Zitting van 21 december 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 14 december 2020 goed.
Zitting van 21 december 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/440 tot en met nr. 2020/453 voor een totaal bedrag van 7389,08 euro.
Zitting van 21 december 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/5148 tot en met nr. 2020/5199 voor een totaal bedrag van 199 129,38 euro.
Zitting van 21 december 2020
BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING BELASTINGKOHIER TWEEDE VERBLIJVEN AANSLAGJAAR 2020.
Feiten en context
• Jaarlijks wordt een kohier opgemaakt om de belasting op tweede verblijven in te vorderen.
Juridische gronden
Argumentatie
Alle jaren dient een belastingkohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
0020/737700 | € 10 500 | € 9000 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het belastingkohier op tweede verblijven aanslagjaar 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een totaal bedrag van 9000 euro.
Zitting van 21 december 2020
BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING BELASTINGKOHIER FRITUUR- EN VERKOOPKRAMEN 2020.
Feiten en context
• Jaarlijks wordt een kohier opgemaakt om de belasting op frituur- en verkoopkramen in te vorderen.
Juridische gronden
• Belastingreglement van 17 december 2019 waarin de belasting op frituur- en verkoopkramen werd goedgekeurd.
Argumentatie
Alle jaren dient een belastingskohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
736030/0020 | € 1000 | € 1000 |
Bijlagen
• Belastingkohier op frituur- en verkoopkramen dienstjaar 2020.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het belastingkohier op frituur-en verkoopkramen aanslagjaar 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een totaal bedrag van 1000 euro.
Zitting van 21 december 2020
BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING INSTANDHOUDEN BEWEGWIJZERING VAN DERDEN AANSLAGJAAR 2020.
Feiten en context
• Jaarlijks wordt er een kohier opgemaakt om de belasting op instandhouden bewegwijzering van derden in te vorderen.
Juridische gronden
• Belastingreglement van 17 december 2019 waarin de belasting op instandhouden bewegwijzering van derden werd goedgekeurd.
Argumentatie
Alle jaren dient een belastingkohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
734260/0020 | € 110 | € 550 |
Bijlagen
• Belastingkohier op instandhouden bewegwijzering van derden aanslagjaar 2020.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het belastingkohier op instandhouden bewegwijzering van derden aanslagjaar 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een bedrag van 550 euro.
Zitting van 21 december 2020
BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING BELASTINGKOHIER AANPLAKBORDEN RECLAME AANSLAGJAAR 2020.
Feiten en context
• Jaarlijks wordt een kohier opgemaakt om de belasting op aanplakborden voor reclame in te vorderen.
Juridische gronden
Argumentatie
Alle jaren dient een belastingkohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
2020/0020/734220 | € 8500 | € 8275 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het belastingskohier op aanplakborden voor reclame aanslagjaar 2020 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een totaal bedrag van 8275 euro.
Zitting van 21 december 2020
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. AANDUIDING ONAFHANKELIJKE EXPERTEN BEOORDELING PROJECTAANVRAGEN 2020.
Feiten en context
• Koen Warmenbol en Erik De Smedt werden al enkele jaren aangeduid als onafhankelijke experten voor de beoordeling van de ingediende projectaanvragen ontwikkelingssamenwerking.
º Koen Warmenbol werkt als beleidsmedewerker natuurlijke rijkdommen bij 11.11.11.
º Erik De Smedt is een zaakvoerder van In Society bvba, gevestigd in Korbeek-Dijle.
In Society is een bureau voor duurzaam ondernemen, groei voor mens en organisatie. Het bureau begeleidt bewust projecten die mikken op kansengroepen en versterking van mensen, zowel op het individueel vlak als gericht op de versterking van het sociaal weefsel tussen mensen en groepen, zowel in noord als zuid.
• Erik De Smedt liet op 7 december 2020 weten dat hij voor één van de projectaanvragen geen onafhankelijke beoordeling kan doen gezien hij op nationaal vlak actief is als vrijwilliger bij de desbetreffende organisatie.
Juridische gronden
• Artikel 7 van het raadsbesluit van 17 november 2015, gewijzigd op 19 december 2017, over de goedkeuring van het subsidiereglement voor ontwikkelingssamenwerking.
De beoordeling van de projecten gebeurt door twee onafhankelijke experten aangeduid door het college van burgemeester en schepenen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
61480600/0110 | € 15 000 | € 10 391,86 | € 50 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Koen Warmenbol en Erik De Smedt worden aangeduid als onafhankelijke experten voor de beoordeling van de aanvraagdossiers van WOS en Munnange.
Artikel 2:
Koen Warmenbol wordt aangeduid als onafhankelijke expert voor de beoordeling van het aanvraagdossier van WSM.
Artikel 3:
De experten zullen elk een pakketje B-bonnen ter waarde van 25 euro ontvangen.
Zitting van 21 december 2020
DAMIAANACTIE 2021. GOEDKEURING ORGANISATIE COLLECTE.
Voorgeschiedenis
• Brief van Damiaanactie, ontvangen op 1 december 2020: aanvraag toelating huis-aan-huiscollecte.
Feiten en context
• Damiaanactie strijdt tegen armoedeziektes zoals lepra en tuberculose. Om deze actie bekend te maken en geld in te zamelen, houdt Damiaanactie jaarlijks een collecte. In het weekend van 29, 30 en 31 januari 2021 zullen zij stiften verkopen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om Damiaanactie toelating te geven om een collecte te organiseren, rekening houdend met alle geldende veiligheidsvoorschriften en coronamaatregelen, in het weekend van 29, 30 en 31 januari 2021.
Artikel 2:
Het college geeft toelating om 8 affiches op te hangen om de actie aan te kondigen en er zal een artikel over de campagne van 2021 worden opgenomen in de gemeentelijke nieuwsbrief en op de website.
Zitting van 21 december 2020
AANSTELLEN LANDMETER VOOR VERSCHILLENDE OPDRACHTEN. GOEDKEURING GUNNING.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
* Perceel 1 (Verwezenlijking rooilijnplan centrum Leefdaal): 2 offertes van:
* Perceel 2 (Schattingsverslagen allerlei): 2 offertes van:
* Perceel 3 (Schattingsverslagen met optie voor onderhandeling Tervuursesteenweg): 2 offertes van:
Juridische gronden
Adviezen
Argumentatie
Perceel 1: verwezenlijking rooilijnplan centrum Leefdaal
In het kader van de heraanleg van centrum Leefdaal is een rooilijnplan opgemaakt voor de Dorpstraat tussen Boskee en Blankaart, de Neerijse steenweg tot de rand van het Dorpsplein, de Parochieweg, de Mezenstraat tot aan de Voer en de Vlieguit tot aan de Nollekensstraat.
Er zijn 67 innames te realiseren cfr. rooilijnplan en grondinnemingsplan.
