BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 30 augustus 2021

Van 15 uur tot 15.30 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 23 augustus 2021.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 23 augustus 2021 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

DIENST COMMUNICATIE. TIJDELIJKE ONDERSTEUNING DIENST COMMUNICATIE

 

Voorgeschiedenis

         Directeursbesluit van 18 maart 2021 over de goedkeuring van de aanvraag tot halftijds zorgkrediet van Kirsten Cox.

         Directeursbesluit van 17 juni 2021 over de opstart van een selectieprocedure voor de vervanging van de halftijdse afwezigheid van Kirsten Cox voor de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 juli 2021.

         Directeursbesluit van 29 juli 2021 over het resultaat van de selectieprocedure.

 

Juridische gronden

         Artikel II.34 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018
Als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, mag een bestuursdocument niet openbaar gemaakt worden.

         Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

         Artikel 92 van de wet overheidsopdrachten
Opdrachten met een geraamde waarde lager dan 30 000 euro exclusief btw kunnen worden gegund via aanvaarde factuur.

 

Adviezen

         Gunstig advies van de financieel directeur.

 

Argumentatie

Kirsten Cox neemt vanaf 1 augustus 2021 halftijds zorgkrediet op. Om haar halftijdse afwezigheid op te vangen, werd een selectieprocedure opgestart.

Niels Boutsen slaagde als enige voor de selectieprocedure van halftijds communicatieambtenaar voor de periode van 1 augustus 2021 tot en met 31 juli 2021.

Hij is zelfstandige in hoofdberoep en is bereid zijn gepresteerde uren te factureren aan het overeengekomen tarief (tarief overeenkomstig loonbarema B1-schaal, 19/38 prestaties).

Niels Boutsen kan vanaf 1 september 2021 starten.

 

Financiële gevolgen

Niels Boutsen zal het effectief aantal gepresteerde uren op maandbasis factureren.

De arbeidskost per uur voor een personeelslid in weddeschaal B1 is +/- €29, patronale bijdragen en maaltijdcheques inbegrepen. Gelet op het feit dat de gemeente geen risico loopt op het vlak van ziekte en ook geen aanverwante kosten zal hebben zoals sociaal secretariaat, is een uurloon van €30 excl. btw of 36,30 incl. btw aanvaardbaar.

 

De kost per maand wordt geschat als volgt:

4 werkweken x 19u x €30 = €2280 (excl. btw) of €2758,80 (incl. btw).

 

De prestaties worden geboekt onder registratiesleutel 613507/0119-02 (Prestaties derden i.k.v. communicatiebeleid). Door het halftijdse verlofstelsel van Kirsten Cox kan het nodige budget worden verschoven van het krediet van de lonen personeel naar prestaties van derden i.k.v. communicatiebeleid.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de samenwerking met Niels Boutsen, Kostersberg 2, 3060 Bertem vanaf 1 september 2021 goed.

 

Artikel 2:

De prestaties worden vergoed per effectief gepresteerd uur als volgt aan de prijs van €30 excl. btw per uur of 36,30 incl. btw per uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbon goed met nr. 2021/392 voor een totaal bedrag van 736,44 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2021/3359 tot en met nr. 2021/3429 voor een totaal bedrag van 118 274,41 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

RENOVATIE DAKBEDEKKING GBS BERTEM. GOEDKEURING VOORLOPIGE OPLEVERING EN VORDERINGSSTAAT 1 - EINDSTAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 14 juni 2021 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Renovatie dakbedekking GBS Bertem” aan PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 101 516,76 euro excl. btw of 107 607,77 euro incl. 6% btw.

         De dienst facilitair beheer stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 18 augustus 2021.

 

Feiten en context

         De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. FA861.21/484.

         De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 120 maanden.

 

Juridische gronden

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 euro niet).

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Argumentatie

         De aannemer PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne heeft aan zijn verplichtingen voldaan en diende vorderingsstaat 1 - eindstaat in, die werd ontvangen op 18 augustus 2021.

         De dienst facilitair beheer stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 18 augustus 2021.

         In het bijgevoegde proces-verbaal van voorlopige oplevering worden volgende opmerkingen vermeld:

º         De eerste helft van borgtocht nr. 12/171472 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld) van 5080 euro mag worden vrijgegeven.

º         De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 120 maanden.

         De werken bereikten een bedrag van:

 

Bestelbedrag

 

€101 516,76

Btw

+

€6091,01

TOTAAL

=

€107 607,77

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€0,00

Huidige vorderingsstaat

 

€92 872,52

Prijsherzieningen

+

€0,00

Totaal excl. btw

=

€92 872,52

Btw

+

€5572,35

TOTAAL

 

€98 444,87

 

         De uitvoeringstermijn bedraagt 30 werkdagen.

         In de huidige vorderingsstaat werd 12 dagen gewerkt zodat de resterende termijn 18 werkdagen bedraagt.

         De werken werden correct uitgevoerd.

         De dienst facilitair beheer stelde op 25 augustus 2021 een proces-verbaal van nazicht op, waaruit blijkt dat het eindtotaal wordt vastgesteld op 92 872,52 euro excl. btw of 98 444,87 euro incl. 6% btw.

 

 

Bijlagen

         Proces-verbaal van voorlopige oplevering

         Proces-verbaal van vorderingsstaat 1 - eindstaat.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De opdracht “Renovatie dakbedekking GBS Bertem” wordt voorlopig opgeleverd.

 

Artikel 2:

De eerste helft van borgtocht nr. 12/171472 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld) van 5080 euro mag worden vrijgegeven.

 

Artikel 3:

Goedkeuring wordt verleend aan de eindstaat van PLATTEAU BVBA, Leeuwlantstraat 114 te 2100 Deurne voor de opdracht “Renovatie dakbedekking GBS Bertem”, waarin het eindtotaal wordt vastgesteld op 92 872,52 euro excl. btw of 98 444,87 euro incl. 6% btw en waarvan nog 92 872,52 euro excl. btw of 98 444,87 euro incl. 6% btw moet betaald worden.

 

Artikel 4:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 221500/0800-00 met actie BD1-AP10-A33.

 

Artikel 5:

De factuur en de eindstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

HERAANLEG KRUISPUNT BOSSTRAAT-VUIKELAAN. GOEDKEURING VOORLOPIGE OPLEVERING.

 

Voorgeschiedenis

         Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 16 maart 2020 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Heraanleg kruispunt Bosstraat - Vuikelaan” aan Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen tegen het nagerekende offertebedrag van 42 550,21 euro excl. btw of 51 485,75 incl. 21% btw.

         Brief van Liema, ontvangen op 17 november 2020, waarin de voorlopige oplevering wordt aangevraagd.

         Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 25 januari 2021 goedkeuring aan de eindstaat.

 

Feiten en context

         De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 318.213 van 23 mei 2019.

 

Juridische gronden

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van euro 139 000 niet).

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.

         Het decreet lokaal bestuur van van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

De aannemer Liema bvba, Ambachtenlaan 42 te 3300 Tienen heeft aan zijn verplichtingen voldaan. De werken werden correct uitgevoerd.

De dienst investeringsprojecten stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond 17 november 2020.

In het bijgevoegde proces-verbaal van voorlopige oplevering worden volgende opmerkingen vermeld:

         De eerste helft (3050 euro) van borgtocht nr. CRMW022.340 bij Belfius van 1525 euro mag worden vrijgegeven.

         De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 24 maanden, 2 jaar.

 

 

Bijlagen

         Proces-verbaal van voorlopige oplevering.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De opdracht "Heraanleg kruispunt Bosstraat - Vuikelaan" wordt voorlopig opgeleverd.

 

Artikel 2:

De eerste helft van borgtocht nr. CRMW022.340 bij Belfius van 1525 euro mag worden vrijgegeven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

BEGRAAFPLAATSEN. MEDEDELING NIEUWE WERKWIJZE NAAMPLAATJES STROOIWEIDE.

 

Besluit

Motivering

familieleden die een naamplaatje wensen voor hun overleden familielid kopen een blanco plaatje aan bij de gemeente. Ze betalen hiervoor 75 euro. In de praktijk haalt de burger het plaatje bij de dienst burgerzaken op, hij brengt het naar de begrafenisondernemer, die laat het graveren, en daarna wordt het aan de dienst burgerzaken terugbezorgd. Nadien wordt het door de werkmannen op de herdenkingszuil aangebracht. De firma waar de gemeente voorheen de blanco plaatjes aankocht, levert deze niet meer, waardoor de dienst burgerzaken een prijsvraag gedaan heeft bij enkele graveerders.

 

Mededeling

Om alles efficiënter en ook meer gelijkvormig te laten verlopen, wenst de dienst burgerzaken de naamplaatjes zelf te laten graveren. De prijs voor de burger (retributie) zou dezelfde blijven, maar de dienst zal het naamplaatje zelf laten graveren. De burger krijgt dus méér voor dezelfde aankoopprijs. De kostprijs van een gegraveerd plaatje voor de gemeente is 45 euro.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

TOELAGEN. GOEDKEURING SUBSIDIES AAN ERKENDE JEUGD-, SPORT- EN CULTUURVERENIGINGEN 2021.

 

Feiten en context

         Eénmaal per jaar krijgen Bertemse verenigingen werkingssubsidies van de gemeente op basis van hun werkingsverslag. Zo ook voor het seizoen 2020-2021.

         Dit jaar werden de Bertemse verenigingen echter getroffen door de coronacrisis. Talloze evenementen werden afgeschaft waardoor de meeste verenigingen dit werkingsjaar niet volledig kunnen aantonen. Het gevolg zou zijn dat het indienen van de huidige subsidieformulieren voor alle verenigingen minder punten betekent en dus minder subsidies.

         De dienst vrije tijd stelt daarom voor om alle erkende verenigingen hetzelfde bedrag toe te kennen zoals ze die voor het werkingsjaar 2018-2019 ontvangen hebben. De dienst denkt dat dit de meest eerlijke en transparante toekenning is omdat de meeste verenigingen toch min of meer een gelijklopende jaarwerking hebben.

