BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 4 januari 2021

Van 14.30 uur tot 15 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTINGEN.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zittingen van 21 december 2020 en van 28 december 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zittingen van 21 december 2020 en van 28 december 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN. AANPASSING BEVOEGDHEDEN COLLEGELEDEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Vaststelling bevoegdheden collegeleden op 7 januari 2019
  • Eedaflegging schepen Yvette Laes op 15 december 2020

 

Juridische gronden

  • Artikelen 56 en 57 van het decreet lokaal bestuur
    Deze artikelen handelen over de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen van Bertem bestaat uit de burgemeester en vier schepenen. Het college van burgemeester en schepenen vormt het dagelijks bestuur van onze gemeente.

Door de vervanging van schepen Greet Goossens door schepen Yvette Laes vanaf 1 januari 2021, dringt een nieuwe bevoegdheidsverdeling van het college zich op voor de rest van de legislatuur 2019-2024.

 

 

Bijlagen

  • Bevoegdheidsverdeling

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de bevoegdheidsdomeinen te verdelen over de verschillende leden van het college zoals opgenomen in de tabel in bijlage.

 

Artikel 2:

De functies van de collegeleden worden als volgt benoemd:

  • Joël Vander Elst, burgemeester, bevoegd voor politie en veiligheid, burgerzaken, begraafplaatsen, feestelijkheden, personeel en organisatieontwikkeling, informatie en communicatie
  • Marc Morris, eerste schepen bevoegd voor openbare werken, gezondheid, mobiliteit, wonen en erfgoed
  • Yvette Laes, tweede schepen bevoegd voor onderwijs, cultuur, sport, seniorenwerking en dierenwelzijn
  • Joery Verhoeven, derde schepen bevoegd voor werken in eigen beheer, milieu, landbouw- en bosbeleid, evenementen, toerisme en kerkfabrieken
  • Tom Philips, vierde schepen bevoegd voor financiën, lokale economie, ruimtelijke ordening, sociale zaken, jeugd en ICT.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Punt bijlagen/links Bevoegdheidsverdeling Collegeleden 2019 aanpassing 2021.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

INFORMATIEVEILIGHEID. VERLENGING OPDRACHT FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING VOOR DE GEMEENTE BERTEM AAN IT-PUNT.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 20 augustus 2018 over de afname van de diensten van een veiligheidsconsulent van IT-punt interlokale vereniging, Vaartdijk 3 bus 1, 3018 Wijgmaal, voor de gemeente, het OCMW en de beide gemeentescholen.
  • Collegebesluit van 26 augustus 2019 over de goedkeuring van de verwerkingsovereenkomst met IT-punt.

 

Feiten en context

  • Op 25 mei 2018 werd de Europese GDPR-wetgeving (in Nederlands: AVG) van kracht.
  • In overheidsorganisaties moet verplicht een 'Data Protection Officer' of 'functionaris voor gegevensbescherming' (FVG) worden aangesteld.
  • De FVG moet erop toekijken dat het bestuur de data bewaart en verwerkt volgens de regels van de GDPR. Hij kan onderzoeken hoe de data wordt verwerkt, met welke systemen dat gebeurt en kan op basis daarvan adviseren om bepaalde dingen aan te passen. Zelf draagt hij geen verantwoordelijkheid: indien de GDPR niet wordt nageleefd is niet hij, maar het bestuur volledig aansprakelijk. De FVG fungeert met andere woorden louter als adviseur en toezichthouder.

 

Juridische gronden

  • Artikel 4, §5 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
    Iedere openbare overheid, natuurlijke persoon en openbare of private instelling die toegang heeft tot de identificatiegegevens van de Kruispuntbankregisters of er mededeling van bekomt, wijst, al dan niet onder het personeel, een functionaris voor gegevensbescherming aan, voor zover deze nog niet is aangewezen met toepassing van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG of het artikel 24.
  • Artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer
    Conform artikel 37 van de algemene verordening gegevensbescherming wijst iedere instantie die persoonsgegevens verwerkt, een functionaris voor gegevensbescherming aan.
  • Artikelen 63-65 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
    Deze artikelen handelen over de verplichte aanwijzing en de opdrachten van een functionaris voor gegevensbescherming.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer
  • Artikelen 37-39 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG ("Algemene Verordening Gegevensbescherming")
    Deze artikelen handelen over de aanwijzing, de positie en de taken van de functionaris voor gegevensbescherming ('Data Protection Officer').
  • Richtlijnen voor functionarissen voor gegevensbescherming (Data Protection Officer, DPO), laatst herzien en goedgekeurd op 5 april 2017, van de werkgroep voor de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens (WP 243 rev.01)

 

Adviezen

  • gunstig advies van de financieel directeur

 

Argumentatie

De Europese richtlijnen voor de functionarissen voor gegevensbescherming laten toe dat de functie van functionaris voor gegevensbescherming door een externe dienstverlener wordt bekleed. In dat geval kan een team van personen die voor die entiteit werken feitelijk alle taken van de functionaris voor gegevensbescherming als team uitvoeren, onder de verantwoordelijkheid van een voor de klant aangestelde hoofdcontactpersoon en "verantwoordelijke". In dit geval is het van essentieel belang dat alle leden van de externe organisatie die de taken van de functionaris voor gegevensbescherming op zich nemen, aan alle geldende eisen van de algemene verordening gegevensbescherming voldoen.

