BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 16 maart 2020

Van 10 uur tot 18 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 9 maart 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van  9 maart 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

EVALUATIE DECRETALE GRADEN. GUNNING EVALUATIE DECRETALE GRADEN VIA RAAMAKKOORD POOLSTOK.

 

Voorgeschiedenis

         Met het gemeenteraadsbesluit van 24 september 2019 sloot gemeente Bertem zich aan bij het raamakkoord van Poolstok. Poolstok, het vroegere Jobpunt Vlaanderen, biedt ondersteuning bij het personeels- en organisatiebeleid van Vlaamse openbare besturen.

 

Feiten en context

         De vorige evaluatie dateert van voorjaar 2016. De 2-jaarlijkse evaluatietermijn is dus ruimschoots bereikt.

         Lokaal bestuur Bertem wenst over te gaan tot de evaluatie van de 2 decretale graden.

         Volgens artikel 82 van de rechtspositieregeling worden de decretale graden geëvalueerd door externe deskundigen.

         Binnen het raamakkoord met Poolstok zijn er aanbieders die dergelijke diensten aanbieden.

 

Juridische gronden

         Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

         Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht-

         Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

         Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 47, §1, alinea 2 en artikel 47 § 2
Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.

         Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

 

Adviezen

         De financieel beheerder verleent (momenteel) geen visum

 

Argumentatie

De dienst HRM ontving offertes van Search & Selection en Key Consult. Beide bedrijven voldoen aan de verwachtingen voor de organisatie van de evaluatie van de decretale graden

zijnde:

         ruime ervaring in het domein

         een voorgesteld procesverloop binnen een 360° bevraging

         de mogelijkheid om online bevragingen en diepteinterviews te combineren

         een optioneel coachingaanbod.

 

De kwaliteit van Search &Selection en Key Consult wordt evenwaardig ingeschat. Dit maakt dat de keuze hoofdzakelijk vanuit prijsoverwegingen wordt gemaakt.

Het bestuur kiest uitdrukkelijk voor een ruime bevraging onder het personeel. Dit zal voor een groot stuk online gebeuren. Hier zit een substantieel prijsverschil tussen beide organisaties (75 euro per extra persoon).

 

Vanuit die overweging wordt met Key Consult in zee gegaan voor de evaluatie van de decretale graden.

 

Financiële gevolgen

Budget te voorzien bij budgetherziening van april.

 

 

Bijlagen

         SWV Evaluatie AD Bertem

         SWV Evaluatie FD Bertem

         Voorstel_evaluatie_decretale_graden_gemeente_Bertem_1_20

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de evaluatie van de decretale graden te gunnen aan Key Consult, Vitsdam 4, 2880 Bornem en dit binnen het raamakkoord van Poolstok.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

AANSPRAKELIJKHEID. INGEBREKESTELLING EN OPZEGGING ONDERHOUDSCONTRACTEN B0288 EN B0216/A VAN COFELY SERVICES.

 

Voorgeschiedenis

  • Aanmaning per e-mail van 11 januari 2017 over de nalatigheden wat betreft het onderhoud van de stookplaatsen.
  • Aanmaning per e-mail van 21 november 2018 over de nalatigheden wat betreft het onderhoud van de stookplaatsen.

 

Feiten en context

  • Op 28 februari 2020 en 10 maart 2020 stelt de dienst facilitair beheer vast dat het onderhoud van de stookplaatsen door uitbater Cofely Services niet gebeurt conform de bepalingen vastgelegd in de contracten B0288 en B0216/A en hun bijlages.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 4° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de uitvoering van overheidsopdrachten.

  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

 

Argumentatie

Tijdens de laatste controleonderzoeken in de verschillende stookplaatsen is vastgesteld dat het onderhoud van de installaties niet gebeurt zoals vastgelegd in de overeengekomen contracten en hun bijlages. Mede doordat de gemeente Bertem de dienstverlener, Cofely Services, de laatste 4 jaar meermaals heeft moeten wijzen op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de stookinstallaties en het nalatig gedrag van de dienstverlener zelf, adviseert de dienst facilitair beheer om alle onderhoudscontracten met onmiddellijke ingang stop te zetten. Vermits dit jaar nog geen enkel bezoek of interventie is uitgevoerd door Cofely Services wordt er als schadevergoeding geen uitbetaling gedaan van de reeds gefactureerde diensten voor het werkjaar 2020. De gemeente Bertem eist dat de in gebreke zijnde dienstverlener de nodige creditnota's opstelt.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0742-02 / 610302

BI 0742-01 / 610302

BI 0119-00 / 610302

€ 15 000

€ 15 000

€ 45 000

€ 15 000

€ 14 788,10

€ 32 381,26

€ -10 800

€ -12 600

€ -3800

 

 

Bijlagen

  • 2020_03_12_PV Ingebrekestelling
  • Aanmaningen

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan proces-verbaal van ingebrekestelling van 12 maart 2020, opgesteld door de dienst facilitair beheer.

