BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 22 februari 2021

Van 15.35 uur tot 16.30 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 15 februari 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 15 februari 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

ONDERWIJS. KENNISNAME DEELNAME GEMEENTE BERTEM CAPACITEITSBEVRAGING SCHOLEN.

 

Besluit

Motivering

In 2018 heeft onderzoek geleid tot de tweede editie van de capaciteitsmonitor schoolinfrastructuur voor het kleuter- en leerplichtonderwijs, een instrument dat werd ontwikkeld om te kunnen anticiperen op de actuele en toekomstige capaciteitsnoden. Op basis van de capaciteitsmonitor werd een objectief zicht bekomen van waar de capaciteitsnoden inzake plaatsen op school het hoogst zijn. Dit gebeurde door op niveau gemeente de verwachte evolutie van de schoolbevolking af te zetten tegen het aantal beschikbare plaatsen op school. Uiteindelijk zijn voor de periode 2019-2022 reeds 203 miljoen euro aan capaciteitsmiddelen verdeeld over scholen in die gemeenten waar de capaciteitsnoden het grootst bleken te zijn.

In december 2020 is een nieuw onderzoek gestart dat in december 2021 zal leiden tot de derde editie van de capaciteitsmonitor schoolinfrastructuur leerplichtonderwijs. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door HIVA-KU Leuven en VUB. Voor deze update zullen de onderzoekers gebruikmaken van de nieuwe Vlaamse gemeentelijke demografische vooruitzichten van Statistiek Vlaanderen en de projecties van BISA.

Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de te verwachten effectieve noden inzake schoolinfrastructuur, vraagt de Vlaamse minister van Onderwijs de medewerking van de gemeentebesturen en de scholen. De aanbodbevraging zal lopen van 18 februari tot 1 april 2021.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de deelname van de gemeente aan de capaciteitsbevraging.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

JOBSTUDENTEN. HEROPSTART WERVINGSPOOL JOBSTUDENTEN 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 24 februari 2020 over de aanleg van een pool voor jobstudenten.

 

Feiten en context

  • Het gemeentebestuur heeft in het verleden regelmatig een beroep gedaan op jobstudenten, voornamelijk om het team van de dienst openbare werken (buitendienst) en de facilitaire dienst (dienst gebouwen) in de zomermaanden te versterken.
  • Vorig jaar werd reeds een pool van studenten aangelegd en werden door de dienst HRM ook diverse selectieprocedures ingericht om jobstudenten te kunnen aanstellen, waar de nood zich voordeed (o.a. bij de groendienst, de poetsdienst en bij de bib).
  • Van zodra corona achter de rug is of de momenteel geldende maatregelen wat versoepeld worden, is de wens om jobstudenten terug meer in te zetten, niet uitsluitend tijdens de zomermaanden, maar gedurende het ganse werkjaar. Dit enerzijds om pieken in de workload en korte afwezigheden op te vangen, anderzijds om een permanente workload op te vangen die echter te beperkt is om over te gaan tot vaste aanwerving.
  • Aangezien de info verouderd is en niet meer representatief (periode van vakantie verstreken, eventueel reeds afgestudeerd, geen interesse meer...), wordt best een nieuwe pool aangelegd voor 2021.

 

Juridische gronden

  • Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid titel VII in verband met de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten

Deze titel regelt de tewerkstelling van studenten die tegen loon arbeid verrichten onder het gezag van een werkgever.

  • Artikel 56, § 3, 2° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van personeel.

  • Artikel 31 van de rechtspositieregeling van het personeel lokaal bestuur Bertem
    Dit artikel bepaalt de aanwervings- en de selectieprocedure voor jobstudenten.
  • Ministeriële omzendbrief BA 2006/06 van 2 juli 2006

Hierin dringt toenmalig minister Keulen erop aan om alle jongeren gelijke kansen te bieden om als jobstudent te werken bij een lokaal bestuur.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het afdelingshoofd interne zaken.

 

Argumentatie

Ons lokaal bestuur Bertem is een eerder kleine organisatie.

Dit maakt dat elke wijziging in de bezetting of de workload een relatief grote impact heeft.

Onze diensten hebben weinig tot geen reserve om dit op te vangen.

De procedures eigen aan de publieke sector, maken dat er met de gewone tewerkstellingsvormen minder snel en flexibel kan ingespeeld worden op een plotse nood. Daarom wil de dienst HRM inzetten op alternatieve en flexibelere werkvormen waaronder jobstudenten.

Ons bestuur wenst deze in te zetten wanneer volgende situaties zich voordoen:

  • tijdelijke verhoging van de workload (bv. evenement, ondersteuning opdracht dienst gebouwen, receptie)
  • langdurige verhoging van de workload die echter te beperkt is om een vaste vervanging of medewerker te voorzien (bv. vervanging van deeltijds werken, 2u baliewerk op zaterdag)
  • afwezigheid wegens ziekte waarbij de afwezigheid te kort is om via de gewone procedures snel vervanging te vinden of waar de kans om vervanging te vinden laag wordt ingeschat (bv. uitval in poetsdienst van 3 weken)
  • traditionele inzet van jobstudenten in de vakantiemaanden.

 

Aanpak

Dienst HRM lanceert een oproep via de website, het infoblad en bij de eigen personeelsleden. De oproep blijft gepubliceerd tot we een voldoende groot aantal studenten hebben kunnen bereiken en zal periodiek herhaald worden. Studenten bezorgen hun gegevens en laten weten in welke opdrachten ze interesse hebben.

 

De studenten worden door de dienst HRM uitgenodigd voor een gesprek waar gepeild zal worden naar hun motivatie, competenties en beschikbaarheid. Op basis hiervan krijgen ze een quotering naar inzetbaarheid op bepaalde diensten.

Op deze manier wordt een pool van jobstudenten aangelegd voor diverse opdrachten waarop een beroep kan worden gedaan wanneer één van bovenstaande situaties zich voordoet.

 

Selectie bij opdracht

De studenten worden gecontacteerd in functie van hun inzetbaarheid (vastgesteld tijdens het interview). Voor opdrachten die zich regelmatig herhalen en waar kennisopbouw vereist is, zal met een beurtrol worden gewerkt.

 

Financiële gevolgen

Actie: BD3-AP30-A112

beschikbaar budget: 47 000 euro

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om een nieuwe pool van jobstudenten aan te leggen voor 2021 waarop een beroep kan worden gedaan voor diverse opdrachten.

 

Artikel 2:

Het college beslist om een oproep te lanceren voor jobstudenten via de website, het infoblad en bij het eigen personeel (affiches op de werkvloer, intranet, nieuwsbrief), samen met een oproep voor jobstudenten tijdens de zomermaanden. Het sollicitatieformlier staat sowieso nog gepubliceerd en de dienst HRM ontving voor 2021 tot nu toe 9 kandidaturen.

 

Artikel 3:

De oproep en selectie verlopen conform artikel 31 van de rechtspositieregeling. De selectie gebeurt op basis van een grondig sollicitatiegesprek.

 

Artikel 4:

Het betreft een doorlopende oproep tot kandidaturen, zonder einddatum. Er worden periodiek selecties georganiseerd.

 

Artikel 5:

De selectiecommissie bestaat uit minimum 2 en maximum 3 leden, waaronder het afdelingshoofd interne zaken en/of een medewerker van de dienst HRM.

De nominatieve aanduiding van de leden van de selectiecommissie wordt gedelegeerd aan de algemeen directeur

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

PERSONEEL. OPSTARTEN AANWERVINGSPROCEDURE JOBSTUDENTEN ZOMERMAANDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van 3 februari 2021 van Karel Baerten, afdelingshoofd grondgebiedzaken, waarin hij laat weten opnieuw 2 jobstudenten te willen inschakelen gedurende de maanden juli en augustus.
  • E-mail van 5 februari 2021 van Kathleen Dubois, bibliothecaris, waarin zij laat weten graag gebruik te maken van jobstudenten tijdens de zomermaanden.
  • E-mail van 5 februari 2021 van Dirk De Bontridder, ploegbaas facilitaire dienst, waarin hij laat weten 2 jobstudenten te willen inschakelen tijdens speelpleinwerking Kattestroof.
  • Collegebesluit van 22 februari 2021 over de aanleg van een nieuwe pool van jobstudenten voor 2021.

 

Feiten en context

  • Kandidaturen van studenten voor 2021 worden geregistreerd in een kandidatenlijst.
  • Dienst HRM ontving tot nu toe 9 kandidaturen.
  • Naar aanleiding van de verschijning van de Info Bertem maart-april en publicatie van de oproep via dit kanaal, vroeg de dienst HRM aan diverse diensten of de inzet van een jobstudent tijdens de zomermaanden voor hun dienst nodig is.

 

Juridische gronden

  • Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid titel VII in verband met de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten

Deze titel regelt de tewerkstelling van studenten die tegen loon arbeid verrichten onder het gezag van een werkgever.

