BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 10 oktober 2022

Van 14 uur tot 15 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Joery Verhoeven en Tom Philips

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Yvette Laes

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

        Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

        Notulen van de zitting van 3 oktober 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 3 oktober 2022 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

DIENST OPENBARE WERKEN. AANLEG WERVINGSRESERVE VOLTIJDS CONTRACTUEEL TECHNISCH ASSISTENT OPENBARE WERKEN D1-D3.

 

Feiten en context

        De eerder aangelegde wervingsreserve van technisch assistent openbare werken D1-D3 is uitgeput.

        De dienst HRM vroeg een offerte aan bij ThemaMedia voor publicatie in Passe-Partout Leuven en Passe-Partout Oostrand.

        De bedeling van de edities van Vlaams-Brabant is 2-wekelijks:

        editie Leuven: verschijning in de oneven weken;

        editie Oostrand: verschijning in de even weken;

        voor 1/4 pagina:

        indien 2 inlassingen: 672,69 euro, incl. btw en 7,95% distributietaksen.

        voor 1/8 pagina:

        indien 2 inlassingen: 362,43 euro, incl. btw en 7,95% distributietaksen.

 

Juridische gronden

        Artikel 56, §3, 2° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van personeelsleden.

        Hoofdstuk II en III van titel 2 van de rechtspositieregeling voor het personeel van lokaal bestuur Bertem, goedgekeurd door de raad op 24 november 2020
Deze hoofdstukken handelen over de aanwervings- en selectieprocedure.

 

Adviezen

        Gunstig advies van ACV Openbare diensten en van ACOD LRB van 12 februari 2021 en van 10 november 2021 over het opleggen van een specifieke aanwervingsvoorwaarde met name: "in het bezit zijn van een rijbewijs B of te behalen tijdens de inloopperiode" (zie vorige selectieprocedures voor technisch assistent openbare werken)

 

Argumentatie

Lokaal bestuur Bertem gaat op zoek naar een polyvalent medewerker bij de dienst openbare werken.

Voor nieuwe aanwervingen bij de dienst openbare werken moet een selectieprocedure voor de aanleg van een wervingsreserve van voltijds contractueel technisch assistent openbare werken op niveau D1-D3 worden opgestart. Hiervoor dient een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten gepubliceerd te worden.

 

Financiële gevolgen

De kredieten voor deze uitgave zullen voorzien worden op registratiesleutel 0112-00/613301 (advertentiekosten) en registratiesleutel 0112-00/613200 (erelonen juryleden).

 

 

Bijlagen

        vacaturetekst aanleg wervingsreserve TA openbare werken

        vacaturetekst voltijds contractueel TA openbare werken 2022_korte versie

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Een wervingsreserve wordt aangelegd voor voltijds contractueel technisch assistent openbare werken op niveau D1-D3, geldig voor één jaar.

 

Artikel 2:

Een externe bekendmaking wordt gepubliceerd in Passe-Partout Leuven en Passe-Partout Oostrand, op de VDAB-website, op de gemeentelijke website, op de facebookpagina van lokaal bestuur Bertem, in de gemeentelijke e-nieuwsbrief en op de infoborden van de gemeente Bertem.

 

Artikel 3:

De bijgevoegde ontwerptekst voor de externe bekendmaking wordt goedgekeurd.

 

Artikel 4:

De kandidaturen kunnen ingediend worden tot uiterlijk 16 november 2022.

 

Artikel 5:

Het examenprogramma wordt als volgt vastgesteld:

        schriftelijke proef: 30 punten

        praktische proef: 30 punten

        mondelinge proef: 40 punten.

 

Artikel 6:

De selectieprocedure wordt uitgevoerd in eigen beheer door een vooraf samengestelde selectiecommissie (zie apart besluit).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

INFO BERTEM. KENNISNAME PLANNING 2023.

 

Besluit

Mededeling

De timing voor Info Bertem 2023:

 

Onderwerpen ter kennisname op college van

Deadline

Eindredactie tijdens college van

Bedeling in de week van

Editie

14/11/'22

02/12/'22

12/12/'22

26/12/'22

januari - februari

09/01/'23

03/02/'23

13/02/'23

27/02/'23

maart - april

13/03/'23

07/04/'23

17/04/'23

01/05/'23

mei - juni

15/05/'23

09/06/'23

19/06/'23

03/07/'23

juli - augustus

10/07/'23

28/07/'23

07/08/'23

28/08/'23

september-oktober

11/09/'23

06/10/'23

16/10/'23

30/10/'23

november - december

06/11/'23

01/12/'23

11/12/'23

25/12/'23

januari-februari '24

 

Deze timing wordt op het intranet geplaatst.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt bestelbonnummer 2022/461 goed voor een totaal bedrag van 4820 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

2022Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2022/4252 tot en met nr. 2022/4357 voor een totaal bedrag van 179 993,09 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

PROJECTEN CENTRUM LEEFDAAL. BESPREKING COMMUNICATIEVOORSTEL EN BUDGET COMMON GROUND

 

Besluit

Motivering

Binnenkort starten de werken aan de nieuwe school Leefdaal. Ook wordt op korte termijn de vergunningen ingediend voor de wegenis-en rioleringswerken in Leefdaal. Hieraan gekoppeld zal een openbaar onderzoek moeten gebeuren.

In Leefdaal zal de komende jaren veel bewegen. De laatste infomarkt voor de infrastructuurwerken dateert van 2017.

Een nieuwe communicatiecampagne over de toekomstige werken in Leefdaal is opportuun.

 

Common Ground heeft een voorstel uitgewerkt van plan van aanpak en budget voor Leefdaal Centrum (heraanleg Dorpstraat en bouw nieuwe school). Het plan van aanpak focust in eerste instantie op de organisatie van een infomarkt op KT (met uitnodiging, infopanelen, …), maar kijkt ook een stukje verder vooruit (met werf- en wervende communicatie).

 

Om concreet van start te kunnen gaan heeft Common Ground nodig:

        Een akkoord over het budget

        Een akkoord om als projectnaam en identiteit “Leefdaal Leeft op” te gebruiken of een akkoord om een alternatief/variant uit te werken. Common Ground voelt aan dat een projectnaam en een visueel herkenbaar beeld nodig is om te gebruiken op alle communicatiemiddelen.

        Een keuze van het college wat betreft data, uren en locaties voor de infomarkt(en).

 

Zie bijlage voor budgetvoorstel en projectidentiteit "Leefdaal Leeft op"

 

Het college bespreekt het voorstel en verklaart zich principieel akkoord om Common Ground mee in te schakelen voor de communicatie rond de projecten Heraanleg Leefdaal Centrum en Nieuwbouw Schoolsite Leefdaal. In overleg met de dienst Communicatie zal bekeken worden voor welke onderdelen een beroep zal gedaan worden op de diensten van Common Ground.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

SENIOREN. GIDSTOUR MET BERTEMSE SENIOREN

 

Voorgeschiedenis

        De vraag van een aantal Bertemse senioren om de bustocht voor het onthaal van de nieuwe inwoners ook eens voor de senioren te organiseren.

 

Feiten en context

        Op 25 juni 2022 werden de nieuwe inwoners van 2019, 2020 en 2021 verwelkomd in de gemeente.

        De aanwezigen werden met een bus rondgereden door heel de gemeente. De schepenen geven tijdens de rondrit een beetje uitleg over de plaatsen die het meest aansluiten bij hun bevoegdheden. Op een aantal plaatsen stopt de bus zodat de mensen kunnen uitstappen om de plaats te bekijken.

        De busrit duurt ongeveer 1 uur.

        Na afloop van de bustocht was er een receptie.

 

Argumentatie

        Het lokaal bestuur organiseert de bustocht ook voor de Bertemse senioren.

        De activiteit zal doorgaan op donderdag 24 november 2022. Dit valt in de seniorenweek.

        De bustocht start om 13.30 uur.

        De bustoer vertrekt en komt aan aan sporthal Verona. Hier is voldoende parking.

        De burgemeester zal samen met Yvette de bustocht gidsen.

        Na afloop is er voor de deelnemers koffie en taart in de kantine van sporthal Verona.

        Dynamo Bertem zal de kantine uitbaten zodat de deelnemers nog wat kunnen napraten en iets drinken op eigen kosten

        Er zal een artikel in Info Bertem en op de website komen. Geïnteresseerde senioren moeten zich op voorhand inschrijven via de website of aan het onthaal.

        Traject van de bustocht:

        Van aan sporthal Verona via de Blokkenstraat naar de Tervuursesteenweg.

        Via de Boskee naar het Kasteel van Leefdaal waar de bus stopt en de groep uitstapt.

        Vervolgens rijdt de bus naar Leefdaal centrum via de Dorpstraat waar er kort iets over de kerk gezegd wordt.

        Dan rijdt de bus via de Mezenstraat, de Tervuursesteenweg, De Coige-Steenweg, de kruisstraat, de Tervuursesteenweg, een stukje Het Bies, de Blankaart, de Voerhoek, de Dorpstraat naar de Kapellestraat. Vervolgens rijdt de bus via de Kerstraat naar de Van Hoofstraat langs het voetbalveld en sporthal Verona.

        Via de Blokkenstraat rijdt de bus naar Korbeek-Dijle naar het atletiekveld en de Chirolokalen, waar de bus achteruit de Wijngaerdberg oprijdt en bovenaan stopt zodat de groep kan uitstappen.

        Daarna rijdt de bus via de Korbeekse Kerkstraat naar de kerk in Korbeek-Dijle en via de Stationsstraat naar de Ophemstraat om te draaien.

        Via de Blokkenstraat rijdt de bus terug naar Bertem.