 

Artikel 2:

Het proces-verbaal van ingebrekestelling in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Artikel 3:

Het proces-verbaal van ingebrekestelling wordt overgemaakt aan Cofely Services NV, Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel.

 

Artikel 4:

Het college geeft toelating voor het opzeggen van contracten B0228 en B0216/A inclusief hun bijlagen en eis tot schadevergoeding op basis van de modaliteiten vastgelegd in het PV van ingebrekestelling van 12 maart 2020 en dit met onmiddellijke ingang.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/101 tot en met nr. 2020/103 voor een totaal bedrag van 272,90 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/436 tot en met nr. 2020/768 voor een totaal bedrag van 753 844,87 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

BIODIVERSITEIT. KENNISGEVING ORGANISATIE ZAADRUILBEURS 25 APRIL 2020.

 

Besluit

Mededeling

Op 25 april 2020 organiseert de gemeente Bertem in samenwerking met de compostmeester een zaadruilbeurs in de Pastorij van Bertem van 14 tot 17 uur.

Hobbytuiniers en plantenliefhebbers kunnen hun zelfgekweekt en daardoor biodivers zaad gratis ruilen. Bertem zal zo biologisch een stukje rijker worden.

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. BESLISSING MELDING VAN BART VANHAUTE VOOR HET UITVOEREN VAN INRICHTINGSWERKEN VAN DE TUIN IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 275, SECTIE D NR 153D2.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 27 februari 2020 heeft Bart Vanhaute een melding ingediend voor het uitvoeren van inrichtingswerken van de tuin in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 275, sectie D nr 153d2.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
  • Het perceel is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 9 juli 1990, nr. T874-2-B. 184.
  • Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
  • De aanvraag omvat het inrichten van de tuin.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.

  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

  • 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
  • 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de  overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

  • Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De voorgestelde werkzaamheden zijn niet opgenomen in dit besluit.

 

Argumentatie

  • Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

  • Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
De melding is onontvankelijk.

De melding is niet conform met artikel 3 van het meldingsbesluit van 16 juli 2010 nl.:

de voorgestelde werken zijn niet opgenomen in dit besluit.

  • Het voorstel kan als een omgevingsvergunningsaanvraag voor handelingen ingediend worden op het omgevingsloket.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om Bart Vanhaute op de hoogte te brengen van de onontvankelijkheid van zijn melding van 27 februari 2020 voor het uitvoeren van inrichtingswerken van de tuin in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 275, sectie D nr 153d2.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING HAMMEVELD 61. AANVRAAG LIESBETH SMITS EN MANUEL BRUYNINCKX VOOR HET SLOPEN VAN DE WONING EN BIJGEBOUW EN HET BOUWEN VAN EEN NIEUWE WONING IN 3061 LEEFDAAL, HAMMEVELD 61, SECTIE A NR361M4.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 20 oktober 2019 hebbenLiesbeth Smits en Manuel Bruyninckx een aanvraag ingediend voor het slopen van de woning en bijgebouw en het bouwen van een nieuwe woning in 3061 Leefdaal, Hammeveld 61, sectie A nr361m4.

         Op 20 december 2019 werd de gevraagde extra informatie ontvangen.

         Op 18 januari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen het Hammeveld.

Het Hammeveld werd eind jaren vijftig - begin jaren zestig gerealiseerd door de Kleine Landeigendommen en takt aan op de Tervuursesteenweg tussen het centrum van Leefdaal en de buurgemeente Tervuren. De omliggende gronden zijn nog grotendeels in agrarisch gebruik.

De woningen met één of twee bouwlagen en een zadeldak werden opgericht in open en halfopen bouworde.

De bouwplaats is een hellend terrein. Er is niveauverschil tussen het maaiveld in de voortuin en het niveau van de achtertuin. De straat is hellend. De percelen links en rechts zijn bebouwd.

Op het perceel staan een woning en bijgebouw die gesloopt worden.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het slopen van de bestaande gebouwen en het bouwen van een eengezinswoning.