         Eén verenging zal (nog) geen subsidies krijgen: Bearable vzw (erkend in januari 2021). Zij bestaat nog geen volledig werkingsjaar en volgens de statuten heeft zij dan ook geen recht op subsidies.

         Twee verenigingen zullen de basissubsidie krijgen omdat ze nog geen volledig werkjaar kunnen aantonen maar wel al een jaar bestaan.

º         Cattitude: erkend in maart 2020

º         Petanquers Hertwinkel: erkend in juli 2020.

         Drie verenigingen zullen geen subsidies meer ontvangen omdat ze ontbonden zijn:

º         Zangkoor Sint-Cecilia Leefdaal: sinds 1 september 2019

º         Davidsfonds Leefdaal: sinds 1 september 2020

º         ZVK Pallekensbee: sinds 1 september 2020.

         Gezinsbond Bertem is sinds januari 2021 gefusioneerd met Gezinsbond Leefdaal maar vragen al een tijd geen subsidies meer aan.

 

Juridische gronden

         Gemeentelijke subsidiereglementen houdende de subsidiëring van de plaatselijke sport-, jeugd- en cultuurverenigingen van 29 augustus 2016.

Deze subsidiereglementen regelen de procedure en de berekening voor de subsidies van de gemeente aan de erkende sport-, jeugd- en cultuurverenigingen. Het schepencollege beslist over de aanvragen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

sport

649608/0740-00

 

jeugd

649609/0751-00

 

cultuur

649604/0709-00

 

€ 31 079

 

 

€ 23 083

 

 

€ 20 684

 

€ 13 384

 

 

€ 19 575,50

 

 

€ 7060

 

€ 15 408,32

 

 

€ 13 074,36

 

 

€ 8253,93

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college besluit om dezelfde subsidies van 2019 toe te kennen aan de verenigingen.

 

SPORT

 

Aikido-club Wakoo

€ 405,44

Atletiekclub Bertem

€ 1299,63

Autocross Team Leefdaal

€ 320,64

Badmintonclub Bertem

€ 839,00

Badmintonclub Leefdaal

€ 413,70

Beter Bewegen Bertem

€ 417,09

Beter Bewegen Leefdaal

€ 578,11

De Wringers Bertem

€ 830,17

Dynamo Bertem

€ 2744,71

Gezinssportfederatie

€ 446,30

LRV. Sint-Joris

€ 502,02

Petanquers Hertwinkel

€ 252

Sport + club: Leefdaal 78

€ 415,06

Tafeltennisclub Bertem

€ 372,93

The No-Bikers

€ 510,17

VC. Voervallei

€ 4297,15

WTC. Leefdaal

€ 438,15

The Beginners

€ 326,05

TOTAAL

€ 15 408,32

 

 

JEUGD

 

Blink

€ 596,28

Chiro Bertem

€ 3083,69

Chiro Korbeek-Dijle

€ 3113,42

Chiro Leefdaal

€ 3520,57

Circle of Fun

€ 423,44

Jeugdhuis 2hoog Leefdaal

€ 583,72

JOC Ter Dijle

€ 471,65

Mozaïek Kinderateliers Muziek en Beeldend

€ 1281,59

TOTAAL

€ 13 074,36

 

Opmerking: Het overige bedrag dient voor de uitbetaling van kadervorming en duurzaam materiaal.

 

CULTUUR

 

Nominatief toegekende subsidies volgens artikel 22 van het subsidiereglement

 

Oudervereniging GBS Leefdaal

€ 125

Oudervereniging GBS Bertem

€ 125

Oudervereniging VBS Bertem

€ 125

Rode Kruis

€ 200

WOS

€ 80

Ziekenzorg Bertem

€ 100

Samana Leefdaal

€ 100

Samana Korbeek-Dijle

€ 100

Culturele vrijetijdsbesteding

 

De Kneu Bertem

€ 214,68

De Zanglijster Leefdaal

€ 165,54

Postzegelkring De Voer

€ 177,82

Amateuristische kunstbeoefening

 

De Jachthoorngezellen van Meerdaelwoud

€ 499,96

Hogar Kokopelli

€ 614,62

Jefkes, Pekes en Mekes nr. 1

€ 106,84

Jefkes, Pekes en Mamers nr. 2

€ 93,59

K.F. De Vier Heemskinderen

€ 337,53

K.F. Sint-Lambertus

€ 420,79

K. Filharmonie Leefdaal

€ 478,12

K.H. Sint-Cecilia

€ 531,36

Sint-Pieterszangkoor Bertem

€ 407,14

Sint-Stevensgilde Korbeek-Dijle

€ 418,06

Toneelvereniging Laban

€ 183,28

Sociaal Cultureel Vormingswerk

 

Cattitude

€ 75,45

Davidsfonds Bertem

€ 198,30

Gezinsbond Korbeek-Dijle

€ 108,21

Gezinsbond Leefdaal/Bertem

€ 135,51

Hartpatiëntengroep

€ 119,13

Ferm Bertem

€ 150,52

Ferm Korbeek-Dijle

€ 265,18

Ferm Leefdaal

€ 213,31

Landelijke Gilde Bertem

€ 190,11

Landelijke Gilde Korbeek-Dijle

€ 157,35

Natuurpunt

€ 184,65

OKRA Bertem

€ 262,45

OKRA Leefdaal

€ 312,96

OKRA Korbeek-Dijle

€ 161,44

Oud-Chiroleiding Korbeek-Dijle

€ 115,03

TOTAAL

€ 8253,93

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST HERTWINKEL.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Karin Van Gorp en Ralf Hamal op 12 augustus 2021.

 

Feiten en context

         Het buurtfeest zal plaatsvinden op 19 september 2021 in de Hertwinkel. Aan de deelnemers wordt geen bijdrage gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Hertwinkel en aanpalende huizen in de Vlieguit en de Neerijse steeenweg.

         De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

         De aanvragers vragen om de Hertwinkel te 3061 Leefdaal af te sluiten op zaterdag 19 september 2021 van 17.00 tot 24.00 uur.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

         Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

649611 0710-00

€ 3000

€ 3000

€ 150

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Hertwinkel.

 

Artikel 2:

Om het bovenvermeld buurtfeest vlot en veilig te laten verlopen, wordt op zaterdag 19 september 2021 van 17.00 tot 24.00 uur de Hertwinkel te 3061 Leefdaal volledig afgesloten voor alle verkeer, met uitzondering voor het plaatselijke verkeer, hulp- en politiediensten.

 

Artikel 3:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van:

         C3 op nadar

         onderbord "uitgezonderd plaatselijk verkeer"

         oranje-gele knipperlichten

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de gemeente worden aangeleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 4:

De aanvrager moet, vooraleer de inname te starten, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de inname eventueel zouden kunnen verhinderen. Indien het geval is, mag de inname NIET uitgevoerd worden en moeten zijn zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 5:

De organisator dient alle veiligheidsmaatregelen te treffen die worden opgelegd in bovenvermeld ministerieel besluit van 28 oktober 2020 en in alle wijzigende besluiten hiervan.

 

Artikel 6:

De organisator moet deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten met een (nieuws)brief.

 

Artikel 7:

Dit besluit wordt van kracht op 19 september 2021 vanaf 17.00 uur en het blijft van kracht tot 19 september 2021 om 24.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. ONONTVANKELIJKHEID VAN DE MELDING VAN JOHAN D'HONDT VOOR HET KAPPEN VAN EEN BOOM IN 3060 KORBEEK-DIJLE, ORMENDAAL 52, SECTIE B NR 81F.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 24 mei 2021 heeft Johan D'Hondt, Ormendaal 52 te 3060 Korbeek-Dijle, een melding ingediend voor het kappen van een boom in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 52, sectie B nr 81f.
  • Op 31 mei 2021 heeft het college de melding van 24 mei onontvankelijk verklaard omdat het kappen van bomen geen meldingsplichtige handeling is.
  • Op 22 augustus 2021 heeft Johan D'Hondt, Ormendaal 52 te 3060 Korbeek-Dijle, opnieuw een melding ingediend voor het kappen van een boom in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 52, sectie B nr 81f.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter voor de eerste 50 meter. De rest van het perceel is gelegen in een natuurgebied met wetenschappelijke waarde.
  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

  • De aanvraag omvat het kappen van een notenboom.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

º         1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

º         2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

 

Argumentatie

         Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

         Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aanvraag is volledig. Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag is niet conform artikel 106 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Het kappen van bomen is geen meldingsplichtige handeling.

Volgens artikel 6.1. van het vrijstellingenbesluit is het kappen van hoogstambomen in bepaalde situaties vrijgesteld van vergunning nl.:

a) ze maken geen deel uit van een bos;

b) ze liggen in een woongebied in de ruime zin, in een agrarisch gebied in de ruime zin of in een industriegebied in de ruime zin, en niet in een woonparkgebied;

c) ze liggen binnen een straal van maximaal 15 meter rondom de vergunde woning, de vergunde landbouwbedrijfswoning of landbouwbedrijfsgebouwen of de vergunde bedrijfswoning of bedrijfsgebouwen;

d) ze liggen niet op openbaar domein;

De aanvraag wijkt af van bovenvernoemde vrijgestelde situaties, nl. de aanvraag ligt buiten een straal van 15 m rondom de woning, en moet dus met een omgevingsaanvraag voor handelingen worden aangevraagd.

         Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

         Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om Johan D'Hondt op de hoogte te brengen van de onontvankelijkheid van zijn melding van 24 mei 2021 voor het kappen van een boom in 3060 Korbeek-Dijle, Ormendaal 52, sectie B nr 81f.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. ONONTVANKELIJKHEID VAN DE MELDING VAN NICO MOMMENS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN TUINHUIS IN 3060 BERTEM, OUDE BAAN 37, SECTIE A NR 337H2.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 24 augustus 2021 heeft Nico Mommens een melding ingediend voor het plaatsen van een tuinhuis in 3060 Bertem, Oude Baan 37, sectie A nr 337h2.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

  • De aanvraag omvat het plaatsen van een tuinhuis van 38 m² ingeplant op 1 m van de achterste perceelsgrens en tegen de perceelsgrens van het rechts aanpalend perceel.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

º         1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;

º         2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

 

Argumentatie

         Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

         Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De aanvraag is niet conform artikel 106 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Het bouwen van losstaande bijgebouwen zijn geen meldingsplichtige handelingen.

Volgens artikel 2.1.11° van het vrijstellingenbesluit is de plaatsing van vrijstaande niet voor verblijf bestemde bijgebouwen in bepaalde situaties vrijgesteld van vergunning nl.:

º         inplanting in de zijtuin op 3 m van de perceelsgrenzen en in de achtertuin tot op 1 m van de perceelsgrenzen. De vrijstaande bijgebouwen kunnen in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur worden opgericht en als de scheidingsmuur niet wordt gewijzigd.

º         de totale oppervlakte bedraagt max. 40 m² met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen

º         de maximale hoogte is beperkt tot 3,5 m.

De aanvraag wijkt af van bovenvernoemde vrijgestelde situaties nl. het tuinhuis wordt ingeplant tegen de rechterperceelsgrens.

De gevraagde werken moeten worden aangevraagd met een omgevingsaanvraag voor handelingen.

         Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

         Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om Nico Mommens op de hoogte te brengen van de onontvankelijkheid van zijn melding van 24 augustus 2021 voor het plaatsen van een tuinhuis in 3060 Bertem, Oude Baan 37, sectie A nr 337h2.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

OMV 2021 51. AANVRAAG EXPLOITATIE VAN GEOTHERMISCHE BORINGEN HAMMEVELD 67.

 

Voorgeschiedenis

         De aanvraag, ingediend door Manuel Bruyninckx, werd per beveiligde zending verzonden op 8 mei 2021. Bijkomende informatie werd opgevraagd en op 22 juni 2021 werd een 2e projectversie ingediend.

         De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 28 juni 2021.

 

Feiten en context

         De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen te Hammeveld 67, kadastraal gekend als 24061 A 361M5.

         Het betreft een nieuwe inrichting waardoor de afstands- en verbodsbepalingen wel van toepassing zijn.

         Het betreft boringen voor de installatie van een warmtepomp voor een eengezinswoning.

         Deze aanvraag heeft betrekking op een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 2. Volgende rubriek is vermeld in de huidige aanvraag:

Rubriek 55.1.2°: andere verticale boringen dan de boringen, vermeld in rubriek 53, 54 en 55.3: dieper dan het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, of die gelegen zijn binnen een beschermingszone type III, met een diepte van minder dan 500 meter ten opzichte van het maaiveld: 3 geothermische boringen van 110 m diepte elk (klasse 2).

         Op betreffende locatie bedraagt het dieptecriterium 150 m. De plaats is wel gelegen in grondwaterbeschermingszone type III.

         Deze aanvraag heeft betrekking op noch een Vlaams project, noch een provinciaal project, noch een onderdeel ervan.

         De bevoegde overheid voor de behandeling van de aanvraag is het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

         Artikel 6. Omgevingsvergunningsdecreet

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

         Artikel 7. Omgevingsvergunningsdecreet

Als het project elementen bevat die onderworpen zijn aan meerdere vergunnings- of meldingsplichten, bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, en die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, omvat de vergunningsaanvraag de betrokken aspecten op straffe van onontvankelijkheid als minstens één element van de aanvraag vergunningsplichtig is.

 

Adviezen

         Het openbaar onderzoek is georganiseerd van 7 juli tot en met 6 augustus 2021 volgens de gewone procedure. Er werden geen bezwaren ingediend over het betreffende dossier.

         Op 28 juni 2021 is advies gevraagd aan de VMM, afdeling grondwater, omwille van rubriek 55.1.2°. Er werd geen advies uitgebracht binnen de termijn van het openbaar onderzoek.

         Op 28 juni 2021 is advies gevraagd aan De Watergroep. Op 6 juli 2021 heeft De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu, een ongunstig advies uitgebracht.

"Binnen de beschermingszone III kan De Watergroep akkoord gaan met het aanleggen van boringen voor geothermische doeleinden, voor zover er geen diepere afsluitende kleilagen doorboord worden. Dit ter bescherming van diepere watervoerende lagen waar zich een strategische zoetwatervoorraad in bevindt. De onderkant van de afschermende kleilaag (Formatie van Kortrijk) bevindt zich op de opgegeven locatie op een diepte van 82 m onder maaiveld (dov.vlaanderen.be). Omdat er op deze diepte enige onzekerheid zit, wordt er een buffer van 5 m in acht genomen boven deze diepte.

De aangevraagde boringen hebben een diepte van 110 m onder het oppervlak en gaan dieper dan de onderkant van de afsluitende kleilaag min de bufferdiepte. Bijgevolg geeft De Watergroep een negatief advies.

 

Er kan enkel toestemming gegeven worden voor de aanleg van een warmtepomp op deze locatie indien:

         Een diepte van maximum 77 m onder maaiveld per boring gehandhaafd blijft om de diepere watervoerende lagen te beschermen.

         De boringen dienen uitgevoerd te worden door een erkende boorfirma volgens de regels van goed vakmanschap, zoals opgenomen in de code van goede praktijk voor boren, exploiteren en afsluiten van boorputten voor grondwaterwinning, vastgesteld in bijlage 5.53.1 van het Vlarem II. Hier wordt aan voldaan (uitvoering door VM Boringen).

         Naast de milieu-inspectie (zoals voorgeschreven door Vlarem, zie artikel 5.55.1.3.§3) dient eveneens De Watergroep minstens twee dagen voor de aanvang van de boorwerken verwittigd te worden via een mail op het mailadres milieu@dewatergroep.be, zodat een toezichter eventueel aanwezig kan zijn bij de uit te voeren werken.

         Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen en dienen de voorwaarden van het Vlarem strikt gevolgd te worden.

         Na het boren en het inbouwen van de leidingen dienen de boorgaten opgevuld te worden. Ofwel worden er ter hoogte van de afdichtende lagen kleistoppen geplaatst of wordt de ruimte ter hoogte van de scheidende lagen gecementeerd, ofwel wordt het boorgat opgevuld met grout (klei-cementmengsel) zoals reeds vermeld in de aanvraag. In ieder geval dient ook de eerste twee meter van het boorgat met klei of grout te zijn afgedicht om snelle infiltratie van regenwater te vermijden.

         De leidingen die worden ingebouwd, bestaan uit materialen die niet reageren met de ondergrond en het grondwater waarin ze worden ingebracht en die een voldoende levensduur hebben in het geïnstalleerde milieu.

         Er worden minimaal drie druktesten uitgevoerd (één voor de inbouw, één na het opvullen van het boorgat en één na het aankoppelen van de leidingen) om de leidingen op lekken te controleren. Alleen als alle testen het bestaan van lekken uitsluit, kan er aan het water een antivriesmiddel toegevoegd worden.

         Als antivriesmiddel mag enkel monopropyleenglycol of een bietenderivaat gebruikt te worden (reeds vermeld in aanvraag). Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:

º         Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

º         Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

º         Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

         Op 28 juni 2021 is advies gevraagd aan provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen. Zij uitten geen bezwaar.

 

Argumentatie

Stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten

Het betreft een nieuwe inrichting gesitueerd in woongebied volgens het gewestplan Leuven.

Het is gelegen in een gebied waarvoor een RUP is opgemaakt, namelijk binnen het gemeentelijk RUP ‘Meergezinswoningen’.

De aangevraagde activiteit is niet strijdig met de voorschriften van het gemeentelijke RUP.

Er is mogelijk voldoende afstand t.o.v. potentieel gehinderden, waardoor het risico op hinder voor de omgeving, veroorzaakt door de aangevraagde inrichtingen, klein is.

Er is voldaan aan de verbods- en afstandsregels.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar beoordeelt of de inrichting beschikt over alle vereiste stedenbouwkundige vergunningen voor de gebouwen, constructies en verhardingen.

Landschappelijke integratie is niet van toepassing voor het milieuluik van dit project.

Er is geen groenscherm aanwezig rond de inrichting en deze afscherming is ook niet vereist.

Project-MER-screening

Volgens het MER-besluit valt de hoofdactiviteit van de omgevingsvergunningsaanvraag onder de categorie 2c) diepteboringen van de bijhorende bijlage III zodat de opmaak van een project-MER-screening noodzakelijk is.

Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de bovenstaande analyse blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Er dienen geen bijkomende specifieke maatregelen opgelegd te worden.

Natuur

Gezien de ligging van de inrichting t.o.v. waardevolle natuur, de aard en de beperkte omvang van de inrichtingen/activiteiten, voorwerp van deze aanvraag, hebben deze normaal geen betekenisvolle invloed op de nabije natuur.

Uit het gegenereerd rapport van de voortoets door de adviesverlener blijkt dat er geen betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats verwacht wordt, waardoor een passende beoordeling niet nodig is.

Een bijkomend advies van ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en een bijkomende passende beoordeling (klein onderzoek inzake effecten op natuur) is dan ook niet nodig.

Hemelwater/watertoets

De aangevraagde inrichting heeft geen invloed op het hemelwater en er worden geen bijkomende verhardingen aangelegd in het kader van de boringen.

Er is dan ook geen risico op vervuiling van het hemelwater.

Omdat de aanvraag (de boringen) niet zal leiden tot wijziging van het opvang- en afvoersysteem en er dus geen mogelijke impact is op het (lokale) watersysteem, dient een omgevingsvergunningsaanvraag niet onderworpen te worden aan een watertoets.

Afvalwater

Er is geen lozing van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater en dus geen milieu-impact.