        Via de Slangenpoel, de Paardenstraat, de Egenhovenstraat, de Jozef Ginisstraat via de Tervuursesteenweg vervolgens naar de Bosstraat eerst richting bos waar vroeger de glasbollen stonden daar kan de bus draaien om daarna richting de sportzaal van Bertem en het gemeentehuis te rijden waar de groep uitstapt.

        Via de Fr. Dottermansstraat rijdt de naar de Vossenstraat waar de groep uitstapt aan de Pastorij.

        Vervolgens rijdt de bus via de Begijnenstraat naar de Tervuursesteenweg naar de Blokkenstraat en via de Dorpstraat terug naar sporthal Verona.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel 

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

643708 0710-00

€ 10 000

€ 5431, 95

€ 1000

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om op donderdag 24 november 2022 de bustocht voor de Bertemse senioren te organiseren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

EVENEMENTEN. ORGANISATIE TRACTORKERSTPARADE 2022

 

Voorgeschiedenis

        Organisatie van een rondrit met de Kerstman in 2020.

        Collegebeslissing van 22 november 2021 over de deelname aan de tractorlichtparade.

        Collegebeslissing van 6 december 2021 over de deelname aan de tractorlichtparade

 

Feiten en context

        In 2021 organiseerde het Kerstmarktcomité en de sociale kerstmarkt samen met het lokaal bestuur een tractorkerstparade. Dit was ter vervanging van de kerstmarkt die door corona niet door kon gaan. De tractorkerstparade was een zeer groot succes. Er namen een 50-tal tractors deel en er kwam een massa volk kijken.

        In 2022 zullen het kerstmarktcomité en de sociale kerstmarkt opnieuw een kerstmarkt organiseren. Iets kleiner dan vroeger en in de Vossenstraat. Meer info volgt later. Voor het kerstmarktcomité en de sociale kerstmarkt is het niet mogelijk om zowel een kerstmarkt als een tractorlichtparade te organiseren in hetzelfde weekend.

 

Juridische gronden

        Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

Het zou heel spijtig zou zijn dat de tractorlichtparade niet meer door zou kunnen gaan en daarom stelt de dienst evenementen voor om de tractorlichtparade zelf te organiseren.

De dienst evenementen stelt voor om de tractorlichtparade samen met de kerstmarkt te laten doorgaan op zondag 18 december 2022 en de organisatie als volgt uit te werken.

        De tractorlichtparade start om 17 uur op de Dorpstraat ter hoogte van de Kerkstraat. De tractors staan in slinger langs de Dorpstraat ter hoogte van de Kerkstraat, Fr. Dottermansstraat, Gemeenteplein, Het Blok, parking naast de krantenwinkel, Weygenstraat, Nieuwstraat.

        De tractors komen toe vanaf 15.30 uur in de Weygenstraat en melden zich aan ter hoogte van de parking van de Belfius. Vervolgens rijdt de eerste naar het vertrekpunt en de anderen sluiten aan.

        Onder begeleiding van de politie start de tractorparade rond 17 uur. De traject loopt als volgt:

        Vertrek Dorpstraat ter hoogte van de Kerkstraat richting Leefdaal tot aan Het Bies

        Het Bies tot aan de Tervuursesteenweg

        Tervuursesteenweg tot aan het Hammeveld

        Via de W. Woutersstraat naar de Kruisstraat tot aan de Coigesteenweg

        Via de Coigesteenweg naar de Grensstraat

        De Diepestraat tot aan de Kruisstraat

        Via de Kruisstraat terug naar de Tervuursteenweg.

        Voordat we de Tervuursesteenweg over rijden wachten we tot alle tractors  aangesloten zijn

        De Tervuursesteenweg oversteken naar de Mezenstraat

        De Dorpstraat oversteken naar de Vlieguit

        Via de Irislaan naar de Veldbloemlaan en zo naar de Zonnebloemlaan tot aan de Neerijse Steenweg

        De Neerijse Steenweg tot aan de Dorpstraat

        De Dorpstraat tot aan de Delle

        Aan het einde van de Delle wachten tot alle tractors aangesloten zijn

        De Blokkenstraat tot aan de Nijvelsebaan

        Via de Nijvelsebaan naar de Korbeekse Kerkstraat

        De Korbeekse Kerkstraat tot aan de Nijvelsbaan

        Via de Nijvelsebaan opnieuw naar de Blokkenstraat

        De Blokkenstraat tot aan de Slangenpoel.

        Ter hoogte van de Slangenpoel wachten we tot alle tractors aangesloten zijn

        De Dorpstraat tot aan de Gloriantlaan

        Gloriantlaan tot aan de Corbielaan

        Via de Corbielaan over de Groenendaal naar de Egenhovenstraat

        Egenhovenstraat tot aan de inrit naar WZC Sint-Bernardus (tegenover huis nummer 7)

        Over het domein van WZC Sint-Bernardus naar de Paardenstraat

        De Paardenstraat tot aan de Egenhovenstraat

        Egenhovenstraat via het rond punt naar de Ferd. Vanlaerstraat

        Ferd. Vanlaerstraat naar de Jozef Ginisstraat

        Jozef Ginisstraat tot aan de Tervuursesteenweg

        Voordat we de Tervuursesteenweg over steken wachten we tot alle tractors aangesloten zijn

        Over de Tervuursesteenweg naar de Gebr. Jourandstraat

        Gebr. Jourandstraat tot aan de Oude Baan

        Oude Baan tot aan de Bosstraat

        Bosstraat tot aan de Tervuursesteenweg

        Vanaf hier kunnen de tractors kiezen om naar huis te rijden of via de Fr. Dottermansstraat naar het gemeenteplein rijden waar ze kunnen parkeren.

        Het Gemeenteplein zal bewaakt worden door vrijwilligers zodat de bestuurders van de tractors hun tractor kunnen achterlaten om iets te gaan drinken.

        Tijdens de parade zullen de toeschouwers online kunnen kiezen voor de mooiste tractor. Bij aankomst op het Gemeenteplein zal de mooiste tractor een geschenkmand krijgen. Ook de 2de en de 3de zullen een attentie overhandigd krijgen.

        In Info Bertem en op de website komt een oproep naar deelnemers. Deelnemers moeten zich inschrijven via de website. Bij inschrijving wordt een waarborg van 15 euro gevraagd. Als de deelnemer effectief aanwezig is krijgt hij 10 euro en drankbonnetjes ter waarde van 5 euro terug.

        Op het parcours worden op volgende plaatsen drank- en eetstandjes geplaatst.

        Dorpstraat aan FDK

        Garage Wauters

        De Knepper

        Dorpsplein

        Schoolberg

        Egenhovenstraat rond punt

        Nieuwstraat

        Deze standjes worden in de eerste plaats uitgebaat door de Bertemse verenigingen en in de tweede plaats door bewoners die de opbrengst schenken aan een goed doel. In Info Bertem zal hiervoor een oproep gebeuren. De dienst evenementen verdeelt de plaatsen en brengt het in kaart voor de inwoners. De standhouders zorgen zelf voor het nodige materiaal om de stand op te bouwen.

        Iedere stand zorgt voor 5 seingevers. Om aan voldoende seingevers te komen wordt er ook een oproep geplaatst in Info Bertem. We proberen bewoners in hun eigen buurt te plaatsen zodat ze zich niet ver hoeven te verplaatsen en toch samen met familie en vrienden naar de parade kunnen kijken.

        Voor de parade rijdt er een wagen die het seingeversmateriaal overhandigd aan de seingevers en na de parade rijdt er een wagen die het materiaal terug ophaalt bij de seingevers. Dit materiaal wordt een aantal keer terug naar de eerste wagen gebracht zodat er steeds seingeversmateriaal voor handen is.

        Net zoals vorig jaar wensen de arbeiders mee te doen met een tractor en aanhanger van de gemeente. Ze zullen de tractor en aanhanger versieren buiten de uren. De tractor met aanhanger van de gemeente rijdt als laatste in de parade. Op de aanhanger zal de kerstman staan en op een veilige manier snoepjes gooien naar de kinderen.

        Doordat de mensen van het kersmarktcomité en de sociale kerstmarkt niet meer helpen bij de organisatie van de parade zal er een grotere personeelsinzet nodig zijn dan vorig jaar. De personeelsinzet wordt later geagendeerd.

        In Info Bertem en op de website komt een oproep aan bewoners die op het traject wonen om hun huis en tuin te verlichten tijdens de tractorkerstparade.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel 

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

643708 0710-00

€ 10 000

€ 4431,95

€ 3000

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om op zondag 18 december 2022 een tractorkerstparade te organiseren en gaat akkoord met het voorstel.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

PERSONEELSFEEST

 

Voorgeschiedenis

        Bespreking op 22 augustus 2022 over de organisatie van een nieuwjaarsreceptie.

 

Feiten en context

        Het is al sinds 2019 geleden dat er nog een personeelsfeest is geweest. Daardoor stelt de werkgroep personeelsacitiviteiten voor om de nieuwjaarsreceptie zoals eerder voorgesteld om te vormen naar een personeelsfeest.

        De voorgestelde datum, 20 januari 2023 blijft behouden.

        De nieuwjaarsreceptie zou doorgaan in de Vlieg-In. Doordat deze de avond zelf opgekuist moet worden stellen we voor om het personeelsfeest te laten doorgaan in De Cerkel. Deze is het hele weekend vrij waardoor de opruim kan gebeuren op zaterdag. De kostprijs van De Cerkel inclusief keuken is 350 euro.

 

Juridische gronden

        Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

        De nieuwjaarsreceptie zou doorgaan in de Vlieg-In. Doordat deze de avond zelf opgekuist moet worden stellen we voor om het personeelsfeest te laten doorgaan in De Cerkel. Deze is het hele weekend vrij waardoor de opruim kan gebeuren op zaterdag. De kostprijs van De Cerkel inclusief keuken is 350 euro.