18 innames hebben nu reeds een openbaar karakter (voetpad), hier wordt de verjaring ingeroepen. 48 innames zijn aan te kopen en moeten geschat worden. Voor 1 inname moet openbaar domein aangekocht worden door de eigenaar van de woning.
Voor alle 67 innames moet met de eigenaars onderhandeld worden met als resultaat een schriftelijke overeenkomst/verkoopbelofte voor de prijs en vermelding van overeengekomen voorwaarden op basis waarvan de notaris alle aktes kan maken.
Perceel 2: Schattingsverslagen allerlei
Er wordt gezocht naar een perceel in de Mezenstraat om aan te kopen voor de ontsluiting van de parking van de nieuwe school Leefdaal.
De eigenaar van de woning 556 wenst een strook van 2m aan te kopen van perceel Dorpstraat 554 langsheen zijn gebouwen (zijkant en achterkant).
De gemeente wil mogelijks een perceel in de Dorpstraat Bertem langsheen de Voer aankopen voor de aanleg van een parking.
Perceel 3: Schattingsverslagen met optie voor onderhandeling Tervuursesteenweg
In het kader van de uitbreiding van het recyclagepark tot diftarpark wordt gezocht naar een geschikte locatie. Een mogelijkheid is de ruiling van 2 percelen en de aankoop van een ander perceel om op die manier de hele hoek aan de Baanakkerweg/Tervuursesteenweg te verwerven.
De dienst investeringsprojecten stelde op 16 december 2020 het verslag van nazicht van de offertes op voor Perceel 1 (Verwezenlijking rooilijnplan centrum Leefdaal), Perceel 2 (Schattingsverslagen allerlei) en Perceel 3 (Schattingsverslagen met optie voor onderhandeling Tervuursesteenweg).
De dienst investeringsprojecten stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:
Financiële gevolgen
De uitgaven zullen aangerekend worden op de registratiesleutels van de verschillende investeringsprojecten waarvoor de schattingsaanvragen gebeuren.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 16 december 2020 voor perceel 1 (Verwezenlijking rooilijnplan centrum Leefdaal), perceel 2 (Schattingsverslagen allerlei) en perceel 3 (Schattingsverslagen met optie voor onderhandeling Tervuursesteenweg), opgesteld door de dienst investeringsprojecten.
Artikel 2:
Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3:
De opdracht “Aanstellen landmeter voor verschillende opdrachten” wordt gegund aan de economisch meest voordelige (op basis van de prijs) bieders, zijnde:
Artikel 4:
De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. IP506.11/475.
Artikel 5:
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op de registratiesleutels van de verschillende investeringsprojecten waarvoor de schattingsaanvragen gebeuren.
Zitting van 21 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING VAN HOOFSTRAAT 4. AANVRAAG STÉPHANIE HERSSENS EN KOEN VAN HOECK VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN OUDE BOERDERIJ IN 3061 LEEFDAAL, VAN HOOFSTRAAT 4, SECTIE D NR 160T.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 29 oktober 2020 hebben Stéphanie Herssens en Koen Van Hoeck een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een oude boerderij in 3061 Leefdaal, Van Hoofstraat 4, sectie D nr 160t.
• Op 9 november 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Van Hoofstraat.
De Van Hoofstraat ligt in het gehucht Sint-Verona dat gesitueerd is tussen de kernen van Bertem en Leefdaal. De bebouwing in de omgeving is residentieel in open en halfopen bebouwing.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het verbouwen van een boerderij.
Het ontwerp voorziet de afbraak van de bestaande stallen, het volledig intern strippen van de open schuur met behoud van de buitenmuren en het strippen van de bestaande woning met behoud van de vloeren. Het bestaande hoofdvolume is voldoende groot om een eengezinswoning in te huisvesten.
De bestaande buitenmuren aan de buitenkant worden ingepakt met isolatie en leien in halfsteensverband met uitzondering van de noordgevel die aan de binnenzijde geïsoleerd wordt.
Inwendig worden zeer uitgebreide verbouwingen voorzien die resulteren in een hedendaagse woning.
• Watertoets
Gunstig wateradvies van 8 december 2020 van de provinciale dienst waterlopen
"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 9 november 2020 op naam van Koen Van Hoeck en Stéphanie Herssens voor de verbouwing van een oude boerderij. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Van Hoofstraat, Bertem, kadastraal gekend als 24061D0160/00T000.
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
- De bestaande stallen worden afgebroken
- De open schuur wordt intern gestript
- De bestaande woning wordt gestript, er komt geen aanbouw.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een effectief en deels in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 2000 liter. De bestaande dakoppervlakte wordt erop aangesloten. De kasseiverharding blijft behouden.
Hemelwaterverordeningen
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd."
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De verbouwing van de woning is verantwoord in deze residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de verkeersafwikkeling in de omgeving. De wagens kunnen opgevangen worden op het eigen terrein.
Schaal
De algemene schaal van de woning wordt niet gewijzigd.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De voorgestelde werken hebben een positieve impact op de bouwdichtheid van het perceel.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde werken hebben een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving. Door het slopen van de bijgebouwen wordt het perceel gesaneerd en door het verbouwen van de woning krijgt zij een hedendaags karakter waardoor ze zal inpassen in het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Er worden geen reliëfwijzigingen uitgevoerd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
///
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 8 december 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Stéphanie Herssens en Koen Van Hoeck voor het verbouwen van een oude boerderij in 3061 Leefdaal, Van Hoofstraat 4, sectie D nr 160t onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 8 december 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 21 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING EGENHOVENSTRAAT 161. AANVRAAG VAN FREDDY GINIS VOOR HET UITBREIDEN VAN DE WONING IN 3060 BERTEM, EGENHOVENSTRAAT 161, SECTIE C NR 573T.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 8 december 2020 heeft Freddy Ginis een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van de woning in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 161, sectie C nr 573t.
• Op 9 december 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 30 januari 1963, nr. T874-2-B.004 (dossiernummer stedenbouw 22/FL/4).
Deze verkaveling werd gewijzigd op 23 december 1991.
Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Egenhovenstraat.
De Egenhovenstraat lig op de zuidelijke valleirand van de Voer en vormt de verbinding met de buurgemeente Leuven (Egenhoven) ten zuidoosten van het centrum van Bertem.
De bebouwing in de omgeving werd vroeger beheerst door de hoge concentratie teusserswoningen. In de loop der tijd is het agrarische karakter overgegaan in een residentieel karakter met nog beperkte agrarisch activiteiten en zijn er ook een vrij aanzienlijk aantal nieuwe woningen in verschillende verschijningsvormen gebouwd.
Op het perceel staat een vrij recente woning op straatniveau, het tuinniveau ligt een bouwlaag lager.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het uitbreiden van de woning.