  • Artikel 56, § 3, 2° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van personeel.

  • Artikel 31 van de rechtspositieregeling voor het personeel van lokaal bestuur Bertem
    Dit artikel bepaalt de aanwervings- en de selectieprocedure voor contractuele betrekkingen met een tewerkstellingsduur van maximum 2 jaar.
  • Ministeriële omzendbrief BA 2006/06 van 2 juli 2006

Hierin dringt toenmalig minister Keulen erop aan om alle jongeren gelijke kansen te bieden om als jobstudent te werken bij een lokaal bestuur.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van de werkleider-toezichter openbare werken en van het afdelingshoofd grondgebiedzaken.
  • Gunstig advies van de ploegbaas facilitaire dienst en van de deskundige facilitair beheer.
  • Gunstig advies van de bibliothecaris.

 

Argumentatie

Er blijkt nood aan de inzet van jobstudenten tijdens de zomermaanden juli en augustus bij de dienst openbare werken, bij de dienst financiën en facilitair beheer (poetsdienst) en bij de bibliotheek.

 

Hiertoe dient een selectie te gebeuren, waarbij rekening kan gehouden worden met gevolgde opleiding, interesses en ervaring van de jobstudenten.

 

In Info Bertem zal hierover volgende oproep gepubliceerd worden:

 

Jobstudenten voor de zomer gezocht!

Het lokaal bestuur Bertem zoekt 8 jobstudenten voor deze zomer:

  • Bij de dienst openbare werken zijn er zowel in juli als in augustus 2 jobstudenten meer dan welkom om het werk te verlichten.
  • Onze facilitaire dienst zoekt 2 poetsmedewerkers tijdens de periode van Kattestroof juli – augustus.
  • De bib kan voor de uitleenpost in Leefdaal zowel in juli als in augustus de hulp van één jobstudent gebruiken bij de afvoer van items die niet meer nodig zijn.

 

Als je het ziet zitten om er deze zomer samen met onze medewerkers vol enthousiasme in te vliegen en je bent minstens 16 jaar of wordt dit jaar nog 16, laat het ons dan weten. Vul voor 26 maart 2021 het sollicitatieformulier in op www.bertem.be/jobstudenten. Alle informatie krijg je bij onze dienst HRM, personeel@bertem.be of tel. 016 016 49 97 73 of 016 49 97 84.

 

Hieraan zou nog een alinea toegevoegd worden dat ook andere studenten nog steeds hun kandidatuur kunnen indienen en worden toegevoegd aan de kandidatenlijst voor 2021. Indien een jobstudent gezocht wordt gedurende het jaar of gedurende een bepaalde periode kan uit die kandidatenlijst worden geput.

 

De reeds ingeschreven kandidaten zullen per e-mail over bovenstaande vacature geïnformeerd worden in navolging van hun kandidaatstelling.

 

Voor de ondersteuning van onze poetsdienst tijdens de speelpleinwerking van de paasvakantie, zou de dienst HRM eventueel een beroep willen doen op studenten die reeds gewerkt hebben als jobstudent bij de poetsdienst, zonder hiervoor een nieuwe selectieprocedure te moeten opstarten.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om tijdens de zomervakantie jobstudenten aan te werven voor de dienst openbare werken, de dienst financiën en facilitair beheer (poetsdienst) en voor de bibliotheek:

  • Bij de dienst openbare werken: zowel in juli als in augustus 2 jobstudenten.
  • Bij de poetsdienst: zowel in juli als in augustus (tijdens Kattestroof) 2 jobstudenten
  • Bij de uitleenpost in Leefdaal: zowel in juli als in augustus 1 jobstudent.

 

Artikel 2:

Voor de jobstudenten poets ter ondersteuning van de poetsdienst tijdens de speelpleinwerking in de paasvakantie wordt - in de mate van het mogelijke - gerekruteerd uit de kandidaten met reeds ervaring bij de poetsdienst. Desnoods wordt een aparte procedure opgestart, mocht dit nodig blijken.

 

Artikel 3:

De jobstudenten zullen bezoldigd worden overeenkomstig de weddeschaal E1.

 

Artikel 4:

De kandidaten moeten zich door middel van het voorgeschreven sollicitatieformulier kandidaat stellen, ten laatste op 26 maart 2021.

 

Artikel 5:

De oproep tot kandidaten wordt bekend gemaakt:

  • via Info Bertem, editie maart-april
  • via de gemeentelijke website en e-nieuwsbrief
  • via intranet.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2021/91 tot en met nr. 2021/101 voor een totaal bedrag van 22 787,42 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/478 tot en met nr. 2021/518 voor een totaal bedrag van 43 237,35 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

AANLEG VAN EEN KUNSTGRASVELD VOOR VOETBAL IN LEEFDAAL. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT NR. 3 EN PV VAN VOORLOPIGE OPLEVERING.

 

Voorgeschiedenis

  • Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 april 2020 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg van een kunstgrasveld met terreinverlichting” aan Sportinfrabouw, Essendonk 19 te 2910 Essen tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 349 055,80 euro excl. btw of 422 357,52 euro incl. 21% btw.
  • De aanvangsdatum van de werken was 18 mei 2020 en de einddatum 17 juli 2020.
  • Collegebesluit van 5 oktober 2020 over de goedkeuring van vorderingsstaat 1 en 2.

 

Feiten en context

  • De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. INV861.61/455.
  • De aanvangsdatum van de werken was 18 mei 2020 en de einddatum 17 juli 2020.
  • De aannemer Sportinfrabouw, Essendonk 19 te 2910 Essen diende vorderingsstaat 3, tevens de eindstaat, in voor de periode 1/07/2020-31/07/2020, die werd ontvangen op 9 december 2020.
  • De dienst facilitair beheer stelde op 8 januari 2021 een proces-verbaal van nazicht op.
  • De uitvoeringstermijn bedraagt 35 werkdagen
  • De werken bereikten een bedrag van:

 

Bestelbedrag

 

€ 349 055,80

Bedrag verrekeningen

+

€ 0

Bestelbedrag na verrekeningen

=

€ 349 055,80

Btw

+

€ 73 301,72

TOTAAL

=

€ 422 357,52

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 296 251,60

Huidige vorderingsstaat

 

€ 59 775,00

Totaal prijsherzieningen

+

€ -2652,07

Totaal huidige vorderingsstaat excl. btw

=

€ 59 929,22

Btw

+

€ 12 585,14

Totaal huidige vorderingsstaat incl. btw

=

€ 72 514,36

TOTAAL

=

€ 427 583,19

 

  • De aannemer Sportinfrabouw, Essendonk 19 te 2910 Essen heeft aan zijn verplichtingen voldaan.
  • De dienst facilitair beheer stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 14 juli 2020.
  • De eerste helft (8730 euro) van borgtocht nr. FA/861.61/YP/2020/00974 bij Fideris van 17 460 euro mag worden vrijgegeven.
  • De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 24 maanden.

 

Juridische gronden

  • De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
  • Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

De werken werden uitgevoerd en aannemer Sportinfrabouw, Essendonk 19 te 2910 Essen heeft aan zijn verplichtingen voldaan. De opgesomde punten op het verslag van voorlopige oplevering zijn reeds in orde gebracht.

De afwijking van het bedrag 353 374,54 euro ten opzichte van het gegunde bedrag 349 055,80 euro is de afwijking van de posten met vermoedelijke hoeveelheid. De juiste hoeveelheden na opmeting zijn opgenomen in de vorderingsstaten.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI0742-03/220007

BD1-AP5-A15

BI0742-03/220007

BD1-AP5-A16

 

Totaal

€ 311 400

 

€ 48 600

 

 

360 000

€ 20 486,14

 

€ 46 068,55

 

 

€ 66 554,69

€ 13 860,67

 

€ 46 068,55

 

 

€ 59 929,22

 

 

Bijlagen

  • Vorderingsstaat 3, tevens eindstaat.
  • PV van voorlopige oplevering

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 3, en tevens de eindstaat, van Sportinfrabouw, Essendonk 19 te 2910 Essen, voor de opdracht “Aanleg van een kunstgrasveld met terreinverlichting” voor een bedrag van 49 528,28 euro excl. btw of 59 929,22 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 2:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020 en 2021, op registratiesleutel BI0742-03/220007, actie BD1-AP5-A15 en BI0742-03/220007, actie BD1-AP5-A16.

 

Artikel 3:

De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

Artikel 4:

De opdracht “Aanleg van een kunstgrasveld met terreinverlichting” wordt voorlopig opgeleverd.

 

Artikel 5:

De eerste helft (8730 euro) van borgtocht nr. FA/861.61/YP/2020/00974 bij Fideris van 17 460 euro mag worden vrijgegeven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

SPORT. KENNISNAME ACTIVITEITEN WERKGROEP SPORT VRIJETIJDSREGIO DRUIVENSTREEK.