Voorstel personeelsfeest:

        Uitnodigen: gemeentepersoneel, schoolpersoneel, gepensioneerden, politie, mandatarissen. Iedere genodigde kan zijn partner meebrengen mits betaling van 30 euro. Het is verplicht om op voorhand in te schrijven via de website of via de dienst evenementen. De 30 euro voor de partner moet betaald worden bij inschrijving.

        Het personeelsfeest start met een receptie van 17.30 tot 18.30 uur. Er wordt cava en fruitsap geschonken. Op de tafels (incl. praattafels) staan een aantal zoutjes.

        Om 18.30 uur verwelkomen de burgemeester en de algemeen directeur de aanwezigen en vragen om aan tafel te gaan.

        Om 19 uur wordt het landenbuffet geopend. Verspreid in de zaal worden er verschillende standjes geplaatst met telkens een ander land als thema. De aanwezigen schuiven aan waar ze willen en zoveel als ze willen bij:

        Stand 1: België

        tomatensoep VEGI en balletjes apart

        stoofvlees met friet en mayonaise

        Stand 2: Spanje

        een aantal tapas

        Stand 3: Frankrijk

        ajuinsoep met gemalen kaas en stokbrood VEGI

        Franse kazen met stokbrood VEGI

        Stand 4: Mexico

        nacho's met dips en chilli VEGI

        Stand 5: America

        hamburgers

        vegiburgers VEGI

        Stand 6: China

        nasi goring met vlees

        nasi goring zonder vlees VEGI

        Stand 7: Italië

        spaghetti bolognaise

        veggi pasta VEGI

        Na het landenbuffet kan er aangeschoven worden aan het dessertenbuffet.

        Om de kosten voor het personeelsfeest zo laag mogelijk te houden zal het eten bereid worden door de leden van de werkgroep personeelsactiviteiten (Katleen Vermaelen, Annelies Vansantvoet, Niels Boutsen, Sarah Tacquet en Jelly Van Noppen) aangevuld met Stef Van Laer en Marleen Vanophem.

        De bediening zal eveneens gebeuren door de bovenvermelde collega's aangevuld met vrijwilligers en studenten.

        De zaal wordt klaargezet door de collegeleden.

        Van 22 uur tot 2 uur wordt er een DJ voorzien voor het dansfeest.

        De opkuis van de zaal zal zaterdag gebeuren. De leden van de werkgroep zullen samen met de collegeleden de zaal opruimen en kuisen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel 

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

643700 0119-02

  10 000

  10 000

€ 7 000

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om op 20 januari 2023 een personeelsfeest te organiseren  en gaat akkoord met het voorstel van de werkgroep personeelsactiviteiten.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN EVELYNE JANSSENS EN KJELL VAN LAER VOOR INPLANTEN VAN EEN TUINHUIS IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 699, SECTIE B NR 107G.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend:

        Op 28 december 2020 werd een vergunning verleend aan Evelyne Janssens en Kjell Van Laer voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 699, sectie B nr 107g (intern nr 2022.105)

        Op 07 juli 2022 hebben Evelyne Janssens en Kjell Van Laer,wonende te Dorpstraat 699, 3061 Leefdaal,een aanvraag ingediend voor de plaatsing van een tuinhuis in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 699, sectie B nr 107g.

        Op 14 juli 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

        De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 27 maart 2015, nr. T874-2-2015.7.

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag wijkt af van de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften wat de oppervlakte van de tuinberging betreft. Volgens de voorschriften bedraagt de maximale oppervlakte van de tuinberging 10m² met een maximale hoogte van 3 m en dient deze ingeplant te worden in de tuinzone op 1 m van de perceelsgrens of op de perceelsgrens mits akkoord van de aanpalende en mits de mogelijkheid dat de aanpalende kan tegen bouwen. De tuinberging wordt opgetrokken in hout of in hetzelfde materiaal als het hoofdgebouw.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

        De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter en links achteraan in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

        De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat. De Dorpstraat doorkruist de gemeente van Oost naar West in de omgeving van de Voer en is in deze zone bebouwd met woningen en bijgebouwen in verschillende verschijningsvormen. Deze bebouwing sluit eerder aan bij de buurgemeente Tervuren/Vossem.

 Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

        Het voorstel omvat de plaatsing van een tuinberging met een oppervlakte van 32,76 m² en een hoogte van 2.67 m onder plat dak met infiltratie op eigen terrein. De berging wordt ingeplant ter rechterzijde van de woning op 3,37 m (dichtste punt) van de schuin aflopende perceelsgrens en op 97 cm van de bestaande open gracht. De berging wordt afgewerkt in hout en aluminium.

        Watertoets

        De dienst waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant heeft laten weten geen advies uit te brengen op de gemeentelijke adviesvraag van 2 augustus 2022.

        Het voorliggende project heeft slechts beperkte invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

        Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliserengebied.

 

Juridische gronden

        Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

        Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

        Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

        De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

        Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

        Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

        Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

        Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

        De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

        Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

        De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

        Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

        Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

        Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

        Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 24 juli 2022 tot 22 augustus 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen bezwaren ingediend.

        Externe adviezen

1. Er werd op 14 juli 2022 advies gevraagd aan Fluxys.

De adviesinstantie Fluxys heeft op 27 juli 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht, namelijk:

Fluxys Belgium bezit twee hoge druk aardgasvervoersinstallaties in de betrokken perceel van de aanvraag.

Volgens de ontwerpplannen is het bouwwerk voorzien op meer dan 5 meter van de Fluxysleidingen.

Ten allen tijden dienen zowel de specifieke voorwaarden en veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd in het kader van de aanvraag.

Specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven in het kader van deze aanvraag:

Naast de wettelijke erfdienstbaarheidsregels en de algemene voorschriften en veiligheidsmaatregelen dienen onderstaande veiligheidsvoorschriften gerespecteerd te worden:

        Elke ontwerper/bouwheer/aannemer moet ons minstens 15 werkdagen voor de start van de werken contacteren zodat wij hem tijdig de recentste plannen van onze installaties en onze veiligheidsvoorschriften kunnen bezorgen. Voor werken op het Vlaams grondgebied moet de ontwerper deze melding uitvoeren via http://klip.vlaanderen.be. Voor werken die zich situeren op het Waals grondgebied of dat van het Brussel Hoofdstedelijk gewest moet deze melding worden uitgevoerd via www.klim-cicc.be. De werken mogen niet starten voordat de ontwerper ons antwoord op de melding heeft ontvangen en op de werf de nodige afspraken heeft gemaakt met onze lokale vertegenwoordigers.

        Er dient een veiligheidsafsluiting geplaatst te worden, dit parallel aan en op minstens 5 meter afstand van de Fluxysleiding als scheiding tussen de werkzone en de Fluxysleiding.

        Alle constructies/gebouwen (inclusief kelders, ondergrondse funderingen, luifels, overkappingen, (dak)oversteken, balkons, zwembaden, portieken, speelruimtes met kinderhutten, chalets, tuinhuizen,…) zijn verboden binnen de zone van 5 m aan weerszijden van de as van de Fluxysleidingen. De minimum tussenafstand van 5 meter dient op het terrein bevestigd te worden door het graven van proefsleuven naar de Fluxysleiding door de aannemer én in aanwezigheid van een Fluxysafgevaardigde, geruime tijd vóór aanvang van de werkzaamheden.

        De bestaande dekking boven de Fluxysleiding mag in geen geval verminderd worden.

        Het opstellen van hefwerktuigen binnen de 15 m aan weerszijden van de Fluxysleiding, evenals het hijsen van lasten over deze zone, is verboden zonder schriftelijk akkoord van onze onderneming.

        De opslag van goederen/materialen is niet toegestaan binnen de zone van 5 m van de Fluxysleiding, tenzij na het bekomen van een schriftelijke toestemming van onze onderneming.

        Bij de plaatsing van palen en/of profielen met een maximum diepte van 80 cm (zoals omheiningspalen, verlichtingspalen, vangrails, verkeersborden, …) mag de afstand tussen het ondergrondse deel van de paal, inclusief fundering en de Fluxysleiding niet kleiner zijn dan de lengte van het ondergrondse deel van de paal, inclusief fundering, met een minimum van 1 meter. Voor palen en/of profielen die dieper dan 80 cm worden geplaatst, zijn, afhankelijk van de uitvoeringsmethode, specifieke veiligheidsmaatregelen te respecteren. Alle werken op minder dan 1 m aan weerszijden van de Fluxysleiding dienen manueel uitgevoerd te worden. De toegang tot de Fluxysleiding dient ten allen tijde gewaarborgd te blijven zodat onze afgevaardigden toezicht kunnen uitoefenen op deze leiding.

        Alle bomen en struiken zijn verboden indien hun centrale as zich op minder dan 3 m, gemeten aan weerskanten van de as van de Fluxysleiding, bevindt, met uitzondering van deze vermeld op de lijst van toegelaten planten. Opmerking/toelichting: de toegelaten bomen en struiken uit deze lijst mogen evenwel niet hoger worden dan 2,5 meter en mogen een stamdiameter van 10 cm op een hoogte van 1,5 meter niet overschrijden.

        De stabiliteit van de ondergrond waarin onze aardgasvervoerinstallaties gelegen zijn, dient zowel tijdens de uitvoering van de werken als na de uitvoering ervan verzekerd te blijven.

        Wij vragen u om voor iedere nieuwe installatie die parallel en/of kruisend met de Fluxysleiding aangelegd wordt, een tussenafstand te respecteren die minstens gelijk is aan de aanbevolen afstand in het document “Algemene voorschriften na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de leidingen van Fluxys Belgium NV, (PIST-EXTR-DO-06.01.00.01)" als bijlage. Iedere afwijking op deze regel dient voor de start van de werken schriftelijk bij onze onderneming aangevraagd te worden.

