Zitting van 25 oktober 2021
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 18 oktober 2021 goed.
Zitting van 25 oktober 2021
VASTE BENOEMINGEN GEMEENTESCHOLEN. VACANTVERKLARING BETREKKINGEN IN WERVINGSAMBTEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
• Voor een vaste benoeming in een wervingsambt geldt slechts één ingangsdatum: 1 januari.
• De vacantverklaring gebeurt op basis van de personeelsformatie op 15 oktober voorafgaand aan de vaste benoeming van 1 januari en omvat ook bepaalde betrekkingen van vastbenoemde personeelsleden die een eindeloopbaanverlofstelsel genieten. Daarnaast kunnen ook betrekkingen vacant worden verklaard die na 15 oktober en uiterlijk op 1 januari vacant zullen worden door pensionering of TBSVP. De vacante betrekkingen moeten worden meegedeeld uiterlijk voor 15 november.
• Volgende betrekkingen kunnen vacant worden verklaard:
Onderwijs- instelling | Ambt | Aantal lestijden of prestatie-eenheden per week |
GBS Leefdaal | orthodoxe godsdienst | 10/24 |
GBS Leefdaal | niet-confessionele zedenleer | 16/24 |
GBS Leefdaal | protestants-evangelische godsdienst | 8/24 |
GBS Leefdaal | administratief medewerker (niv. HSO) | 3/36 |
GBS Leefdaal | ICT-coördinator (niv. PBA) | 14/36 |
GBS Leefdaal | zorgcoördinator (niv. PBA) | 7/36 |
GBS Leefdaal | kinderverzorg(st)er | 10/32 |
GBS Bertem | kleuteronderwijzer(es) | 28/24 |
GBS Bertem | leermeester lichamelijke opvoeding | 8/24 |
GBS Bertem | ICT-coördinator (niv. PBA) | 6/36 |
GBS Bertem | zorgcoördinator (niv. PBA) | 3/36 |
GBS Bertem | kinderverzorg(st)er | 6/32 |
Juridische gronden
In het gesubsidieerd officieel onderwijs ingericht door de gemeenten gelegen in het Vlaamse Gewest is het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de aanstelling, vaste benoeming, ontslag en afzetting van personeelsleden evenals voor het toekennen van een afwezigheid, een verlof, een terbeschikkingstelling, een affectatie, een zorgverlof en een loopbaanonderbreking.
Deze omzendbrief heeft tot doel toe te lichten volgens welke regels de vaste benoeming aan een personeelslid wordt toegekend en hoe de inrichtende macht deze benoeming vervolgens moet meedelen aan het Ministerie van Onderwijs en Vorming, opdat zij zou uitwerking hebben ten aanzien van de overheid.
Argumentatie
Het schoolbestuur moet vóór 15 november 2021 de vacante betrekkingen (op datum 15 oktober 2021) meedelen aan alle personeelsleden van de scholengemeenschap die voor een vaste benoeming in aanmerking komen op 1 januari 2022.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Volgende betrekkingen worden vacant verklaard bij het gemeentebestuur Bertem:
Onderwijs- instelling | Ambt | Aantal lestijden of prestatie-eenheden per week |
GBS Leefdaal | orthodoxe godsdienst | 10/24 |
GBS Leefdaal | niet-confessionele zedenleer | 16/24 |
GBS Leefdaal | protestants-evangelische godsdienst | 8/24 |
GBS Leefdaal | administratief medewerker (niv. HSO) | 3/36 |
GBS Leefdaal | ICT-coördinator (niv. PBA) | 14/36 |
GBS Leefdaal | zorgcoördinator (niv. PBA) | 7/36 |
GBS Leefdaal | kinderverzorg(st)er | 10/32 |
GBS Bertem | kleuteronderwijzer(es) | 28/24 |
GBS Bertem | leermeester lichamelijke opvoeding | 8/24 |
GBS Bertem | ICT-coördinator (niv. PBA) | 6/36 |
GBS Bertem | zorgcoördinator (niv. PBA) | 3/36 |
GBS Bertem | kinderverzorg(st)er | 6/32 |
Artikel 2:
De kandidaturen voor een vaste benoeming in één of meer van de hierboven omschreven vacante betrekkingen moeten voor 10 december 2021 via een aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van het gemeentebestuur Bertem.