 

Besluit

Mededeling

Vanuit de werkgroep sport (IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek) worden een aantal activiteiten georganiseerd waar ieder bestuur al dan niet aan kan deelnemen of het al dan niet kan organiseren.

 

Het personeel van onze gemeente zal op dinsdag 8 juni kunnen deelnemen aan de personeelssportdag in Hoeilaart. Dit is onder voorbehoud van de op dat moment geldende coronaregels. Het programma is momenteel ook nog niet bekend.

 

De gemeente Bertem zal dit jaar zelf 2 activiteiten organiseren die vanuit de werkgroep sport worden gecommuniceerd en gefinancierd. De activiteiten zijn wel betalend maar dit vloeit terug naar de Vrijetijdsregio.

         'Kijk ik fiets' op 29 mei 2021. Deze activiteit zal doorgaan op de speelplaats van GBS 't Zonneveld of bij slecht weer in de sportzaal in Bertem. 15 Kinderen zullen die dag leren fietsen zonder wieltjes. Het deelnamegeld bedraagt 5 euro. Ieder kind krijgt na afloop een diploma een koekje en een drankje. Ieder kind wordt begeleid door 1 volwassene die zich dient te houden aan de op dat moment geldende coronaregels. De Vrijetijdsregio betaalt de lesgever en de gemeente stort de 5 euro deelnamegeld door aan de Vrijetijdsregio.

         Op donderdag 30 december 2021 zal er in de nieuwe sporthal een kleuterhappening doorgaan. Kleuters kunnen zich gedurende 1 dagdeel volop uitleven op allerlei activiteiten. Er zal op voorhand ingeschreven moeten worden. Per kind zal een deelnameprijs van 5 euro gevraagd worden. De Vrijetijdsregio betaalt de huur van het materiaal. Dit is geen kinderopvang; de ouders moeten bij hun kleuter blijven.

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

TOERISME. TOESTEMMING UITPIJLEN WANDELING OP GRONDGEBIED BERTEM DOOR WANDELCLUB VREUGDESTAPPERS UIT HULDENBERG.

 

Besluit

Motivering

Guy Engelen van Wandelclub Vreugdestappers heeft op 17 februari 2021 een aanvraag ingediend tot het plaatsen van pijlen voor een wandeling.

 

Wandelclub Vreugdestappers uit Huldenberg (aansluitingsnummer 4386 bij Wandelsport Vlaanderen) zou naar jaarlijkse gewoonte op 21 maart 2021 voorjaarswandelingen vanuit Moorsel (Tervuren) organiseren.

 

In deze coronatijden is dat niet aangewezen en ook niet mogelijk omwille van de vele maatregelen die in acht te nemen zijn. Als alternatief worden ze door Wandelsport Vlaanderen aangezet om een wandelparcours aan te bieden dat gedurende meerdere dagen uitgepijld blijft zodat wandelaars individueel en op eigen initiatief een wandeling kunnen komen doen. Het gaat om zogenaamde ‘permanente parcours’ die worden aangekondigd via de website van Wandelsport Vlaanderen (WANDELBLOG, Wandelen is even alles loslaten, Permanente parcours Wandelsport Vlaanderen (update 17/02/2021)).

 

De wandelclub heeft daarom een aantal lussen uitgetekend vertrekkende aan de sporthal Steenberg in Moorsel (Tervuren) met de mogelijkheid om wandelingen te doen die variëren van 4 tot 22 km. Al naargelang de gekozen afstand wordt er gewandeld op verkeersvrije of verkeersluwe paden en wegen in de gemeenten Tervuren, Zaventem, Kortenberg en Bertem (zie plannetje ingesloten). Er zijn geen inschrijvingen of ander fysiek contact bij de start en er wordt geen catering aangeboden noch worden andere activiteiten georganiseerd. Deelname aan de wandelingen is gratis.

 

Graag willen ze de route uitpijlen met behulp van de nylon fluo-gele pijlen van de club (+/- 20 cm bij 6 cm). De bedoeling is dat de pijlen aangebracht worden op 18 maart en dat ze weggehaald worden de ochtend van 29 maart. Wandelaars zijn welkom op het parcours van 19 t.e.m. 28 maart 2021, zijnde twee weekends en de weekdagen tussen beide. De pijlen worden aangebracht met nylon kabelbinders. Ze vermijden om pijlen aan te brengen die de vegetatie zouden beschadigen. Elke dag wordt er gecontroleerd of alle pijlen er nog zijn, zoniet worden er nieuwe aangebracht zodat de wandelaars niet verdwalen. Bij het weghalen zorgen ze ervoor dat er geen kabelbinders of pijlen achterblijven.

 

Ze verwachten een klein publiek voor de wandeling; 200 à 300 deelnemers tussen 19 en 28 maart. Wandelen in groepen van meer dan 4 is sowieso verboden.

 

De wandelclub vraagt toestemming van de gemeente Bertem om de route uit te pijlen voor de bewuste periode. Voor Bertem gaat dat om een klein stukje in Cooige.

 

Bespreking

Het schepencollege geeft de toelating aan wandelclub Vreugdestappers om de route uit te pijlen op 18 maart.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

HERBRUIKBARE BEKERS. DEELNAME RAAMOVEREENKOMST HERBRUIKBARE BEKERS INTERLEUVEN.

 

Voorgeschiedenis

         De projectfiche 'herdrinkbaar', opgesteld door Interleuven, van oktober 2016

         Collegebeslissing van 25 november 2019 om in te stappen in projecten van Interleuven betreffende herbruikbare bekers.

         Raadsbesluit van 24 november 2020 over de officiële intekening op het Burgemeestersconvenant 2030 in kader van de opmaak van een duurzaam energie- en klimaatactieplan (SECAP) door Provincie Vlaams-Brabant.

 

Feiten en context

         Sinds 1 januari 2020 is het verboden om op evenementen drank te serveren in bekers, flesjes of blikjes voor eenmalig gebruik. Dat mag alleen nog als de eventorganisator een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 90% van de verpakkingen gescheiden wordt ingezameld voor recyclage. Voor 2022 verhoogt dat aandeel tot 95% gescheiden afval voor recyclage.

         Ook voor Vlaamse overheden en lokale besturen is het sinds 1 januari 2020 verboden om bekers, flesjes en blikjes te gebruiken in hun eigen werking en op door hen georganiseerde evenementen. Vanaf januari 2022 is dat verbod ook van toepassing op het aanbieden van bereide voedingsmiddelen in cateringmateriaal voor eenmalig gebruik.

         Interleuven sloot op 4 november 2020 een raamovereenkomst met Festicup voor de huur van herbruikbare bekers en Ecocup voor de aankoop van herbruikbare bekers. Hierdoor kunnen de gemeente en haar verenigingen/organisaties profiteren van goedkopere tarieven zowel bij het huren als aankopen van herbruikbare bekers. Het gaat om bekers voor volgende dranken: frisdrank, bier, zwaar bier, champagne en wijn.

 

Juridische gronden

         Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

         De ondertekening van de exclusiviteitsovereenkomst en taakondersteuning tussen de gemeente Bertem en Interleuven op 22 november 2019

 

Argumentatie

Zowel de gemeente als verenigingen en organisaties kunnen gebruikmaken van de mogelijkheden die de raamovereenkomst biedt en dit op vlak van huur en aankoop van herbruikbare bekers.

 

Huur

Op https://interleuven.festicup.be kan men inloggen op een overzichtelijk platform. Men zegt welke bekers men nodig heeft en wanneer, wie de contactpersoon is en waar het factuur naartoe moet. Verenigingen betalen direct online. Om de standaardbekers te ontlenen, betaalt men 2 cent.

Reinigen na gebruik kost 6 cent. Het ruimere aanbod aan bekers van Festicup kan ook ontleend worden, evenwel aan de standaardprijzen. Via deze manier is men ook zeker van een correcte reiniging volgens de covid-regels.

 

Aankoop

De aankoop gebeurt via Ecocup die een aantal bekers ter beschikking stelt aan de prijzen vermeld in de bijlage. Op de gehele catalogus is tevens 5% korting.

 

Interleuven heeft kosten gemaakt voor dit project. Gemeenten betalen een eenmalige bijdrage van 700 euro in personeelskosten om de gemaakte kosten van de raamovereenkomst te dekken.

Bij deelname aan de raamovereenkomst kunnen de gemeente en haar verenigingen en organisaties aan een verlaagd tarief de tools gebruiken.

 

Financiële gevolgen

Door de gemaakte kosten voor het opzetten van dit project en deze raamovereenkomst, is een vaste kost vastgelegd van 700 euro. Deze kan eventueel geboekt worden als uren onder de bestaande exclusiviteitsovereenkomst.

