BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 3 juni 2019

Van 14.50 uur tot 16 uur

 

Aanwezig:

Waarnemend burgemeester:

Tom Philips

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens en Joery Verhoeven

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

 


Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 27 mei 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 27 mei 2019 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2019/00373 en nr. 2019/00374 voor een totaal bedrag van 5528,50 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/01590 tot en met nr. 2019/01696 voor een totaal bedrag van 428 486,56 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

GEZONDHEIDSPROMOTIE. ONDERTEKENING CHARTER GEZONDE GEMEENTE.

 

Juridische gronden

  • Preventiedecreet van 21 november 2003
  • Besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies, en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 25 juni 2010
  • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
  • Decreet Lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018

 

Adviezen

  • Gunstig advies van Logo Oost-Brabant

 

Argumentatie

Onze levensverwachting (jongens geboren in 2016: 80 jaar – meisjes geboren in 2016: 84,5 jaar) stijgt jaar na jaar en ons zorgsysteem behoort tot de beste ter wereld.

Toch blijven heel veel ziektes het gevolg van een ongezonde leefstijl en/of ongezonde omgeving en dit bovenop de toegenomen zorgvraag door de vergrijzing en te groter wordende gezondheidskloof.

Meer dan ooit denken we daarom steeds meer aan preventie. Want een gezonde burger wordt minder ziek, zit beter in zijn vel, kost minder geld en kan bovendien actief van de samenleving deel uitmaken.

Het lokaal bestuur is het meest burgernabije niveau en dus uitermate goed geplaatst om hierin een rol van betekenis te spelen. Het effectief bewezen project Gezonde Gemeente helpt hierbij.

Doel van het project Gezonde Gemeente is om stapsgewijs te komen tot een structureel preventief gezondheidsbeleid met aandacht voor leefstijl, leefomgeving en gelijke gezondheidskansen en dit lokale beleid eenvormig te communiceren.

Kenmerkend aan het project  “Gezonde Gemeente” is het vraaggestuurde en integrale karakter. Gemeente Bertem bepaalt m.a.w. zelf welke gezondheidsthema’s ze aanpakt, met welke interne en externe partners ze samenwerkt en met welke intensiteit ze dit doet.

Afgelopen legislatuur (2013-2018) hebben 275 Vlaamse lokale besturen en 1 Brussels lokaal bestuur met dit project gewerkt. Dit project werd in 2016 en 2017 positief geëvalueerd.

Deze legislatuur (2019-2024) wil Bertem de focus meer leggen op integraal werken aan een sterk lokaal preventief gezondheidsbeleid. Bertem doet hiervoor een beroep op Logo Oost-Brabant.

Om Bertem hierin te ondersteunen, heeft het Logo verschillende inhoudelijke en visuele materialen (groeimeter, gezondheidsmatrices, website www.gezondegemeente.be, win-winfiches, lokale gezondheidsdata…) ter beschikking en krijgt de gemeente gepersonaliseerd promotiemateriaal.

Een eerste stap in dit traject is het ondertekenen van een charter ”Gezonde Gemeente”. Op die manier maakt Bertem haar beleidsintenties op het vlak van gezondheid publiek.

Het ondertekenen van dit charter kan op het even welk ogenblik. Op 3 juni 2019 biedt het Logo Oost-Brabant de mogelijkheid aan lokale besturen om het charter te ondertekenen tijdens het plenair overleg in het Sociaal Huis in Tienen.

 

Financiële gevolgen

Afhankelijk van het aantal en de complexiteit van de acties en projecten die onder het project Gezonde Gemeente georganiseerd zullen worden, varieert de kostprijs.

De ondertekening van het charter is gratis.

Deelname aan het plenair overleg van Logo Oost-Brabant is gratis.

De kosten voor specifieke acties zullen worden voorzien in het meerjarenplan 2020-2025.

 

 

Bijlagen

  • Charter voor een gezonde gemeente 2019-2024

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college gaat akkoord om deel te nemen aan het project ‘Gezonde Gemeente’ voor de periode 2019-2024 en ondertekent hiervoor het Charter Gezonde Gemeente.

 

Artikel 2:

Het college machtigt burgemeester Joël Vander Elst om het charter Gezonde Gemeente te ondertekenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

BUURTFEESTEN. SUBSIDIE BUURTFEEST LANGE GRACHT.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Danielle Gourdange en Sabine Raes op 27 mei 2019.

