vanaf 18.30 uur.
  • In groepjes van 30 personen - met een maximum van 500 deelnemers in totaal - maken de deelnemers in het donker een ongewone wandeling van ongeveer 4 km door Leefdaal. Zij worden onderweg geconfronteerd met onverwachte situaties, opdrachten en een klank- en lichtspektakel.
  • De deelnemers volgen een uitgestippeld parcours.
  • De organisatoren vragen toestemming om deze tocht te organiseren en staan daarbij garant voor een goede organisatie die weinig tot geen hinder met zich meebrengt.
  • Om deze tocht veilig te laten verlopen, is het nodig om signalisatie te plaatsen: de organisator vraagt om "nadarhekkens (voorzien van reflecterend materiaal) te plaatsen aan de oversteek Eksterberg/voerweggetje en aan de oversteek Mezenstraat/voerweggetje, eventueel met politiebegeleiding om de oversteekplaatsen te beveiligen".

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • Parcours heksentocht
  • Aankondigingsbrief

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college verleent aan het samenwerkingsverband van Leefdaalse verenigingen toestemming voor de organisatie van de Heksentocht op zaterdag 26 oktober 2019 en de nodige signalisatie te plaatsen.

 

Artikel 2:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van aanwijzingsborden "opgepast overstekende voetgangers: Heksentocht" voorzien van knipperlichten te plaatsen aan beide zijden op 50 meter van de oversteek Eksterberg/voerweggetje en aan de oversteek Mezenstraat/voerweggetje.

 

Al de signalisatie dient voorzien te zijn van werkende oranje-gele knipperlichten en dient conform te zijn aan het KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de gemeente geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 3:

Alle deelnemers aan de Heksentocht moeten het verkeersreglement respecteren.

Er wordt geen politiebegeleiding voorzien om de oversteekplaatsen te beveiligen: de organisator moet zelf minimaal twee personen voorzien hiervoor.

 

Artikel 4:

De organisator is zelf verantwoordelijk voor het opruimen en het meenemen van het overgebleven afval gerelateerd aan de activiteit.

 

Artikel 5:

Het college geeft toelating voor het aanbrengen van pijlen en /of bewegwijzering, indien zij geplaatst worden op eigen steun en geen hinder veroorzaken met de bestaande verkeerssignalisatie. De bewegwijzering en pijlen mogen worden aangebracht vanaf 26 oktober 2019 en moeten verwijderd worden voor 28 oktober 2019.

 

Artikel 6:

De organisator dient er zich van bewust te zijn dat de openbare weg en private percelen tijdens het evenement ook gebruikt kunnen worden door anderen, zoals jagers in het buitengebied.

De gemeentelijke dienst omgeving informeert de verantwoordelijke(n) van de WBE actief in Leefdaal over dit evenement.

 

Artikel 7:

De aanvrager / organisator moet deze activiteit 48 uur op voorhand kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur op voorhand inlichten via een (nieuws)brief.

 

Artikel 8:

Dit besluit wordt van kracht op zaterdag 26 oktober 2019 om 18.00 uur en het blijft van kracht tot zaterdag 26 oktober 2019 tot het einde van de activiteit.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019