Registratiesleutel: 0329-00.615320 actie 62.

Momenteel is er geen krediet voorzien.

 

 

Bijlagen

         Overzicht prijzen aankoop herbruikbare bekers raamovereenkomst Interleuven

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt kennis van het project 'raamovereenkomst herbruikbare bekers' van Interleuven en gaat akkoord met de deelname aan dit project.

 

Artikel 2:

Voor de gemaakte kosten voor het opzetten van dit project en deze raamovereenkomst, betalen gemeenten een eenmalige kost van 700 euro. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven onder 0329-00.615320 actie 62 of geboekt worden als uren onder de bestaande exclusiviteitsovereenkomst.

 

Artikel 3:

Er zal een communicatie opgezet worden naar de Bertemse verenigingen/organisaties over dit project. Hierbij worden de prijzen en modellen van de te huren en/of aan te kopen bekers gecommuniceerd en ook de wijze om deze te bestellen en te reserveren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING COIGE-STEENWEG 21. AANVRAAG VAN KATHLEEN BLOMMAERTS EN JAAK VOGELAERS VOOR HET UITBREIDEN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, COIGE-STEENWEG 21, SECTIE A NR 408V.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 9 december 2020 hebben Kathleen Blommaerts en Jaak Vogelaers een aanvraag ingediend voor het uitbreiden van de woning in 3061 Leefdaal, Coige-steenweg 21, sectie A nr 408v.

         Op 4 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanaf de Coige-steenweg gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het overige gedeelte is gelegen in agrarisch gebied. Het volledige project wordt uitgevoerd in het woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Coige-steenweg die in het uiterste noordwesten van Leefdaal de grens vormt met de buurgemeente Tervuren. De Coige-steenweg is de verbinding tussen de Tervuursesteenweg, het gehucht Coige, Moorsel en Everberg. Buiten het gehucht Coige is op het grondgebied Bertem het agrarische gebied grotendeels behouden en in exploitatie gebleven. Het bouwperceel maakt deel uit van het bebouwde deel van het gehucht waar residentiële bebouwing in verschillende verschijnings- en afwerkingsvormen voorkomt.

Het grootste deel van de woningen bestaan uit twee bouwlagen en een zadeldak.

Op het perceel staat een vrijstaande eengezinswoning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het uitbreiden van de woning.

Rechts achteraan de woning wordt de bestaande inham van 5,45 m op 4,15 m opgevuld en ingericht als eetkamer. De hoogte is 2,88 m onder plat dak. Hierop sluit het terras met pergola aan. Verder worden een zwembad van 10 m op 4 m en een poolhouse van 40 m² voorzien in de tuinzone.

Inwendig wordt de woning grondig verbouwd.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De uitbreiding van een bestaande woning is inpasbaar in de omgeving.

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De schaal van de uitbreiding is vergelijkbaar met de schaal van de woning. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De uitbreiding heeft een zeer beperkte en verantwoorde impact op het ruimtegebruik van dit perceel. In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor.

Visueel-vormelijke elementen

Het project heeft geen impact op het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kathleen Blommaerts en Jaak Vogelaers voor het uitbreiden van de woning in 3061 Leefdaal, Coige-steenweg 21, sectie A nr 408v onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING FR. DOTTERMANSSTRAAT 1A. AANVRAAG VAN ANNICK DEDEREN VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN HANDELSPAND TOT WOONRUIMTE EN HANDELSPAND IN 3060 BERTEM, FR. DOTTERMANSSTRAAT 1A, SECTIE C NR 431N.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 21 december 2020 heeft Annick Dederen een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een handelspand tot woonruimte en handelspand in 3060 Bertem, Fr. Dottermansstraat 1A, sectie C nr 431n.

         Op 6 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in het RUP Centrum, goedgekeurd door de deputatie van Vlaams-Brabant op 9 juli 2009. Na publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een RUP verordenende kracht. Het RUP 'Centrum' is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2009.

Het bouwperceel heeft als algemene bestemming: zone voor gesloten en halfopen bebouwing. Meergezinswoningen zijn op die plaats toegelaten.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Fr. Dottermansstraat in de oksel van de Dorpstraat en de Voer. Het bouwperceel ligt in het centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een dichte bebouwing in verschillende verschijningsvormen. Het overgrote deel residentiële woningen afgewisseld met handelspanden. Het bestaande gebouw is in gebruik als bankfiliaal en kledingzaak.

Door de aanwezige bebouwing, de aanwezige infrastructuur en het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het renoveren van het handelspand tot handelsruimte en een woonunit.

Op het gelijkvloers wordt de opslagruimte/toonzaal van D-Fashion gerenoveerd en opgevormd tot een wooneenheid met 2 slaapkamers. De renovatie blijft binnen het bestaande volume van het gebouw.

Langs de straatzijde worden 2 extra raamopeningen gemaakt (en wordt één raamopening vergroot) om voldoende daglicht in de slaapkamer en leefruimte naar binnen te trekken.

Langs de achtergevel wordt in het hoofdgebouw een nieuw raam gemaakt voor de slaapkamer.

In de bestaande uitbouw op niveau 0 worden de keuken, badkamer en technisch lokaal ondergebracht (de raamopening naar het terras niv.0 wordt vergroot / via de te vervangen verticale en horizontale lichtstraat wordt voldoende daglicht naar binnen gebracht (ook in het middendeel met de eetruimte van de woning)).

Er wordt een nieuw privatief terras voorzien (dat tevens als toegang voor de woning dient).

         Watertoets

Gunstig wateradvies van 2 februari 2021 van de provinciale dienst waterlopen.

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 6 januari 2021 op naam van Annick Dederen voor de renovatie van een gelijkvloers handelspand. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Fr. Dottermansstraat 1, Bertem, kadastraal gekend als 1e afdeling, sectie C, nr. 431n.

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Renovatie van een gelijkvloers handelspand naar handelsruimte en een woonunit. Er worden extra raamopeningen voorzien en een raam wordt vergroot. De toegang tot de woning wordt vernieuwd.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie de B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

De hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost heeft op 8 januari 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Beschrijving gebouw:

Het project omvat de verbouwing van een handelspand tot een handelspand met woongelegenheid zonder volume-uitbreiding.

Het betreffen 2 handelsruimtes en 1 woonentiteit. Iedere entiteit beschikt over een eigen inkom. Volgens de verklaring van de architect zijn de 3 entiteiten brandveilig van elkaar gescheiden. De winkel (D-fashion) beschikt over een lift.

Het gebouw valt onder laagbouw (hoogst afgewerkte vloerpeil <10m t.o.v. de opstelplaats van de brandweer).

Het gebouw omvat:

kelder: /

gelijkvloers: ING kantoor,

inkomhal D-fashion

woning

eerste verdieping: showroom D-fashion

De centrale verwarming werkt vermoedelijk op gas. Vermoedelijk beschikt iedere entiteit over een eigen technische installatie.

Volgende brandpreventiemaatregelen worden voorzien:

- compartimentering van de 3 entiteiten

In het gebouw zijn personen tewerkgesteld.

De studie inzake brandvoorkoming en - bestrijding gebeurde op basis van:

1. De toepasselijke artikels van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB): art. 52

www.werk.belgie.be

2. Codex welzijn op het werk, Boek 3, Arbeidsplaatsen, Titel 2, Elektrische installaties

www.werk.belgie.be

3. Codex welzijn op het werk, Boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3, Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

www.werk.belgie.be

4. Codex welzijn op het werk, Boek 3, Arbeidsplaatsen, Titel 6, Veiligheids- en gezondheidssignalering

www.werk.belgie.be

5. Koninklijk Besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van:

- Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning

- Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoogspanning

- Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie

http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=593

6. Het KB van 7 december 2016 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen (bijlagen 1; 2/1; 5/1; 7) als leidraad.

www.besafe.be

7. Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 juni 2012 en latere wijzigingen houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

www.wonenvlaanderen.be/rookmelders

Rekening houdend met hoger vermelde reglementering vragen volgende punten om uw bijzondere aandacht bij de realisatie van het project:

Overeenkomstig basisnormen, Bijlage 2/1: lage gebouwen – als leidraad van toepassing op de handelszaken

1. De wanden van de technische ruimte moeten EI 60 hebben. De deur moet zelfsluitend zijn en EI1 30 hebben. Het lokaal dient degelijk verlucht te worden met buitenluchtmonden (art.5.1.1).

Zie punt 5 in dit verslag betreffende bijkomende vereisten voor het plaatsen van brandwerende deuren.

2. De stookplaats moet van de rest van het gebouw gescheiden zijn door wanden en een plafond met EI 60. De toegangsdeur moet zelfsluitend zijn en EI1 30 hebben. De stookplaats moet degelijk verlucht worden via buitenluchtmonden. De bepalingen van dit punt gelden niet voor lokalen waarin slechts generatoren op gas met gesloten verbrandingsruimte en mechanische trek (type C*2, C*3) zijn opgesteld (art. 5.1.2).