 

Feiten en context

         Het buurtfeest zal plaatsvinden op 31 augustus 2019 in de Dorpstraat tussen huisnummers 619 en 619b. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 16 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Dorpstraat tussen de Eksterenberg en Vossem.

         De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0710/64900700

1419/002/001/007/002

€ 3000

€ 2250

€ 150

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Dorpstraat (Lange Gracht).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

ECOWERF. KENNISNAME AFVALCIJFERS 2018.

 

Mededeling

EcoWerf stelde op 20 mei 2019 via e-mail de gemeentelijke afvalcijfers van het jaar 2018 ter beschikking.

 

 

2018

2017 (ter vergelijking)

huis-aan-huis ophaling

2 383 048 kg

2 308 286 kg

recyclagepark

1 729 568 kg

1 736 256 kg

gemeentevuil en opkuis glasbollen

2913 kg

2734 kg

TOTAAL

4 115 529 kg

4 047 276

 

In 2018 werd er per inwoner 411 kg geproduceerd en 78% hiervan werd selectief gerecycleerd. 19,77% of 81 kg per inwoner is huisvuil en grofvuil.

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING. KENNISNAME BESLUIT DEPUTATIE OVER HET BEROEP VAN TIM STAKENBORG TEGEN DE WEIGERING VAN DE VERGUNNING VOOR HET BOUWEN VAN EEN KOPPELWONING ALS ZORGVOORZIENING VEEWEIDE 1 + 1A.

 

Motivering

         Op 24 januari 2019 heeft het college een weigering afgeleverd aan Tim Stakenborg voor het bouwen van een koppelwoning als zorgvoorziening.

         Op 21 februari 2019 heeft Univ Architecten bvba, Hoekstraat 1 bus 18, 3910 Pelt, beroep aangetekend tegen de beslissing van het college.

         Op 16 mei 2019 heeft de deputatie een weigering afgeleverd.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 16 mei 2019 om het beroep, ingediend door Univ Architecten bvba, niet in te willigen.

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. MELDING VAN KOEN GILLE, ORMENDAAL 11B, SECTIE B NR. 38F.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 7 mei 2019 heeft Koen Gille een melding van stedenbouwkundige handelingen ingediend voor het aanleggen van een zwembad in de achtertuin van de woning in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 11B, sectie B nr. 38F.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven deels gelegen in woongebied met landelijk karakter en deels in natuurgebied.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
  • Het goed is gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling van 16 december 1996, ref. T874-2-B.9618. Het betreft lot 1A met als bestemming één woongebouw met de eigen residentiële aanhorigheden. De aanvraag wijkt niet af van de stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling.
  • De aanvraag omvat het aanleggen van een zwembad in de achtertuin van een bestaande woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
  • Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Hoofdstuk 2 van het besluit van de Vlaamse regering bevat de aanwijzing van de meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel 4.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De voorgestelde werken vallen hier niet onder. Het besluit van de Vlaamse regering is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    • Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

  • Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

 

Argumentatie

  • Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing.

  • Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is onvolledig. De aanvraag voldoet niet aan de normen voor digitale aanvragen van een melding voor stedenbouwkundige handelingen met of zonder architect, zoals opgemaakt door het departement Omgeving in toepassing van artikel 154 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014. In dit artikel wordt het volgende bepaald: "Op straffe van onvolledigheid van de aanvraag, het verzoek, de melding of het beroepschrift voldoen alle bestanden die verzonden worden aan de vormelijke en technische vereisten, bepaald door het departement."

De aanvraag is onontvankelijk. Het aanleggen van een zwembad behoort volgens het besluit van de Vlaamse regering betreffende de meldingsplichtige handelingen van 16 juli 2010 niet tot de meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel 4.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De stedenbouwkundige voorschriften van de geldende verkaveling (ref. T874-2-B.9618) bevatten geen expliciete bepalingen met betrekking tot het aanleggen van zwembaden.