Op het straatniveau wordt op het bestaande terras een veranda van 3 m diep en 6 m breed opgericht. De veranda heeft een hoogte van 3 m vanaf het terras en wordt voorzien van een plat dak.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Freddy Ginis voor het uitbreiden van de woning in 3060 Bertem, Egenhovenstraat 161, sectie C nr 573t onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 21 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING KRUISSTRAAT 13. AANVRAAG VAN ARMAND PINNOY VOOR HET VELLEN VAN EEN BOOM IN 3061 LEEFDAAL, KRUISSTRAAT 13, SECTIE A NR 326S.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 17 november 2020 heeft Armand Pinnoy een aanvraag ingediend voor het vellen van een boom in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 13, sectie A nr 326s.
• Op 9 december 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 26 april 1965, nr. T874-2-L.016.
Deze verkaveling werd gewijzigd op 11 december 2006.
Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Kruisstraat.
De Kruisstraat ligt in het noordwesten van de deelgemeente Leefdaal en is één van de verbindingswegen vanaf de Tervuursesteenweg met de aangrenzende gemeenten Tervuren en Kortenberg via het gehucht Coige.
De woning is gelegen in een vrij homogeen agrarisch gebied met in de directe omgeving enkele woningen opgericht binnen de verkaveling. Aan de overzijde van de weg is een woongebied met landelijk karakter gelegen dat bebouwd is met eengezinswoningen en het vroegere labo voor diergeneeskunde, nu omgevormd tot woningen. Dit gebied werd geordend door verschillende verkavelingen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het kappen van een tamme kastanje.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkavelingsvergunning. Door de verkoop van het aanpalende lot staat de boom te kort tegen de grens van het aanpalende eigendom en zorgt hij voor heel wat overlast.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• deze boom moet, in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de kapping, vervangen worden door een streekeigen hoogstamboom of een hoogstam fruitboom.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Armand Pinnoy voor het vellen van een boom in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 13, sectie A nr 326s onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• deze boom moet, in het eerstvolgend plantseizoen volgend op de kapping, vervangen worden door een streekeigen hoogstamboom of een hoogstam fruitboom.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 21 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING KRUISSTRAAT 13. AANVRAAG VAN ARMAND PINNOY VOOR HET ISOLEREN EN BEZETTEN MET CREPI VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, KRUISSTRAAT 13, SECTIE A NR 326S.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 17 november 2020 heeft Armand Pinnoy een aanvraag ingediend voor het isoleren en bezetten van de woning in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 13, sectie A nr 326s.
• Op 9 december 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 26 april 1965, nr. T874-2-L.016.
Deze verkaveling werd gewijzigd op 11 december 2006.
Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in agrarisch gebied.
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Kruisstraat.
De Kruisstraat ligt in het noordwesten van de deelgemeente Leefdaal en is één van de verbindingswegen vanaf de Tervuursesteenweg met de aangrenzende gemeenten Tervuren en Kortenberg via het gehucht Coige.
De woning is gelegen in een vrij homogeen agrarisch gebied met in de directe omgeving enkele woningen opgericht binnen de verkaveling. Aan de overzijde van de weg is een woongebied met landelijk karakter gelegen dat bebouwd is met eengezinswoningen en het vroegere labo voor diergeneeskunde, nu omgevormd tot woningen. Dit gebied werd geordend door verschillende verkavelingen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het isoleren van de woning en bezetten met crepi met een totale dikte van 10 cm.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkavelingsvergunning.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Armand Pinnoy voor het isoleren en bezetten van de woning in 3061 Leefdaal, Kruisstraat 13, sectie A nr 326s onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 21 december 2020
OMGEVINGSVERGUNNING BOSSTRAAT 72. AANVRAAG NOURA BACHIRI VOOR HET SCHILDEREN VAN GEVELS EN HET AANBRENGEN VAN GEVELBEKLEDING IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT 72, SECTIE A NR 582S3.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 30 oktober 2020 heeft Noura Bachiri een aanvraag ingediend voor het schilderen van gevels en het aanbrengen van gevelbekleding in 3060 Bertem, Bosstraat 72, sectie A nr 582s3.
• Op 16 november 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Bosstraat.
De Bosstraat ligt ten noordoosten van het centrum van Bertem, takt aan op de Tervuursesteenweg en vormt de verbinding met de buurgemeente Herent.
De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen.
De halfopen bebouwing werd opgericht tegen de linker perceelsgrens.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het isoleren en bezetten van de woning.
De woning wordt voorzien van een isolatiemantel van 10 cm afgewerkt met een crepi van 2 cm.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
De aanpalende eigenaar heeft geen bezwaar geuit tegen het project.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het voorstel is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De functie wonen blijft behouden in deze overwegend residentiële buurt.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De schaal van de woning blijft ongewijzigd en overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het betreft een vrij groot perceel en de toename van het ruimtegebruik is verwaarloosbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Door de renovatie krijgt de woning een hedendaags karakter wat het straatbeeld ten goede komt.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Noura Bachiri voor het schilderen van gevels en het aanbrengen van gevelbekleding in 3060 Bertem, Bosstraat 72, sectie A nr 582s3 onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 21 december 2020
OMGEVINGSAANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN. VERGUNNING OMGEVINGSAANVRAAG VOOR HET VERKAVELEN VAN GRONDEN VAN JEROEN WILLEMS IN 3060 BERTEM, STROOBANTSHOF 1, 3, 5, 7, 9, 11, SECTIE C NR 182L3, 182F3, 182K3, 182C3, 182G3 EN 182N3.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
Feiten en context
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen en een vrij groot hoogteverschil tussen de Voer en de Tervuursesteenweg.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
Voorwaardelijk gunstig wateradvies van 2 oktober 2020 van de provinciale dienst waterlopen.
"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Het regenwater dat valt op het openbaar terrein zal worden opgevangen in een centraal RWA-stelsel. Bij de berekening van de totale afwaterende oppervlakte wordt 650,46 m² van de wegenis in rekening gebracht en 80 m² per kavel. De 6 loten die in deze fase voorzien zijn, maar ook de 8 loten die in een latere fase voorzien worden (14x80 m²). De totale afwaterende oppervlakte bedraagt 1770,46 m², wat maakt dat de infiltratievoorziening een minimale capaciteit van 44 261,50 liter moet kunnen bufferen. Met een voorziene buffercapaciteit van 45 860 liter voldoet het stelsel aan de voorwaarden.
De bodem is matig tot beperkt infiltratiegevoelig, dus ze zal gewerkt worden met een oppervlakkige infiltratie.
Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
Hemelwaterverordeningen
De collectieve voorziening ontheft de individuele kavels niet van hun verplichting te voldoen aan de bovenstaande hemelwaterverordeningen."