Voorbouwlijn: 7,82 m i.p.v. de huidige 4,82 m. De woning wordt 3 m verder naar achter ingeplant dan de te slopen woning. Deze voorbouwlijn zorgt ervoor dat 2 van de 3 wagens voor de woning kunnen parkeren om te kunnen voldoen aan de eisen van de parkeerverordening. Daarenboven wordt er een extra tuinzone gecreëerd die de woonkwaliteit van de woning verhoogt en een groen karakter geeft aan de straatzijde van het perceel.

Bouwdiepte: gelijkvloers 16,5 m, verdieping 12 m. De gelijkvloerse verdieping wordt voorzien van een totale bouwdiepte van 16,5 m. Hiervoor wordt als referentie de woning links van de aanvrager genomen die een gelijkaardige bouwdiepte heeft.

De woning heeft twee bovengrondse verdiepingen en een kelderverdieping die toegankelijk is via de tuin gezien het niveauverschil tussen het maaiveld voor en achter de woning. In de kelder is er naast berging en technische ruimte nog een kantoorruimte voorzien. Het betreft een ondergeschikte, beperkte ruimte voor een vrij beroep dat dienst kan doen als thuiskantoor. De woning heeft een plat dak.

Er worden 3 parkeerplaatsen op het eigen terrein voorzien om te voldoen aan de parkeerverordening.

Fietsenparking is voorzien in de berging onder het terras en voor de woning.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 7500 liter en een bijkomende infiltratieinrichting van 3500 liter zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in hetcentraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

1) Op 3 maart 2020 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Er is geen uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeters dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Voor de afbraak van de bestaande bebouwing dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.

De aanvraag is gelegen binnen de beschermingszone van onze waterwinning te Leefdaal.

Voor de voorwaarden aangaande werken binnen een beschermingszone verwijzen we naar het deeladvies van de afdeling Waterbronnen en Milieu."

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorgestelde project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan Leuven. Het heropbouwen van een woning is verantwoord in deze residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

Het ingediende voorstel voorziet 3 parkeerplaatsen voor wagens en een groot aantal fietsenstallingen. Wel is het ook zo dat er een architectenbureau voorzien is in de kelderverdieping van minder dan 100 m².

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING. VASTSTELLING GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING BETREFFENDE HET AANLEGGEN VAN PARKEERPLAATSEN EN FIETSENSTALLINGEN BUITEN DE OPENBARE WEG.

Artikel 5. Minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen en fietsenstallingen

5° Indien in een gebouw wonen en andere functies aanwezig zijn, mag het minimaal vereiste aantal parkeerplaatsen voor het wonen verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen vereist voor de andere functies indien deze ook permanent opengesteld worden voor de bewoners.

Zodoende is het project in overeenstemming met de bepalingen van de gemeentelijke verordening waardoor de voertuigen zullen opgevangen worden op het eigen terrein.

Schaal

De woning bestaat uit twee bovengrondse bouwlagen onder een plat dak waardoor de schaal van de woningen in de omgeving, die van hetzelfde type zijn, niet overschreden wordt.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het perceel heeft een oppervlakte van 8,33 are waardoor na het bouwen van deze woning nog voldoende open ruimte blijft om het open en groene karakter van de omgeving te bewaren. In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor.

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe woning heeft een hedendaagse vormgeving. Door de leeftijd van de bestaande woningen in deze wijk worden deze geleidelijk aan gemoderniseerd en verbouwd waardoor deze woning zal inpassen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Door het reliëf van het perceel worden er rondom de woning aan aantal verhardingen en wijzigingen van het niveau voorzien. Ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen blijft het bestaande niveau behouden.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 3 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         omwille van de ligging in een beschermingszone III van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Liesbeth Smits en Manuel Bruyninckx voor het slopen van de woning en bijgebouw en het bouwen van een nieuwe woning in 3061 Leefdaal, Hammeveld 61, sectie A nr361m4 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 3 maart 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         omwille van de ligging in een beschermingszone III van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone III van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden op het betrokken perceel die volgens het Grondwaterdecreet, het Vlarem of andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen beschermingszone III van een waterwinning.

º         De nodige voorzorgsmaatregelen dienen genomen te worden tijdens de werken, teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen. Hiertoe zullen eventuele gevaarlijke producten op de werf altijd opgeslagen worden in een waterdichte en lekvrije inkuiping. Bovendien dient het overgieten en/of vullen van recipiënten met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen. Machines met enig verlies van olie of brandstof dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst te worden.

º         Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING DORPSTRAAT 296 EN 296A. AANVRAAG KWADRAAT VOOR HET SLOPEN VAN EEN WONING EN HET BOUWEN VAN TWEE NIEUWE WONINGEN IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 296 EN 296A, SECTIE C NR 372Z4.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 17 januari 2020 heeft KWADRAAT een aanvraag ingediend voor het slopen van een woning en het bouwen van twee nieuwe woningen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 296 en 296A, sectie C nr 372z4.