Volgens artikel 2.1., 8° van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de plaatsing van niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, ingeplant tot op 1 meter van de perceelsgrens of tot tegen een bestaande scheidingsmuur, voor zover de gezamenlijk oppervlakte van dergelijke constructies, met inbegrip van alle bestaande niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, 80 vierkante meter niet overschrijdt, vrijgesteld van vergunning. De vrijstelling, vermeld in artikel 2.1., 8° geldt alleen als de handelingen volledig worden uitgevoerd binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning en niet gesitueerd zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied, met uitzondering van parkgebied. Uit de aangeleverde dossierstukken kan niet worden opgemaakt of met de aanleg van het zwembad van 40m² de maximaal toelaatbare oppervlakte voor niet-overdekte constructies (zoals toegangspaden, terrassen, zwembaden, zwemvijvers, ...) van 80m² overschreden wordt. Indien dit niet het geval is, zijn de voorgestelde werken vrijgesteld van vergunning. Indien dit wel het geval is, moet een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om Koen Gille op de hoogte te brengen van de onontvankelijkheid van zijn melding van 7 mei 2019 voor het aanleggen van een zwembad in de achtertuin van de bestaande woning in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 11B, sectie B nr. 38F.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

RECHT VAN VOORKOOP. WONING IN 3060 BERTEM, WALENPOT 1, SECTIE B NR 134Y5.

 

Feiten en context

  • Notariskantoor Verhaegen, Busschaert & Pierre heeft een recht van voorkoop aangeboden voor de woning Walenpot 1 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie B nummer 134Y5 met als dossiernummer 104776.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college wenst zijn voorkooprecht voor de woning Walenpot 1 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie B nummer 134Y5 niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT PERCELEN DORPSTRAAT 426 TE 3061 BERTEM, AFDELING 3 SECTIE C NUMMERS 273K (WONING), 273T3 (TUIN) EN 273L (BOS).

 

Feiten en context

  • Notariskantoor Vangoetsenhoven heeft een recht van voorkoop aangeboden voor de percelen Dorpstraat 426 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie C nummers 273k (woning), 273t3 (tuin) en 273l (bos) met als dossiernummer 104756.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Dorpstraat 426 INBRTM187665

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college wenst zijn voorkooprecht voor de percelen Dorpstraat 426 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie C nummers 273k (woning), 273t3 (tuin) en 273l (bos) niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING DORPSTRAAT 455 TE 3061 BERTEM.

 

Feiten en context

  • Notaris Stéphane Van den Bossche heeft een recht van voorkoop aangeboden voor de woning Dorpstraat 455 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie E nummer 32a4 met als dossiernummer 104860.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Dorpstraat 455 INBRTM187732

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Dorpstraat 455 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie E nummer 32a4, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JAN VERBEKE VOOR HET REGULARISEREN VAN EEN HOUTEN AANBOUW IN 3061 LEEFDAAL, A. DEVRIESESTRAAT 23, SECTIE B NR. 405V3.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         De woning dateert volgens de kadastrale legger van de periode tussen 1919 en 1930. Bestaande constructies die gebouwd werden vóór 22 april 1962 (in werking treden Stedenbouwwet) worden te allen tijde geacht vergund te zijn.

         Op 11 juni 1980 werd door het college van burgemeester en schepenen een bouwvergunning verleend voor een verandering in de gevels (ref. T874-1-1980.56).

         Op 13 juni 1983 werd door het college van burgemeester en schepenen een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een veranda (ref. T874-1-1983.48).

         Op 19 januari 1988 werd door het college van burgemeester en schepenen een weigering tot bouwvergunning afgeleverd voor een aanvraag tot regularisatie van het aanbouwen van een inkomhal met wc en wasruimte (ref. T874-1-1987.108). Op 8 november 1988 werd het beroep ingediend door dhr. J. Verbeke ingewilligd door de bestendige deputatie van de provincieraad van Brabant en werd bijgevolg een vergunning verleend (ref. 12/813.569/5454R). Op 30 november 1988 werd de betreffende bouwvergunning vernietigd bij Ministerieel Besluit houdende inwilliging van het beroep van de gemachtigde ambtenaar (ref. 2/22/AB/11364/87).

         Op 7 maart 1994 werd door het college van burgemeester en schepenen een bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een serre (ref. T874-1-4.020).

         Op 8 februari 2019 heeft Jan Verbeke een aanvraag ingediend voor het regulariseren van een houten aanbouw in 3061 Leefdaal, A. Devriesestraat 23, sectie B nr.405V3.