Artikel 3:
De kandidaten vermelden duidelijk in hun schrijven voor welke vacante betrekking(en) ze kandideren. Ze vermelden eventueel de voorrang waarop ze zich beroepen. Iedere kandidatuur is vergezeld van de nodige documenten die aantonen dat de kandidaat aan de voorwaarden voldoet.
Artikel 4:
Alle personeelsleden van de scholengemeenschap worden op de hoogte gebracht van deze vacantverklaring.
Zitting van 25 oktober 2021
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/488 tot en met nr. 2021/496 voor een totaal bedrag van 28 887,67 euro.
Zitting van 25 oktober 2021
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/4320 tot en met nr. 2021/4392 voor een totaal bedrag van 50 646,73 euro.
Zitting van 25 oktober 2021
THESAURIE. GOEDKEURING CONTRACT VOOR KREDIETOPENING.
Feiten en context
• In het kader van de opdracht “Contract voor kredietopening” werd een bestek met nr. FA487/492 opgesteld door afdeling Financiën en Facilitair Beheer.
• Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
º Perceel 1 (Langetermijnkredieten op basis van rentevoeten van 2 jaar en meer), raming: 61 779,35 euro incl. btw;
º Perceel 2 (Langetermijnkredieten op basis van rentevoeten van 2 jaar en meer), raming: 10 213,75 euro incl. btw.
• De totale uitgave (interesten) voor deze opdracht wordt geraamd op 71 993,10 euro incl. btw.
• Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
• Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 17 november 2021 om 15.30 uur voorgesteld.
Juridische gronden
• Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, § 3, 5°, waarbij wordt bepaald dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.
• Het besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 houdende vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 euro niet).
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
Argumentatie
In het meerjarenplan werden op te nemen leningen voorzien ter financiering van het investeringsprogramma. Deze procedure kadert in de op te nemen leningen.
Financiële gevolgen
De aflossingen en interesten zijn voorzien in het meerjarenplan.
Bijlagen
• Bestek: Contract voor kredietopening
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het bestek met nr. FA487/492 en de raming voor de opdracht “Contract voor kredietopening”, opgesteld door afdeling Financiën en Facilitair Beheer, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 71 993,10 euro incl. btw.
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3:
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Belfius Bank nv, Karel Rogierplein 11 te 1210 Brussel;
- BNP Parisbas Fortis NV, Warandeberg 3 te 1000 Brussel;
- ING België NV, Marmitlaan 24 te 1000 Brussel;
- KBC Bank en Verzekeringen NV, Havenlaan 2 te 1080 Brussel.
Artikel 4:
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 17 november 2021 om 15.30 uur.
Artikel 5:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan.
Zitting van 25 oktober 2021
GEMEENTELIJKE LOODS. GOEDKEURING GUNNING CHAPE EN TEGELEN LOODS.
Feiten en context
o Toca BVBA, Renaat Woutershof 44, 3460 Bekkevoort
o Peter Staudt, Kloosterblok 9, 3210 Lubbeek
o Koen Renders, Industrieweg 8 te 2390 Oostmalle
o Vertessen BVBA, Jennekensstraat 4 te 3200 Aarschot.
o Koen Renders, Industrieweg 8 te 2390 Oostmalle (1455 euro excl. btw of 1760,55 euro incl. 21% btw) voor de chapewerken. Tegelwerken kunnen zij niet aanbieden;
o Vertessen BVBA, Jennekensstraat 4 te 3200 Aarschot 1295 euro excl. btw (of 1566,95 euro incl. 21% btw) voor de chapewerken en 2612,40 euro excl. btw (of 3161,004 euro incl. 21% btw).
Juridische gronden
• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
• De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 euro niet) en artikel 57.
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
Argumentatie
De dienst facilitair beheer adviseert de opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder en de bieder die zowel de chape- als de tegelwerken kan uitvoeren, zijnde Vertessen BVBA, Jennekensstraat 4 te 3200 Aarschot voor een bedrag van 3907,40 euro excl. btw of 4727,95 euro incl. 21% btw.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0119-00/221500 | €96 549,02 | €54 331,31 | €4727,95 |
Bijlagen
• Offertes van chape- en tegelwerken Vertessen BVBA en Koen Renders
• Mail van Peter Staudt
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde Vertessen BVBA, Jennekensstraat 4 te 3200 Aarschot voor een bedrag van 3907,40 euro excl. btw of 4727,95 euro incl. 21% btw.
Artikel 2:
De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0119-00/221500.