         Op 27 januari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018. Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

         De bouwplaats was gelegen in een niet-vervallen verkaveling, nr T874-2-B120 (1982.4). Deze verkaveling omvat 1 lot met als algemene bestemming 'wonen'. De verkaveling werd gewijzigd:

º         T874-2-B962 (1996.2): verbreden perceel met 4 m

º         T874-2-2002.2: voor het plaatsen van een bijgebouw van 21 m² in de tuin.

Op 21 oktober 2019 nam het schepencollege akte van de verzaking aan de verkaveling T874-2-B120 (1982.4) door de aanvrager. De verkaveling is dus niet van toepassing.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat in het gehucht Sint-Verona. De omgeving wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk woningen in verschillende verschijningsvormen.

De bestaande woning bestaat uit 1 gelijkvloerse bouwlaag met een zadeldak en bevat 2 garages.

Aan de linkerzijde van het bouwperceel ligt de onbevaarbare waterloop B2093 "De Delle". Op het rechts aanpalende perceel staat een halfopen eengezinswoning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het slopen van de bestaande woning met aanhorigheden en het bouwen van twee nieuwe eengezinswoningen in half-open bebouwing.

De woningen met een breedte van 8,63 m en een bouwdiepte van 11,98 m op het gelijkvloers en de verdieping worden ingeplant op 10 m uit de as van de Dorpstraat. De woningen met een kroonlijsthoogte van 6 m hebben een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel.

De rechter zijdelingse bouwvrije strook bedraagt 5 m vanaf de rand van de gracht; de linker zijdelingse bouwvrije strook bedraagt 3,02 m.

Het bestaand reliëf blijft praktisch ongewijzigd, het wordt enkel aangepast in functie van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van de woningen.

Voor elke woning zijn 3 parkeerplaatsen en 4 fietsenstallingen voorzien.

         Watertoets

Gunstig wateradvies van 7 februari 2020 van de provinciale dienst waterlopen.

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 27 januari 2020 op naam van KWADRAAT voor de bouw van 2 woningen. De aanvraag heeft betrekking op perceel/percelen gelegen Dorpstraat 296, Bertem, kadastraal gekend als 3e afdeling, sectie C, nr. 372 Z4.

Op 25 oktober 2019 brachten we op een eerder dossier (OMV_2019111558, ons kenmerk 2019-0987-WAT) een ongunstig advies uit.

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De afbraak van een woning, de bouw van 2 nieuwe woningen in halfopen verband.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie de De Delle B2093. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

º         Beide woningen worden voorzien van 2 hemelwaterputten van 5.000 liter en een bufferput van 3000 liter (min. 1085 liter). Het perceel is gelegen in een beschermingszone 2 van het drinkwaterwingebied, dus infiltratie is verboden. De terrassen en opritten worden aangelegd in waterdoorlatende materialen (dolomiet en waterdoorlatende klinkers).

º         Alle gebouwde delen van de rechter woning bevinden zich minimaal op 3,00 m van de rechter perceelgrens. Alle gebouwde delen van de linker woning bevinden zich minimaal op 5,00 m van de linker perceelgrens en van de rand van de ingebuisde geklasserde waterloop de Delle B2093. Deze zone blijft vrij van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.),ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren.

Hemelwaterverordeningen:

º         Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013).

º         Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Artikel 2 §6 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 over de vaststelling van de categorieën onderworpen aan milieueffectrapportage en latere wijzigingen (MER-besluit). Dit artikel bepaalt de projecten waarvoor een project MER-screeningsnota dient opgesteld te worden.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

1) De Watergroep heeft op 29 januari 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Er is geen uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeters dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Voor de afbraak van de bestaande bebouwing dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.

De aanvraag is gelegen binnen de beschermingszone van onze waterwinning te Leefdaal.

Voor de voorwaarden aangaande werken binnen een beschermingszone verwijzen we naar het sub-advies van de afdeling Waterbronnen en Milieu."

2) De provinciale dienst waterlopen heeft op 7 februari 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.

"Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:

º         Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de               toegankelijkheid van de waterloop moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, vrij blijven van elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, wateren rioolputten, e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden.

º         Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden.

º         Langse open afsluitingen moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse open afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden. Het aanplanten van dwarse en langse hagen is verboden.

º         Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 8 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van 0,50 m.

º         Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd.

º         Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging.