Zie punt 5 in dit verslag betreffende bijkomende vereisten voor het plaatsen van brandwerende deuren.

3. De gebruikers van het gebouw dienen in geval van brand op de hoogte gebracht te worden dat ze het gebouw dienen te verlaten. Daartoe is het gebouw uitgerust met een gepaste alarmeringsinstallatie. (art. 6.8.3)

4. In het gebouw moeten draagbare en/of mobiele snelblustoestellen a rato van één bluseenheid per 150 m² vloeroppervlakte aanwezig zijn (1 bluseenheid komt overeen met 6 kg poeder of 6 liter water/schuim). Deze snelblustoestellen moeten op goed zichtbare en gemakkelijk bereikbare plaatsen worden opgehangen. Ze moeten steeds in goede staat van werking en onderhoud verkeren en tenminste éénmaal per jaar door een bevoegde firma worden gecontroleerd (art.6.8.5.2).

In iedere handelszaak dient minstens 1 snelblustoestal aanwezig te zijn. Deze dienen ophangen te zijn en voorzien te zijn van de bijhorende signalisatie.

5. De brandwerende deuren moeten geattesteerd worden door het BENOR-ATG kenmerk of gelijkwaardig en dienen geplaatst te worden door een door ISIB gecertificeerde plaatser.

Een kopie van het plaatsingsattest afgeleverd door de plaatser aan de bouwheer moet worden voorgelegd.

Overeenkomstig Codex welzijn op het werk, Boek III, Arbeidsplaatsen, Titel 3, Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

6. De werkgever moet:

º         een risicoanalyse betreffende het brandrisico uitvoeren

º         specifieke preventiemaatregelen treffen door:

o het oprichten en uitrusten van een brandbestrijdingsdienst;

o preventiemaatregelen treffen om brand te voorkomen;

o het verzekeren van een snelle en veilige evacuatie van werknemers en aanwezige personen;

o elk begin van brand vlug en doelmatig te bestrijden;

o de schadelijke gevolgen van brand te beperken;

o de tussenkomst van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken;

o periodieke controles en onderhoud te laten uitvoeren.

º         een intern noodplan opstellen. Dit plan omvat o.a.:

o de locatie van de elektrische installaties

o de locatie en werking van de sluitkranen van de gebruikte fluïda

o de locatie en de werking van de ventilatiesystemen

o de locatie van de branddetectiecentrale

Het noodplan wordt ter beschikking gesteld door de verantwoordelijke van de instelling op een plaats in de inrichting die afgesproken is met de brandweer (bij voorkeur receptie bij dagbezetting of brandweerkluis indien geen nachtbezetting)

º         een brandpreventiedossier samenstellen en ter beschikking stellen van de openbare hulpdiensten.

De nodige brandveiligheidsmaatregelen dienen aanwezig te zijn.

Veiligheidsverlichting, signalisatie, branddetectie, blusmiddelen, evacuatieplannen, positieve keuringsattesten van de technische installaties.

Overeenkomstig het Decreet optische rookmelders:

7. De wooneenheden moeten worden uitgerust met optische rookmelders. Deze rookmelders moeten voldoen aan de norm NBN EN 14604. De verhuurder is verantwoordelijk voor de plaatsing van de rookmelders. Als de rookmelder uitgerust is met een vervangbare batterij is de huurder verantwoordelijk voor de vervanging ervan na afloop van de levensduur, vermeld door de fabrikant (art. 4).

De verplichting tot het plaatsen van rookmelders geldt niet als de woning beschikt over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme (art. 5/1).

Bijkomende informatie over de plaatsing en het onderhoud van autonome rookmelders kan je terugvinden op:

www.leefbrandveilig.be

www.wonenvlaanderen.be/rookmelders

Bijkomende adviezen

8. Bovenaan de trappenhuizen moeten rookluiken van minstens 1 m² aangebracht worden, die uitmonden in de open lucht. De bediening dient te gebeuren van op het evacuatieniveau (art.4.2.2) en dient van een noodvoeding voorzien te zijn (art.4.2.2.6).

Advies

º         Er wordt een gunstig advies, inzake brandveiligheid, tot verbouwen verleend indien aan hoger vermelde opmerkingen wordt voldaan.

º         Dit advies is niet van beperkende aard op de bestaande voorschriften en bepalingen die van toepassing kunnen zijn. Tevens werd het verslag uitsluitend opgesteld in functie van de vaststellingen gedaan tijdens een controle van de plannen.

º         Volgende attesten dienen overgemaakt te worden aan de brandweerdienst:

          keuringsattest elektrische installaties

          keuringsattest cv-installatie (reinigings- en verbrandingsattest)

          keuringsattest cv-installatie (indienststellingsverslag bij nieuwe installaties)

          keuringsattest gasinstallaties (gasdichtheid)

          keuringsattest veiligheidsuitrustingen (veiligheidsverlichting, alarminstallatie, bediening rookkoepel)

          attest ISIB-plaatser brandwerende deuren

º         Van zodra de werken uitgevoerd zijn dient de brandweer hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht te worden.

º         Er kan geen enkele zekerheid van volledige beveiliging tegen brand of totale evacuatie gegeven worden, gezien deze beveiliging en evacuatie steeds en hoofdzakelijk afhankelijk zal blijven van het stipt naleven van de verplichtingen en het opvolgen van de ordemaatregelen, de voorzichtigheid en de waakzaamheid van de aanwezigen.

º         Er wordt een retributie geheven voor het afleveren van dit brandweeradvies. De factuur zal rechtstreeks naar de aanvrager gezonden worden."

De provinciale dienst waterlopen heeft op 2 februari 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:

         Ingevolge artikel 17 (*) van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden. De aanleg van een nieuw terras is dan ook verboden.

         Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.

         Langse open afsluitingen moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.

         Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.

º         Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.

         Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.

         Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen;

         Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.

Algemene maatregelen:

         In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.

         De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.

Specifieke voorwaarden:

De aanleg van een terras in de vijfmeterzone rond de geklasseerde onbevaarbare waterloop Voer B2022 is niet toegestaan.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Centrum'. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost van 8 januari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen op 2 februari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Annick Dederen voor het verbouwen van een handelspand tot woonruimte en handelspand in 3060 Bertem, Fr. Dottermansstraat 1A, sectie C nr 431n onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost van 8 januari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen op 2 februari 2021 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING HERTWINKEL 7. AANVRAAG VAN VERONIQUE MAYNÉ EN MAURICE KELCHTERMANS VOOR HET VERBOUWEN VAN DE WONING IN 3061 LEEFDAAL, HERTWINKEL 7, SECTIE F NR 180B7.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 17 december 2020 hebben Veronique Mayné en Maurice Kelchtermans, Hertwinkel 7, 3061 Leefdaal, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van de woning in Hertwinkel 7 te 3061 Leefdaal, sectie F nr 180b7.

         Op 6 januari 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 29 april 1963, nr. T874-2-L.001 (dossiernummer stedenbouw 159/FL/1).

Deze verkaveling werd gewijzigd op 31 augustus 1976, 22 maart 1993 en 31 oktober 1994.

Het betreft lot 29 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Hertwinkel.

De Hertwinkel ligt in de oksel van de Neerijse steenweg en de Vlieguit ten zuiden van het centrum van Leefdaal. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in open en halfopen verband in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel staat een typische vrijstaande jaren '70 woning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verbouwen van de woning.

De bestaande woning wordt volledig aangepast aan de huidige isolatienormen. Het volledige volume wordt voorzien van buitenisolatie en gevelafwerking met voorgegrijsde houten latten. De asbestleien worden verwijderd en het dak wordt volledig geïsoleerd en met nieuwe donkerkleurige leien afgedekt. Het plafond van de kruipkelder en garage wordt geïsoleerd. De glasdallen tussen de dakvlakken en boven de voordeur worden vervangen door buitenschrijnwerk in dezelfde kleur als het bestaande buitenschrijnwerk.

De indeling van de woning blijft volledig behouden. Ter hoogte van de nachthal worden de smalle verticale ramen verwijderd om het isoleren van de muur mogelijk te maken. De tuinberging in de patio wordt hierdoor iets vergroot.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van de verkavelingsvoorschriften.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Veronique Mayné en Maurice Kelchtermans, Hertwinkel 7, 3061 Leefdaal, voor het verbouwen van de woning in 3061 Leefdaal, Hertwinkel 7, sectie F nr 180b7 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN TOM TRAPPENIERS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN VERANDA IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 336, SECTIE C NR 313B2.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 15 februari 2021 heeft Tom Trappeniers, Dorpstraat 336, 3061 Leefdaal, een melding ingediend voor het plaatsen van een veranda in Dorpstraat 336 te 3061 Leefdaal, sectie C nr 313b2.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
  • De melding omvat het oprichten van een veranda.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

  • 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
  • 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

  • Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het artikel 4 bepaalt dat voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, de vergunningsplicht wordt vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is.