Met het oog op juridische transparantie en goede organisatie en om belangenconflicten bij de leden van het team te vermijden, wordt in de Richtlijnen aangeraden om de taken binnen het team van de externe functionaris voor gegevensbescherming duidelijk in een dienstverleningsovereenkomst vast te leggen, alsook voor de klant één enkele persoon als hoofdcontactpersoon en "verantwoordelijke" aan te stellen.

 

De huidige samenwerking met it-punt in deze loopt af. De afname van deze dienstverlening bij it-punt moet worden verlengd tot tot einde 2021.

 

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BI 0119-03 613521

€ 10.780

 

 

Bijlagen

  • offerte DPO
  • visum

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de aanstelling van de interlokale vereniging it-punt als functionaris voor gegevensbescherming voor de gemeente Bertem (gemeentelijke diensten en gemeentescholen) goed, voor het kalenderjaar 2021.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

INTEGRATIEBELEID. GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET HET AGENTSCHAP INTEGRATIE EN INBURGERING.

 

Feiten en context

         De groeiende diversiteit is in Vlaanderen een realiteit. Diversiteit heeft een effect op elk beleidsdomein. In de praktijk blijkt dat wie een integratiebeleid uitwerkt, er op korte en op lange termijn de vruchten van plukt. Een integratiebeleid houdt immers in dat je samen met je partners problemen benoemt en oplossingen uitwerkt die de hele bevolking ten goede komen. Iedereen moet zich thuis voelen in zijn gemeente/stad.

         Het Agentschap Integratie en Inburgering ondersteunt lokale besturen en organisaties in hun beleid en acties om beter om te gaan met de groeiende etnisch-culturele diversiteit. Om een samenwerking nog meer af te stemmen op maat van het lokaal bestuur Bertem, beschrijven zij voor de komende bestuursperiode hun engagementen in een samenwerkingsovereenkomst.

 

Juridische gronden

         Decreet van 7 juni 2013 betreffende het integratie- en inburgeringsbeleid;

         Besluit van de Vlaamse regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid.

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Besluit van de Vlaamse regering van 26 april 2019 tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid, en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2016 houdende de uitvoering van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid;

 

Argumentatie

In de samenwerkingsovereenkomst worden engagementen aangegaan die rekening houden met de noden van het lokaal bestuur.

 

 

Bijlagen

         Samenwerkingsovereenkomst.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst met het Agentschap Integratie en Inburgering goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

BEWEGEN OP VERWIJZING. ENGAGEMENTSVERKLARING.

 

Feiten en context

         Bewegen Op Verwijzing, afgekort BOV, heeft als doelstelling volwassenen met een verhoogd beïnvloedbaar gezondheidsrisico en een inactieve en/of sedentaire leefstijl, aan te zetten tot duurzaam bewegen. Dit levert gezondheidswinst op fysiek, mentaal en sociaal vlak. Specifieke aandacht gaat naar maatschappelijk kwetsbare groepen, namelijk personen met een statuut verhoogde tegemoetkoming (VT).

         Huisartsen schrijven een verwijsbriefje waarmee patiënten terechtkunnen bij een Bewegen Op Verwijzing-coach. De coach stelt samen met de deelnemer een beweegplan op, ondersteunt de deelnemer gedurende maximum 6 maanden (maximaal 7 u individuele begeleiding of 21 u groepsbegeleiding), leidt hen toe naar laagdrempelige beweegactiviteiten (o.a. lokale beweegactiviteiten en sportclubs) en streeft naar duurzame gedragsverandering.

         Het BOV-project startte in 2009 in Leuven en werd gefinancierd door de stad Leuven, de provincie Vlaams-Brabant en de Koning Boudewijnstichting.

         Omwille van de positieve evaluatie in Leuven, maakte Vlaams minister Jo Vandeurzen 4,5 miljoen euro vrij om BOV in andere Vlaamse steden en gemeenten mogelijk te maken (2016 tot en met 2020). Ook minister Beke kondigde recent aan dat het project 2 jaar verlengd wordt en het daarna structureel verankerd wordt.