º         Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen

º         Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.

Algemene maatregelen:

º         In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli  010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden.

º         De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden.

º         Op de vijfmeterzone langs geklasseerde waterlopen rust een erfdienstbaarheid van doorgang.

Aangelanden en eigenaars zijn verplicht toegang te verlenen op hun perceel aan de waterloopbeheerder, zijn personeel en het materiaal nodig voor onderhoudswerken aan de waterlopen. Afsluitingen in deze zone moeten makkelijk te verwijderen zijn indien nodig om werken aan de waterloop mogelijk te maken.

º         Er is geen vergoeding verschuldigd voor deze doorgang voor het beheer en voor deponie van onschadelijke ruimingsproducten en maaisel binnen deze zone.

Specifieke voorwaarden en/of maatregelen

De vijfmeterstrook langsheen de Delle 2.093/II dient op het plan aangegeven te worden als de zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'bouwvrije zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         De dienst burgerzaken verleende op 22 januari 2020 over de huisnummers.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

De functie wonen wordt behouden en past binnen de omgeving die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van voornamelijk woningen. Het betreft 2 grondgebonden woningen, hetgeen niet strijdig is met het RUP 'Meergezinswoningen'.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag voorziet in een extra woning ten opzichte van de bestaande toestand. De mobiliteitsimpact hiervan op de omgeving is beperkt. Per woning is een inpandige garage voorzien. Tevens is op de oprit plaats voor het parkeren van 2 wagens en de nodige fietsenstallingen zijn voorzien. De aanvraag voldoet bijgevolg aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg. De wagens kunnen opgevangen worden op eigen terrein.

Schaal

De bouwvolumes passen zich qua bouwhoogte en -diepte in in de omgeving. De omgeving wordt gekenmerkt door woningen met 2 bouwlagen en een zadeldak. De ontworpen woningen zijn van hetzelfde type waardoor de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschreden wordt.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het slopen van de woning en het oprichten van twee halfopen eengezinswoningen is aanvaardbaar gelet op de oppervlakte van het perceel en de bebouwde omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande bebouwing heeft geen meerwaarde in het straatbeeld. De huidige woningen hebben dezelfde kenmerken als de meeste woningen in de omgeving waardoor ze zullen passen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Ten behoeve van de aanvraag wordt het perceel plaatselijk vlak gemaakt, hetgeen slechts een beperkte en dus aanvaardbare wijziging van het bestaande reliëf betekent.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 29 januari 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 7 februari 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         omwille van de ligging in een beschermingszone II van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:

º         Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.

º         Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.

º         Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:

          Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

          Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

          Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

          Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).

º         Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan KWADRAAT voor het slopen van een woning en het bouwen van twee nieuwe woningen in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 296 en 296A, sectie C nr 372z4 onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 29 januari 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provinciale dienst waterlopen van 7 februari 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         omwille van de ligging in een beschermingszone II van een waterwinning moeten volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:

º         Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.

º         Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.

º         Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater via WADI’s of andere geconcentreerde infiltratievoorzieningen zijn verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

º         Omdat het betrokken perceel gelegen is binnen beschermingszone II van een waterwinning kunnen er geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

º         Zowel tijdens de aanleg als tijdens de exploitatie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:

          Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

          Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

          Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

          Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be).

         Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager, De Watergroep en de provinciale dienst waterlopen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING PAARDENSTRAAT 1. AANVRAAG ADRIAENSSENS ARNE VOOR DE FUNCTIEWIJZIGING VAN RESTAURANT/CAFÉ NAAR WONEN EN HET VERWIJDEREN VAN TWEE RECLAMEPANELEN IN 3060 BERTEM, PAARDENSTRAAT 1, SECTIE C NR 493S.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 11 februari 2020 heeft Arne Adriaenssens een aanvraag ingediend voor de functiewijziging van restaurant/café naar wonen en het verwijderen van twee reclamepanelen in 3060 Bertem, Paardenstraat 1, sectie C nr 493s.

         Op 17 februari 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Paardenstraat.

De Paardenstraat maakt deel uit van het kernweefsel van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door bebouwing in verschillende verschijningsvormen, hoofdzakelijk residentieel met sporadisch bedrijvigheid.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de functiewijziging van restaurant/café naar wonen en het verwijderen van twee reclamepanelen aan de voorgevel.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen aangevraagd.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De huidige aanvraag voor de functiewijziging van restaurant/café naar wonen is functioneel inpasbaar in woongebied. De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige en planologische voorschriften.