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde werken geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
Dit uitvoeringsbesluit regelt de adviesverlenende instanties.
artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
artikel 4.2.15.
§ 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.
§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.
§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.
Artikel 4.2.16.
§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.
§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :
1° de storting van een afdoende financiële waarborg;
2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.
Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.
artikel 4.2.17.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:
1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;
2° de wijziging van het reliëf van de bodem;
3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
4° het afbreken van constructies.
Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.
Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie
artikel 4.2.18.
De bepalingen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden worden niet opgeheven door de inwerkingtreding van een stedenbouwkundig voorschrift waarmee ze onverenigbaar zijn, met behoud van de toepassing van artikel 84 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Artikel 4.4.1.
§1. In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft :
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Artikel 6
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
Artikel 13
bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
Artikel 15
Het college van burgemeester en schepenen is voor zijn ambtsgebied in eerste
administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen
1° de gemeentelijke projecten
2° andere gevallen dan deze waardoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is
Artikel 17
§ 1. Er bestaan twee onderscheiden procedures voor het verlenen van de
omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg, namelijk:
1° de gewone vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 2;
2° de vereenvoudigde vergunningsprocedure, vermeld in afdeling 3.
§ 4. De vereenvoudigde vergunningsprocedure is niet van toepassing voor projecten
is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg.
Artikel 20
Als met toepassing van artikel 4.3.3, § 2, van het DABM bij de vergunningsaanvraag een project-m.e.r.-screeningsnota is gevoegd, onderzoekt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, of de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke omgevingsambtenaar die nota en beslist of er over het project een milieueffectrapport moet worden opgesteld.
Artikel 23
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd over de vergunningsaanvraag.
Gedurende het openbaar onderzoek kan iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren indienen.
Artikel 24
De Vlaamse Regering wijst de adviesinstanties aan die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.
Artikel 31
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
Tijdens dit openbaar onderzoek werden twee klachten ingediend.
De gemeenteraad beoordeelde de opmerking over de voorziene wegenis.
Opmerking voorziene wegenis
Er is een oplopend niveauverschil dat gaat tot +/- 1m20 tussen het perceel van onze buren (huisnr. 101) dat deel uitmaakt van het project en ons perceel (huisnr. 99); dit verschil zien we niet meteen opgenomen in de verschillende dossierstukken.
Bespreking/beoordeling
De bezorgdheden en opmerkingen van de klachtindiener zijn terecht. De ontwerper heeft echter bijkomende plannen bezorgd met de oplossing voor de overbrugging van het niveauverschil. Dit zal gebeuren door middel van L-elementen.
De voorgestelde oplossing is aanvaardbaar.
Bespreking/beoordeling
Het voorgestelde ontwerp werd door de provinciale dienst waterlopen beoordeeld en kreeg een gunstig wateradvies. Hieruit blijkt dat het ontwerp voldoet aan de reglementeringen inzake de opvang en behandeling van hemelwater.
Deze opmerking wordt niet aanvaard.
Overige opmerkingen
Opmerking
Er wordt verwezen naar de voorschriften die voorzien zijn in het RUP voor deze zone. Het verkavelingsvoorstel moet beantwoorden aan de voorschriften van het RUP.
Bespreking/beoordeling
Volgens artikel 4.4.1§1. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kunnen in een vergunning, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft :
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
De voorgestelde verkavelingsvoorschriften passen binnen deze afwijkingsmogelijkheden. Deze opmerkingen worden niet aanvaard.
"1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030001 van 22.0 +21 tot 22.0 +98):
geen
2. Geen andere werken dan deze in de aanvraag vervat en op het bijgevoegde plan aangeduid zullen aan dit gebouw worden uitgevoerd. Dit is het verkavelen van de percelen 182 G3, 182 F3, 182 C3, 182 K3, 182L3 en 182 N3.
De juiste plaatsing van de constructie of de aard van de verbouwing aan de constructie kan het voorwerp uitmaken van aanvullende voorwaarden van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap R-O Vlaanderen.
3. De ontsluiting dient te gebeuren langs de gemeenteweg Sint-Franciscusberg.
4. Het aanbrengen van eventuele reclames dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.
Besluit
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden."
Op 4 september 2020 heeft Inter een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
"Aftoetsing toegankelijkheid bij de aanvraag van een omgevingsvergunning
in toepassing van art. 4.3.7., art. 4.3.3. en art. 4.3.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 tot vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Ministeriële omzendbrief van 3 april 2001 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.
Ministeriële omzendbrief van 25 april 2003 betreffende parkeerplaatsen, voorbehouden voor personen met een handicap.
Gunstig
Dit advies bekijkt de wettelijke voorschriften op basis van de op plan afleesbare elementen in de vergunningsfase. Dit advies doet geen uitspraak over de integrale toegankelijkheid van het gebouw na volledige afwerking. Afwerkingselementen die niet op plan staan, bepalen immers in grote mate mee de toegankelijkheid van het geheel. U kan, tijdens het project, bij ons inlichtingen verkrijgen of een begeleidingstraject volgen om de integrale toegankelijkheid van uw project te garanderen."
Op 9 september 2020 heeft de hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
"De brandweer is akkoord met de aanleg van de verkaveling mits naleving van volgende voorwaarden:
1. Voor de gebouwen met één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer ten minste tot op 60 m van een gevel van het gebouw kunnen naderen.
2. Voor de gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de brandweer ten minste in één punt een gevel kunnen bereiken die op herkenbare plaatsen toegang geeft tot iedere bouwlaag. Iedere woongelegenheid moet een voldoende grote gevelopening hebben of een vluchtterras wat te bereiken is met de autoladder van de brandweer. Daartoe moeten de voertuigen beschikken over een toegangsmogelijkheid en een opstelplaats:
- ofwel op de berijdbare rijweg van de openbare weg;
- ofwel op een bijzondere toegangsweg vanaf de berijdbare rijweg van de openbare weg en die de volgende karakteristieken vertoont: - minimale vrije breedte: 4 m;
- minimale draaistraal: 11 m aan de binnenkant en 15 m aan de buitenkant;
- minimale vrije hoogte: 4 m; - maximale helling: 6%; - draagvermogen: derwijze dat voertuigen, zonder verzinken, met een maximale asbelasting van 13 ton er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen.
3. Voor de kunstwerken welke zich op de toegangswegen bevinden, richt men zich naar NBN B 03-101. Elke nieuw te bouwen voorziening (bedrijven, instellingen…) dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke bespreking met de brandweer. Deze bespreking kan aanleiding geven tot extra brandveiligheidsvoorschriften overeenkomstig de van toepassing zijnde wetgeving."
Op 13 oktober 2020 heeft Fluvius een voorwaardelijk rioleringsadvies uitgebracht.