        Zwaar werfverkeer boven de Fluxysleiding is absoluut verboden. Voor ander werfverkeer plaatst men, om spoorvorming te vermijden, een bescherming boven de Fluxysleiding bestaande uit stalen of houten rijplaten die dwars op de Fluxysleiding komen te liggen. Ook prefab betonplaten (zoals Stelcondals of Eurodals) kunnen fungeren als bescherming.

Algemene voorschriften en veiligheidsmaatregelen na te leven bij werken uitgevoerd in de nabijheid van de infrastructuur van Fluxys Belgium NV:

        De infrastructuur van Fluxys Belgium NV is bestemd voor het vervoer van aardgas onder hoge druk. Uiterste voorzichtigheid is geboden bij de uitvoering van werken in de omgeving om de veiligheid van zowel personen als goederen te waarborgen.

        Artikel 11 van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen verbiedt elke daad die de vervoerinstallaties of de exploitatie ervan zou kunnen schaden.

        Onderstaande voorschriften doen geen afbreuk aan de wettelijke voorschriften die de bouwheer, de ontwerper en de aannemer moeten naleven, zoals bepaald in: het K.B. van 19 maart 2017 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen inzake de oprichting en de exploi­tatie van installaties voor vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, met o.a. de invoering van het begrip “voorbehouden zone”, het K.B. van 21 september 1988 betreffende de voorschriften en de verplichtingen van raadpleging en infor­matie bij het uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties bij het vervoer van gasachtige en andere producten door middel van leidingen, waarin onder meer het begrip “beschermde zone” wordt bepaald.

Algemene bepalingen:

        Vanaf de ontwerpfase is de bouwheer, of in zijn naam de ontwerper, die werken plant binnen de 15 m aan weers­zijden van de leidingen (= de “beschermde zone”) wettelijk verplicht onmiddellijk en ten minste 15 werkdagen vóór de aanvang van de werken Fluxys Belgium NV schriftelijk te informeren over de plaats en de aard van de geplande werken. Daarenboven deelt ook de (onder)aannemer ten minste 15 werkdagen vóór de aanvang van de werken aan Fluxys Belgium NV de aard en de plaats van de geplande werken mee.

        Schriftelijk: Fluxys Belgium NV, Kunstlaan 31,1040 Brussel, infoworks@fluxys.com

        Via internet: https://klip.vlaanderen.be

In deze melding dient het eventueel uitvoeren van volgende werkzaamheden te worden opgenomen (niet limitatieve lijst):

        oprichten van gebouwen en/of andere bouwwerken (inclusief gesloten lokalen, tuinhuisjes, carports, tenten, loodsen, zwembaden, zonnepanelen, kelders, ondergrondse funderingen, luifels, overkappingen, (dak)oversteken, balkons, …),

        afbreken van gebouwen,

        boringen, persingen, gestuurde boringen,

        trillen, heien, boren of trekken van palen en damplanken,

        draineringswerken,

        wijzigingen van het maaiveldpeil (ophogingen, afgravingen, graven of ruimen van grachten, …),

        uitvoeren van grondbewerkingen voor land- en tuinbouw dieper dan 50 centimeter onder het maaiveld,

        plaatsen van omheiningen, (weide)palen, masten, hagelnetten,...

        stapelen van materiaal of oogst,

        planten en rooien van bomen,

        verkeer van zwaar rollend materieel boven de leiding,

        enzovoort ...

De aanvrager zal eveneens de referenties van de contactpersonen en van de veiligheidscoördinator doorgeven.

De ontwerper houdt in zijn ontwerp rekening met alle veiligheidsmaatregelen om de impact op de leidingen van Fluxys Belgium NV minimaal te houden.

        De (onder)aannemer is verplicht vóór de aanvang van de werken de grenzen van de werkzone te bepalen, en daarbinnen de ligging van de leidingen te laten aanduiden door een afgevaardigde van het regionale exploitatie­centrum van Fluxys Belgium NV. Hij maakt daartoe minstens drie (3) werkdagen vóór aanvang van de werken telefonisch een afspraak met ons regionaal exploitatiecentrum op: Zone Centrum 02 282 71 81.

        De plannen of liggingsgegevens van de leidingen worden steeds ter informatie overgemaakt en zijn slechts een middel om de situering ervan te vergemakkelijken. De werken mogen slechts starten nadat door de aannemer de ligging van de leidingen en hun toebehoren in het bijzijn van voormelde afgevaardigde bepaald werd, door middel van een voldoende aantal proefsleuven. Hierbij wordt erop gewezen dat een telemetingskabel principieel het tracé van de leiding volgt maar niet noodzakelijk strikt parallel met de leiding ligt. Deze kabel ligt meestal minder diep dan de leiding. Het uitvoeren van proefsleuven gebeurt conform §10.

Bijkomende bepalingen:

Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van voormelde algemene bepalingen dient het betrokken regionale exploitatiecentrum van Fluxys Belgium NV eveneens telkens telefonisch te worden gecontacteerd: vóór de aanvang van alle werkzaamheden (waaronder horizontaal gestuurde boringen, persingen, sonde­ringen, plaatsen van bronbemalingsfilters, enz.) in de nabijheid van de leidingen, nadat deze gelokaliseerd werden conform bovenstaande § 6, vóór elke wijziging van het werkprogramma (timing, uitvoeringsmethode, aard van de werken, de werkzone, …).

        Eveneens zonder afbreuk te doen aan voormelde bepalingen zijn alle activiteiten verboden die schade kunnen toebrengen aan de installaties of de stabiliteit van de ondergrond in gevaar kunnen brengen, bijvoorbeeld:

        diepwortelende bomen of struiken planten of weghalen,

        graafwerken,

        drainagewerken,

        diepwoelen, diepspitten,

        serres, stallen, dierenhokken, tuinhuizen of hangars bouwen,

        palen plaatsen voor hagelnetten,

        grachten reinigen of uitdiepen,

        meer dan 2 ton/m² stapelen,

        ankergaten boren voor beplanting, omheining, brievenbus of speeltuigen,

        carports of garageboxen plaatsen,

        mechanisch aandammen, een pneumatische hamer gebruiken,

        zwaar rollend materieel zonder door Fluxys Belgium goedgekeurde mechanische bescherming …

Enkele land- en tuinbouwactiviteiten zijn uitzonderlijk toegestaan, zoals de uitvoering van grondbewerkingen tot maximaal 0,5 m diep (vb. oogsten, eggen, spitfrezen, rooien, maaien, inzaaien, ploegen, tijdelijke geulen maken of schoffelen) en de tijdelijke opslag van materiaal of landbouwgewassen tot maximaal 2 ton/m².

        De nodige veiligheidsafstanden moeten worden nageleefd tussen de dichtstbijgelegen beschrijvende lijnen van de ondergrondse leidingen en kabels, respectievelijk deze van Fluxys Belgium NV en van de aanvrager.

        Op minder dan 1 meter van een Fluxys-leiding mag niet met een machine worden gegraven: in die zone moet alles met spade of schop worden uitgegraven. In uitzonderlijke gevallen mag van die regel afgeweken worden, maar alleen als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:

        de werfleider heeft een document ondertekend, opgemaakt door een Fluxys-patrouilleur, waarin expliciet voor de betrokken werken toestemming wordt gegeven om een bepaalde machine te gebruiken op minder dan 1 meter van een leiding,

        een Fluxys-patrouilleur moet bij de graafwerken aanwezig zijn,

        er wordt enkel gebruik gemaakt van een machine met een bak zonder tanden,

        de veiligheidsafstanden die de Fluxys-patrouilleur aangeeft, worden nageleefd,

        er staat een grondwerker in de put die de graafwerken begeleidt en die telkens met spade of schop voorgraaft voordat u een volgende laag afschraapt,

        op aangeven van de Fluxys-patrouilleur wordt er gestopt met machinaal graven.

        De leidingen worden beschermd door middel van een systeem van kathodische bescherming. Enerzijds dienen dus de nodige maatregelen te worden getroffen om dit beschermingssysteem niet te beschadigen. Anderzijds, wanneer metalen structuren in de nabijheid van de leidingen moeten worden aangebracht, dient contact te worden opgenomen met de dienst “Kathodische Bescherming” van Fluxys Belgium NV (02 282 75 06), om in gemeenschappelijk overleg de te nemen beschermingsmaatregelen te bepalen.

        Beschadigingen die tijdens de werken werden berokkend aan de infrastructuur dienen onmiddellijk aan het regionaal exploitatiecentrum te worden gemeld (zie § 5). Als lichte beschadigingen aan de bekleding correct worden gemeld, komt een Fluxys-patrouilleur gratis ter plaatse en worden herstellingen kosteloos uitgevoerd.

        Indien de werken niet vooraf werden gemeld (zie § 4 t.e.m. 6), zullen de door Fluxys Belgium NV uitgevoerde controlewerkzaamheden aan de aannemer worden aangerekend, ongeacht de vergoeding voor elke andere schade.

        Bij het aanvullen van sleuven en werkputten dient rond de leidingen een laag van 30 cm te worden aangebracht, bestaande uit zuiver zand of losse aarde, vrij van harde voorwerpen.

        Over de volledige lengte van de leidingen van Fluxys Belgium NV, vrijgemaakt gedurende de werken, dient de aannemer tijdens de aanvulling een waarschuwingsnet en –lint aan te brengen, op ongeveer 30 cm boven deze installaties. Het waarschuwingslint dient bij het regionale exploitatiecentrum van Fluxys Belgium NV te worden aangevraagd.

Wat doen bij een incident?