Mobiliteitsimpact

Het voorstel is niet in overeenstemming met de bepalingen van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Artikel 4. Verplichting aanleg parkeerplaatsen en fietsenstallingen

De vergunninghouder is verplicht om het nodige aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen aan te leggen, zoals bepaald in deze verordening, en dit bij onderstaande vergunningsplichtige of meldingsplichtige werken:

1° Het bouwen of herbouwen van een gebouw

2° Het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50 m² vloeroppervlakte.

3° Het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal woongelegenheden, tenzij het gaat om zorgwonen.

4° Het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed.

De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de vergunning. Dit betekent dat de parkeerplaatsen en fietsenstallingen, nodig om te voldoen aan deze verordening, steeds aanwezig moeten blijven, ook na overdracht van de zakelijke rechten van de eigendom, en dit tot zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden. Ze mogen geen andere bestemming krijgen of voor iets anders gebruikt worden.

Artikel 5. Minimaal aantal te realiseren parkeerplaatsen en fietsenstallingen

a) Eengezinswoningen:

         2 parkeerplaatsen voor een woning van maximum 200 m² vloeroppervlakte

         minimum evenveel fietsenstallingen als aantal slaapkamers

Artikel 12. Afwijkingen

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, in uitzonderlijke omstandigheden, een afwijking toe te staan op de bepalingen van deze verordening. Deze uitzonderlijke omstandigheden moeten te maken hebben met de staat en de mogelijkheden van het bouwperceel en de goede plaatselijke ruimtelijke ordening. Een afwijking moet uitvoerig worden gemotiveerd.

Er wordt een afwijking toegestaan om volgende redenen:

         de woning heeft een inpandige garage en plaats voor het stallen van 2 fietsen

         het volledige perceel is volgebouwd waardoor de realisatie van een tweede parkeerplaats voor wagens niet mogelijk is op dit perceel

         het wijzigen van de functie restaurant/café naar eengezinswoning heeft een positief effect op de mobiliteit. De huidige piekbelasting en parkeerdruk tijdens de openingsuren zullen verdwijnen.

Schaal

Niet van toepassing op deze aanvraag.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing op deze aanvraag.

Visueel-vormelijke elementen

Door het verwijderen van de reclamepanelen zal het gebouw weer het uitzicht van een eengezinswoning verkrijgen.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op deze aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op deze aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het wijzigen van de functie restaurant/café naar eengezinswoning heeft een positief effect op de geluidshinder die zich tijdens de openingsuren van het café/restaurant voordeden.

De aanvraag tot het omvormen naar woonst wordt gunstig beoordeeld.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Adriaenssens Arne voor de functiewijziging van restaurant/café naar wonen en het verwijderen van twee reclamepanelen in 3060 Bertem, Paardenstraat 1, sectie C nr 493s onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Aan de aanvrager wordt een afwijking toegestaan op artikel 4 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg, namelijk: er moet geen 2e parkeerplaats worden aangelegd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

HERAANLEG KRUISPUNT BOSSTRAAT - VUIKELAAN. GOEDKEURING GUNNING.

 

Voorgeschiedenis

         In het kader van de opdracht “Heraanleg kruispunt Bosstraat - Vuikelaan” werd een bestek met nr. 318.213 opgesteld door Interleuven.

         De gemeenteraad verleende in zitting van 27 augustus 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

         Het college nam kennis van het verslag van nazicht in zitting van 24 februari 2020.

 

Feiten en context

         De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 54 145,80 euro excl. btw of 65 516,42 euro incl. 21% btw.

         De offertes dienden het bestuur ten laatste op 26 september 2019 om 10 uur te bereiken.

         Er werden 4 offertes ontvangen:

º         V & V - Infra bvba, Industriepark 20, Industriezone Webbekom 1048 te 3290 Diest;

º         Liema, Staatsbaan 131 te 3460 Bekkevoort;

º         Hegrola, Industrieweg 84 te 2260 Heultje-Westerlo;

º         DSV nv, Terheidelaan 69 te 3200 Aarschot.

         De verbintenistermijn van 180 kalenderdagen eindigt op 25 maart 2020.

         Op 15 januari 2020 stelde de dienst openbare werken het definitief verslag van nazicht van de offertes op.

 

Juridische gronden

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van euro 139 000 niet).

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, meer bepaald artikel 90, 1°.

         Het decreet lokaal bestuur van van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

De dienst openbare werken stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Liema, Staatsbaan 131 te 3460 Bekkevoort, tegen het onderhandelde bedrag van 42 550,21 euro excl. btw of 51 485,75 euro incl. 21% btw.