         De aanvraag werd vervolledigd op 7 maart 2019, waarna het dossier volledig en ontvankelijk werd verklaard op 5 april 2019.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het perceel van aanvraag is volgens het gewestplan Leuven deels gelegen in woongebied en deels in woonuitbreidingsgebied. De aangevraagde werken situeren zich volledig in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de A. Devriesestraat, een zijtak van de Tervuursesteenweg, een gewestweg die de gemeenten Leuven en Tervuren met elkaar verbindt en die gelegen is op de noordelijke valleirand van de Voer. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in halfopen en open bebouwing, in hoofdzaak gebouwen met twee bouwlagen en een hellend dak met de nok evenwijdig aan de voorgevel.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de regularisatie van een houten aanbouw ter hoogte van de rechter zijgevel van een vergund geachte woning. Het betreft een constructie van 1,20m breed en 6m diep, die is afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,60m. De aanbouw doet dienst als inkomhal en herbergt tevens een wc en doucheruimte. De constructie in donkerbruin houten latwerk werd opgericht binnen de bouwvrije zijtuinstrook en bevindt zich op 1,80m van de rechter perceelsgrens. Aan de voorzijde bevindt zich de toegang tot de woning. De zijgevel en de achtergevel zijn blinde muren. In het dak bevinden zich 2 lichtkoepels om voldoende licht binnen te trekken.

         Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem en is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Er dienden geen externe adviezen aangevraagd te worden.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aangevraagde werken voorzien geen functiewijziging of wijziging van het aantal woongelegenheden. De bestaande woning blijft behouden als eengezinswoning en het project is daarmee in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De aanvraag is functioneel inpasbaar.

Mobiliteitsimpact

Het voorgestelde project heeft geen impact op de bestaande mobiliteit in de omgeving.

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet in het regulariseren van een situatie die reeds sinds de jaren ’80 in stand gehouden wordt. Het betreft een constructie met een grondoppervlakte van ca. 7,2m² en een bouwhoogte van ca. 2,60m. Rekening houdend met de schaal van het hoofdgebouw en de bebouwing in de omgeving betreft het een zeer beperkt volume. De constructie werd echter opgericht in de bouwvrije zijtuinstrook, die daardoor over een diepte van 6m plaatselijk gereduceerd wordt tot ca. 1,80m. De afstand tot het hoofdgebouw van de rechterbuur bedraagt echter nog steeds meer dan 8m. Bovendien werd op 13 juni 1983 een bouwvergunning afgeleverd voor het aanbouwen van een veranda tot op 1,50m van diezelfde perceelsgrens met de rechterbuur. Gelet op het voorgaande kan voorliggende aanvraag gunstig geadviseerd worden wat betreft schaal en ruimtegebruik.

Visueel-vormelijke elementen

Door de afwerking in donkerbruin houten latwerk wordt een geleidelijke en natuurlijke overgang gecreëerd tussen het hoofdgebouw in crepi enerzijds en de groenvoorzieningen op en naast de perceelsgrens anderzijds. Daardoor wordt de visuele impact van de aanbouw in de bouwvrije zijtuinstrook beperkt.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Gelet op het feit dat er zich geen raamopeningen in de zij- en achtergevel van de aanbouw bevinden én dat er zich voldoende groenvoorzieningen bevinden op de scheiding tussen beide percelen, kan in alle voorzichtigheid gesteld worden dat de privacy van de rechterbuur niet in het gedrang wordt gebracht door de voorgestelde werken.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden waarnemende gemeentelijke omgevingsambtenaar

De waarnemende gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Voorwaarden college

Aangezien de werken reeds meer dan 30 jaar geleden zijn uitgevoerd en het hier een regularisatie van een bestaande toestand betreft, wordt geen bijkomende voorwaarde over herstel van het openbaar domein opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemende gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Jan Verbeke voor het regulariseren van een houten aanbouw in 3061 Leefdaal, A. Devriesestraat 23, sectie B nr.405V3.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AFWIJKING GELUIDSNORMEN CHIRO DOERITSAN.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraag van een uitzondering op de geluidsnormen opgenomen in Vlarem 2 van Amadeo Vander Elst namens Chiro Doeritsan, Sint-Franciscusberg 5a te 3060 Bertem, van 27 mei 2019.

 

Feiten en context

         De aanvrager vraagt een uitzondering tot 100 dB(A) voor een evenement dat doorgaat in en aan de Chirolokalen, Sint-Franciscusberg 5a te 3060 Bertem, op 26 juni 2019 van 12 tot 24 uur.