"Vanuit Fluvius wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd op het rioleringsontwerp opgesteld door Land-Expert bv (Beëdigde Landmeters-experten Willems-Petitjean) voor de aanleg van de riolering in de verkaveling: Sint-Franciscusberg (t.h.v. Tervuursesteenweg 101) in de gemeente Bertem (OMG2020054333).
Dit advies is 2 jaar geldig vanaf de datum van opstelling door Fluvius. Indien het project niet is uitgevoerd binnen deze periode, dient het ontwerp geactualiseerd te worden aan de op dat moment geldende wetgevingen en richtlijnen van Fluvius.
Aan volgende opmerkingen dient te worden te worden voldaan bij verdere uitwerking van het ontwerp en aanleg van de verkaveling:
Gezien bovenstaande opmerkingen dient het rioleringsplan te worden herbekeken en opnieuw ter goedkeuring voorgelegd.
Hierna vindt u verder ons algemeen advies voor verkavelingen met wegenis- en rioleringswerken.
De verkavelaar dient volgende noodzakelijke werkzaamheden te voorzien:
Het verkavelingsreglement Riobra is van toepassing (https://www.fluvius.be/nl/Aansluitingen/aanleg-verkavelingen).
Bij de bouwaanvraag dient de verkavelaar een volledige plannenbundel, meetstaat, proevenprogramma en lastenboek te voegen. De voorschriften in het lastenboek mogen niet in tegenspraak zijn met het standaardbestek 250 voor de wegenbouw en met de specifieke ontwerprichtlijnen van Fluvius gebaseerd op de code van goede praktijk rioleringssystemen.
In het proevenprogramma dient een overzicht van de uit te voeren proeven (volgens TB250) opgenomen te zijn.
Het PV van voorlopige aanvaarding wordt pas afgeleverd nadat aan alle opmerkingen van de schouwing ter plaatse voldaan is en nadat Fluvius het eindafrekeningsdossier ontvangen heeft.
Het eindafrekeningsdossier dient te bevatten:
Inhoud Asbuilt-dossier
Het asbuilt-dossier dient digitaal opgemaakt en ingetekend te worden.
Het dossier omvat:
1. de grondplannen (min. schaal 1/500) en lengteprofielen (min schalen H1/100 en V1/500) van de uitgevoerde rioleringswerken met inbegrip van
De plannen dienen analoog en digitaal (in dwg-formaat en pdf) afgeleverd te worden.
2. Aquadatafiches van alle inspectieputten en kunstwerken. De fiches dienen digitaal ingegeven te worden en analoog afgeprint. Tevens dienen detailtekeningen van kunstwerken en speciale constructies gemaakt te worden.
3. Formulieren en foto’s van de huis-, wacht- en straatkolkaansluitingen (analoog en digitaal). De formulieren dienen te bevatten:
Technische voorschriften voor verkavelingen met wegenis
Conform de wetgeving dient de afvoer van regenwater en afvalwater gescheiden voorzien te worden. De afvoer van het regenwater dient bij voorkeur voorzien te worden in een grachtenstelsel.
Indien dit technisch onmogelijk zou blijken, dient dit via een afzonderlijke regenwaterleiding te gebeuren. Het regenwater dient met redelijke kost doorgetrokken te worden tot aan de beek of RWA-afvoer. Slechts in uitzonderlijke gevallen mag de RWA terug gemengd aansluiten op de riolering afwaarts de verkaveling. In het laatste geval dient steeds nagegaan te worden of infiltratie mogelijk is. Hiervoor dienen proeven uitgevoerd te worden. Indien de totale verharde oppervlakte (wegenis + toekomstige bebouwbare oppervlakte) groter is dan 2000m² dient de verkavelaar een buffering te voorzien volgens de gangbare voorschriften van de provincie voor deze specifieke locatie. Deze buffering dient bij voorkeur te gebeuren via een open systeem. Indien dit onmogelijk is of ruimtelijk niet inpasbaar blijkt, mag dit via een ondergronds systeem gebeuren. De berekeningen van de dimensionering van de leidingen en buffervolume dienen voorgelegd te worden aan Fluvius ter goedkeuring en dienen te gebeuren volgens de code van goede praktijk met een 2 en 5-jaalijkse bui. Voor de hoofdleiding RWA dienen steeds starre materialen gebruikt te worden.
Het afvalwater moet gedimensioneerd worden op 2DWA tenzij de verkaveling het gemengde afvalwater van een stroomopwaarts riooldeel moet ontvangen. De minimale diameter voor 2DWA bedraagt 250mm. De hoofdleiding dient voorzien te worden in starre materialen.
In de dimensioneringsnota dienen steeds alle aansluitingen, die lager liggen dan de druklijnen in het stelsel, gemeld te worden.
De aansluitingen voor het afvalwater worden standaard met leidingen diam. 125mm uitgevoerd (binnendiameter). De buizen voor afvoer van afvalwater worden uitgevoerd in gres. De aansluiting voor hemelwaterafvoer in grijze kleur (diam. 160mm). Ter hoogte van de rooilijn worden huisaansluitputjes voorzien, zowel op de afvalwaterbuis als desgevallend op de hemelwaterbuis. Deze huisaansluitputjes vormen de grens tussen de (openbare) aansluiting en de privé-installatie en komen in beheer van de klant. Fluvius zal echter te allen tijde toegelaten worden via deze huisaansluitputjes reiniging en inspectie van de aansluiting uit te voeren.
De diepte van deze aansluitingen bedraagt standaard 80 tot 120cm dekking t.o.v. maaiveld. Afwijking hiervan mogen slechts na goedkeuring van Fluvius doorgevoerd worden."
Het voorgestelde tracé van de voorziene wegenis in deze verkavelingsaanvraag werd goedgekeurd.
Het college zal een overeenkomst met de ontwerper afsluiten over de uitrusting van deze verkaveling.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Artikel 4.4.1.Vlaamse codex ruimtelijke ordening
§1. In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft :
1° de bestemming;
2° de maximaal mogelijke vloerterreinindex;
3° het aantal bouwlagen.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het RUP Centrum. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de voorschriften of er wordt, gelet op de huidige bouwtrends en ruimtelijke inzichten, op aanvaardbare wijze afgeweken van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een omgevingsvergunning af aan Jeroen Willems voor het verkavelen van gronden gelegen in 3060 Bertem, Stroobantshof 1, 3, 5, 7, 9, 11, sectie C nr 182l3, 182f3, 182k3, 182c3, 182g3 en 182n3 onder volgende voorwaarden:
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 21 december 2020
RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN 'VERONA'. GOEDKEURING VAN DE START- EN PROCESNOTA RUP 'KERN VERONA' OPGEMAAKT DOOR HET ONTWERPBUREAU CREOSUM.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
De gemeente Bertem beoogt met de opmaak van dit RUP de ruimtelijke uitdagingen binnen de kern van Verona te onderzoeken en het uitwerken van de ruimtelijke kwaliteiten te faciliteren. Het geselecteerde projectgebied omvat een veelheid aan problematieken die kenmerkend zijn voor de ruimtelijke uitdagingen binnen de gemeente. Met de ontwikkeling van dit RUP wenst de gemeente een beleidskader te ontwikkelen dat toonaangevend is voor de actuele wenselijke ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de startnota en de procesnota van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 'Verona' goed. De naam voor het RUP wordt gewijzigd naar 'Kern Verona'.