        In geval van een beschadiging zonder aardgaslek:

        stop onmiddellijk alle werkzaamheden,

        laat de werkput open, beveilig hem,

        verwijder u onmiddellijk tot op minstens 50 m van de beschadiging en zoek daar beschutting,

        vermijd elke ontsteking nabij de beschadiging: streng rookverbod, vuurhaarden doven, motoren van voertuigen stilleggen, alle elektrische toestellen, GSM’s, enz. uitschakelen,

        bel Fluxys Belgium NV via het noodnummer 0800 90 102.

        In geval van een beschadiging met aardgaslek:

        stop onmiddellijk alle werkzaamheden,

        verwijder u onmiddellijk tot op minstens 200 m van het lek en zoek daar beschutting,

        vermijd elke ontsteking nabij het lek: streng rookverbod, vuurhaarden doven, motoren van voertuigen stilleggen, alle elektrische toestellen, GSM’s, enz. uitschakelen,

        bel de hulpdiensten op 100 of 112 en Fluxys Belgium NV via het noodnummer 0800 90 102,

        beschrijf zo precies mogelijk de plaats en de grootte van het lek,

        wacht op instructies van de hulpdiensten,

        tref alle passende maatregelen om de veiligheid van zowel personen als goederen te waarborgen.

Wettelijke erfdienstbaarheden:

De installaties van Fluxys Belgium vallen onder de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en de bijhorende uitvoeringsbesluiten. Artikel 11 van deze wet verbiedt specifiek elke daad die de aardgasvervoerinstallaties of de exploitatie ervan kan schaden. Daarom nemen de bouwheer, zijn gemachtigde en de aannemer alle nodige voorzorgsmaatregelen om beschadigingen aan haar installaties te vermijden. Daarenboven voorziet dit artikel dat de gedeeltelijke bezetting van het openbaar of privaat domein door de Fluxysinstallaties moet worden geëerbiedigd en dat zij generlei bezitsberoving met zich meebrengt, maar dat zij een wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut vormt.

Onze onderneming dient op ieder moment toegang tot haar installaties te hebben. Indien de eigenaar en/of gebruiker een afsluiting wil plaatsen, zal op voorhand een specifieke toegangsconventie met Fluxys Belgium afgesloten worden.

Uit deze wettelijke erfdienstbaarheid vloeit voort dat, binnen een strook, die zich over de ganse lengte van de installaties uitstrekt, u volgende bijzondere bepalingen in acht neemt:

        Activiteiten die in de nabijheid van onze installaties niet zijn toegelaten (KB 19/03/2017)

Artikel 15 van het koninklijk besluit van 19 maart 2017 schrijft een voorbehouden zone voor van 10 meter, namelijk 5 meter aan weerszijden van de as van de aardgastransportinstallaties, waarin alle werkzaamheden verboden zijn, evenals:

        de aanwezigheid van gebouwen, gesloten lokalen, tuinhuisjes, carports, tenten;

        het opstapelen van goederen of materiaal;

        het wijzigen van het reliëf van de bodem (bv. het graven van grachten, ophogingen, graafwerken);

        alle werken die de stabiliteit van de (onder)grond rond de vervoerinstallaties in het gedrang kunnen brengen, zoals graafwerken en grondwerken;

        het uitvoeren van grondbewerkingen voor land- en tuinbouw dieper dan 50 centimeter onder het maaiveld;

        het plaatsen van palen (afsluitingen, weidepalen, palen voor hagelnetten, … ).

Daarenboven zijn boringen (horizontale, verticale, monsternames, penetrometers, peilbuizen, plaatproeven, etc.) en persingen verboden op minder dan 15 meter van de Fluxysinstallaties tenzij u een voorafgaand schriftelijk akkoord heeft verkregen van onze onderneming.

Tenslotte is de aanwezigheid van bomen en struiken, andere dan deze vermeld op de “lijst van toegelaten bomen en struiken in de voorbehouden zone in de nabijheid van een leiding” (terug te vinden via www.fluxys.com), verboden in een zone van 6 meter, namelijk 3 meter aan weerszijden van de as van de aardgastransportinstallaties.

Wettelijke meldingsplicht (KB 21/9/1988):

In een zone van dertig (30) meter, namelijk vijftien (15) meter aan weerszijden van de Fluxysinstallaties (= beschermde zone):

        wordt elk ontwerp minstens (15) werkdagen vóór de start van de werken aan Fluxys Belgium voorgelegd om de te respecteren veiligheidsvoorschriften vóór en/of tijdens de uitvoering van de werken vast te leggen;

        is deze procedure verplicht voor de bouwheer of zijn studiebureau/architect en voor de aannemers en de onderaannemers die de werken uitvoeren.

        De melding gebeurt via:

        brief aan Fluxys Belgium – c/o Infoworks, Kunstlaan 31, 1040 Brussel

        fax: 32 2 282 75 54

        e-mail : infoworks@fluxys.com

        bij voorkeur via de KLIP-website voor werken in Vlaanderen: https://klip.vlaanderen.be.

Belangrijke opmerking: de beschermde zone, zoals hierboven beschreven, is een minimumzone die, indien nodig, uitgebreid wordt tot de zone waar de uitvoering van de werken de integriteit van de gasvervoerinstallaties kan schaden.

        Te nemen maatregelen bij de opmaak van het ontwerp: wij vragen u om met onze aardgasvervoerinstallaties rekening te houden vanaf de opmaak van het bestek en veiligheids- en gezondheidsplan (cf. reglementering tijdelijke of mobiele bouwplaatsen). De architect, het studiebureau, de veiligheidscoördinator en de aannemer delen de aanwezigheid van aardgasvervoerinstallaties mee aan hun personeel en aan derden (onderaannemers, enz.). Wij vragen de architect of het studiebureau de aanwezigheid van aardgasvervoerinstallaties onder hoge druk in het lastenboek op te nemen en volgende opmerking of de plannen aan te brengen: « Opgelet – Aardgasleiding onder hoge druk aanwezig – Contacteer de exploitant vóór de aanvang van de werken »

        Te nemen maatregelen vóór aanvang van de werken (of een gedeelte van de werken).

        Te nemen maatregelen door de bouwheer:

Indien de bouwheer de werken, of een gedeelte van de werken laat uitvoeren door een derde, is hij, volgens het koninklijk besluit van 21 september 1988, verplicht om de onderhavige informatie en de veiligheidsvoorschriften aan de derde te bezorgen. De bouwheer kan aansprakelijk gesteld worden in geval van incident indien hij deze informatie niet doorgeeft.

Het is de plicht van de bouwheer na te gaan of de informatie zowel aan de hoofdaannemer als aan zijn eventuele onderaannemers bezorgd werd. De hoofdaannemer zorgt er op zijn beurt voor dat alle informatie die hij in zijn bezit heeft aan zijn eventuele onderaannemers bezorgd wordt.

        Te nemen maatregelen door de uitvoerder (aannemer, derde…):

        de juistheid van de informatie gekregen van de bouwheer of van het studiebureau controleren en actualiseren, rekening houdend met mogelijk nieuwe installaties die ondertussen zijn aangelegd (cf. punt B wettelijke meldingsplicht);

        minimum acht (8) werkdagen voor de aanvang van de werken per aangetekend schrijven ons het programma en de aard van de werken bezorgen, evenals de uitvoeringsmethode en de plannen;

        vóór de aanvang van de werken met ons overleggen over de te nemen maatregelen om de integriteit van de vervoerinstallaties te verzekeren;

        minstens drie (3) werkdagen op voorhand contact opnemen met onze regionale afgevaardigde op tel. 02/234.41.02 om onze installaties af te bakenen;

        de juiste plaats van de vervoerinstallaties controleren, in aanwezigheid van onze regionale afgevaardigde, door middel van een voldoende aantal met de hand uitgevoerde opzoekingsputten, dit om elke latere betwisting te vermijden.

 

2. Er werd op 2 augustus 2022 advies gevraagd aan de Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen.

De adviesinstantie dienst Waterlopen acht het niet noodzakelijk om een advies uit te brengen.

 

        Interne adviezen

De dienst Openbare Werken van de gemeente Bertem heeft de onderliggende aanvraag onderzocht met het oogpunt op de aanwezigheid van een gracht in gemeentelijk beheer doorheen het perceel. Deze gracht heeft een fundamentele rol in de afvoer van water vanuit het achterliggende plateau. Vanuit het algemeen belang van het goede onderhoud van deze gracht, beschikt de gemeente bij voorkeur over een vrije en onbebouwde ruimte van 5 m langs weerszijden van de gracht. Aangezien in het verleden reeds een woning werd vergund op het betreffende perceel op slechts 3 m afstand van de gracht, acht de gemeentelijk beheerder een afstand van 3 m tot de gracht redelijk om goed onderhoud in heden en toekomst mogelijk te maken. Iedere constructie op het perceel, dient met andere woorden een afstand van minimaal 3 m tot de gracht te bewaren.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft deels uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkavelinsvoorschriften. De aanvraag wijkt af van de oorspronkelijke verkavelingsvoorschriften wat de oppervlakte van de tuinberging betreft. Volgens de voorschriften bedraagt de maximale oppervlakte van de tuinberging 10m². In het voorgestelde project zal de oppervlakte van de tuinberging 32,76 m² bedragen. Dit is aanvaardbaar gezien de totale oppervlakte van het perceel. De tuinberging kan echter niet ingeplant worden in de bouwvrije strook opgelegd door Fluxys, noch in de bouwvrije strook van 3 m afstand vanaf de aanwezige gracht zoals opgelegd in het advies van de gemeentelijke dienst Openbare Werken.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,

        de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluxys van 27 juli 2022 moeten strikt worden nageleefd,

        de voorwaarden opgelegd in het advies van de gemeentelijke dienst Openbare Werken dienen strikt nageleefd te worden, met name dient de inplanting voorzien te worden buiten de te vrijwaren bouwvrije strook van 3 m aan de aanwezige gracht.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Evelyne Janssens en Kjell Van Laer voor de plaatsing van een tuinhuis in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 699, sectie B nr 107g onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,

        de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluxys van 27 juli 2022 moeten strikt worden nageleefd,

        de voorwaarden opgelegd in het advies van de gemeentelijke dienst Openbare Werken dienen strikt nageleefd te worden, met name dient de inplanting voorzien te worden buiten de te vrijwaren bouwvrije strook van 3 m aan weerszijden van de aanwezige gracht.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie Fluxys.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KATOO VLASSELAER EN SAMUEL VAN ROOSBROECK  VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, HAANSELBERG 10 SECTIE F NR 231E.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 14 juni 2022 hebben Katoo Vlasselaer en Samuel Van Roosbroeck, wonende te 3001 Leuven - Tervuursesteenweg 250, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 10 sectie F nr 231e.