Grondwater

De inrichting is gelegen in een grondwaterbeschermingszone of waterwingebied; hierdoor gelden met betrekking tot deze aanvraag specifieke beperkende maatregelen.

Vermits de aanvraag handelingen betreft in beschermingszone type III die niet verboden zijn, is voorafgaand advies vereist van:

         Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Operationeel Waterbeheer, afd. bevoegd voor grondwater, omwille van rubriek 55.1.2°.

         De exploitant van de grondwaterwinning (De Watergroep) waarrond de beschermingszone is afgebakend, omwille van rubriek 55.1.2°.

De ligging binnen beschermingszone betekent dat de site gelegen is binnen het voedingsgebied naar de waterwinning.

Vermits de inrichting deels gelegen is in een infiltratiegevoelig gebied, is er geen risico dat de verandering van de infiltratie invloed zal hebben op de (ondiepe) grondwatertafel in de omgeving.

De gemeente treedt het advies van De Watergroep bij. Het aanleggen van boringen voor geothermische doeleinden zijn mogelijk binnen beschermingszone type III voor zover er geen diepere afsluitende kleilagen doorboord worden. Dit ter bescherming van diepere watervoerende lagen waar zich een strategische zoetwatervoorraad in bevindt. De onderkant van de afschermende kleilaag (Formatie van Kortrijk) bevindt zich op de opgegeven locatie op een diepte van 82 m onder maaiveld. Omdat er op deze diepte enige onzekerheid zit, wordt er een buffer van 5 m in acht genomen boven deze diepte.

De aangevraagde boringen hebben een diepte van 110 m onder het oppervlak en gaan dieper dan de onderkant van de afsluitende kleilaag min de bufferdiepte.

De gemeente adviseert om de geothermische boringen toe te laten tot een diepte van maximum 77 m onder maaiveld per boring om de diepere watervoerende lagen te beschermen.

Afval

Er wordt geen afval van derden opgeslagen.

Er wordt geen noemenswaardige hoeveelheid afval geproduceerd, een groot deel van de uitgeboorde grond wordt hergebruikt.

Emissies

Er is geen opslag en/of overslag van droge bulkgoederen waardoor de wettelijke beheermaatregelen voor niet-geleide stofemissie niet van toepassing zijn.

De aangevraagde inrichting/activiteit veroorzaakt slechts zeer beperkte emissies, waardoor de aanvraag niet zal leiden tot hinder wat dit aspect betreft.

Geluid en trillingen

Gezien de ligging van de exploitatie, namelijk in woongebied, is er een specifiek risico op lawaaihinder voor derden. Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit lawaai veroorzaakt, kan de aanvraag leiden tot hinder wat dit aspect betreft. De geluidsoverlast is echter beperkt tot de duur van het boren, wat normaliter enkele dagen in beslag neemt. Er zijn beperkende maatregelen genomen, namelijk de machines zijn geluidsgedempt en de trillingen zijn zeer beperkt.

Bodem

Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit niet valt onder een Vlarebo-categorie, moet er geen oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd worden.

Energie

Het energieverbruik is beperkt waardoor de inrichting niet onderworpen is aan de specifieke bepalingen inzake energiebeheer.

Er zijn geen energiebesparende maatregelen genomen. Echter zijn de boringen wel in functie van geothermische energie wat een voorbeeld is van duurzame energie met een zeer beperkte CO2-uitstoot.

Mobiliteit

Het bedrijf is gelegen langs de rustige gemeenteweg Eikendreef .

Het transport is beperkt, meer bepaald werfverkeer in functie van de boringen.

Veiligheid

Er zijn geen aanzienlijke veiligheidsrisico’s.

Gezondheid

Er zijn geen gezondheidsrisico’s.

Stralingen

Er wordt geen lichthinder of andere straling veroorzaakt.

Best Beschikbare Technieken (BBT)

Er is geen specifieke Vlaamse BBT-studie beschikbaar voor de aangevraagde activiteit.

Bijstellen van milieuvoorwaarden

Er wordt geen bijstelling aangevraagd van de bijzondere milieuvoorwaarden.

Gewenste vergunningstermijn

De omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde duur.

 

 

Bijlagen

         inplantingsplan

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De omgevingsaanvraag (OMV_2021083250), ingediend door Manuel Bruyninckx per beveiligde zending op 8 mei 2021 inzake de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit namelijk de exploitatie van verticale boringen voor de warmtepomp, gelegen te Hammeveld 67 te 3061 Bertem, kadastraal bekend afdeling 3, sectie A, nr. 361M5 wordt voorwaardelijk vergund voor

- Rubriek 55.1.2°: andere verticale boringen dan de boringen, vermeld in rubriek 53, 54 en 55.3: dieper dan het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, of die gelegen zijn binnen een beschermingszone type III, met een diepte van minder dan 500 meter ten opzichte van het maaiveld: 3 geothermische boringen van 77 m diepte elk (klasse 2).

 

Artikel 2:

De plannen en het aanvraagdossier waarop deze beslissing gebaseerd is, maken integraal deel uit van het besluit van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

Hoofdstuk 4.1.

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

Hoofdstuk 4.2 met bijhorende bijlagen

Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater

Hoofdstuk 4.3 met bijhorende bijlagen

Algemene milieuvoorwaarden – bodem- en grondwaterverontreiniging

Hoofdstukken 4.4.

Algemene milieuvoorwaarden - lucht

Hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

Algemene milieuvoorwaarden - geluid

Hoofdstuk 4.6.

Algemene milieuvoorwaarden - licht

Hoofdstuk 4.10 met bijhorende bijlagen

Algemene milieuvoorwaarden – emissies van broeikasgassen

 

Hoofdstuk 5.55

Sectorale milieuvoorwaarden - boringen

 

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden voor milieu:

§2.1

Een diepte van maximum 77 m onder maaiveld per boring blijft gehandhaafd om de diepere watervoerende lagen te beschermen.

§2.2.

Naast de milieu-inspectie (zoals voorgeschreven door Vlarem, zie artikel 5.55.1.3.§3) dient eveneens De Watergroep minstens twee dagen voor de aanvang van de boorwerken verwittigd te worden via een mail op het mailadres milieu@dewatergroep.be, zodat een toezichthouder eventueel aanwezig kan zijn bij de uit te voeren werken.

§2.3.

         Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen en dienen de voorwaarden van het Vlarem strikt gevolgd te worden.

         Na het boren en het inbouwen van de leidingen dienen de boorgaten opgevuld te worden. Ofwel worden er ter hoogte van de afdichtende lagen kleistoppen geplaatst of wordt de ruimte ter hoogte van de scheidende lagen gecementeerd, ofwel wordt het boorgat opgevuld met grout (klei-cementmengsel) zoals reeds vermeld in de aanvraag. In ieder geval dient ook de eerste twee meter van het boorgat met klei of grout te zijn afgedicht om snelle infiltratie van regenwater te vermijden.

         De leidingen die worden ingebouwd, bestaan uit materialen die niet reageren met de ondergrond en het grondwater waarin ze worden ingebracht en die een voldoende levensduur hebben in het geïnstalleerde milieu.

         Er worden minimaal drie druktesten uitgevoerd (één voor de inbouw, één na het opvullen van het boorgat en één na het aankoppelen van de leidingen) om de leidingen op lekken te controleren. Alleen als alle testen het bestaan van lekken uitsluit, kan er aan het water een antivriesmiddel toegevoegd worden.

         Als antivriesmiddel mag enkel monopropyleenglycol of een bietenderivaat gebruikt worden.

§2.4.

Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie worden de nodige voorzorgsmaatregelen genomen teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.

         Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

         Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

         Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN RODEC BVBA VOOR DE FUNCTIEWIJZIGING VAN EEN FEESTZAAL NAAR EEN UITVAARTCENTRUM IN 3060 BERTEM, ORMENDAAL 9, SECTIE B PERCEEL NRS. 38G EN 42B.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 27 april 2021 heeft Jan Coorevits namens RODEC BVBA gevestigd in Ormendaal 9, 3060 Bertem,een aanvraag ingediend voor de functiewijziging van een feestzaal naar een uitvaartcentrum in 3060 Bertem, Ormendaal 9, sectie B, nrs. 38g en 42b.

Deze aanvraag omvat:

º         Stedenbouwkundige handelingen

          functiewijziging van feestzaal naar uitvaartcentrum.

º         de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

          Rubriek 35: Rouwkamers waar regelmatig, langer dan 24 uur, overleden personen worden geplaatst in afwachting van begraving of verassing: 6 overledenen (klasse 2).

         Op 5 mei 2021 werd bijkomend informatie gevraagd die werd ontvangen op 4 juni 2021.

         Op 4 juni 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

         Op 9 juni 2021 werd nog bijkomende informatie gevraagd die werd ontvangen op 21 juni 2021 waarna het openbaar onderzoek werd opgestart en de adviezen werden uitgestuurd.

 

Feiten en context

         Het project omvat zowel stedenbouwkundige handelingen als de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten en deze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanuit de as van de voorliggende weg gelegen in woongebied met landelijk karakter en een achterliggend natuurgebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.

In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Ormendaal.

De Ormendaal is een woonstraat in Korbeek-Dijle die in de omgeving van de grens met Leuven aantakt op de Nijvelsebaan en die een bouwlint vormt dat van noord naar zuid indringt in de Dijlevallei. De omgeving van de percelen wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing en het achterliggende natuurgebied Habitatrichtlijngebied, Vogelrichtlijngebied en VEN-gebied.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de functiewijziging van de bestaande, vergunde feestzaal tot een uitvaartcentrum waar uitvaartplechtigheden en koffietafels kunnen worden gehouden. Bijkomend zal er een inpandige uitbreiding van de rouwkamers plaatsvinden en zal de huidige feestzaal opgesplitst worden. De capaciteit en het te verwachten aantal bezoekers blijft ongewijzigd. De bestaande parkeergelegenheid, zowel voor het goed als op het naastgelegen perceel, wordt in stand gehouden. Er vinden geen structurele aanpassingen aan het gebouw plaats.