Artikel 2:
Het college keurt de procedure voor fase 1 (goedkeuring start- en procesnota) goed:
PROCEDURE | DATUM |
collegebesluit start- en procesnota | 21/12/2020 |
Adviesvraag 60dagen | week 1 2021 |
publicatie website / Belgisch Staatsblad / Info Bertem | week 1 2021 |
Terinzagelegging startnota 60 dagen | 11/01/2021 - 12/03/2021 |
Participatiemoment voor de bevolking | 25/01/2021 |
Gecoro advies startnota | februari 2021 |
Artikel 3:
Het college van burgemeester en schepenen vraagt advies over de start- en procesnota aan:
Artikel 4:
De publieke raadpleging start op 11 januari 2021 gedurende een periode van 60 dagen.
Het participatiemoment vindt plaats op 25 januari.
Zitting van 21 december 2020
TROTTOIRS. BESPREKING ONTWERP NIEUW VOETPAD EN AANLEG VOORTUIN GERZENSTRAAT 7-11A.
Besluit
Motivering
De woningen ter hoogte van de Gerzenstraat nr. 7 tot en met nr. 11a werden verbouwd. Dieder de loodgieter BVBA, Gerzenstraat 11 te Bertem vraagt toelating om het voetpad voor de nieuwe woningen ter hoogte van Gerzenstraat 7-11 en 11a te mogen heraanleggen in losliggende grote betondallen (1 x 2 meter) op te nemen met een zuignap. De eerste rij betondallen ligt in hellende lijn met de boordsteen van de weg, de tweede lijn zou afwisselende met trappen, planten en zitbanken worden aangelegd.
Tussen de woningen nr. 7 en 9 wil hij het bestaande pad in hout afwerken.
De voorkant van huis nr. 9 wil hij in een latere fase aanlegggen.
Met deze aanleg wil hij de monotone grijze stoepvoortuin omtoveren in een toegankelijk klimaatverantwoorde groene reuze tegeltuin.
Bespreking
De dienst openbare werken heeft de vraag voor het aanleggen van het voetpad in losliggende grote betontegels van 1 x 2 meter onderzocht en formuleert volgende opmerkingen:
Het huidige voetpad ligt in betonstraatstenen over de hele lengte van de straat. Het plaatsen van een ander type verharding heeft de volgende nadelen:
• het betreft maar een deel van het voetpad van de Gerzenstraat en staat in schril contrast met bestaande naast en overliggende voetpaden
• het uniform straatbeeld gaat zo verloren
• het voorgestelde voetpad is moeilijk te herstellen of aan te passen als de verharding beschadigd wordt bij werken of heraanleg van het voetpad in de toekomst.
• het plaatsen van nieuwe afsluiters voor de huisaansluitingen van gas/water is zeer moeilijk
• de inplanting of het verplaatsen van openbare verlichtingspalen geeft problemen.
Om deze redenen kan de dienst geen gunstig advies geven voor de heraanleg in reuze betontegels in het voetpad. De strook voor het voetpad (120 cm breed) dient behouden te blijven in grijze betonstraatstenen.
Het deel gelegen achter het voetpad tot aan de gevel kan aangelegd worden zoals voorgesteld op de bijgevoegde plannen, mits het verkrijgen van de nodige vergunningen. Hier vraagt de dienst openbare werken om de hoogstammen op voldoende afstand (minimum 2 meter) van de rand van de weg te planten om in de toekomst problemen met overhangende takken over de weg te vermijden.
Het college gaat akkoord met het ongunstig advies van de dienst openbare werken voor het aanleggen van het voetpad in de Gerzenstraat nr. 7 tot en met 11a en geeft geen toelating aan de aanvrager om wijzigingen aan te brengen aan het openbaar domein. Het voetpad moet te allen tijde toegankelijk blijven. De aanvrager moet aan de dienst openbare werken een plan met maten bezorgen met de inplanting van de aan te planten bomen. Het aanplanten van hoogstambomen in de voortuinen wordt enkel toegestaan op voorwaarde dat deze op langere termijn geen schade kunnen veroorzaken aan het openbaar domein.
Zitting van 21 december 2020
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG TELENET AANLEG VAN TELECOMLEIDING KOPPELSTRAAT-HOOGVELDBAAN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Telenet - Netaanleg, Dienst Vergunningen, Antoon Catriestraat 18, 9031 Drongen, om de werken overeenkomstig het bijgevoegde plan en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
Zitting van 21 december 2020
GROENBEHEER. GOEDKEURING OVEREENKOMST PETERSCHAP KLEINE GROENSTROKEN EN PLANTSOENEN IN DE GRAUWE STEENBERG 38.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
De overeenkomst geldt voor al de groenstroken over de gehele breedte van het perceel. Hoogstammen mogen niet verwijderd worden.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de overeenkomst inzake peterschap van een groenstrook of plantsoen van Peter Van Lishout, Grauwe Steenberg 38 te Bertem van 12 november 2020 goed.
Artikel 2:
De overeenkomst geldt voor al de groenstroken langs het perceel.
Artikel 3:
De hoogstambomen mogen niet verwijderd worden.
Zitting van 21 december 2020
CONTRACT SCHUILHUISJES. GOEDKEURING TIJDELIJKE OVEREENKOMST BMG MEDIA.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Argumentatie
De dienst openbare werken houdt een marktverkenning bij sociale-economiebedrijven (zoals IGO) om een kosten-baten analyse te kunnen maken over het onderhoud en de herstellingen van de betrokken schuilhuisjes én van de andere schuilhuisjes op ons grondgebied, die momenteel door onze dienst openbare werken worden onderhouden en hersteld. Deze KBA is nodig om de meest voordelige keuze op de lange termijn te kunnen maken.
Een tijdelijk contract van 6 maanden is nodig, enerzijds om de lopende reclamecontracten met lokale handelaars niet abrupt te laten stopzetten en anderzijds om de kosten-baten analyse op punt te kunnen stellen met het oog op het maken van een definitieve keuze.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bijgevoegde overeenkomst tussen de gemeente Bertem en BMG Media B.V.B.A., Brederodestraat 184A, 2018 Antwerpen, goed.