Zitting van 25 oktober 2021
VERVOERREGIO LEUVEN. BESPREKING UNIEKE VERANTWOORDINGSNOTA HOPPINPUNTEN IN BERTEM.
Besluit
Motivering
In januari 2022 zal het nieuwe OV-plan in voege treden. Naast de kernnet- en aanvullende lijnen bevat het OV-plan ook VoM (Vervoer op Maat). In de vervoerregio Leuven bestaat het VoM uit een netwerk van deelfietsen en deelauto’s, aangevuld met flextaxi’s en marktshuttles.
Het netwerk van deelfietsen en deelauto’s wordt toebedeeld aan een aantal plekken die functioneren als Hoppinpunt. Omdat het nieuwe OV-plan incl. VoM op korte termijn (KT) het bestaande OV-aanbod zal vervangen, is het noodzakelijk dat de Hoppinpunten KT waar de deelsystemen van VoM worden aangeboden, een invulling krijgen.
In overleg met de gemeenten en steden zijn er 39 locaties geselecteerd waar VoM deelsystemen worden aangeboden. Deze locaties worden opgenomen in het totale aanbod van Hoppinpunten KT. De ruimtelijke organisatie van deze Hoppinpunten KT wordt onderzocht zodat het aanbod van deelfietsen en/of deelwagens goed aansluit op andere vervoersmodi die op die plaatsen aanwezig zijn. De uitwerking van de Hoppinpunten beperkt zich tot het opmaken van een schetsontwerp.
Het document als bijlage is opgevat als een unieke verantwoordingsnota die per locatie aangeeft wat de organisatie van het Hoppinpunt zal zijn. De organisatie van de locatie wordt uitgewerkt als een schetsontwerp.
Het doel van deze nota is om een consensus te bereiken over de ruimtelijke organisatie van het Hoppinpunt. De partijen verantwoordelijk voor de uitvoering van het Hoppinpunt vertrekken van de overeengekomen ruimtelijke organisatie om het Hoppinpunt verder uit te werken.
Deze nota en dus de ruimtelijke organisatie van de 2 Hoppinpunten KT in Bertem wordt besproken en goedgekeurd op de eerstvolgende projectstuurgroep. De uitwerking van de Hoppinpunten werd reeds doorgesproken met de gemeente. Opmerkingen vanuit het college kunnen nog gegeven worden tot 28/10/2021.
In Bertem werden 2 locaties geselecteerd: Leefdaal Oud Station en Bertem Oud Station. Op basis van ingevulde infofiches over de locaties en het meest aangewezen aanbod VoM werd een voorstel van ruimtelijke organisatie opgemaakt. Na bespreking is zo gekomen tot het voorliggende ontwerp (blzn. 18 en 31 in de nota).
Hoppinpunt Leefdaal Oud Station voorziet in 3 elektrische deelfietsen, laadpunt elektrische fietsen maar ook 1 laadpunt voor 2 wagens, fietsenstalling (Hoppinpunt + halte overzijde), postbus op Hoppinpunt.
Hoppinpunt Bertem Oud Station voorziet in 2 deelwagens, 1 elektrische en 1 benzine, laadpunt wagen, fietsenstalling, pakketautomaat (door de gemeente te voorzien).
Bespreking
Opmerkingen gemeente Bertem:
• De gemeente gaat akkoord met de ruimtelijke inplanting van de 2 Hoppinpunten.
• Voor Hoppinpunt Bertem Oud Station dient het overleg met de projectontwikkelaars gevoerd te worden om de zone aan de privékant ook uit te werken.
• De raming wordt toegevoegd samen met een lijst van subsidiabele posten. Deze is echter niet correct gezien dit van toepassing is op Hoppinpunten op grondgebied van de gemeente. In het geval van Bertem gaat het over 2 Hoppinpunten op grondgebied AWV. AWV staat in voor de aanleg van het Hoppinpunt. Een aantal posten/kosten komen ten laste van de gemeente. De raming moet worden aangepast zodat de gemeente zicht heeft op haar kosten.
Zitting van 25 oktober 2021
GELUID. BESPREKING VOORSTEL SAMENWERKINGSOVEREENKOMST GELUIDSSCHERMEN E40 BERTEM.