1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;

2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;

3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;

4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;

5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.

In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet. Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen beschouwd: de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.

 

Argumentatie

  • Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

  • Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De melding is volledig en ontvankelijk. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De melding is conform met het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl. artikel 4 nl.

  • er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd
  • het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd
  • de oppervlakte van de nieuwe veranda bedraagt 33 m²
  • de veranda wordt ingeplant op de perceelsgrens tegen een bestaande scheidingsmuur. Deze muur wordt niet gewijzigd.
  • de hoogte bedraagt 2,90 m
  • De oppervlakte van de nieuwe terrassen in de tuinzone is kleiner dan 80m² en bijgevolg vrijgesteld van vergunning.
  • Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

  • Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt akte van de melding van Tom Trappeniers, Dorpstraat 336, 3061 Leefdaal, voor het plaatsen van een veranda in Dorpstraat 336, 3061 Leefdaal, sectie C nr 313b2.

 

Artikel 2:

Deze meldingsakte wordt overgemaakt aan Tom Trappeniers.

 

Artikel 3:

Deze melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG FLUVIUS VOOR HET UITBREIDEN VAN HET GASNETWERK IN DE KOPPELSTRAAT TE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Fluvius van 11 februari 2021: vergunningsaanvraag HNW 351047 voor de uitbreiding van het gasnetwerk in de Koppelstraat 8 te Bertem.

 

Feiten en context

  • Fluvius wenst te starten met de uitbreiding van het gasnetwerk en het aansluiten van 1 woning op gas, met bijhorende grondwerken, langs de Koppelstraat 8 te Bertem.
  • Gedurende de werkzaamheden kan een gedeelte van de rijweg ingenomen worden als mobiele werfzone. Dit kan voor beperkte verkeershinder zorgen.
  • Het signalisatieplan van de werf zal aan de dienst inname openbaar domein ter goedkeuring worden voorgelegd.
  • De vermoedelijke duur van het grondwerk is +/- 1 dag. Fluvius wenst de werken op korte termijn uit te voeren.
  • Er werd een synergieaanvraag in Gipod gedaan met nummer 11216867.

 

Juridische gronden

  • Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
    Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur.
    Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.
  • Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
    Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

  • Aanvraag akkoord gemeente HNW351047
  • 351047_GAS01_Bandje A1-0840

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

  • De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie). De eigendommen moeten binnen de 48 uur opnieuw toegankelijk zijn.
  • De eigenaars dienen 2 werkdagen vooraf verwittigd te worden van de geplande werken. De gemeente moet 4 werkdagen vooraf een kopie krijgen van de brief van de aannemer.
  • Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
  • Een voorafgaandelijke en tegensprekelijke plaatsbeschrijving is nodig. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de technische dienst van de gemeente.
  • Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
  • Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.
  • De aannemer moet ervoor zorgen dat de ophaling van het huisvuil normaal kan verlopen.
  • De kruising van wegen zal zoveel mogelijk door middel van doorboringen gebeuren.
  • Ingeval bij de uitvoering blijkt dat deze werken niet kunnen uitgevoerd worden in het voetpad zoals voorzien, moet men opnieuw contact opnemen met de gemeente alvorens de rijweg op te breken.
  • De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.
  • Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens de meest actuele versie van standaardbestek 250.
  • De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

AANKOOP VAN EEN TWEEDEHANDS OF NIEUWE STRAATVEEGMACHINE. GOEDKEURING DEFINITIEVE OPLEVERING.

 

Voorgeschiedenis

         Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 15 mei 2017 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aankoop van een tweedehands of nieuwe straatveegmachine” aan TECHNISCH BEDRIJF KAREL DE KEGEL NV, Joseph Cardijnstraat 7 te 9420 Erpe-Mere, tegen een prijs van 214 596 euro excl. btw of 259 661,16 euro incl. 21% btw.

         De dienst openbare werken stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 13 juni 2018.

 

Feiten en context

         De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. TD803/329 van 5 augustus 2016.

         De definitieve oplevering gebeurt stilzwijgend bij het verstrijken van de waarborgtermijn van 24 maanden, wanneer de leveringen gedurende die termijn geen aanleiding tot klachten hebben gegeven.

         Vraag van TECHNISCH BEDRIJF KAREL DE KEGEL NV van 12 november 2020 om over te gaan tot de definitieve oplevering van de FAUN veegmachine en de vrijgave van de borgtocht.

         De dienst openbare werken stelde een proces-verbaal op van definitieve oplevering, die plaatsvond op 17 november 2020.

 

Juridische gronden

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

         De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 24.

         Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 5, § 2.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Uit het bijgevoegde proces-verbaal van definitieve oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn. Leverancier TECHNISCH BEDRIJF KAREL DE KEGEL NV, Joseph Cardijnstraat 7 te 9420 Erpe-Mere, heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

De volledige borgtocht van 10 730 euro met nr. 726914322484 (Borgstellingskas: KBC Bank NV - KCG, Kortrijksesteenweg 1100, 9051 Gent) mag worden vrijgegeven.

 

 

Bijlagen

         PV definitieve oplevering straatveegmachine De Kegel november 2020

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De opdracht “Aankoop van een tweedehands of nieuwe straatveegmachine” wordt definitief opgeleverd.

 

Artikel 2:

De volledige borgtocht van 10 730 euro met nr. 726914322484 (Borgstellingskas: KBC Bank NV - KCG, Kortrijksesteenweg 1100, 9051 Gent) mag worden vrijgegeven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN M.B.T. DE WIELERWEDSTRIJD 4DE GP JUMA LEUVEN OP 15 MEI 2021.

 

Voorgeschiedenis

         Schriftelijke aanvraag op 21 december 2020van Peter Sommereyns, Vinkenlaan 28 te 3078 Everberg, handelend als voorzitter van wtc O.A., om op 15 mei 2021 met hun wielerwedstrijd 4de GP Juma Leuven - Womens Cycling Series de gemeente Bertem te mogen doorkruisen.

 

Feiten en context

         Deze wielerwedstrijd voor dames (elite) op open omloop met 9 ronden van 10,7 km gaat door op 15 mei 2021.

         Het parcours volgt op het grondgebied van de gemeente Bertem de Grensstraat - Diepestraat - Kruisstraat - Tervuursesteenweg N3 - Everbergsesteenweg.

         De wedstrijd voor dames start om 15.00 uur. De aankomst is voorzien om 17.30 uur.

         De organisator stelde een koersdirecteur en een veiligheidscoördinator aan voor deze wedstrijd.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet

De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.

         Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

         Koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende het algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.

         Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van verkeerstekens.

         Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

         Wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

         Koninklijk besluit van 28 juni 2019 houdende de reglementering van de wielerwedstrijden en van alle-terreinwedstrijden.

         Omzendbrief OOP45 van 4 november 2019 ter begeleiding van het koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden.

         Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Adviezen

         Advies van de politiezone Voer en Dijle van 22 december 2020:

De volgende verkeersmaatregelen moeten genomen worden:

º         instelling van eenrichtingsverkeer in de Grensstraat, de Diepestraat, de Kruisstraat en de Everbergsesteenweg. Het is voor alle verkeer enkel toegelaten te rijden in de richting van de wielerwedstrijd.

º         parkeer- en stilstandverbod op het volledige parcours vanaf 3 uur voor de eerste doortocht.

º         parkeer- en stilstandverbod op de parkeerstrook van de Tervuursesteenweg vanuit Bertem richting Tervuren van aan de Everbergsesteenweg tot aan de Kruisstraat vanaf 3 uur voor de eerste doortocht.

         Vergunning van Agentschap Wegen en Verkeer, District Leuven van 18 februari 2021 met algemene en bijzondere voorwaarden (kenmerk: AV/213/2021/00137)

 

Argumentatie

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

         Aanvraag 4de GP Juma Leuven - Womens Cycling Series.

         Parcours 4de GP Juma Dames.

         4de GP Juma Leuven - Womens Cycling Series vergunning AWV.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Onder voorbehoud van de strikte naleving van de hieronder vermelde voorschriften wordt de toestemming verleend aan wtc O.A., Vinkenlaan 28 te 3078 Everberg tot 9 keer de doortocht van de wielerwedstrijden 4de GP Juma Leuven voor dames (elite) en heren (Fun wedstrijd) op 15 mei 2021 op het grondgebied van de gemeente Bertem:

 

Parcours:

Passage op het grondgebied van 15.00 uur, komende vanuit de richting Everberg

Straatnamen

- Grensstraat

- Diepestraat

- Kruisstraat

- Tervuursesteenweg N3

- Everbergsesteenweg

 

Volgens het traagste tijdschema zal de wedstrijd het grondgebied van de gemeente Bertem verlaten omstreeks 17.30 uur in de richting van Everberg.