         Op 5 juli 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 augustus 2020, nr. T874-2-2019.11 (OMV_2019152594).

Het betreft lot 5 van de verkaveling met als algemene bestemming: ééngezinswoning.

De aanvraag wijkt hiervan af wat het vloerpeil van de woning betreft.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel,

dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf

om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe

aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten,

voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor

toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven,

voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor

zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van

het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en

de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De aanvraag is gelegen langsheen de Haanselberg, een ventweg parallel aangelegd langs de Nollekensstraat voor de ontsluiting van de verkaveling van 8 loten.

Het project ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de

oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving

bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met

aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de

ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een halfopen ééngezinswoning.

De woning wordt ingeplant op 6 m van de rand van de weg en op 3 m van de rechterperceelsgrens.

De woning heeft een voorgevelbreedte van 8 m en een bouwdiepte van 12 m op zowel het gelijkvloers als de eerste verdieping.

De woning wordt afgewerkt met een plat dak.

De kroonlijsthoogte bedraagt 7 m boven de vloerpas.

Om het hoogteverschil van het perceel op te vangen wordt het bouwwerk als een splitlevel woning opgevat. Hierbij sluiten het niveau van de inkomhal en de fietsenberging aan op de voorzijde van het perceel en de keuken met eethoek op het niveau van de achterzijde van het perceel. Midden in de woning zorgt een vide voor een ruimtelijke continuïteit en een visuele relatie tussen de verschillende leefruimtes.

De masterbedroom met dressing en badkamer wordt op het zelfde niveau als de living ondergebracht aan de straatzijde, de andere slaapkamers worden aan de achterzijde voorzien boven de keuken en de eethoek.

Vooraan de woning op de oprit van 6 m worden er 2 autostaanplaatsen voorzien en in de woning is een fietsenstalling voorzien.

Achteraan de woning wordt een terras aangelegd van 27 m².

         Watertoets

Op 19 augustus 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht nl.:

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

º         bouw eengezinswoning 96 m²;

º         aanleg oprit in kiezels 36 m²;

º         aanleg terras in tegels 27 m²;

º         plaatsen buitenunit voor warmtepomp.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Deze zone bevindt zich in de voortuin van de woning.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er wordt een hemelwaterput van 5.000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 900 liter met een oppervlakte van 2,40 m². Het terras en de oprit wateren af naast de verharding op het eigen terrein.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013;

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:

Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:

º         Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.

º         Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30. Daar is in deze aanvraag aan voldaan.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 15 juli 2022 tot 13 augustus 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

Op 19 augustus 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht zie watertoets.

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 17 augustus 2020. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

Volgens de verkavelingsvoorschriften moet het vloerpeil van de woning 0,30 m boven het peil van de wegas liggen. De aanvraag wijkt hiervan af.

Er werd vastgesteld dat het bestaande grondpeil ter hoogte van de voorgevel van de woning 95 cm hoger ligt dan het peil van de wegas.

In de verkavelingsvoorschriften staat dat er zoveel als mogelijk moet worden uitgegaan van het bestaande reliëf en de aanwezige plantengroei.

Indien het vloerpeil op 30 cm boven de as van de weg zou voorzien worden , dan zou het reliëf en het profiel van het perceel sterk moeten aangepast worden, daar dit 60 cm lager zou voorzien worden als het bestaande grondpeil.

De aanvrager wil zo weinig mogelijk wijziging aan het bestaande reliëf aanbrengen en vraagt een afwijking van 30 cm naar 110 cm aan. Op deze manier komt het vloerpeil van het gelijkvloers 15 cm hoger te liggen dan het bestaande grondpeil ter hoogte van de voorgevel.

In functie van het opvangen van het niveauverschil tussen het grondpeil ter hoogte van de voorgevel en ter hoogte van de achtergevel ( ook een verschil van +/-90 cm) wordt de woning als een splitlevel woning geconcipieerd.

Deze afwijking is stedenbouwkundig verantwoord.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 19 augustus 2022 moeten strikt worden nageleefd

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Katoo Vlasselaer en Samuel Van Roosbroeck voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 10 sectie F nr 231e onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 19 augustus 2022 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KATRIEN PHILIPS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, HAANSELBERG 4 SECTIE F NR 231B.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 6 juli 2022 heeft Katrien Philips, wonende te 3001 Leuven - Sint-Jansbergsesteenweg 9 bus203, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 4 sectie F nr 231b.

         Op 7 juli 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 augustus 2020, nr. T874-2-2019.11 (OMV_2019152594).

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: ééngezinswoning.

De aanvraag wijkt hiervan af wat het vloerpeil van de woning betreft.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel,

dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf

om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe

aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten,

voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor

toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven,

voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor

zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van

het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en

de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De aanvraag is gelegen langsheen de Haanselberg, een ventweg parallel aangelegd langs de Nollekensstraat voor de ontsluiting van de verkaveling van 8 loten.

Het project ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de

oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving

bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met

aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de

ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een open ééngezinswoning.

De woning staat ingeplant op 6 m van de rand van de weg, tussen 3 m en 3,25 m van de linkerperceelsgrens en op 7,96 m van de rechterperceelsgrens.

De woning heeft een voorgevelbreedte van 12 m en een bouwdiepte van 9 m op zowel het kelderverdiep, het gelijkvloers als de eerste verdiepeing.

De woning wordt afgewerkt met een plat dak.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,62 gemeten vanaf de vloerpas van de woning.

In de voortuinstrook wordt een oprit uit waterdoorlatende materialen voor 2 autostaanplaatsen en ingang naar de voordeur voorzien. In de inpandige garage is er voldoende ruimte voor het stallen van fietsen.

Deels in de rechter zijtuin en deels in de achtertuin wordt een terras aangelegd van 49,18 m².

Het niveauverschil tussen de voortuin en achtertuin wordt deels opgenomen in de woning. De vloerpas van de keuken en eetruimte ligt 18 cm hoger dan de inkom zodat deze beter aansluiten met het terras op het niveau van de achtertuin.

De woning wordt afgewerkt in lichtbruine/beige gevelsteen met zwart aluminium buitenschrijnwerk.

         Watertoets

Op 19 augustus 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht nl.:

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

º         de bouw van een woning 109 m²;

º         aanleg terras van 49,18 m²;

º         aanleg oprit en toegangspad 46,03 m².

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Het betreft een kleine zone vooraan links op het perceel.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er wordt een hemelwaterput van 8.000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 3.000 liter met een oppervlakte van 6,44 m². De oprit en het toegangspad worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. Het terras wordt voorzien van brede voegen en is meegenomen in de berekening van de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013;

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:

Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:

º         Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.

º         Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 17 juli 2022 tot 15 augustus 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

Op 19 augustus 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht zie watertoets.

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 17 augustus 2020. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

Volgens de verkavelingsvoorschriften moet het vloerpeil van de woning 0,30 m boven het peil van de wegas liggen. De aanvraag wijkt hiervan af.

Er wordt een afwijking gevraagd om het vloerpeil van de woning op 0,60 m boven het peil van de wegas te nemen. Hierdoor volgt de woning beter het terreinprofiel zodat terreinaanpassingen vermeden kunnen worden. Bovendien sluit de woning op deze manier beter aan op de achtertuinstrook.

Deze afwijking is om bovenvermelde redenen verantwoord.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 19 augustus 2022 moeten strikt worden nageleefd

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Katrien Philips voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 4 sectie F nr 231b onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen, van 19 augustus 2022 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN BRUNO HANON VOOR BOUWEN VAN EEN WONING MET TUINBERGING IN 3060 BERTEM, VEEWEIDE 1, AFDELING 2, SECTIE B, NR 193V.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

        Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

        Op 25 mei 2010 heeft het college van burgemeester en schepenen een verkavelingsvergunning geweigerd (intern kenmerk: 2009.16).

        Op 18 oktober 2010 heeft het college van burgemeester en schepenen een verkavelingsvergunning afgeleverd (intern kenmerk: 2010.6).

        Op 12 december 2011 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een woning geweigerd (intern kenmerk: 2011.96).

        Op 12 november 2014 heeft het college van burgemeester en schepenen een verkavelingsvergunning afgeleverd. Deze werd vervolgens door de bestendige deputatie op 12 februari 2015 geweigerd (intern kenmerk: 2014.4).

        Op 24 januari 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen een weigering afgeleverd voor de bouw van een koppelwoning als zorgvoorziening. Deze werd opnieuw geweigerd door de bestendige deputatie op 16 mei 2019 (intern kenmerk: 2018.90).