Besluit
Motivering
Op de E40 in Bertem staan geluidsschermen die niet meer aan de vereisten voldoen. Deze schermen zijn bij AWV opgenomen op een lijst van prioritair te renoveren schermen. Voor deze zone heeft een interne expertisecel een akoestisch model opgebouwd en voor deze zone bepaald wat de optimale hoogte en lengte is van geluidsschermen, volgens de richtlijnen van AWV (zie studie in bijlage).
Er is een mogelijkheid ontstaan om in de loop van 2022 de geluidsschermen langs de E40 op het grondgebied van Bertem te vernieuwen.
AWV hanteert voor de renovatie van geluidsschermen een financiële verdeling tussen AWV en de betrokken gemeente. Er bestaat een standaardovereenkomst die de financiële verdeling bepaalt voor het plaatsen van nieuwe geluidsschermen. Bij een hoog geluidsniveau (+80dB) staat AWV 100% in voor de financiering. Bij een laag geluidsniveau (-65dB) staat de gemeente in voor de volledige financiering. Voor alle tussenliggende geluidsniveaus wordt een verdeling gemaakt volgens het geldende geluidsniveau. Voor het vervangen van bestaande schermen (wat hier van toepassing is) gaat AWV nog iets verder. In de meeste gevallen hebben de bestaande schermen niet de optimale afmetingen, zoals ze tegenwoordig bepaald worden in een akoestisch model. Nieuwe schermen zullen in de meeste gevallen hoger en langer worden. Wat de financiële verdeling betreft, houdt AWV enkel rekening met deze meerhoogte en meerlengte. Dit wil zeggen dat AWV 100% instaat voor de afbraak van de bestaande schermen en de eventuele verzwaring van de nodige fundering. AWV financiert ook 100% van het oppervlak geluidsscherm dat vandaag al aanwezig is. Enkel voor de meerhoogte en meerlengte wordt de financiële verdeling zoals voor een nieuw scherm toegepast.
AWV heeft deze verdeelsleutel al toegepast op de geluidsstudie. Het aandeel voor de gemeente Bertem bedraagt €153 414,36. Het aandeel voor AWV voor de geluidsschermen bedraagt €345 162,70 excl. de kost voor afbraak en fundering.
Bespreking
De gemeente Bertem is principieel bereid om haar aandeel van deze kosten te dragen en om hiervoor een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met AWV. Het college zal de nodige kredieten inschrijven in het ontwerp van aanpassing aan het meerjarenplanplan.
Zitting van 25 oktober 2021
PROJECTSUBSIDIES. KENNISNAME NIEUWE DATUM VIERING LANDELIJKE GILDE BERTEM.
Besluit
Motivering
Het college van burgemeester en schepenen heeft tijdens zijn zitting van 13 januari 2020 de aanvraag voor een projectsubsidie van de Landelijke Gilde van Bertem goedgekeurd.
De viering van hun 125-jarig bestaan was voorzien op 6 december 2020.
Door de coronacrisis heeft deze viering niet kunnen plaatsvinden.
De Landelijke Gilde heeft op 16 oktober 2021 laten weten dat er een nieuwe viering zal doorgaan op 1 december 2021. Als extra organiseren ze ook nog op 20 november 2021 een opendeurdag in het landbouwbedrijf Everaert en op 4 december 2021 nog een feest met Vicky and the new rockets.
Mededeling
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de nieuwe datum voor de viering van het 125-jarig bestaan van Landelijke Gilde Bertem. De reeds toegekende projectsubsidie blijft behouden. De vereniging bezorgt na afloop van het project een evaluatieformulier met een financieel verslag aan de dienst vrije tijd. Betalingsbewijzen en facturen moeten toegevoegd worden.
Zitting van 25 oktober 2021
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT PERCELEN AFD. 1 SECTIE C NUMMERS 456F EN 457E.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
• Liggingsplan percelelen afd. 1 sectie C nrs 456f en 457e
• voorkooprecht percelen afd.1, C 456f en 457e INBRTM213744
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de percelen bouwgrond te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummers 456f en 457e, niet uit te oefenen.
Zitting van 25 oktober 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN PHILIPPE VERSAVEL EN KATRIEN DE KEYSER VOOR HET VERBOUWEN VAN DE WONING IN VLIEGUIT 13, 3061 LEEFAAL, SECTIE F NR 180F14.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 11 augustus 2021 hebben Katrien De Keyser en Philippe Versavel, Heidestraat 104, 3080 Tervuren, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van de woning in Vlieguit 13, 3061 Leefdaal, Sectie F nr 180f14.