         Watertoets

Het voorliggende project (de functiewijziging) heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in collectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         Titel IV en V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM).

         Artikel 3.1.1. §1 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 over de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem 2).

De bepalingen van de delen 3, 4 en 5 van Vlarem 2 zijn van toepassing op de ingedeelde inrichtingen.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Artikel 2 §6 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 over de vaststelling van de categorieën onderworpen aan milieueffectrapportage en latere wijzigingen (MER-besluit). Dit artikel bepaalt de projecten waarvoor een project MER-screeningsnota dient opgesteld te worden.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 12 juli 2021 tot en met 10 augustus 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

         Externe adviezen

Op 28 juli 2021 leverde de Vlaamse Milieumaatschappij een voorwaardelijk gunstig advies af:

"Onder verwijzing naar artikel 1.3.1.1. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, werd onderzocht of er een schadelijk effect op de waterhuishouding uitgaat van de geplande ingreep. Dit advies wordt verleend in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006.

De locatie te Bertem, Afd. 2, Sectie B, nr(s) 38G,42B is gelegen langs en stroomt af naar een zijloop van de Dijle, een onbevaarbare waterloop van eerste categorie die beheerd wordt door de VMM – kern Beheer en Investeringen Waterlopen. Het gebied is volgens de watertoetskaarten grotendeels mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

De aanvraag omvat een beperkte functiewijziging (een uitbreiding met rouwkamers). Dit lijkt enkel interne wijzigingen te vereisen.

Het perceel is deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Vanuit de waterloop verwachten we geen overstromingen. Maar de pluviale overstromingskaarten tonen dat er bij uitzonderlijke neerslagevents beperkte risico’s op wateroverlast op een deel van het perceel voorkomen: plaatselijk tot bijna 30 cm bij terugkeerperiodes van 100 jaar en rekening houdend met klimaatsverandering. Hoewel we de risico’s op wateroverlast ter hoogte van de bebouwing uiterst beperkt achten, is het in dergelijke gebieden steeds raadzaam om als voorzorgsmaatregel aan deuren, poorten, ramen tot op het maaiveld…. een dorpelpeil te voorzien van minimaal 30 cm boven het huidige maaiveldpeil of het aanbrengen van schotten te voorzien. Deze en ander mogelijke maatregelen zijn terug te vinden op www.integraalwaterbeleid.be.

Het terrein mag niet opgehoogd worden.

Het project wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming te brengen met de doelstellingen en beginselen van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid.

We raden wel aan om deuren, poorten, ramen tot op het maaiveld…. te voorzien van een waterkering minimaal 30 cm boven het huidige maaiveldpeil.

 

Argumentatie

 

Stedenbouwkundig

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Functionele inpasbaarheid

Het project is deels in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Het bestaande volume van het pand blijft ongewijzigd. Er vinden enkel en alleen inpandige wijzigingen plaats aan het goed. Gezien de ligging van het goed aan de Ormendaal, aan de rand van het centrum van Korbeek-Dijle, voor de eerste 50 m gelegen is in woongebied met landelijk karakter, is voorliggende aanvraag, de functiewijzing van een feestzaal naar een uitvaartcentrum, functioneel inpasbaar.

De parkeerplaats op het perceel sectie B nr 38g is bereikbaar via een erfdienstbaarheid van doorgang (4 m breed) voor zowel dit perceel als voor de achterliggende percelen. Hoewel dit perceel in het verleden werd gebruikt als parkeerplaats, is deze functie onvergund (de parkeerplaats is aangelegd na de opmaak van het gewestplan en is op de Luchtfoto Vlaanderen, zomer 1979-1990, nog niet aanwezig). De functie parking op dit perceel is alleen maar toegelaten binnen het woongebied met landelijk karakter. Het voorzien van parkeerplaatsen in het natuurgebied is strijdig met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan Leuven.

Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

Mobiliteitsimpact

Er worden geen bijkomende parkeerplaatsen of inritten nabij het openbaar domein gecreëerd op het voorliggende perceel. Echter, doordat perceel sectie B nr 38g deels gelegen is in natuurgebied en niet is vergund als parkeerplaats, kan er niet gesproken worden over 70 parkeerplaatsen, waardoor voorliggende aanvraag dus niet beschikt over een capaciteit van 70 parkeerplaatsen, maar ca. 50 parkeerplaatsen. Een herindeling van de parkeerplekken in het woongebied met landelijk karakter zou tot meer parkeerplaatsen kunnen zorgen. Bijgevolg kan er alsnog voldaan worden aan de parkeerverordening. Er moet voorkomen worden dat de parkeerdruk afgewikkeld wordt op het openbaar domein of in het natuurgebied.

Schaal

Het volume van het bestaande gebouw blijft ongewijzigd. Rekening houdend met het terrein en de aanwezige bebouwing in de omgeving, sluit het gebouw qua schaal aan op de bebouwingsvorm in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Qua ruimtegebruik blijft de footprint van het goed ongewijzigd. De draagkracht naar de omgeving toe wordt niet overschreden wat de functiewijziging betreft. De aanvraag tot functiewijziging is in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving en in overeenstemming met de voorschriften.

De aanleg van de parkeerplaats met verharding (dolomiet) na de opmaak van het gewestplan is qua ruimtegebruik niet in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan van Leuven dat stelt dat natuurgebied ressorteert voor groengebieden, die bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. Een parkeerplaats met verharding valt niet onder bovengenoemde definitie, waardoor de draagkracht naar omgeving toe al in het verleden ongewenst overschreden is in het natuurgebied.

Visueel vormelijke elementen

Visueel vormelijk zal het gebouw niet worden gewijzigd. Het bestaande goed is visueel-vormelijk aanvaardbaar.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Het bodemreliëf

In het voorliggend project worden geen terreinaanlegwerken voorzien. Reliëfwijzigingen zijn dan ook uitgesloten.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruikersgenot en veiligheid in het algemeen

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen. Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.

Daarnaast kan veel verharding verschillende vervelende gevolgen hebben, zoals het veroorzaken van wateroverlast bij hevige regenval, schade bij droogte en het veroorzaken van hittestress. Het voorkomen van wateroverlast, schade en hittestress is een gedeelde taak van iedere burger.

Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.

 

Conclusie

De voorgestelde functiewijziging is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord mits het opleggen van de voorwaarde dat de parkeerplaatsen moeten worden aangelegd in het woongebied met landelijk karakter.

 

Milieu-impact van de gevraagde inrichting/activiteiten

Rubriek 35: Rouwkamers waar regelmatig, langer dan 24 uur, overleden personen worden geplaatst in afwachting van begraving of verassing: 6 overledenen (klasse 2).

Project-MER-screening

Volgens het MER-besluit valt de hoofdactiviteit van de omgevingsvergunningsaanvraag niet onder de vernoemde projecten van de bijhorende bijlagen zodat kan geconcludeerd worden dat de activiteiten van de omgevingsvergunningsaanvraag geen (bijkomende) nadelige hinder/schade leveren aan mens en milieu.

Natuur

Gezien de ligging van de inrichting t.o.v. waardevolle natuur, de aard en de beperkte omvang van de inrichtingen/activiteiten, voorwerp van deze aanvraag, hebben deze normaal geen betekenisvolle invloed op de nabije natuur.

Uit het gegenereerd rapport van de voortoets uitgevoerd door de adviesverlener blijkt dat er geen betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats verwacht wordt, waardoor een passende beoordeling niet nodig is .

Een bijkomend advies van ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en een bijkomende passende beoordeling (klein onderzoek inzake effecten op natuur) is dan ook niet nodig.

Hemelwater

Er is geen gescheiden afvoerstelsel voor hemel- en afvalwater.

Er is geen risico op vervuiling van het hemelwater.

Omwille van de infrastructuur van de inrichting volgt het hemelwater van het terrein niet zijn natuurlijke afwatering. Het hemelwater gaat integraal naar de baangracht.

Er is geen opvang van hemelwater of actieve buffer- en/of infiltratiecapaciteit aanwezig.

Vermits er geen toename van deze verharde oppervlakken komt en omwille van de ligging is er een beperkt risico dat de aanvraag zal leiden tot toename van het risico op wateroverlast in de nabije omgeving.

Watertoets

Vermits na uitvoering van de online toepassing van de watertoets (http://www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument) blijkt dat in het kader van deze vergunningsaanvraag geen adviesvraagplicht nodig is, kan al onmiddellijk geoordeeld worden dat de gevolgen van het verlenen van een omgevingsvergunning voor het oppervlakte- en grondwaterbeheer beperkt blijven tot een aanvaardbaar minimum en dat het verlenen van de omgevingsvergunning dus in overeenstemming is met de bepalingen en principes van het decreet integraal waterbeheer.

Omdat de inrichting deels in overstromingsgevoelig gebied ligt, heeft de gemeente wel advies gevraagd aan VMM, team watertoets. Zij adviseren eveneens gunstig. Wel raden ze aan om deuren, poorten, ramen tot op het maaiveld… te voorzien van een waterkering minimaal 30 cm boven het huidige maaiveldpeil.

Afvalwater

De lozing van huishoudelijk afvalwater is kleiner dan 600 m³. Dergelijke lozingen zijn niet ingedeeld.

Omdat het bedrijf gelegen is in collectief te optimaliseren buitengebied, wordt het huishoudelijk afvalwater via een septische put geloosd in de baangracht.

Er is geen lozing van bedrijfsafvalwater en dus geen milieu-impact.

Afval

Er wordt geen afval van derden opgeslagen.

Alle geproduceerde afvalstoffen dienen op een voldoende milieuveilige wijze te worden opgeslagen en deze opslag dient voldoende beperkt te blijven door regelmatige afvoer via erkende verwerkers overeenkomstig de bepalingen van het materialendecreet en van Vlarem II.