Zitting van 21 december 2020
PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING SIGNALISATIEVERGUNNING INTERVENTIES VAN DE FIRMA BROEDERS & CO IN OPDRACHT VAN FLUVIUS, TELENET EN PROXIMUS VOOR HET DIENSTJAAR 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de aannemer telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Daarom wordt voor dit soort werken een signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunning geldt niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.
De vergunninghouder moet de gemeente Bertem steeds minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats waar de werkzaamheden zullen uitgevoerd worden en van de signalisatie die hij daarvoor zal plaatsen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een doorlopende signalisatievergunning voor het dienstjaar 2021 wordt verleend aan de firma Broeders & Co, Hemelrijken 3 te 2890 Puurs - Sint-Amands, werkende in opdracht van de firma's Fluvius, Proximus en Telenet voor werkzaamheden van dringende en/of beperkte omvang:
langsheen de gemeentewegen in de gemeente Bertem.
Artikel 2:
De vergunninghouder moet bij niet-dringende interventiewerken de gemeente Bertem minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats van de werkzaamheden en van de gebruikte signalisatie. Voor dringende interventiewerken dient dit met bekwame spoed te gebeuren.
Artikel 3:
De uitvoerende aannemer moet bij alle werken een display aanbrengen met verduidelijking in opdracht van welke instantie de betrokken aannemer de werken uitvoert.
Artikel 4:
Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.
Het bewijs (kopie) van deze vergunning moet bezorgd worden aan de gemeente Bertem vooraleer de werken mogen beginnen.
Artikel 5:
De aanvrager moet de werken tijdig aankondigen met informatieborden en de buurtbewoners inlichten met een nieuwsbrief.
Artikel 6:
De vergunninghouder moet de gemeente Bertem schriftelijk op de hoogte brengen bij de beëindiging van zijn opdracht.
Artikel 7:
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2021 om 00.00 uur en het blijft van kracht tot 31 december 2021 om 24.00 uur.
Zitting van 21 december 2020
PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING SIGNALISATIEVERGUNNING INTERVENTIES VAN DE FIRMA GASTON DE GROOTE NV VOOR HET DIENSTJAAR 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de aannemer telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Daarom wordt voor dit soort werken een signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunning geldt niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.
De vergunninghouder moet de gemeente Bertem steeds minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats waar de werkzaamheden zullen uitgevoerd worden en van de signalisatie die hij daarvoor zal plaatsen.
Bijlagen
• Signalisatieschema werken van 6de categorie.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een doorlopende signalisatievergunning voor het dienstjaar 2021 wordt verleend aan de firma Gaston De Groote nv, met maatschappelijke zetel Ambachtsweg 19-21 te 9820 Merelbeke, voor wegmarkeringswerken van beperkte omvang, meer bepaald werken van de categorie 6, langsheen de gemeentewegen in de gemeente Bertem, en om hiervoor signalisatie te gebruiken.
Artikel 2:
De vergunninghouder moet bij niet-dringende interventiewerken de gemeente Bertem minstens 3 werkdagen op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats van de werkzaamheden en van de gebruikte signalisatie. Voor dringende interventiewerken dient dit met bekwame spoed te gebeuren.
Artikel 3:
De uitvoerende aannemer moet bij alle werken een display aanbrengen met verduidelijking in opdracht van welke instantie de betrokken aannemer de werken uitvoert.
Artikel 4:
Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.
Het bewijs (kopie) van deze vergunning moet bezorgd worden aan de gemeente Bertem vooraleer de werken mogen beginnen.
Artikel 5:
De aanvrager moet de werken tijdig aankondigen met informatieborden.
Artikel 6:
De vergunninghouder moet de gemeente Bertem schriftelijk op de hoogte brengen bij de beëindiging van zijn opdracht.
Artikel 7:
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2021 om 00 uur en het blijft van kracht tot 31 december 2021 om 24 uur.
Zitting van 21 december 2020
PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING SIGNALISATIEVERGUNNING DRINGENDE INTERVENTIES, CONTROLES EN ONDERHOUD AQUAFIN - DIENSTJAAR 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de aannemer telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Daarom wordt voor dit soort werken een signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunning geldt niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.
De vergunninghouder moet de gemeente Bertem minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats waar de werkzaamheden zullen uitgevoerd worden en van de signalisatie die hij daarvoor zal plaatsen, tenzij bij korte, dringende interventies.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een doorlopende vergunning voor dienstjaar 2021 wordt verleend aan de firma Aquafin, met maatschappelijke zetel Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar, voor werkzaamheden van dringende en/of beperkte omvang zoals een breuk in de persleiding of wateroverlast, en voor controles en onderhoud van de pompstations:
langsheen de gemeentewegen in de gemeente Bertem.
Artikel 2:
De vergunninghouder moet bij niet-dringende interventiewerken de gemeente Bertem zo snel als mogelijk op de hoogte brengen van de plaats van de werkzaamheden en van de gebruikte signalisatie.
Artikel 3:
De uitvoerende aannemer moet bij alle werken een display aanbrengen met verduidelijking in opdracht van welke instantie de betrokken aannemer de werken uitvoert.
Artikel 4:
Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.
Het bewijs (kopie) van deze vergunning moet bezorgd worden aan de gemeente Bertem vooraleer de werken mogen beginnen.
Artikel 5:
De aanvrager moet, zover als mogelijk, de werken tijdig (bij voorkeur 1 werkdag) aankondigen met (informatie)borden.
Artikel 6:
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2021 om 00.00 uur en blijft van kracht tot 31 december 2021 om 24.00 uur.
Zitting van 21 december 2020
PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING SIGNALISATIEVERGUNNING (DRINGENDE) INTERVENTIES DE WATERGROEP DIENSTJAAR 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
Argumentatie
Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de aannemer telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Daarom worden voor dit soort werken een permanente vergunning en signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunningen gelden niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een doorlopende signalisatievergunning voor dienstjaar 2021 voor werkzaamheden van dringende en/of beperkte omvang wordt verleend aan De Watergroep, met maatschappelijke zetel Vooruitgangsstraat 189 te 1030 Brussel.
Artikel 2:
De vergunninghouder moet bij niet-dringende interventiewerken de dienst openbare werken van de gemeente Bertem steeds minstens 2 werkdagen op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats waar de werkzaamheden zullen uitgevoerd worden en van de signalisatie die hij daarvoor zal plaatsen.
Artikel 3:
De uitvoerende aannemer moet bij alle werken een display aanbrengen met verduidelijking in opdracht van welke instantie de betrokken aannemer de werken uitvoert.
Artikel 4:
Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.
Het bewijs (kopie) van deze vergunning moet bezorgd worden aan de gemeente Bertem vooraleer de werken mogen beginnen.
Artikel 5:
De aanvrager moet, voor zover als mogelijk (bij voorkeur 1 werkdag voor de aanvang), de werken tijdig aankondigen met (informatie)borden.