• Op 30 augustus 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woonuitbreidingsgebied en achterliggend landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Vlieguit.
De Vlieguit takt aan op de Dorpstraat en de Neerijse steenweg die de verbinding vormt met de aanpalende gemeente Huldenberg. In zuidelijk-westelijke richting ligt een open kouterlandschap met daarin verschillende gebieden met een bijzondere natuurwaarde en waardevolle boscomplexen.
Deze woning ligt aan de rand van de kernbebouwing van de deelgemeente Leefdaal. De omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen eengezinswoningen en openbare gebouwen. De bouwdichtheid is vrij laag.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het uitbreiden en verbouwen van de bestaande driegevelwoning.
Na de verbouwing heeft de woning een breedte van 5,50 m en een diepte van 20,19 m. De woning heeft een kroonlijsthoogte van 6,03 m en wordt afgewerkt met een plat dak.
De bouwvrije strook langsheen de linkerperceelsgrens bedraagt 2 m.
Ter hoogte van de voorgevel wordt een garage voorzien grenzend aan een berging.
• Watertoets
Op 28 september 2021 heeft de Provincie Vlaams-Brabant een gunstig advies uitgebracht nl.:
"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 30 augustus 2021 voor de vergunningsaanvraag op naam van Philippe Versavel en Katrien De Keyser voor de verbouwing van een eengezinswoning.
De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Vlieguit 13, Bertem, kadastraal gekend als 24061F0180/00F014.
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
º uitbreiding van de woning, zowel in de breedte als in de diepte
º isolatie en bekleding bestaande muren
º vervanging dak
º verschillende interne aanpassingen aan de ruimtes
º aanleg terras
º aanleg kiezelverharding
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst van 3140 liter (min. 2950 liter) met een oppervlakte van 6,28 m² (min. 4,72 m²). Het terras watert af naar de omliggende tuin, de bijkomende verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen (kiezels).
Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Hemelwaterverordeningen
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Plaatsing hemelwatervoorzieningen:
º Volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening is het plaatsen van een hemelwaterput niet verplicht, maar wordt het wel aangeraden.
º Indien een hemelwaterput wordt geplaatst, dient deze uitgerust met een operationele pompinstallatie en een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. De noodoverloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op de infiltratievoorziening.
º Als in een hemelwaterput wordt voorzien die voldoet aan de bepalingen van artikel 9 mag de afwaterende oppervlakte verminderd worden met 60 vierkante meter.
Opmerking
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Artikel 2 §6 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 over de vaststelling van de categorieën onderworpen aan milieueffectrapportage en latere wijzigingen (MER-besluit). Dit artikel bepaalt de projecten waarvoor een project MER-screeningsnota dient opgesteld te worden.
• Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Dit decreet is niet van toepassing op de aanvraag.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Standpunt aanpalers
Voor het dossier werd het standpunt van de aanpalende eigenaars gevraagd. Op 17 september 2021 werden de onderstaande verduidelijkingen gevraagd.
º Er werd de vraag gesteld of het gebouw volledig zal worden afgebroken.
º Er werd de vraag gesteld op welke wijze de gemeenschappelijke muur zal worden afgewerkt.
Hierbij wordt verwezen naar het dossier en de bijhorende plannen, die duidelijk vermelden dat het over een verbouwing gaat en ook dat de nieuwe muur overeenkomt met het bestaande gabarit van de aanpaler, waardoor er geen bijkomende afwerking nodig is.
• Externe adviezen
1. Op 31 augustus 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl. :
"Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter moet ook na de verbouwing aan de voorschriften voldoen.
De kosten van een nieuwe aftakking en/of eventuele aanpassingen ten gevolge van de verbouwing zijn ten laste van de aanvrager(s).
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies zonder voorwaarden"
2. Op 28 september 2021 heeft de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft weinig impact op de mobiliteit in de omgeving.
Voor de woning wordt een garage voorzien met 1 parkeerplaats en 4 fietsenstalplaatsen. In de linker bouwvrije strook wordt een tweede autostalplaats voorzien. De aanvraag is hiermee in overeenstemming met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg, goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 oktober 2016.
Schaal
De aanvraag voorziet in 2 bouwlagen tot een bouwdiepte van 20,19 m. Een dergelijke bouwdiepte is niet gangbaar.