De vereiste documenten namelijk het afvalstoffenregister en de contracten/facturen met erkende ophalers/verwerkers dienen bijgehouden te worden.

Er zijn wel bijzondere voorwaarden noodzakelijk met betrekking tot de opslag en verwijdering van afvalstoffen en tot het bijhouden van de vereiste documenten.

Emissies

Er is geen opslag en/of overslag van droge bulkgoederen waardoor de wettelijke beheermaatregelen voor niet-geleide stofemissie niet van toepassing zijn.

De aangevraagde inrichting/activiteit veroorzaakt emissies maar de mogelijke hinder wordt beperkt door de voorziene voorzorgsmaatregelen (2-jaarlijks onderhoud van de hoogrendementsketel en periodieke keuring van de koelkamer).

Geluid en trillingen

Gezien de ligging van de exploitatie, namelijk in de rustige Ormendaal met lintbebouwing, is er geen specifiek risico op lawaaihinder voor derden;

Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit beperkt lawaai veroorzaken, zal de aanvraag normaliter niet leiden tot hinder wat dit aspect betreft.

Bodem

Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit niet onder een Vlarebo-categorie valt, dient er geen oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd te worden.

Omdat de gebruikte gevaarlijke stoffen in kleinverpakking kunnen gelijkgesteld worden als deze voor huishoudelijk gebruik, is het risico op bodem- en grondwaterverontreiniging eerder beperkt.

Energie

Het energieverbruik is relatief beperkt waardoor de inrichting niet onderworpen is aan de specifieke bepalingen inzake energiebeheer.

Er zijn energiebesparende maatregelen genomen, zoals het plaatsen van Led-verlichting en het plaatsen van een hoogrendementsgasketel, overeenkomstig de milieuvoorwaarden.

Mobiliteit

Het bedrijf is gelegen langs een rustige verkeersweg namelijk Ormendaal.

Tijdelijk zullen de vervoersbewegingen van de bezoekers aanzienlijk bijdragen tot het totale dagelijkse vervoer op deze weg maar dit gebeurt enkel overdag en in de avond bij het groeten. Tevens kunnende voertuigen worden gestationeerd op de parkings horende bij de inrichting.

Veiligheid

Gezien de opslag van gevaarlijke producten in kleinverpakking zijn er veiligheidsrisico’s. Er zijn echter voldoende risicobeperkende maatregelen voorzien.

Gezondheid

De exploitatie van het uitvaartcentrum heeft geen negatieve effecten op de gezondheid.

Stralingen

Er zijn aan de dakrand van het gebouw lichtstralers geplaatst.

Best Beschikbare Technieken (BBT)

Er is geen specifieke Vlaamse BBT-studie beschikbaar voor de aangevraagde activiteit.

Bijstellen van milieuvoorwaarden

Er wordt geen bijstelling aangevraagd van de bijzondere milieuvoorwaarden.

Gewenste vergunningstermijn

De omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde duur.

 

Conclusie

Op basis van bovenvermelde motivatie kan de vergunningsaanvraag als gunstig worden geadviseerd.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om een vergunning af te leveren onder volgende voorwaarden:

         Stedenbouwkundig luik:

º         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

º         De voorwaarden opgelegd in het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij van 28 juli 2021 moeten strikt worden nageleefd.

º         De parkeerplaatsen mogen alleen in het woongebied met landelijk karakter gelegen zijn.

         Milieu luik:

º         1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

hoofdstuk 4.1 Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.2 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater

hoofdstuk 4.3 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden – bodem- en grondwaterverontreiniging

hoofdstukken 4.4 - algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 - algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstuk 4.6 - algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.7 - algemene milieuvoorwaarden – beheersing van asbest

hoofdstuk 4.9 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden – energieplanning en energieaudits

hoofdstuk 4.10 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden – emissies van broeikasgassen

hoofdstuk 5.35n - sectorale milieuvoorwaarden – rouwkamers

º         De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

º         2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

          Afval Art. 1

Alle geproduceerde afvalstoffen dienen op een voldoende milieuveilige wijze te worden opgeslagen en deze opslag dient voldoende beperkt te blijven door regelmatige afvoer via erkende verwerkers overeenkomstig de bepalingen van het materialendecreet en van Vlarem II.

          Art. 2

Bijhouden van een afvalstoffenregister, waarbij de contracten van de erkende verwerkers/ophalers en de facturen/afweegbonnen/leveringsbonnen… worden bijgehouden op de bedrijfssite zelf. Het afvalstoffenregister kan te allen tijde worden voorgelegd aan de toezichthoudende overheid.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan RODEC BVBA voor de functiewijziging van een feestzaal naar een uitvaartcentrum in 3060 Bertem, Ormendaal 9, sectie B, nrs. 38g en 42b onder volgende voorwaarden:

         Stedenbouwkundig luik:

º         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

º         De voorwaarden opgelegd in het advies van Vlaamse Milieumaatschappij van 28 juli 2021 moeten strikt worden nageleefd.

º         De parkeerplaatsen mogen alleen in het woongebied met landelijk karakter gelegen zijn.

         Milieu luik:

º         1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

hoofdstuk 4.1 Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.2 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater

hoofdstuk 4.3 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden – bodem- en grondwaterverontreiniging

hoofdstukken 4.4 - algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 - algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstuk 4.6 - algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.7 - algemene milieuvoorwaarden – beheersing van asbest

hoofdstuk 4.9 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden – energieplanning en energieaudits

hoofdstuk 4.10 met bijhorende bijlagen - algemene milieuvoorwaarden – emissies van broeikasgassen

hoofdstuk 5.35n - sectorale milieuvoorwaarden – rouwkamers

º         De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/

º         2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

          Afval Art. 1

Alle geproduceerde afvalstoffen dienen op een voldoende milieuveilige wijze te worden opgeslagen en deze opslag dient voldoende beperkt te blijven door regelmatige afvoer via erkende verwerkers overeenkomstig de bepalingen van het materialendecreet en van Vlarem II.

          Art. 2

Bijhouden van een afvalstoffenregister, waarbij de contracten van de erkende verwerkers/ophalers en de facturen/afweegbonnen/leveringsbonnen… worden bijgehouden op de bedrijfssite zelf. Het afvalstoffenregister kan te allen tijde worden voorgelegd aan de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

OMGEVINGSAANVRAAG VERKAVELEN VAN GRONDEN. VERGUNNING OMGEVINGSAANVRAAG VAN VP CONSTRUCT VOOR HET SLOPEN VAN GEBOUWEN EN HET VERKAVELEN VAN GRONDEN VAN PERCELEN GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 265A EN 267, SECTIE D, NRS. 161F, 161G EN 162H.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

  • Op 14 juni 2021 heeft VP Construct, Ellestraat 21 C te 3020 Herent, een omgevingsaanvraag ingediend voor het slopen van gebouwen en het verkavelen van gronden van percelen gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 265a en 267, sectie D, nrs. 161f, 161g en 162h.
  • Op 13 juli 2021 werd de aanvraag volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
  • Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
  • Het project is volgens het gewestplan Leuven gelegen in het woongebied met landelijk karakter.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
    Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
    De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
  • De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat nabij het gehucht Sint-Verona. Dit gehucht ligt tussen de centra van Bertem en Leefdaal en is ontstaan rondom de kapel Sint-Verona, de Dorpstraat en de Voer. De omgeving van het bouwperceel wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk eengezinswoningen in zowel open, halfopen als gesloten verband.

Het perceel zelf ligt vooraan op hetzelfde niveau als de Dorpstraat en aan de overzijde is de Voer gelegen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         De omgevingsvergunningsaanvraag heeft betrekking op het slopen van bestaande gebouwen en het verkavelen van percelen in 2 loten voor halfopen bebouwing. Lot 1 heeft een oppervlakte van 5,99 are en lot 2 heeft een oppervlakte van 5,72 are. De bestemming van beide kavels is wonen. Complementaire functies aan wonen zijn toegelaten tot een maximale vloeroppervlakte van 100 m2.

De bovenzijde van de kroonlijst bedraagt max. 6,50 m ten opzichte van het afgewerkt vloerpeil van de woningen. Het worden twee aaneengesloten woningen, waarbij de kroonlijsthoogte en dakhelling gelijk zijn. De eerste bouwaanvraag is bepalend voor de kroonlijsthoogte en de dakhelling van de tweede bouwaanvraag. De dakhelling bij een zadeldak ligt tussen de 20 en 45 graden. De nokhoogte bedraagt maximaal 12 m.

         Watertoets

Op 5 augustus 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen ontvangen.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

º         Het splitsen van de percelen in 2 loten voor eengezinswoningen in halfopen bebouwing;

º         De afbraak van de bestaande constructies: woning, veranda en schuur.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop. Het betreft een smalle strook aan de straatkant.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, heeft het voorwerp van de aanvraag geen relevant effect op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

  • Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

  • De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

  • Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde werken geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009

Dit uitvoeringsbesluit regelt de adviesverlenende instanties.

  • Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009

artikel 1.1.4.

  • De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

artikel 4.2.15.

§ 1. Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden een stuk grond verkavelen voor woningbouw of voor het opstellen van vaste of verplaatsbare constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan worden aangevraagd en verleend voor het verkavelen voor de aanleg en het bebouwen van terreinen voor andere functies.

§ 2. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden omvat reglementaire voorschriften aangaande de wijze waarop de verkaveling ingericht wordt en de kavels bebouwd kunnen worden.

§ 3. De verkavelaar zorgt ervoor dat de in de verkaveling opgenomen loten kunnen aansluiten op alle voorzieningen van openbaar nut die vereist worden door het vergunningverlenende bestuursorgaan. In voorkomend geval bepaalt de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op welke wijze in de nodige infrastructuur voor de nutsvoorzieningen wordt voorzien.

Artikel 4.2.16.

§ 1. Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte door de instrumenterende ambtenaar is verleden.