 

Artikel 2: Verkeersmaatregelen en signalisatie

Op 15 mei 2021 zullen n.a.v. de wielerwedstrijd 3de GP Juma Leuven de volgende verkeersmaatregelen van toepassing zijn:

 

         instelling van het eenrichtingsverkeer in volgende straten, aangeduid d.m.v. de verkeersborden C1 en F19 vanaf 12.00 uur tot 18.00 uur :

º         Grensstraat

º         Diepestraat

º         Kruisstraat

º         Everbergsesteenweg

Het is enkel toegelaten te rijden in de richting van de wielerwedstrijd.

Weggebruikers zullen aan elk kruispunt verwittigd worden door middel van verkeersborden C1 en C31.

 

         parkeer- en stilstandverbod op het volledige parcours, aangeduid door middel van verkeersborden E3, met onderborden van het type X vanaf 9.30 uur tot 18.00 uur. Het verbod dient 48 uur vooraf aangeduid te worden.

         parkeer- en stilstandverbod op de parkeerstrook op de Tervuursesteenweg vanuit Bertem richting Tervuren van aan de Everbergsesteenweg tot aan de Kruisstraat, aangeduid door middel van verkeersborden E3, met onderborden van het type X vanaf 9.30 uur tot 18.00 uur. Het verbod dient 48 uur vooraf aangeduid te worden.

 

Artikel 3: Veiligheid op de kruispunten

Naar aanleiding van deze wielerwedstrijd zullen er signaalgevers en politiemensen geplaatst worden op de volgende (kruis)punten:

 

         De instelling van seingevers op volgende kruispunten:

º         Diepestraat - Duivendelle

º         Diepestraat - Kruisstraat

º         Kruisstraat - Tervuursesteenweg

º         Tervuursesteenweg - Mezenstraat

º         Tervuursesteenweg - uitrit "garage Wauters"

º         Tervuursesteenweg - Boskee

º         Everbergsesteenweg - Duivendelle

º         Everbergsesteenweg - Baanakker

 

         De instelling van politieambtenaren op volgende kruispunten:

º         Tervuursesteenweg - Mezenstraat

º         Tervuursesteenweg - Boskee

 

Artikel 4:

Omwonenden moeten minstens één week voor de wedstrijd ingelicht worden door middel van een bewonersbrief.

 

Artikel 5: Voorwaarden betreffende de algemene organisatie

1° koersdirecteur

De inrichters zullen een koersdirecteur aanduiden. De koersdirecteur moet meerderjarig zijn en zal handelen in naam van de organisator. Hij zorgt voor het goede verloop van de wielerwedstrijd.

Hij ziet erop toe dat de wedstrijdkaravaan en de publiciteitskaravaan de hen opgelegde voorwaarden naleven.

 

2° Veiligheidscoördinator

De inzet van de veiligheidscoördinator naast een koersdirecteur is verplicht voor wedstrijden in lijn. In andere wedstrijden kan de functie van koersdirecteur en veiligheidscoördinator door éénzelfde persoon uitgeoefend worden.

De veiligheidscoördinator moet meerderjarig zijn.

Hij staat in voor de risicoanalyse van het parcours, de mogelijke interactie tussen publiek en de karavaan, en de daaraan gekoppelde maatregelen teneinde de risico’s te beperken. Hij is verantwoordelijk voor de briefing van de signaalgevers (alsook de mobiele signaalgevers). Hij zorgt ervoor dat de interactie tussen de voertuigen, deelnemers en toeschouwers op een veilige manier verloopt.

De veiligheidscoördinator zal tijdens de wedstrijd in het bezit zijn van een nominatieve lijst van de ingezette signaalgevers.

 

3° Deelnemende renners

De deelnemende renners aan de wielerwedstrijd dienen de rijbaan of het gemarkeerd fietspad, zoals bedoeld in artikel 74 van de wegcode, te volgen. De motorvoertuigen van de wedstrijdkaravaan (en publiciteitsvoertuigen) mogen alleen de rijbaan volgen voorzien voor motorvoertuigen.

 

4° Seingevers

De organisatoren moeten zich laten bijstaan door de seingevers die de burgemeester onmisbaar acht voor het verzekeren van de veiligheid op de kruispunten of andere belangrijke of gevaarlijke punten die hij aanwijst op het parcours van de wedstrijd in zijn gemeente.

De burgemeester, in samenspraak met de korpschef, bepaalt hoeveel seingevers er nodig zijn.

 

5° Verzekering

De organisatoren moeten ten laatste acht weken voor de wedstrijd het bewijs leveren dat een verzekering afgesloten is om, bij ongeval naar aanleiding van of gedurende de wedstrijd, de geldelijke gevolgen van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid te waarborgen van de organisatoren zelf, de signaalgevers, de deelnemende renners en eenieder die gemachtigd is om de wedstrijd te volgen.

Een nominatieve lijst met de seingevers dient ter machtiging aan het gemeentebestuur overgemaakt te worden.

 

6° Parcours

Wanneer de wedstrijd dezelfde weg volgt als een andere wedstrijd of opnieuw op een reeds eerder gevolgde weg uitkomt, moet door de veiligheidscoördinator bijzondere voorzorgsmaatregelen genomen worden om mogelijke ongevallen te vermijden.

 

7° Openingsvoertuig / Sluitingsvoertuig.

Openingsvoertuig

Bij een wielerwedstrijd op een open omloop moet een openingsvoertuig op een voldoende veilige afstand voor de eerste renner uitrijden. 

Op het dak van dit voertuig moet, op een voor tegenliggers goed zichtbare wijze, het gevaarbord A51 met onderbord "wielerwedstrijd" aangebracht zijn.

Het openingsvoertuig is tevens voorzien van een rode vlag, alsook een oranjegeel knipperlicht. De rode vlag (afmeting 50 cm breedte / 60 cm lang) wordt vooraan op de linkerzijde van het voertuig aangebracht. Het oranjegeel knipperlicht wordt zodanig geplaatst dat het vanuit alle richting zichtbaar is.

 

Sluitingsvoertuig

Bij een wielerwedstrijd op open omloop wordt de wedstrijdkaravaan gesloten door een sluitingsvoertuig. Dit voertuig is als volgt uitgerust.

Op het dak van dit voertuig moet, op een voor het achteropkomend verkeer goed zichtbare wijze, het gevaarsbord A51 met onderbord "Einde wielerwedstrijd" aangebracht zijn.

Het sluitingsvoertuig is tevens voorzien van een groene vlag, alsook een oranjegeel knipperlicht. De groene vlag (afmeting 50 cm breedte / 60 cm lang) wordt vooraan op de linkerzijde van het voertuig aangebracht. Het oranjegeel knipperlicht wordt zodanig geplaatst dat het vanuit alle richtingen zichtbaar is.

 

Opmerkingen:

         Indien het omwille van de plaatsgesteldheid of de aard van het terrein niet mogelijk is aan de verplichting te voldoen, kan het voertuig tijdelijk vervangen worden door een aan het terrein aangepast motorvoertuig dat enkel voorzien is met een rode vlag (voor het openingsvoertuig) of een groene vlag (voor het sluitingsvoertuig).

         Bij een wielerwedstrijd op een gesloten omloop volstaat het openingsvoertuig.

         In geval er een publiciteitskaravaan aanwezig is in de wedstrijd, zal deze eveneens voorafgegaan worden van een openingsvoertuig en achteraan afgesloten worden door middel van een sluitingsvoertuig. Beide voertuigen voldoen aan de hiervoor vermelde beschrijving (bord A51 op het dak, groene/rode vlag, oranjegeel knipperlicht), met uitzondering van de vermelding op het bord. Het openingsvoertuig vermeldt “PUBLICITEIT”. en het sluitingsvoertuig  “EINDE PUBLICITEIT”.

 

8° Volgbewijs / Doorgangsbewijs

Elk motorvoertuig waarvan de bestuurder zich op het parcours van de wielerwedstrijd dient te begeven, op een tijdstip dat het parcours gereserveerd is voor de wedstrijd, dient hetzij over een volgbewijs, hetzij over een doorgangsbewijs te beschikken. Beide bewijzen worden ondertekend door de organisator.

Het volgbewijs laat de bestuurder toe te bewegen tussen het openings- en het sluitingsvoertuig. Het volgbewijs is van witte kleur en wordt duidelijk zichtbaar aan de voorzijde van het voertuig aangebracht. Het volgbewijs draagt de stempel van de gemeente van de referentieburgemeester.

Het doorgangsbewijs laat de bestuurder toe te bewegen in vooraf bepaalde afgesloten zones. Deze voertuigen mogen zich NIET bewegen tussen het openings- en sluitingsvoertuig. Het doorgangsbewijs is van gele kleur en wordt duidelijk zichtbaar aangebracht aan de voorzijde van het voertuig. Dit is NIET van toepassing op de voertuigen van politie- en hulpdiensten.