Overwegende dat deze hierdoor aansluit bij de bebouwing op het rechteraanpalend perceel, waardoor het hierop aansluit, is deze afwijkende schaal aanvaardbaar en is de aanvraag in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving en in overeenstemming met de voorschriften.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in een bouwvrije strook van 2 m daar waar dit gebruikelijk 3 m is.
Overwegende dat het linkeraanpalende perceel een bouwvrije strook van 3 m voorziet en dat deze dieper wordt ingeplant dan de woning van de aanvraag, zal deze afwijkende bouwvrije strook geen impact hebben op de toekomstige bewoners van het linkeraanpalend perceel.
Hierdoor is deze bouwvrije strook aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt voorzien in rode baksteen.
Cultuurhistorische aspecten
Het gevraagde is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of monument.
Reliëf
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De beoogde werkzaamheden voorzien in een toename van de verharding en de horizontale dakoppervlakte.
Het project voorziet in een infiltratievoorziening met een capaciteit van 3140 l en met een oppervlakte van 6,28 m².
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijk omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 31 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen van 28 september 2021 moeten strikt worden nageleefd nl.
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijk omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Katrien De Keyser en Philippe Versavel voor het verbouwen van de woning in Vlieguit 13, 3061 Leefaal, sectie F nr 180f14 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 31 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen van 28 september 2021 moeten strikt worden nageleefd nl.
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de Provincie Vlaams-Brabant.
Zitting van 25 oktober 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN INGRID WOUTERS VOOR HET SLOPEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, GRENSSTRAAT 2, SECTIE A, NR 145E.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 8 oktober 2021 heeft Ingrid Wouters namens SF Construct, Halensebaan 127, 3290 Diest, een aanvraag ingediend voor het slopen van een woning met (vrijstaande) bijgebouwen gelegen aan de Grensstraat 2, 3061 Leefdaal, Grensstraat 2, sectie A, nr 145e.
• Op 13 oktober 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Grensstraat. Deze straat ligt ten noordwesten van het centrum van Leefdaal in het gehucht Coige. De onmiddellijke omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door woningen, landbouwbedrijven en open landbouwgebied. De bestaande gebouwen bestaan uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. Deze woningen sluiten aan bij het bebouwde weefsel van de buurgemeente Kortenberg aan de overzijde van de Grensstraat.
Momenteel staat op het perceel een open eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat slopen van de bestaande eengezinswoning met (vrijstaande) bijgebouwen.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het slopen van deze woning is verantwoord gelet op de ongelukkige inplanting van de woning en geeft een aanzet tot een stedenbouwkundig verantwoorde invulling van het perceel.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. Er komt wel ruimte vrij voor de aanleg van een volwaardig voetpad.
Schaal
Niet van toepassing op de aanvraag.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing op de aanvraag.
Visueel-vormelijke elementen
De gebouwen betekenen geen meerwaarde in het straatbeeld. Een invulling volgens de algemene regels zal het straatbeeld ten goede komen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De nodige aandacht moet geschonken worden aan de bescherming van de riolering.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.
• Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Ingrid Wouters namens SF Construct voor het slopen van een eengezinswoning met (vrijstaande) bijgebouwen in 3061 Leefdaal, Grensstraat 2, sectie A nr 145E onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.
• Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 25 oktober 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN MARGAUX SMEKENS EN JENS PENNY VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, JULES VANLAERSTRAAT 3A, SECTIE A NR 498R2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 30 augustus 2021 hebben Margaux Smekens en Jens Penny, Jules Vanlaerstraat 3a - 3060 Bertemeen aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Jules Vanlaerstraat 3a, sectie A nr 498r2.
• Op 8 september 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen Jules Vanlaerstaat.
Dit is een doodlopende straat waar hoofdzakelijk residentiële gebouwen in verschillende verschijningsvormen voorkomen. De woning van de aanvraag is een vrij smalle tweegevelwoning.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het verbouwen van een woning.
De verbouwing behelst:
º het slopen van de bestaande trap aan de zijgevel
º aanpassingswerken aan de stabiliteit en indeling van het hoofdgebouw
º plaatsing van buitenisolatie en nieuwe gevelafwerking aan het hoofdgebouw
º een nieuwe aanbouw achteraan de woning over 1 niveau.
De kroonlijsthoogte van de aanbouw achteraan bedraagt 3,77 m t.o.v. het nulpeil vooraan de woning en 3,09 m t.o.v. het peil achteraan de woning en de tuin.