§ 2. De verkavelingsakte wordt eerst verleden na overlegging van een attest van het college van burgemeester en schepenen, waaruit blijkt dat, voor de volledige verkaveling of voor de betrokken verkavelingsfase, het geheel van de lasten uitgevoerd is of gewaarborgd is door :

1° de storting van een afdoende financiële waarborg;

2° een door een bankinstelling op onherroepelijke wijze verleende afdoende financiële waarborg.

Het attest, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

artikel 4.2.17.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt als omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken, zoals in het bijzonder:

1° de aanleg van nieuwe verkeerswegen, of de tracéwijziging, verbreding of opheffing daarvan;

2° de wijziging van het reliëf van de bodem;

3° de ontbossing, met behoud van de toepassing van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990;

4° het afbreken van constructies.

Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geldt tevens als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie, vermeld in artikel 9bis, § 7, en artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wat betreft alle handelingen die zijn opgenomen in de vergunning en die de verkaveling bouwrijp maken.

Het eerste en het tweede lid gelden als de vergunningsaanvraag voor het verkavelen van gronden voldoet aan de vereisten inzake ontvankelijkheid en volledigheid die gelden voor de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen of voor het wijzigen van de vegetatie

artikel 4.2.18.

De bepalingen van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden worden niet opgeheven door de inwerkingtreding van een stedenbouwkundig voorschrift waarmee ze onverenigbaar zijn, met behoud van de toepassing van artikel 84 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

  • De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 6

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

Artikel 13

bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

Artikel 86

§ 1.

De eigenaar van een kavel die begrepen is in een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, kan gemotiveerd om een bijstelling van deze omgevingsvergunning verzoeken voor het deel dat hij in eigendom heeft.

De aanvraag doorloopt dezelfde procedure als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, met dien verstande dat de vergunningsaanvraag of de aanvraag gelezen moet worden als de aanvraag of het verzoek tot bijstelling en de aanvrager als aanvrager of verzoeker van de bijstelling.

  • De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
  • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

  • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

  • Openbaar onderzoek
    De aanvraag werd van 23 juli 2021 tot en met 21 augustus 2021 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

         Externe adviezen
1. Op 22 juli 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius ontvangen.

º         Gasnet en ondergronds elektriciteitsnet aanwezig in de straat langs de kant van de loten.

º         Openbare verlichting aanwezig aan de overkant van de straat.

Bij een eventuele wijziging of herverkaveling, moet u een nieuwe aanvraag indienen.

De aansluitingskosten van de individuele woningen of panden zijn niet inbegrepen in deze aarden, zij worden later met de respectievelijke eigenaars afgerekend. Bijkomende kosten die moeten worden gemaakt naar aanleiding van het verplaatsen van bestaande leidingen of installaties, kunnen afzonderlijk worden aangerekend na de vaststelling van de noodzaak tot verplaatsing.

Riolering:

Voor de activiteit riolering, kunnen deze loten/woningen aangesloten worden op de riolering in de aanpalende straat.

De toekomstige eigenaars van de respectievelijke loten/woningen dienen voor hun rioolaansluiting een aanvraag in te dienen bij Fluvius, telefonisch via 078 35 35 34 of online via www.fluvius.be/aansluitingen. Wij raden de klanten ten zeerste aan om zo vroeg mogelijk een aansluitingsaanvraag riolering in te dienen bij Fluvius vooraleer de grondwerken op privé aan te vatten. De mogelijke diepte van aansluiting is pas gekend na plaatsing van de huisaansluitputjes door Fluvius. De klant dient de privé-riolering op deze diepte af te stemmen.

De eigenaars dienen een vergoeding voor de 1ste ingebruikname te betalen.

Indien de huisaansluitputjes reeds voorafgaandelijk geplaatst werden op het perceel, ontslaat dit de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius. De klant mag, na het doorlopen van de aanvraagprocedure, dan zelf aansluiten op de huisaansluitputjes. Fluvius zal dan niet meer ter plaatse komen, om de verbinding van de aansluitputjes naar de privé-riolering te maken.

Indien de huisaansluitputjes nog niet geplaatst zouden zijn op het perceel en de privé-riolering werd wel reeds uitgevoerd tot op de grens openbaar/privé, zal Fluvius op het moment van de plaatsing van de huisaansluitputjes (na aanvraag procedure), deze putjes met de privé-riolering (indien technisch mogelijk) verbinden.

De klant dient zelf in te staan voor het plaatsen van de privé-riolering voor zijn nieuwe woning en is verplicht deze uit te voeren volgens de wettelijke bepalingen ter zake. Voor meer info kan u terecht op www.fluvius.be/aansluitingen.

Indien de privé-riolering niet correct en volledig volgens deze wettelijke bepalingen werd uitgevoerd, zelfs indien dit niet expliciet door de omgevingsvergunning opgelegd is, behoudt Fluvius het recht om de woning niet aan te sluiten op het rioleringsnet. Dit gescheiden stelsel op privaat terrein dient doorgetrokken te worden met afzonderlijke leidingen vuilwater en indien van toepassing regenwater tot aan de huisaansluitputjes.

Fluvius voorziet per aansluiting 1 vuilwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 125 mm en indien van toepassing 1 regenwaterhuisaansluitputje met aansluitdiameter 160mm op privé-grond (net achter de rooilijn) en zal instaan voor de aansluiting van deze privé-riolering op het rioleringsnet op openbaar domein.

Door de invoering van het Algemeen Waterverkoopreglement is de keuring van privé-riolering verplicht vanaf 1 juli 2011. De lijst van Fluvius erkende keurders kan u vinden op: www.fluvius.be/nl/thema/aansluitingen/keuring-riolering.

 

2. Op 3 augustus 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van De Watergroep ontvangen.

Advies Aftakkingen en Aansluitingen

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.

De kosten van de uitbraak van de aftakking zijn ten laste van de aanvrager.

Advies Ontwerpbureau

Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden

Voor de uitrusting van de verkaveling met een drinkwaterleiding op het openbaar domein moet door de initiatiefnemer onderstaande betaald worden:

º         een forfaitaire kost per bijkomend aan te sluiten kavel

º         een kost voor ontwerp en veiligheidscoördinatie per project

Voor de afbraak van het bestaande gebouw dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Bijkomende informatie kan u vinden op: www.dewatergroep.be

Advies Waterbronnen en Milieu

Volledig gunstig advies met voorwaarden

Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel waarop het project wordt uitgevoerd is gelegen binnen de beschermingszone II van een drinkwaterwinning. Beschermingszone II is de zone rondom de waterwinning waarbinnen het grondwater de waterwinning kan bereiken binnen de 60 dagen en waar extra beschermingsmaatregelen gelden om voornamelijk bacteriologische contaminatie te vermijden.

º         Volgens de hemelwaterverordening (art. 10 §2) zijn infiltratievoorzieningen niet toegestaan binnen beschermingszone I en II. Infiltratie van verzameld hemelwater via een ondergrondse put is niet toegelaten zo dicht bij een drinkwaterwinning, gezien het risico voor de grondwaterkwaliteit. De overloop van de regenwaterput dient daarom eventueel mits extra buffering rechtstreeks aan de RWA-leiding gekoppeld te worden zonder infiltratie.

Aangezien dit project verenigbaar is met de bescherming van de drinkwaterbronnen geeft De Watergroep een gunstig advies.

Ook dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         Binnen de beschermingszone II zijn boringen, graafwerken, ontgrondingen en bemalingen dieper dan 2.5 m onder het maaiveld niet toegestaan.

º         Bij het eventueel aanvoeren van grond moet dit gaan om zuivere niet gecontamineerde grond en dient dit bewezen te worden met een attest (grond voor vrij gebruik volgens het Vlarebo).

º         Het gebruik van pesticiden of herbiciden is strikt verboden binnen deze zone.

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be zodat maatregelen ter bescherming van het drinkwater kunnen genomen worden.

 

3. Op 4 augustus 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van Proximus ontvangen.

Met aandacht hebben wij uw adviesvraag onderzocht. Proximus voorziet geen uitbreidingen voor de aansluiting van dit project. Aanvragen tot aansluiting op het Proximus netwerk kunnen door de aanvrager gericht worden naar onze klantendienst via het nummer 0800 22 800. In functie van de beschikbare capaciteit van onze infrastructuur op dat moment, bekijken we de mogelijkheden om een aansluiting te voorzien.

 

4. Op 5 augustus 2021 werd een voorwaardelijk gunstig advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen ontvangen (zie watertoets).

 

5. Op 9 augustus 2021 werd het voorwaardelijk gunstig advies van Telenet ontvangen.

Wij zijn nagegaan welke aanpassing van de infrastructuur van Telenet nodig is om de loten uit deze verkavelings- of bouwaanvraag te kunnen aansluiten.

Hieruit blijkt dat de nodige infrastructuur al aanwezig is en dat er geen uitbreiding van het Telenet netwerk dient te gebeuren. Er wordt van ons geen verdere voorwaarde opgelegd.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

Aanvragen tot het verplaatsen van apparatuur zullen aan de aanvrager aangerekend worden.

 

         Interne adviezen

Op 20 juli 2021 heeft de dienst burgerzaken de volgende huisnummers toegekend:

º         lot 1 krijgt als adres Dorpstraat 265A, 3061 Leefdaal

º         lot 2 krijgt als adres Dorpstraat 267, 3061 Leefdaal

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Functionele inpasbaarheid

Het ingediende project stemt overeen met de planologische voorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het realiseren van twee bouwloten voor het oprichten van twee half-open bebouwingen is functioneel inpasbaar in de omgeving met hoofdzakelijk residentiële gebouwen.

Mobiliteitsimpact

De gevraagde verkaveling heeft door zijn beperkte omvang alleen impact op de onmiddellijke omgeving. De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening 'aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg', goedgekeurd door de gemeenteraad op 23 oktober 2016, is van toepassing op de omgevingsaanvragen voor het bouwen van de woningen. Het aantal fietsenstallingen is afhankelijk van het aantal slaapkamers dat voorzien zal worden in de woningen.