De grootte is een A4-formaat, behalve voor motorfietsen waar het een A5-formaat mag zijn.

 

9° Hulppost /Ziekenwagen

Tijdens alle wielerwedstrijden dient er in de aankomstzone minstens een adequaat uitgeruste hulppost ingericht te worden, met minimaal twee hulpverleners die minstens beschikken over een EHBO-certificaat.

 

Tijdens wielerwedstrijden verreden op open omlopen met minder dan 8 km, dient langs het parcours een ziekenwagen voorzien te worden.

Wanneer de ziekenwagen de wedstrijd NIET volgt, dient minstens één hulpverlener in een voertuig van de wedstrijdkaravaan de wedstrijd te volgen. Hij zal in rechtstreeks contact staan met de ziekenwagen langs het parcours en met de noodcentrale 112.

 

Tijdens wielerwedstrijden verreden op open omlopen met meer dan 8 km, dient één ziekenwagen de wedstrijd te volgen.

Tijdens wedstrijden in lijn volgen minimum twee ziekenwagens de wedstrijd.

 

10° Neutralisatie wedstrijd

De start van de wedstrijd moet uitgesteld worden of de wedstrijd moet zo snel mogelijk stilgelegd of geneutraliseerd worden wanneer er zich een noodsituatie voordoet of wanneer het veilig verloop niet meer gegarandeerd kan worden.

De koersdirecteur, de bevoegde overheden of de persoon die volgens de wet de hoedanigheid van OBP bezit, zijn gerechtigd tot het nemen van de beslissing om de start van een wedstrijd uit te stellen, de wedstrijd stil te leggen of te neutraliseren.

De wedstrijd kan slechts starten of hernomen worden wanneer het veilige verloop opnieuw gegarandeerd kan worden.

 

11° Wegwerpzones

Enkel in deze zone mag door de deelnemende renners afval weggeworpen worden. In deze zone is de organisator verantwoordelijke voor het inzamelen van het afval.

 

12° Naleving wegcode

Bij een wielerwedstrijd dienen alle leden van de wedstrijdkaravaan en de publiciteitskaravaan zich te houden aan de bepalingen van de wegcode met uitzondering van de verkeersregels die onverenigbaar zijn met gedragingen die eigen zijn aan wielerwedstrijden.

Alle leden van de wedstrijdkaravaan moeten te allen tijde de regels naleven met betrekking tot het verkeer op de spoorwegen alsook met betrekking tot bewaakte en onbewaakte overwegen zoals bepaald in de wegcode.

In de wedstrijdkaravaan mogen de motorvoertuigen niets slepen.

 

13° Naleving COVID-19 maatregelen

De organisatoren dienen alle veiligheidsmaatregelen te treffen die worden opgelegd in bovenvermeld ministerieel besluit van 28 oktober 2020 en in alle wijzigende besluiten hiervan.

 

Artikel 6:

De algemene en bijzondere voorwaarden, opgelegd in de vergunning van het Agentschap Wegen en Verkeer district Leuven van 18 februari 2021 met kenmerk AV/213/2021/00137, moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 7: Inbreuken

De inbreuken op de beschikkingen van dit politiereglement zullen gestraft worden met politiestraffen.

 

Artikel 8:

Dit besluit wordt van kracht op 15 mei 2021 vanaf 12.00 uur en het blijft van kracht tot 15 mei 2021 om 18.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021
Overzicht punten

Zitting van 22 februari 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN I.V.M. HET OPSTELLEN VAN EEN MOBIELE KRAAN IN DE KORBEEKSE KERKSTRAAT TER HOOGTE VAN NR. 17 TE 3060 KORBEEK-DIJLE OP 15 MAART 2021.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Senne Verschoren – verantwoordelijke signalisatie van Anthony Signs, Uitbreidingstraat 584 te 2600 Berchem met de vraag om een vergunning voor het opstellen van een mobiele kraan in de Korbeekse Kerkstraat ter hoogte van huisnr. 17 te 3061 Korbeek-Dijle op 15 maart 2021.

 

Feiten en context

  • Een aannemer wenst een zwembad te plaatsen met een mobiele kraan in de Korbeekse Kerkstraat ter hoogte van nr. 17.
  • De werken zouden doorgaan op 15 maart 2021 van 6 tot 17 uur.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
  • Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
  • Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
  • Raadsbesluit van 28 april 2020 over de tijdelijke vrijstelling van de retributie op innames openbaar domein naar aanleiding van COVID-19.

 

Adviezen

  • Advies van Politiezone Voer en Dijle - Wijkverantwoordelijke Bertem.
  • Advies van Marieke Cyffers, hoofddeskundige investeringsprojecten en van Karel Baerten, afdelingshoofd grondgebiedzaken:

o        In de vergunning moet worden vermeld dat het voetpad en de rijweg net vernieuwd zijn en dat de nodige maatregelen moeten getroffen worden om verzakkingen op het voetpad en beschadiging van de rijweg, goot en boordsteen te voorkomen. De kraan is 7,5 m breed dus de steunen komen langs beide kanten pal op het voetpad. Een tegensprekelijke plaatsbeschrijving van het openbaar domein moet door de aanvrager worden opgemaakt en bezorgd aan de gemeente, zowel voor als na de inname. De aannemer moet ook vooraf meedelen welke maatregelen hij zal nemen ter voorkoming van beschadiging van het openbaar domein.

 

Argumentatie

Deze werken brengen, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kunnen niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • Korbeekse Kerkstraat 17 Signalisatieplan
  • Korbeekse Kerkstraat 17 Omleiding komende van de Nijvelsebaan
  • Korbeekse Kerkstraat 17 Omleiding komende van de Stationstraat
  • Korbeekse Kerkstraat 17 Omleiding komende van de Beekstraat
  • Korbeekse Kerkstraat 17 Bewonersbrief

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om met het oog op het opstellen van een mobiele kraan het openbaar domein, met name de rijbaan in te nemen aan de Korbeekse Kerkstraat ter hoogte van huisnr. 17 te 3060 Korbeek-Dijle op 15 maart 2021.

 

Artikel 2:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeerssignalisatie volgens bijgevoegd signalisatieplan met omleiding via de Nijvelsebaan en het zuidelijk deel van de Korbeekse Kerkstraat.

Voor doorgaand verkeer + 3,5t van en naar Oud-Heverlee wordt tijdens de duur van de werken een omleiding voorzien via de E40 afrit Haasrode. Deze omleiding wordt gesignaleerd aan het kruispunt van de Nijvelsebaan met de Korbeekse Kerkstraat zuid, en aan de kruispunten van de Waversebaan met de Ophemstraat en met de Bogaardenstraat te 3050 Oud-Heverlee. De vergunning werd aangevraagd bij het gemeentebestuur van Oud-Heverlee.

 

Artikel 3:

De aannemer moet de nodige maatregelen treffen om verzakkingen op het voetpad en beschadiging van de rijweg, goot en boordsteen te voorkomen.

 

Artikel 4:

De aanvrager moet minstens 14 kalenderdagen vóór de inname van het openbaar domein aan de gemeentelijke dienst openbare werken meedelen welke maatregelen hij zal nemen ter voorkoming van schade aan het openbaar domein.

De aanvrager moet minstens 7 kalenderdagen vóór de inname van het openbaar domein en binnen de 7 kalenderdagen nà de inname van het openbaar domein een tegensprekelijke plaatsbeschrijving van het ingenomen openbaar domein opmaken en bezorgen aan de gemeentelijke dienst openbare werken, t.a.v. Jan Bruggemans (openbarewerken@bertem.be).

 

Artikel 5:

De bewoners van het betrokken deel van de Korbeekse Kerkstraat moeten door de aanvrager op de hoogte gebracht worden over de inname en de duur ervan via een bewonersbrief. De bewonersbrief moet minstens 7 kalenderdagen voor de inname van het openbaar domein zowel aan de inwoners als aan de dienst openbare werken (openbarewerken@bertem.be) worden bezorgd.

 

Artikel 6:

Dit besluit houdt geen toelating in om af te wijken van art. 4.3 van het Algemeen politiereglement van Bertem:

"Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren is alleen toegestaan tussen 8.00 en 22.00 uur behoudens voorafgaande toelating van de burgemeester. Op zondagen is het gebruik van dergelijke toestellen niet toegestaan behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de burgemeester."

 

Artikel 7:

De aanvrager moet, vooraleer de werken te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de werken eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mogen de werken NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 8:

Op de werfzone moeten de contactgegevens van de verantwoordelijke van de werken en van de signalisatie duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 9:

Dit besluit is van kracht op 15 maart 2021 van 6.00 uur tot 17.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 01/03/2021