Het dakvolume, de kroonlijsthoogte en de nokhoogte van het hoofdvolume blijven ongewijzigd en sluiten aan bij de naastliggende woning. De kroonlijsthoogte van de bestaande aanbouw met plat dak wordt gewijzigd in functie van het aanbrengen van dakisolatie.
De aanbouw wordt afgewerkt met wit geschilderde crepi en het buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium.
• Watertoets
Het voorliggend project voorziet in een uitbreiding van minder dan 40 m², waardoor het een beperkte invloed heeft op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Er werd advies gevraagd aan de aanpalers en onderstaande aanvullingen werden ontvangen.
Er wordt een bezwaar geuit over het bekleden van de wachtgevel en de mogelijke schade bij het aanbrengen ervan.
Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard. De werken dienen uitgevoerd te worden volgens de regels van de kunst en onder het toeziend oog van de architect.
Het bezwaar over de wijze van afwerking van de gemeenschappelijke muur valt onder de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en kunnen enkel gebeuren mits het bekomen van een onderling akkoord.
Er wordt een bezwaar geuit over het isoleren van het dak, die een esthetische implicatie zal hebben alsook een gevolg voor de bestaande structuren (dakgoot, dampkap...).
Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard.De werken dienen uitgevoerd te worden volgens de regels van de kunst en onder het toeziend oog van de architect.
• Externe adviezen
Op 9 september 2021 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl. :
"Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter moet ook na de verbouwing aan de voorschriften voldoen.
De kosten van een nieuwe aftakking en/of eventuele aanpassingen ten gevolge van de verbouwing zijn ten laste van de aanvrager(s).
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.
Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De aanvraag voorziet in een beperkte uitbreiding achteraan het gebouw, die wordt afgewerkt met een plat dak. Het gaat hierbij over een gebruikelijke schaal voor een dergelijke uitbreiding. De aanvraag is in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving en is in overeenstemming met de voorschriften.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in een beperkte uitbreiding achteraan. Op het terrein blijft er nog voldoende groenzone over, waardoor mag worden aangenomen dat de aanvraag in overeenstemming is met de draagkracht van het perceel.
Visueel-vormelijke elementen
De aanbouw wordt afgewerkt met witte crepi. Aan de voorzijde wordt gebruik gemaakt van witte crepi en houten bekleding.
Het gaat hierbij over gebruikelijke materialen en kleuren die zich integreren in de omgeving.
Cultuurhistorische aspecten
Het project bevindt zich niet in de omgeving van een beschermd dorpsgezicht of een beschermd monument.
Reliëf
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 8 september 2021 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Margaux Smekens en Jens Penny voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Jules Vanlaerstraat 3A, sectie A nr 498r2 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 8 september 2021 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.
Zitting van 25 oktober 2021
AFVAL. GOEDKEURING TOT GEDEELTELIJKE TOETREDING PROJECT ZWERFVUIL EN SLUIKSTORT ECOWERF.
Besluit
Motivering
De dienst omgeving ontving op 28 september 2021 een e-mail van Jos Artois, diensthoofd Communicatie van de intercommunale Ecowerf, over het project 'zwerfvuil en sluikstort'.
Zwerfvuil en sluikstorten veroorzaken niet alleen ergernis. Het is ook duur. Daarom wil EcoWerf sterker inzetten op openbare netheid en haar besturen op (middel)lange termijn structureel ondersteunen bij de aanpak van zwerfvuil en sluikstort. Voor de uitbouw van een regionaal zwerfvuil- en sluikstortbeleid, breidt EcoWerf haar dienstverlening op vlak van coördinatie en sensibilisatie, coaching en handhaving, uit.
Bespreking
Het college van burgemeester en schepenen keurt, op basis van bijgaande argumentatie, de toetreding tot de volgende deelprojecten goed:
• Coördinatie en sensibilisatie – teamversterking
Dit is een voorstel waarin de gemeente wilt bijdragen, met dien verstande dat de dienst de info en input van de afvalcoach-projectmedewerker actief moet kunnen ondervinden (aanleveren sensibiliseringmateriaal, aanwezigheid op activiteiten…).
Hiervoor wordt de werkingsbijdrage ‘afvalpreventie’ verhoogd met 0,10 euro/inwoner/jaar.