        Op 15 juni 2020 heeft het college van burgemeester en schepen een weigering afgeleverd voor de bouw van een woning met zorgwoning. Deze aanvraag werd opnieuw geweigerd door de bestendige deputatie op 22 oktober 2020 (intern kenmerk: 2020.20).

        Op 8 maart 2021 heeft het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunnign afgeleverd voor het bouwen van een eengezinswoning (intern kenmerk: 2020.160).

        Op 28 juli 2022 heeft Bruno Hanon,wonende te Boomkwekerijlaan 30 te 1640 Sint-Genesius-Rode,een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning met tuinberging op het adres Veeweide 1 te 3060 Korbeek-Dijle.

        Op 9 augustus 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

        De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 18 oktober 20110, nr. T874-2-2010.6.

Het betreft lot 1 (oppervlakte is 6a46ca; ca. 18 m breed en +30 m diep) van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning. Complementaire nevenfuncties tot 100 m2 zijn toegestaan. De volgende verkavelingsvoorschriften zijn van toepassing:

        inplanting: De woning moet minimaal op 10 m uit de as van de voorliggende weg worden ingepland. De voorgevel mag maximaal 13,6 m breed zijn en de gelijkvloers mag maximaal 12 m diep zijn (dus ook op de verdieping). Tenslotte moet de woning minimaal op 3 m afstand van zowel de linker als de rechter perceelsgrens worden geplaatst.

        gabarit: kroonlijsthoogte moet minimaal 3,4 m zijn en mag maximaal 6,4 m gemeten vanaf de voorliggende straatpas zijn. Vloerpeil tussen de 15 en 30 cm boven de as van de voorliggende weg. Zowel platte daken als daken onder een maximale helling van 40 graden zijn toegestaan.

        bijgebouwen: 1 tuinhuis van maximaal 10 m2 op minimaal 2 m van de perceelsgrens en maximaal 3 m hoog.

        verhardingen: alle verhardingen dienen waterdoorlatend met een brede voeg te worden uitgerust. Enkel het terras mag niet waterdoorlatend zijn (max. 50 m2) mits afwaterend naar de tuin.

        afsluitingen: tuinafscheiding op de perceelsgrenzen tot maximaal 2 m hoog.

De aanvraag wijkt af van de oorspronkelijk verkavelingsvoorschriften voor wat betreft de maximale bouwzone die aangeduid werd op het verkavelingsplan. De woning met luifel blijft op minimum 3 m gelegen van de linkse perceelsgrens, maar de voorgevelbreedte zal 14,45 m bedragen i.p.v. 13,6 m.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

        De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landschappelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

        De bouwplaats is gelegen langsheen de Veeweide, een gemeenteweg voldoende uitgerust volgens artikel 4.3.5 van de VCRO. De Veeweide takt aan op de Nijvelsebaan en dringt zuidelijk diep in de Dijlevallei. De aanvraag is gelegen in een woonstraat met woningen in verschillende verschijningsvormen omgeven door het open gebied met een hoge natuurwaarde en ten noorden het vrij ongeschonden kouterlandschap van het Plateau van Duisburg.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

        Het voorstel omvat het bouwen van een bescheiden vrijstaande eengezinswoning. De woning staat ingeplant op 10 m uit de as van de weg, op 3 m van de rechter perceelsgrens en op 3 m van de linker perceelsgrens.

De woning heeft een voorgevelbreedte van 14,45 m en een bouwdiepte van 12 m.

De woning is afgewerkt met een plat dak.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,9 m gemeten vanaf het maaiveld tot bovenzijde dakgoot.

In de voortuinstrook wordt een oprit aangelegd met een totaal oppervlak van 20,68 m². Deze wordt uitgerust in waterdoorlatende verharding. Tegen de voorgevel en de linker zijgevel is een pad voorzien dat overloopt in een terras. Het pad en het terras tezamen hebben een totaal oppervlak van 28,56 m².

De woning zal worden afgewerkt met een rood/bruin/grijs genuanceerde gevelsteen. Daarnaast zullen er vlakken zijn met zowel houten als aluminium gevelbekleding. Het buitenschrijnwerk zal gemaakt worden aluminium of PVC in een onbekende kleur. De rest van de afwerking is niet duidelijk omschreven.

Er zal op minimaal 2 m van de perceelsgrens een tuinhuis (9,36 m2) worden ingeplant met een kroonlijsthoogte van 2,9 m.

        Watertoets

De dienst waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant heeft op 25 augustus 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2266 Leibeek. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop en van oppervlakkig afstromend hemelwater. Het voorwerp is tevens gelegen in drinkwaterwingebied type 2.

Hemelwaterverordeningen

        Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013;

        Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

        Er wordt een hemelwaterput voorzien met een totale inhoud van 5.000 liter;

        Er wordt hergebruik van hemelwater voorzien voor buitenkranen en de spoeling van toiletten;

        Er wordt een overloop voorzien naar een buffervoorziening met een minimale inhoud van 3.118,75 liter;

        De overloop van de buffervoorziening wordt gekoppeld aan de straatriolering;

        De verhardingen worden aangelegd in waterdoorlatende lagen.

Bovenop de hierboven voorgestelde maatregelen moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen om in overeenstemming te zijn met de doelen en beginselen geformuleerd door het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018. Deze hieronder vermelde voorwaarden dienen in de vergunning te worden opgenomen:

Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:

        Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de

(onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond;

        Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

        Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 19 augustus 2022 tot en met 17 september 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

1. De adviesinstantie De Watergroep heeft op 23 augustus 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.

Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.

De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning (afdeling Waterbronnen en Milieu).

Het perceel waarop het project wordt uitgevoerd is gelegen binnen de beschermingszone II van een drinkwaterwinning. Beschermingszone II is de zone rondom de waterwinning waarbinnen het grondwater de waterwinning kan bereiken binnen de 60 dagen en waar extra beschermingsmaatregelen gelden om voornamelijk bacteriologische contaminatie te vermijden.

Volgens de hemelwaterverordening (art. 10 §2) zijn infiltratievoorzieningen niet toegestaan binnen beschermingszone I en II. Dit water kan wel via bovengrondse afstroming naar wadi's of grachten geleid worden waar het via een bodempassage kan infiltreren zoals onder natuurlijke omstandigheden.

Aangezien dit project verenigbaar is met de bescherming van de drinkwaterbronnen geeft De Watergroep een gunstig advies.

Ook dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         Binnen de beschermingszone II zijn boringen, graafwerken, ontgrondingen en bemalingen dieper dan 2.5 m onder het maaiveld niet toegestaan.

º         Bij het eventueel aanvoeren van grond moet dit gaan om zuivere niet gecontamineerde grond en dient dit bewezen te worden met een attest (grond voor vrij gebruik volgens het Vlarebo).

º         Het gebruik van pesticiden of herbiciden is strikt verboden binnen deze zone.

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be zodat maatregelen ter bescherming van het drinkwater kunnen worden genomen.

2. De adviesinstantie Provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen heeft op 25 augustus 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. Zie voor dit advies de watertoets.

3. De adviesinstantie Agentschap Natuur en Bos heeft op 7 september 2022 laten weten geen advies uit te brengen.

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de meeste opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming is in overeenstemming met de bepalingen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bouwzone wijkt af t.o.v. de voorschriften en de materiaalkeuze is ook nog niet geheel duidelijk. De aanvraag zal daardoor worden afgetoetst aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag voorziet in het bouwen van een nieuwe vrijstaande ééngezinswoning, een typologie die ook de onmiddellijke omgeving kenmerkt.

Er wordt geen complementaire functie aan het wonen voorzien binnen deze aanvraag.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving. De voorliggende weg is voldoende uitgerust om het extra bijkomend verkeer te dragen. De capaciteit van de weg wordt door voorliggend project niet overschreden.

De stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg goedgekeurd door de gemeenteraad op datum van 26 oktober 2016 is van toepassing op deze aanvraag. De aanvraag is conform met de voorschriften van deze verordening, namelijk er worden 2 parkeerplaatsen (1 inpandig en 1 op de oprit) en 2 fietsenstallingen voorzien (tuinberging). 

Schaal

De woning/het gebouw wordt voorzien van een bouwlaag met een plat dak. De kroonlijst van de aanvraag is 3,9 meter hoog ten opzichte van het bestaande maaiveld.

De woning wordt 12 m diep en de voorgevel krijgt een breedte van 14,45 m. Desondanks houdt de woning 3 m afstand t.o.v. de linker perceelsgrens en is de woning op 20 m afstand t.o.v. de Nijvelsebaan gelegen. 

Het bijgebouw wordt 9,83 m2 groot, houdt voldoende afstand t.o.v. de perceelsgrenzen (minimaal 2m) en krijgt een kroonlijsthoogte van 2,9 m. De vloerpas is 20 cm boven de as van de voorliggende weg voorzien. Dit is conform de verkavelingsvoorschriften.

De schaal van de aanvraag overschrijdt de schaal van de woningen/gebouwen in de nabije omgeving niet. Het betreft een bescheiden woning die zich qua schaal zal integreren in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De oprit, het pad langsheen de woning en het achterliggende terras hebben een gebruikelijke oppervlakte en staan in verhouding tot de oppervlakte van het perceel. Alle verharding wordt eveneens waterdoorlatend uitgerust. Dit komt ten goede aan de waterhuishouding van het perceel. Qua ruimtegebruik en bouwdichtheid is het perceel in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.

Visueel-vormelijke elementen

De materiaalkeuze staat nog niet geheel vast. Er mogen geen glimmende materialen gebruikt worden en de gebruikte materialen moeten een uniform geheel kunnen vormen. De materialen moet zich visueel-vormelijk kunnen integreren in de omgeving en met de nabij gelegen gebouwen.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorps- en/of stadsgezicht. Op de kruising Nijvelsebaan met de Veeweide is een kapel gelegen. Het project houdt voldoende afstand t.o.v. de kapel.