Artikel 6:
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2021 om 00.00 uur en blijft van kracht tot 31 december 2021 om 24.00 uur.
Zitting van 21 december 2020
PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING VERGUNNING WERKEN OP OPENBAAR DOMEIN EN SIGNALISATIEVERGUNNING (DRINGENDE) INTERVENTIES PROXIMUS - DIENSTJAAR 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de aannemer telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Daarom worden voor dit soort werken een permanente vergunning en signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunningen gelden niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een doorlopende vergunning voor dienstjaar 2021 voor werkzaamheden van dringende en/of beperkte omvang:
en een jaarvergunning signalisatie voor 2021 worden verleend aan Proximus, Kortrijksesteenweg 542 te 9000 Gent.
Artikel 2:
De vergunninghouder moet bij niet-dringende interventiewerken de dienst openbare werken van de gemeente Bertem steeds minstens 1 werkdag op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van de plaats waar de werkzaamheden zullen uitgevoerd worden en van de signalisatie die hij daarvoor zal plaatsen.
Artikel 3:
De uitvoerende aannemer moet bij alle werken een display aanbrengen met verduidelijking in opdracht van welke instantie de betrokken aannemer de werken uitvoert.
Artikel 4:
Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.
Het bewijs (kopie) van deze vergunning moet bezorgd worden aan de gemeente Bertem vooraleer de werken mogen beginnen.
Artikel 5:
De aanvrager moet, voor zover als mogelijk (bij voorkeur 1 werkdag voor de aanvang), de werken tijdig aankondigen met (informatie)borden.
Artikel 6:
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2021 om 00.00 uur en blijft van kracht tot 31 december 2021 om 24.00 uur.
Zitting van 21 december 2020
PERMANENTE SIGNALISATIEVERGUNNINGEN. GOEDKEURING SIGNALISATIEVERGUNNING (DRINGENDE) INTERVENTIES DIENST OPENBARE WERKEN BERTEM DIENSTJAAR 2021.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Bepaalde kleine onderhouds- of herstellingswerken vergen soms een dringende aanpak. Voor dergelijke werken, die ingeval van defect onvoorspelbaar zijn, maar toch een snelle aanpak vergen, is het moeilijk werken als de dienst telkens opnieuw eerst voorafgaand een signalisatievergunning moet aanvragen bij de gemeente.
Daarom worden voor dit soort werken een permanente vergunning en signalisatievergunning afgeleverd voor 1 jaar. Deze vergunningen gelden niet voor grotere of andere werken, die wel degelijk op voorhand gepland kunnen worden, en waarvoor wel tijdig een signalisatievergunning kan worden aangevraagd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Een doorlopende vergunning voor dienstjaar 2021 voor werkzaamheden van dringende en/of beperkte omvang:
en een jaarvergunning signalisatie voor 2021 worden verleend aan de dienst openbare werken van de gemeente Bertem.
Artikel 2:
De uitvoerende aannemer moet bij alle werken een display aanbrengen met verduidelijking in opdracht van welke instantie de betrokken aannemer de werken uitvoert.
Artikel 3:
Indien de werken uitgevoerd worden langsheen een gewestweg (N3 en N253), moet de vergunninghouder een aparte vergunning aanvragen bij het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, de beheerder van de gewestwegen.
Artikel 4:
De aanvrager moet, voor zover als mogelijk (bij voorkeur 1 werkdag voor de aanvang), de werken tijdig aankondigen met (informatie)borden.
Artikel 5:
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2021 om 00.00 uur en blijft van kracht tot 31 december 2021 om 24.00 uur.
Zitting van 21 december 2020
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET PLAATSEN VAN EEN MACHINE VOOR HET UITVOEREN VAN EEN GESTUURDE BORING AAN DE TERVUURSESTEENWEG 177 TE 3060 BERTEM VAN 11 TOT 22 JANUARI 2021.
Voorgeschiedenis
• Aanvraag via het digitaal loket op 24 november 2020 van Marleen Van Nuffelen namens Wagro Bvba, Baaikensstraat 5 te 9240 Zele om het openbaar domein in te nemen aan de Tervuursesteenweg 177 te 3060 Bertem van 11 januari 2021 tot 22 januari 2021, en om verkeerssignalisatie te plaatsen.
• Besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Bertem in zitting van 22 september 2020: het college geeft toelating aan Proximus N.V. om de werken overeenkomstig het bijgevoegde plan en onder bepaalde voorwaarden uit te voeren.
Feiten en context
• Het betreft het plaatsen van een machine voor het uitvoeren van een gestuurde boring op het trottoir, fietspad en berm in opdracht van Proximus voor de Fortis Bank.
• Verder zijn er mobiele blaaswerken op de Tervuursesteenweg en op de Bosstraat te 3060 Bertem.
• AWV gaf zijn akkoord op 25 september 2020, referentie MS 475372.
• Deze werken gaan door in de periode van 11 januari 2021 tot 22 januari 2021.
Juridische gronden
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
• MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
• Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
• Raadsbesluit van 28 april 2020 over de tijdelijke vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein naar aanleiding van COVID-19.
Adviezen
• Advies van Politiezone Voer en Dijle.
Argumentatie
Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Bijlagen
• signalisatie 210111-210122 Tervuursesteenweg 177
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het plaatsen van een machine voor het uitvoeren van een gestuurde boring ter hoogte van de Tervuursesteenweg 177 te 3060 Bertem het openbaar domein, met name het fietspad, de berm en het voetpad in te nemen van 11 januari 2021 tot 22 januari 2021 en verkeerssignalisatie te plaatsen.
Artikel 2:
De aanvrager krijgt toelating om met een mobiele werf het openbaar domein in te nemen op de plaatsen, aangeduid op het plan in bijlage, aan de Tervuursesteenweg en de Bosstraat te 3060 Bertem van 11 januari 2021 tot 22 januari 2021.
Artikel 3:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de signalisatie zoals in het plan in bijlage: cat. 3 sterke hinder met driekleurige lichten en fietscorridor.
De mobiele werf aan de Tervuursesteenweg en aan de kruispunten van de Bosstraat met de Oude Baan en de Vuikelaan moeten worden gesignaleerd conform de bepalingen betreffende innames categorie 6 zoals omschreven in de Code voor infrastructuur- en nutswerken langs de gemeentewegen.
Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Artikel 4:
De uitvoerend aannemer dient zich strikt te houden aan de voorwaarden, geformuleerd in dit besluit, het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Bertem in zitting van 22 september 2020, en het akkoord van AWV van 25 september 2020 (ref. MS 475372).
Artikel 5:
De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.
Artikel 6:
Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden in het Nederlands.
Artikel 7:
Dit besluit wordt van kracht op 11 januari 2021 en het blijft van kracht tot 22 januari 2021.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.