Besluit teamversterking: akkoord voor toetreding
• Sluikstortcamera
Gezien het landelijke karakter van onze gemeente, heeft Bertem vaak last van grotere sluikstorten (bouwafval, asbest, restanten weed-plantages…). Dit project interesseert ons bestuur dan ook uitermate. Ons bestuur heeft zelf al overwogen om hier een camera of een andere installatie voor aan te schaffen, maar dit is administratief nogal een complexe zaak.
Niet alle gemeentes hebben evenveel overlast hebben van sluikstorten. Nu is er een kostenverdeling enkel a rato van het aantal inwoners, Zou – wellicht na evaluatie van de eerste resultaten – geen parameter met betrekking tot het aantal sluikstorten in rekening gebracht worden?
Dit is gebaseerd op een werkingsbijdrage van 0,38 euro/inwoner/jaar (voor Bertem: 31 filmdagen = €3870,68).
Besluit sluikstortcamera: akkoord voor toetreding
• Coachingtrajecten
Momenteel heeft Bertem een correcte en volledige inventaris van de straatvuilbakjes. Volgens gebruiksgraad worden deze wekelijks of 2x per week geledigd. Onze dienst OW kent de hotspots en plaatst in functie hiervan bakken bij of halen bakken weg. Nu en dan wordt een steekproef gehouden naar vullingsgraad.
Qua veegrondes is er ook een goed uitgewerkt plan, dat nu loopt.
Een coachingtraject is dan ook minder relevant voor onze gemeente.
Besluit coachingtraject: niet akkoord voor toetreding
(Ad hoc adviesverlening of een infomoment met kennis- & ervaringsuitwisseling is voor onze diensten uiteraard wel zinvol en interessant)
Zitting van 25 oktober 2021
OMGEVINGSVERGUNNING. AFWIJKING GELUIDSNORMEN APRÈS SKI TEAM LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
o Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
o Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.
Argumentatie
In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Annelies Clerinx om het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens een après-ski-fuif op 8 januari 2022 vanaf 21 uur tot 9 januari 2022 om 2 uur ter hoogte van Dorpstraat 526 te 3061 Leefdaal.
Artikel 2:
De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:
• maximale geluidsniveau: LAeq,15 min =95 dB(A)
• continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.
Artikel 3:
Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd of indien de organisatie van dit evenement niet verenigbaar is met de overheidsmaatregelen in het kader van de bestrijding van het COVID-19 virus.
Artikel 4:
De organisator dient uiterlijk 5 dagen voor het evenement een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 200 m van het evenement. Hierin moet een gsm-nummer vermeld zijn waarop omwonenden de organisator tijdens het evenement kunnen contacteren. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde ogenblik bezorgd worden aan het gemeentebestuur.
Zitting van 25 oktober 2021
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. ORGANISATIE VAN EEN HALLOWEENTOCHT OP 31 OKTOBER 2021 AAN HET VOSSENHOL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Artikel 56 van het Decreet over het lokaal bestuur.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.
Argumentatie
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar.
Bijlagen
• Aanvraag Halloweentocht Aspi's Chiro Doeritsan
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college verleent toestemming aan de aspileiding van Chiro Doeritsan voor de organisatie van een halloweentocht op 31 oktober 2021 aan het Vossenhol te 3060 Leefdaal.
Artikel 2:
De organisator moet de deelnemers inlichten van het feit dat zij de wegcode en de geldende coronamaatregelen strikt moeten volgen.
Artikel 3:
Het college geeft toelating voor het aanbrengen van versieringen, attributen en andere indien zij geplaatst worden op eigen steun en geen hinder veroorzaken met de bestaande (verkeers)signalisatie: de palen die straat/veldweg aanduiden, mogen hiervoor niet gebruikt worden. De aangebrachte attributen moeten verwijderd worden voor 2 november 2021.
Artikel 4:
De volgende voorwaarden moeten strikt nageleefd worden:
• er mag in geen geval open vuur gemaakt worden.
• alle deelnemers aan de tocht moeten het verkeersreglement respecteren;
• de organisator is zelf verantwoordelijk voor het opruimen en meenemen van het overgebleven afval gerelateerd aan de activiteit;
• het gemeentebestuur van Bertem zal niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor ongevallen en wendt alle verantwoordelijkheid in dit opzicht af.
Artikel 5:
De organisator dient er zich van bewust te zijn dat de openbare weg en private percelen tijdens het evenement ook gebruikt kunnen worden door anderen.
Artikel 6:
Dit besluit wordt van kracht op 31 oktober 2021 en het blijft van kracht tot en met 31 oktober 2021.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.