         Het evenement is een dagdisco/café georganiseerd door de aspi's van Chiro Bertem ten voordele van hun buitenlands kamp. De aanvrager heeft op 29 mei 2019 verduidelijkt dat het de bedoeling is om zowel binnen als buiten muziek te spelen, maar dat ze 95 dB zeker niet zullen halen. De muziek zou eerder bedoeld zijn als achtergrondmuziek voor het aspicafé.

         De organisatoren van de muziekactiviteiten kunnen een geluidsmeter aanvragen bij de provincie Vlaams-Brabant. Zij kunnen hiervoor een gemeentelijke subsidie aanvragen via de gemeentelijke website.

 

Juridische gronden

         Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2)

º         Artikel 5.32.2.2bis: het college kan een muziekactiviteit in feestzalen en lokalen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.

º         Artikel 6.7.3.§3: het college kan een muziekactiviteit in een tent, in de openlucht, in bepaalde openbare inrichtingen en in private inrichtingen toelaten waarbij onder voorwaarden het maximale geluidsniveau van 85 dB(A) overschreden wordt.

         Artikel 6 van het Omgevingsvergunningendecreet van 25 april 2014.
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan doen.

 

Argumentatie

In een tent, in de openlucht of in een andere openbare inrichting dan een openbare, ingedeelde inrichting en op private inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden tenzij het college hiervoor toelating heeft gegeven.

 

De activiteit heeft plaats in de blokperiode van hogeschool- en universiteitsstudenten. Om die reden wordt het toegelaten geluidsniveau beperkt in hoogte en tijd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Chiro Doeritsan om het maximaal geluidsniveau van 85 dB(A) te overschrijden tijdens een evenement dat doorgaat in de Chirolokalen, Sint-Franciscusberg 5a te 3060 Bertem, op 26 juni 2019 van 12 tot 22 uur.

 

Artikel 2:

De exploitant dient de voorwaarden opgenomen in artikel 5.32.2.2bis §1 van Vlarem 2 strikt na te leven:

         maximale geluidsniveau IN de Chirolokalen: LAeq,15 min =95 dB(A)

         maximale geluidsniveau BUITEN de Chirolokalen: LAeq,15 min =85 dB(A)

         continu meten en zichtbaar maken van LAeq,15 min of LAmax,slow of gebruik geluidsbegrenzer conform Vlarem.

 

Artikel 3:

Deze toelating kan te allen tijde worden ingetrokken als blijkt dat de voorwaarden van de verleende toelating niet worden nageleefd.

 

Artikel 4:

De organisator dient uiterlijk 3 dagen voor het evenement een informatiebrief te bedelen bij de bewoners binnen een straal van 100 m van het evenement. Een exemplaar van de brief moet op hetzelfde moment ook bezorgd worden aan het gemeentebestuur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019
Overzicht punten

Zitting van 3 juni 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN M.B.T. FILMOPNAMES TE LEEFDAAL OP 14 JUNI 2019.

 

Voorgeschiedenis

         Schriftelijke aanvraag op 24 april 2019 van Tanguy Ligon, Location Manager ‘Undercover 2’, handelend voor De Mensen nv, Wezembeekstraat 3 te 1930 Zaventem om op vrijdag 14 juni 2019 tussen 9.00 en 18.30 uur te mogen filmen op de Delle en de Tervuursesteenweg te 3061 Leefdaal.

 

Feiten en context

         Deze filmopnames gaan door op vrijdag 14 juni 2019 tussen 9.00 en 18.30 uur.

         Aan de Delle te Leefdaal willen zij wegenwerken ensceneren waarbij er een klein verkeersongeval ontstaat.

         Zij wensen de Delle tussen deze uren volledig af te sluiten tussen de Blokkenstraat en de Dorpstraat te Leefdaal.

         Zij wensen eveneens rijshots te organiseren op de Tervuursesteenweg te Leefdaal met een ‘Voiture Travelling’ (voertuig waarop de spelwagen gemonteerd wordt), onder begeleiding van een wagen voor en achter of, indien mogelijk, onder politiebegeleiding.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet.
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3 en 5.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Adviezen

         Agentschap Wegen en Verkeer - district Leuven gaf op 20 mei 2019 toestemming onder voorwaarden:
"Filmopnames op de gewestwegen kan toegelaten worden als volgende criteria zijn voldaan:

º         Geen hinder voor het verkeer: start van de opnames na de ochtendspits (9u) en voor de avondspits (15u30)

º         Niet te veel afleiding voor de weggebruiker om de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen

º         Er wordt geen publiciteit gemaakt

Indien de afspraken niet worden nageleefd, worden de opnames onmiddellijk geschorst."