 

Financiële gevolgen

De geraamde uitgave is 42 550,21 euro excl. btw of 51 485,75 euro incl. 21% btw.

 

 

Bijlagen

         Verslag van nazicht van de offertes

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 15 januari 2020, opgesteld door de dienst openbare werken.

 

Artikel 2:

Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

Artikel 3:

De opdracht “Heraanleg kruispunt Bosstraat - Vuikelaan” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Liema, Staatsbaan 131 te 3460 Bekkevoort, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 42 550,21 euro excl. btw of 51 485,75 euro incl. 21% btw.

 

Artikel 4:

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 318.213 van 23 mei 2019.

 

Artikel 5:

De betaling zal gebeuren met krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN M.B.T. ORGANISATIE VAN EEN ROMMELMARKT IN DE WIJK OPAKKER TE 3061 LEEFDAAL OP ZONDAG 7 JUNI 2020.

 

Voorgeschiedenis

         Schriftelijke aanvraag op 15 februari 2020 van Nathalie Kiebooms, Hofakker 1 te 3061 Leefdaal om op zondag 7 juni 2020 tussen 9 en 17 uur in de wijk Opakker te Leefdaal een rommelmarkt te mogen organiseren en om hiervoor de wettelijk voorgeschreven verkeerssignalisatie te mogen plaatsen.

 

Feiten en context

         Deze rommelmarkt gaat door op zondag 7 juni 2020 tussen 9.00 en 17.00 uur. Standhouders zouden vanaf 7.30 uur hun spulletjes plaatsen.

         De organisator vraagt om de wijk Opakker, meer bepaald het gedeelte tussen woning Hofakker nummer 1 tot het voetbalveld en woning Hofakker nummer 38, te mogen afsluiten vanaf 7.30 uur.

         Zij vragen een parkeerverbod naast Hofakker 1 om een hamburgerkraam te plaatsen.

         Alle bewoners kunnen de wijk in en uit via de Foksweg.

 

Juridische gronden

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

         Artikel 5 van het raadsbesluit van 29 augustus 2016 over de retributie voor inname van het openbare domein bij werken.
Van de retributie is vrijgesteld, de inname van het openbaar domein nodig voor de organisatie van sportwedstrijden, optochten (bv. carnavalstoet) en manifestaties van culturele, sportieve, educatieve of sociale aard op de openbare weg.

 

Argumentatie

Deze situatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om op zondag 7 juni 2020 tussen 7.30 uur en 18.00 uur gebruik te maken van de openbare weg om een rommelmarkt te organiseren in de wijk Opakker te 3061 Leefdaal.

 

Artikel 2:

Om deze activiteit mogelijk te maken en om alles veilig te laten verlopen, wordt op zondag 7 juni 2020 tussen 7.30 uur en 18.00 uur alle verkeer verboden in de wijk Opakker te 3061 Leefdaal, deel Hofakker 1 tot aan Hofakker 38, met uitzondering voor de hulp- en politiediensten.

Een vrije doorgang van minimum 3 meter voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.

Een wegomlegging wordt in beide rijrichtingen voorzien via de Foksweg.

Om de opstelling van de rommelmarkt mogelijk te maken, wordt er in desbetreffend afgesloten deel een parkeerverbod ingesteld op zondag 7 juni 2020 tussen 7.30 uur en 18 uur.

 

Artikel 3:

Aanvrager krijgt toestemming om een parkeerverbod te voorzien naast Hofakker 1 om een hamburgerkraam te plaatsen. Het parkeerverbod dient 12 uur voorafgaand aan de inname aangeduid te worden met verkeersborden E1 a en b met onderbord data en uren.

 

Artikel 4:

De aanvrager moet, vooraleer aan de opstelling van de rommelmarkt te beginnen, ter plaatse nagaan of er geen hindernissen of beletsels zijn die de opstelling zouden kunnen verhinderen. Indien dit het geval is, mag de opstelling NIET doorgaan en moeten zij zo spoedig mogelijk contact opnemen met het gemeentebestuur van Bertem en de Politiezone Voer en Dijle.

 

Artikel 5:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden:

         C3 op nadar

         wegomleggingsborden L / R

         C31 a en b

         E1 met onderborden type Xa en Xb,

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 6:

De aanvrager moet deze activiteit 48 uur op voorhand kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners minimum 48 uur op voorhand inlichten via een (nieuws)brief. Deze brief dient uiterlijk diezelfde dag te worden bezorgd aan de technische dienst van de gemeente Bertem.

 

Artikel 7:

Ter plaatse moeten de contactgegevens van de bereikbare verantwoordelijke organisator van de rommelmarkt duidelijk zichtbaar aangebracht worden.