Schaal

Voor het gelijkvloers wordt een bouwdiepte van 15,00 m voorzien en voor de verdieping wordt een bouwdiepte van 12,00 m voorzien. Een dergelijke bouwdiepte is gebruikelijk. De toekomstige woningen krijgen een voorgevelbreedte van 8,00 m en houden minimaal 3 m afstand t.o.v. de aanpalende percelen.

De nieuwe woningen dienen opgetrokken te worden volgens de verkavelingsvoorschriften, zodat ze de schaal van de omliggende woningen in de omgeving niet overstijgen en aansluiten bij de bestaande bebouwing.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De oppervlaktes van de nieuwe loten bedragen respectievelijk 5,99 are en 5,72 are.

De draagkracht van het perceel wordt niet overschreden en de voorziene tuinzone is voldoende om het open en groene karakter te vrijwaren.

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe woningen zullen passen in het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Er worden beperkte reliëfwijzigingen voorzien ten behoeve van de inpassing van de woningen op het terrein. Bijgevolg worden er geen andere reliëfwijzigingen toegestaan.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Mits naleving van de opgelegde voorwaarden wordt de hinder in de omgeving beperkt tot het minimum.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De volledige uitrusting van de verkaveling is ten laste van de verkavelaar.

         De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.

         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

         De voorwaarden in het advies van Fluvius ontvangen op 22 juli 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van De Watergroep ontvangen op 3 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen ontvangen op 5 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         Aan bovenvernoemde voorwaarden moet voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte voldaan worden. Het college maakt voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte door de notaris een attest op waaruit blijkt dat de verkavelaar aan alle in de verkaveling opgelegde lasten heeft voldaan (artikel 4.2.16 Vlaamse codex ruimtelijke ordening).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan VP Construct voor het slopen van gebouwen en het verkavelen van gronden van percelen gelegen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 265a en 267, sectie D, nrs. 161f, 161g en 162h onder volgende voorwaarden:

         De volledige uitrusting van de verkaveling is ten laste van de verkavelaar.

         De verkrijger van de huidige vergunning moet alle nodige maatregelen treffen om de riolering te beschermen en niet te beschadigen. Bij eventuele calamiteiten moet onmiddellijk de gemeente op de hoogte gebracht worden.

         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

         De voorwaarden in het advies van Fluvius ontvangen op 22 juli 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van De Watergroep ontvangen op 3 augustus 2021 moeten strikt worden nageleefd.

         De voorwaarden in het advies van de Provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen ontvangen op 5 augustus 2021, moeten strikt worden nageleefd.

         Aan bovenvernoemde voorwaarden moet voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte voldaan worden. Het college maakt voorafgaand aan de opmaak van de verkavelingsakte door de notaris een attest op waaruit blijkt dat de verkavelaar aan alle in de verkaveling opgelegde lasten heeft voldaan (artikel 4.2.16 Vlaamse codex ruimtelijke ordening).

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

SUBSIDIE HEMELWATER. GOEDKEURING SUBSIDIEAANVRAAG VAN GRIETJE MICHOTTE VOOR DE PLAATSING VAN EEN REGENWATERPUT BIJ DE WONING GELEGEN IN 3061 LEEFDAAL, NEERIJSE STEENWEG 27A.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 26 april 2021 heeft Grietje Michotte een aanvraag ingediend voor subsidies voor een hemelwaterput voor de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Neerijse steenweg 27a.

 

Juridische gronden

  • Artikel 135, §2 van de nieuwe gemeentewet
    De gemeenten hebben tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
  • Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid
    Het decreet Integraal Waterbeleid vormt het juridisch kader voor het integraal waterbeleid in Vlaanderen. Het bepaalt o.m. dat het beheer van hemelwater en oppervlaktewater zo georganiseerd moet worden dat het hemelwater zoveel mogelijk verdampt of nuttig wordt aangewend of geïnfiltreerd, en dat het overtollig hemelwater en effluentwater gescheiden van het afvalwater en bij voorkeur op een vertraagde wijze via het oppervlaktewaternet wordt afgevoerd.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater
  • Gemeentelijk subsidiereglement van 18 december 2008 voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen, bedrijven en lokalen van verenigingen.

 

Argumentatie

Er werden geen omgevingsvergunningen afgeleverd na 1 april 2007.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

649905 0350-00

€ 1500

€ 0

€ 500

Het krediet wordt aangezuiverd bij de volgende aanpassing van het meerjarenplan

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college kent een subsidie toe van 500 euro voor het plaatsen van een hemelwaterput door Grietje Michotte voor de woning gelegen in 3061 Leefdaal, Neerijse steenweg 27a.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG TELENET AANLEG VAN TELECOMLEIDING NOLLEKENSSTRAAT 2, LEEFDAAL.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Telenet van 13 april 2021: vergunningsaanvraag 25047534 voor het plaatsen van een ondergrondse kabel te Nollekensstraat 2, 3061 Leefdaal.

 

Feiten en context

         Langs de Nollekensstraat 2 te Leefdaal wenst Telenet over te gaan tot het aanleggen van een ondergrondse kabel met een lengte van 183m. De duur van de werken is niet vermeld.

 

Juridische gronden

  • Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven
    Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
  • Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen
    Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

         25047534_Uitvoeringsplan

         25047534_AG

         Vergunningsaanvraag_Dossiernr 25047534 - 3061 Leefdaal - Nollekensstraat 2

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Telenet - Netaanleg, Private Verkavelingen, Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, om de werken overeenkomstig het bijgevoegde plan en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

         De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie). De eigendommen moeten binnen de 48 uur opnieuw toegankelijk zijn.

  • De eigenaars dienen 2 werkdagen vooraf verwittigd te worden van de geplande werken. De gemeente moet 4 werkdagen vooraf een kopie krijgen van de brief van de aannemer.
  • Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
  • Een voorafgaandelijke en tegensprekelijke plaatsbeschrijving is nodig. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de technische dienst van de gemeente.
  • Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
  • Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.
  • De aannemer moet ervoor zorgen dat de ophaling van het huisvuil normaal kan verlopen.
  • De kruising van wegen zal zoveel mogelijk door middel van doorboringen gebeuren.
  • Ingeval bij de uitvoering blijkt dat deze werken niet kunnen uitgevoerd worden in het voetpad zoals voorzien, moet men opnieuw contact opnemen met de gemeente alvorens de rijweg op te breken.
  • De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.
  • Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
  • De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG TELENET VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ONDERGRONDSE KABEL TE 3061 LEEFDAAL, HAANSELBERG 9.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Telenet van 20 juli 2021: vergunningsaanvraag 25068342 voor het plaatsen van een ondergrondse kabel te 3061 Leefdaal, Haanselberg 9 met GIPOD-ID 11552879.

 

Feiten en context

         Ter hoogte van Haanselberg 9 wenst Telenet over te gaan tot het plaatsen van een ondergrondse kabel.

         De lengte van de werken bedraagt 30 meter.

         Een GIPOD aanvraag werd gedaan onder nummer ID 11552879.

 

Juridische gronden

  • Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
    Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
  • Artikel 57, §3, 1° van het gemeentedecreet.
    Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.
  • Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
    Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

         Vergunningsaanvraag_Dossiernr 25068342 - 3061 Leefdaal - Haanselberg 9

         25068342_Uitvoeringsplan

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Netaanleg Private Verkavelingen, Liersesteenweg 4, 2800 Mechelen, om de werken overeenkomstig het bijgevoegde plan en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

         De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie). De eigendommen moeten binnen de 48 uur opnieuw toegankelijk zijn.

  • De eigenaars dienen 2 werkdagen vooraf verwittigd te worden van de geplande werken. De gemeente moet 4 werkdagen vooraf een kopie krijgen van de brief van de aannemer.
  • Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
  • Een voorafgaandelijke en tegensprekelijke plaatsbeschrijving is nodig. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de technische dienst van de gemeente.
  • Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
  • Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.
  • De aannemer moet ervoor zorgen dat de ophaling van het huisvuil normaal kan verlopen.
  • De kruising van wegen zal zoveel mogelijk door middel van doorboringen gebeuren.
  • Ingeval bij de uitvoering blijkt dat deze werken niet kunnen uitgevoerd worden in het voetpad zoals voorzien, moet men opnieuw contact opnemen met de gemeente alvorens de rijweg op te breken.
  • De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.
  • Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
  • De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Overzicht punten

Zitting van 30 augustus 2021

 

NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG PROXIMUS VOOR DE AANLEG VAN TELECOMMUNICATIE-INFRASTRUCTUUR IN HET BLOK TE BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Proximus van 10 mei 2021: vergunningsaanvraag JMS 497711 voor het aanleggen van Proximus-infrastructuur aan Het Blok te Bertem.

 

Feiten en context

         Aan Het Blok te Bertem wenst Proximus over te gaan tot het uitvoeren van telecommunicatie-uitrustingswerken, met name het leggen van een kabel volgens plan met nummer 16VELO/497711 over een afstand van 20 m.

 

Juridische gronden

  • Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
    Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
  • Artikel 57, §3, 1° van het gemeentedecreet.
    Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.
  • Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
    Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.

 

Argumentatie

Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.

Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.

 

Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.

 

 

Bijlagen

         497711_TRE_KPLAN+1

         497711_REQ_Aanvraag vergunning Bertem

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Proximus, Herkenrodesingel 6B, 3500 Hasselt, om de werken overeenkomstig het bijgevoegde plan en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:

         De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie). De eigendommen moeten binnen de 48 uur opnieuw toegankelijk zijn.

  • De eigenaars dienen 2 werkdagen vooraf verwittigd te worden van de geplande werken. De gemeente moet 4 werkdagen vooraf een kopie krijgen van de brief van de aannemer.
  • Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
  • Een voorafgaandelijke en tegensprekelijke plaatsbeschrijving is nodig. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de technische dienst van de gemeente.
  • Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
  • Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
  • Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.
  • De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.
  • Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
  • De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/09/2021
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.