De aanvrager heeft zich op 22 mei 2019 schriftelijk akkoord verklaard met deze voorwaarden.

         Luc Michiels, inspecteur van politie en wijkagent Leefdaal, gaf op 24 mei 2019 negatief advies voor opnames op de Tervuursesteenweg:
"Op aanvraag van de korpschef wens ik het negatief advies m.b.t. het filmen op de Tervuursesteenweg als volgt te argumenteren :
1. De Tervuursesteenweg (N3) betreft een drukke verbindingsweg.
2. De manier waarop de opnames plaatsvinden houden een veiligheidsrisico in, dit zowel voor de crew die de opnames uitvoeren, als voor de overige weggebruikers (afleiding).
3. Volgens de wetgeving is het niet toegestaan om personen in de laadruimte, of op de buitenzijde van het koetswerk van een voertuig te vervoeren.  De lading van voertuigen dient ten alle tijde volledig verankert te zijn.
Met het oog op de wetgeving betreffende het verkeer op de openbare weg, en zeker met het oog op een potentieel veiligheidsrisico werd om de hierboven aangehaalde reden door onze diensten een negatief advies geadviseerd.
Wij kunnen eveneens adviseren om dergelijke opnames op een afgesloten terrein uit te voeren."

De inspecteur baseert zijn advies op volgende wettelijke bepalingen:
Artikel 44.3. van het K.B. 01/12/1975:
Het is verboden personen te vervoeren op de uitwendige delen van de carrosserie van een voertuig
Artikel 26 van het K.B. 15/03/1968 : Gebruik van de voertuigen
Geen voertuig mag op de openbare weg gebruikt worden indien het inzake onderhoud en werking in een staat verkeert waarbij de verkeersveiligheid in het gedrang komt of wanneer het niet voldoet aan de bepalingen van dit besluit, en dit, ongeacht de keuringen uitgevoerd door de erkende instellingen
Artikel 17&2 van het K.B. 15/03/1968 : Gebruik van de voertuigen
Het vervoer van personen door middel van aanhangwagens, andere dan die welke uitsluitend gebruikt worden door kermisexploitanten en die eigen zijn aan dat beroep, is verboden.

 

Argumentatie

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

Gelet op het negatieve advies van de politie en in afwachting van een overleg met de aanvrager en de politie op 7 juni 2019, wordt voorlopig enkel toelating verleend voor de maatregelen op de Delle.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om op vrijdag 14 juni 2019 filmopnames en rijshots te houden aan de Delle te 3061 Leefdaal en deze af te sluiten voor alle verkeer tussen 9.00 uur en 18.30 uur.

 

Artikel 2:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van verkeerssignalisatie, zoals voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Het afsluiten van de holle wegen en trage wegen zal gesignaleerd worden met borden C3 en C19.

Het afsluiten van de Delle zal gebeuren door middel van nadars voorzien van verkeersbord C3 en C19 met onderbord " Opgepast filmopnames !! ". Zij dienen geplaatst te worden op het kruispunt Delle / Blokkenstraat en het kruispunt Delle / Dorpstraat.

Een wegomlegging wordt voorzien via de Dorpstraat - Blokkenstraat en de Blokkenstraat - Dorpstraat, gesignaleerd met de aanwijzigingsborden F41.

 

Zij zullen door de aanvrager in samenspraak met de technische dienst van de gemeente Bertem geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 3:

De aanvrager moet, vooraleer de filmopnames te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de opnames eventueel zouden kunnen verhinderen.

Indien dit het geval is, mogen de opnames NIET uitgevoerd worden en moeten zij zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 4:

De aanvrager moet de buurtbewoners 48 uur voor aanvang van het besluit inlichten via een (nieuws)brief.

Het gemeentebestuur verwittigt de landbouwers die de akkers en velden rond de Delle bewerken met de bijgevoegde informatiebrief.

 

Artikel 5:

Op de plaats waar de opnames doorgaan, moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de opnames duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 6:

Dit besluit wordt van kracht op vrijdag 14 juni 2019 van 9.00 uur tot 18.30 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 14/06/2019