Reliëf

Buiten de noodzakelijke toegang, het terras en de bouwzone worden er geen reliëfwijzigingen toegestaan. De vrijgekomen grond dient afgevoerd te worden naar een erkende grondverwerker en mag niet worden uitgespreid over het perceel. Dit wordt opgenomen als een voorwaarden bij de vergunning. Bovendien moet het terreinprofiel vanaf de N253 Nijvelsebaan tot aan de bouwlijn van lot 1 dient te stijgen onder max. 2% zodat het regenwater van de gewestweg niet in de richting van de woningen afstroomt. Deze voorwaarde is afkomstig uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 2 juli 2010.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Afvloeiend hemelwater van de achterliggende percelen kan tot wateroverlast leiden bij piekneerslag.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de sloop- en bouwwerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

 

Conclusie

Het voorgestelde project, het bouwen van een eengezinswoning met tuinhuis, is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

        buiten de noodzakelijke toegang, het terras en de bouwzone worden er geen reliëfwijzigingen toegestaan. De vrijgekomen grond dient afgevoerd te worden naar een erkende grondverwerker. Echter, het terreinprofiel vanaf de N253 Nijvelsebaan tot aan de bouwlijn van lot 1 dient te stijgen onder max. 2% zodat het regenwater van de gewestweg niet in de richting van de woningen afstroomt (afkomstig uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 2 juli 2010).

        de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 23 augustus 2022  moeten strikt worden nageleefd

        de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen van 25 augustus 2022 moeten strikt worden nageleefd

        het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied. Indien deze aansluiting op de openbare riolering toch niet mogelijk is, dient de aanvrager een IBA (individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater) te plaatsen

        gezien de materiaalkeuze niet geheel duidelijk is, is het van belang dat de gebruikte materialen integreren in de omgeving en uniformiteit uitstralen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Bruno Hanon,wonende te Boomkwekerijlaan 30 te 1640 Sint-Genesius-Rode, voor het verbouwen van een woning met tuinberging op Veeweide 1 te 3060 Korbeek-Dijle onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

        buiten de noodzakelijke toegang, het terras en de bouwzone worden er geen reliëfwijzigingen toegestaan. De vrijgekomen grond dient afgevoerd te worden naar een erkende grondverwerker. Echter, het terreinprofiel vanaf de N253 Nijvelsebaan tot aan de bouwlijn van lot 1 dient te stijgen onder max. 2% zodat het regenwater van de gewestweg niet in de richting van de woningen afstroomt (afkomstig uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 2 juli 2010).

        de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 23 augustus 2022  moeten strikt worden nageleefd

        de voorwaarden opgelegd in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen van 25 augustus 2022 moeten strikt worden nageleefd

        het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied. Indien deze aansluiting op de openbare riolering toch niet mogelijk is, dient de aanvrager een IBA (individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater) te plaatsen

        gezien de materiaalkeuze niet geheel duidelijk is, is het van belang dat de gebruikte materialen integreren in de omgeving en uniformiteit uitstralen

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT DORPSTRAAT 52TE 3060 BERTEM (WONING) AFD. 1 SECTIE C NUMMER 84S.

 

Feiten en context

Notariskantoor Boes en Leroy heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 159363 voor de woning Dorpstraat 52 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 84s.

 

Juridische gronden

        Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.

        Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).

        Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

        Ligging Dorpstraat 52

        Recht van voorkoop Dorpstraat 52

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Dorpstraat 52 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 84s, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDING. AKTENAME MELDING ZORGWONING VAN JOSSE VAN NECK IN 3060 BERTEM, ORMENDAAL 33, SECTIE 2, AFDELING B, NR 19W.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 16 september 2022 heeft Josse Van Neck wonende te 3060 Bertem, Ormendaal 33 een stedenbouwkundige melding ingediend voor het realiseren van een zorgwoning in 3060 Bertem, Ormendaal 33, sectie 2, afdeling B, nr 19w.
  • De volgende relevante vergunningen zijn gekend:
    • Op 20 februari 1981 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een nieuwe woning (intern kenmerk: 1981.12).
    • Op 16 januari 2008 heeft het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning afgeleverd voor het plaatsen van zonnepanelen (intern kenmerk 2008.50).
    • Op 21 februari 2011 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de bouw van een serre van 30,8 m2 (intern kenmerk: 2011.14).

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landschappelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag omvat het realiseren van een zorgwoning op de gelijkvloers. De ruimten die voorheen in gebruik waren voor de pedicure (rechts achteraan) zullen omgevormd worden tot een slaapkamer, woonkamer en badkamer (ca. 32 m2).

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

º         1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

º         2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

         De artikels 4.1.1, 18°; 4.2.4; 4.4.1, §2, 2°; 4.4.12 t.e.m. 4.4.15; 4.4.21, 4° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dienen per 16 augustus 2021 als volgt geïnterpreteerd te worden:

Zorgwonen is het creëren van een kleinere woongelegenheid in of bij een bestaande hoofdzakelijk vergunde woning zodat maximaal twee oudere (65+) of hulpbehoevende personen kunnen wonen bij iemand die hen zorg verleent. Hierdoor kan bijvoorbeeld de partner van de oudere of hulpbehoevende mee inwonen, zonder dat deze zelf oudere of hulpbehoevende moet zijn. 

Er is sprake van een zorgwoning als voldaan is aan alle drie volgende voorwaarden:

1. In of bij de bestaande hoofdzakelijk vergunde woning wordt één kleinere (ondergeschikte) wooneenheid gecreëerd.

2. De eigendom, of ten minste de blote eigendom, op enerzijds de hoofdwooneenheid en anderzijds de ondergeschikte wooneenheid, of de grond waarop die ondergeschikte wooneenheid tijdelijk wordt geplaatst, berust bij dezelfde titularis of titularissen.

3. De creatie van een ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van:

º         Ofwel ten hoogste 2 personen, waarvan minstens 1 persoon van 65 jaar of ouder

º         Ofwel ten hoogste 2 personen, waarvan minstens 1 hulpbehoevend (kinderen die ten laste zijn van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van 2 personen). De hulpbehoevende is:

          Een persoon met een handicap.

          Een persoon die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van de Vlaamse Sociale Bescherming (vroeger zorgverzekering).

          Een persoon die hulp nodig heeft om zelfstandig te wonen.

          Ofwel de zorgverlener, indien de hulpbehoevende personen gehuisvest blijven in de hoofdwoning.

 

Argumentatie

         Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden. In een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd die één fysiek geheel vormt en maximaal één derde (ca. 32 m²) uitmaakt van de volledige woning.

De creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van twee personen ouder dan 65 jaar.

De aanvraag omvat geen gedetailleerde gegevens over deze personen. Deze personen moeten voldoen aan de bepalingen van artikel 4.1.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009 nl.:

1) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon 65 jaar of ouder is

2) hetzij ten hoogste twee personen, waarvan ten minste één persoon die hulpbehoevend is. Een hulpbehoevende persoon is een persoon met een handicap, een persoon die in aanmerking komt voor een zorgverzekeringstegemoetkoming, een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden of een basisondersteuningsbudget als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, 2°, 3° van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, of een persoon die een behoefte heeft aan ondersteuning om zich in zijn thuismilieu te kunnen handhaven. De kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon worden niet meegerekend bij het bepalen van het maximum van twee personen

         Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

         Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

         Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Het beëindigen van het zorgwonen eveneens meldingsplichtig.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt akte van de melding van Josse van Neck in 3060 Bertem, Ormendaal 33, sectie 2, afdeling B, nr 19w voor het realiseren van een zorwoning.

 

Artikel 2:

De meldingsakte wordt overgemaakt aan Josse van Neck in 3060 Bertem te Ormendaal 33.

 

Artikel 3:

Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022
Overzicht punten

Zitting van 10 oktober 2022

 

BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER. KENNISNAME BESLISSINGEN.

 

Besluit

Motivering

        Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet

In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

        Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur

Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

 

Mededeling

        29 september 2022 Melding en vaststelling van acuut gevaar. Afbreken van een gedeelte van een schuur/stalling bij een woning gelegen Dorpstraat 376 te Bertem.

        IOD 221024-221028 Walenpot: de berm en een deel van de rijbaan. Maken van proefsleuven.

        IOD 221021-221021 Gerzenstraat 15: de parkeerstrook. Plaatsen van werfvoertuigen.

        IOD 220929-221129 Kerstraat 60: de berm. Plaatsen van containers.

        IOD 221006-221010 Tervuursesteenweg 77: het trottoir. Werken in opdracht van Fluvius.

        IOD 221021-221031 weg tussen Hulstbergstraat en Meerbeeksesteenweg en naast E40 via Blokkenstraat: de berm. Maken van proefsleuven.

        IOD 221003-221007 Gerzenstraat 15: de parkeerstrook. Plaatsen van werfvoertuigen.

        IOD 221001-221015 Tervuursesteenweg 487: de parkeerstrook. Plaatsen van een werfzone: vrachtwagen, container.

        IOD 221007-221007 Berkendreef 3: de parkeerstrook. Plaatsen van een parkeerverbod.

        IOD 221007-221010 Vossenstraat 1: de rijbaan. Plaatsen van een container.

        IOD 221013-221014 Dorpsplein: de parkeerstrook. Plaatsen van een kraan.

        IOD 221010-221014 Gerzenstraat 15: de parkeerstrook. Plaatsen van een container.

        IOD 221013-221013 Nijvelsebaan 48: het voetpad. leveren van een keuken.

        IOD 221014-221014 Nollekensstraat 24: de rijbaan. Plaatsen van een betonpomp.

 

 

 

Publicatiedatum: 18/10/2022