 

Artikel 8:

Dit besluit wordt van kracht op zondag 7 juni 2020 om 7.30 uur en het blijft van kracht tot zondag 7 juni 2020 om 18.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

Zitting van 16 maart 2020

 

DIERENWELZIJN. BURGERLIJKE PARTIJSTELLING ZAAK DIERENVERWAARLOZING KERSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Op 4 december 2019 stelde de politie Voer en Dijle een proces-verbaal op voor dierenverwaarlozing op een erf van een veehandelaar langs de Kerstraat in Leefdaal (nummer pv: LE.63.LD.005593/2019).

         Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 januari 2020 over de aanstelling van Bruno Stroobants, advocaat bij de balie van Leuven, als raadsman voor de gemeente in de zaak die door het Parket van Leuven zal ingeleid worden.

 

Feiten en context

         Het mandaat van raadsman Bruno Stroobants strekt tot het onderzoeken van de juridische mogelijkheden waarover de gemeente beschikt, burgerlijke partijstelling of andere, en effectief juridische actie te ondernemen om een sterk signaal te geven naar zowel de eigenaar van de dieren als de samenleving.

         Meester Stroobants meldt: het omschrijven van het rechtmatig belang van de gemeente om zich burgerlijke partij te stellen blijft een moeilijk gegeven: in principe moet het immers gaan om een belang van patrimoniale aard, minstens te becijferen. Het louter belangrijk vinden dat er bestraffing volgt, is niet voldoende, er moet aannemelijk gemaakt worden dat er schade werd geleden (en deze moet begroot kunnen worden).

         Meester Stroobants denkt aan:

º         imagoschade, gebaseerd op het uitgangspunt dat Bertem zich wil profileren (ook naar toerisme toe ?) als een groene, natuur- en diervriendelijke gemeente. Er moeten beleidsplannen in die zin (uitbouw toerisme, maatregelen ter bevordering van dierenwelzijn…) zijn.

º         het lanceren van het bier 'Teusser': een gemeente die zo trots is op zijn veehandelaars om er een bier naar te noemen, lijdt imagoschade als een veehandelaar het dierenwelzijn miskent…

De rol van de gemeente in deze lancering en/of ondersteuning ervan (plannen, verslagen, campagnes…) moet dan aangetoond worden.

         De rechtsplegingsvergoeding wordt door meester Stroobants begroot op “zeker geen 1000 euro”; de burgerlijke partij kan niet tot de kosten worden veroordeeld, ook niet in geval van afwijzing van haar vordering.

         Vervolgens kan dan, als eerste stap, een “verklaring benadeelde persoon” worden afgelegd, waardoor de gemeente formeel als schadelijder in het strafdossier wordt opgenomen en op de hoogte wordt gehouden van het strafonderzoek. In de "verklaring benadeelde persoon" dient aangegeven te worden welke schade en/of persoonlijk belang men heeft.

         Een volledig schadedossier met alle stukken (aantoonbare schade die begroot is) hoeft niet meteen (desgevallend later wel, bij een burgerlijke partijstelling).

 

Juridische gronden

         Artikel 57, § 3, 9° van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

         Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

         Decreet van 23 maart 2018 houdende de wijziging van artikel 3 en artikel 19 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

         Decreet van 13 juli 2018 tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren in het kader van de zesde staatshervorming.

         Wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen inzake dierenwelzijn, CITES, dierengezondheid en bescherming van de gezondheid van de gebruikers.

 

Argumentatie

Het college wenst vooral het signaal te geven dat dierenwelzijn in Bertem geen loos begrip is, eerder dan een geldelijke schadeloosstelling.

Een procedure burgerlijke partijstelling in een strafzaak kan evenwel enkel, en behandelt enkel deze geldelijke schadeloosstelling.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De gemeente Bertem zal zich burgerlijke partij stellen in de zaak van dierenverwaarlozing aan de Kerstraat te 3061 Leefdaal zodra deze door het Parket van Leuven ingeleid wordt voor de feiten waarvoor op 4 december 2019 door de politie Voer en Dijle een proces-verbaal opgesteld werd (nummer pv: LE.63.LD.005593/2019).

 

Artikel 2:

Het college keurt het voorstel van meester Stroobants goed om het rechtmatig belang te omschrijven als “imagoschade": de gemeente is trots op zijn veehandelaars en voert hierrond promotie (het bier “Teusser” en andere).

De schade wordt door de gemeente aangetoond (plannen, verslagen, campagnes, personeelsinzet…).

 

 

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020