         Financiering

º         Voor de coach is een vergoeding voorzien van 60 euro/uur (incl. alle werkingskosten).

º         De Vlaamse subsidiëring dekt een groot deel van deze kost (zie schema). Het remgeld van de deelnemer bedraagt 20 euro per uur en 4 euro per uur voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming (VT). (resp. 4 en 2 euro per deelnemer per uur voor een groepssessie).

 

 

Individuele coaching

Bijdrage deelnemer

Personen met VT

€56/uur

€4/uur

Personen zonder VT

€40/uur

€20/uur

 

º         Deelnemers zonder VT-statuut vragen ongeveer 4 uur coaching in een tijdsbestek van zes maanden. Voor personen met VT-statuut is dit maximaal 7 uur coaching (individuele coaching of 21 u groepsbegeleiding).

º         De coaching in Leuven tijdens de pilootfase was gratis: 35% van de deelnemers had een VT-statuut. Ook in andere gemeenten bereiken we nu even veel kwetsbare personen. Om voldoende deelnemers te garanderen, is het aangewezen om voor de helft van de coachingskost van de deelnemer tussen te komen.

º         Bijdrage lokaal bestuur (maximaal):

 

Geschat max aantal intakes/jaar

deelnemer betaalt 50% remgeld

 

TOTALE maximale kostprijs voor de gemeente/OCMW (maximaal)

VT

(max 7 uur coaching)

niet VT (+/- 4 uur coaching)

VT

(max 7 uur coaching)

niet VT

(+/- 4 uur coaching)

 

10

20

140

800

940  €

 

º         De overheid voorziet opnieuw een incentive voor de Eerstelijnszone Leuven-Zuid in functie van dit project. Dit bedrag wordt ingezet voor algemene werkingskosten, coördinatie, promotie, aankoop materialen enz. Onze gemeente Bertem behoorde tot de zorgregio Leuven en gaat over naar de Eerstelijnszone Leuven-Zuid. De werkingsmiddelen van 2016-2020 worden a rato het aantal inwoners verder verdeeld onder de deelnemende gemeenten.

         Per Eerstelijnszone kan er een dossier ingediend worden. Alle andere gemeenten uit de regio Leuven-Zuid hebben BOV reeds opgestart: Huldenberg, Oud-Heverlee, Herent, Bierbeek, Kortenberg en Lubbeek.

         Het Vlaams Instituut Gezond Leven zorgt voor de inhoudelijke begeleiding van de projecten en de terugbetaling van de prestaties van de BOV-coach (sinds 2017 via de mutualiteiten).

         Er zijn reeds 3 coaches in de ELZ Leuven-Noord aan de slag, maar er kan een 4e coach bijkomen voor Bertem, die ook back-up is in Leuven. Logo Oost-Brabant organiseert de selectiegesprekken (bv februari, er zijn reeds enkele kandidaten). De geselecteerde coach volgt eerst de verplichte 3-daagse opleiding (bv april), waarna de coachings kunnen starten.

         RISO Vlaams-Brabant (samenlevingsopbouw) is trekker van het project in de kleinstedelijke zorgregio Leuven (eind 2020: overgang naar eerstelijnszones). Voor de ELZ Leuven-Zuid moet in 2021 een nieuwe trekker gevonden worden, voorlopig neemt Logo Oost-Brabant die taak op zich maar dit mag van de Vlaamse overheid slechts tijdelijk.

         De Vlaamse stuurgroep keurde in 2016 het dossier van de stad Leuven, en in 2017 het uitbreidingsdossier van Oud-Heverlee, Huldenberg, Lubbeek en Rotselaar goed. In het voorjaar van 2018 volgden ook Herent en Haacht. In 2019 Bierbeek en begin 2020 ook Kortenberg.

         Een uitbreiding van de regio is mogelijk door het engagement van andere gemeenten. In Vlaanderen startten reeds 227 van de 300 gemeenten BOV reeds op. De communicatie naar de huisartsen gebeurt zowel via een bezoek door de coach(es), via een brief uit de gemeente, als via een Vlaamse communicatiecampagne.

         De gemeente engageert zich voor:

º         Een gemeentelijk verantwoordelijke voor praktische en inhoudelijke informatie met de coach

º         Ter beschikking stellen van een laagdrempelige locatie waar de Bewegen Op Verwijzing-coach gesprekken kan voeren met deelnemers

º         De helft van het remgeld van de deelnemers te bekostigen

º         Promotie bij inwoners via gemeenteblaadje, flyers, website, …

º         Participatie aan BOV overleg via de stuurgroep (max 4x/jaar)

º         Meewerken aan de kwaliteitscontrole en evaluatie van BOV

º         Het in kaart brengen van het laagdrempelig beweegaanbod en indien nodig een extra aanbod creëren

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie

         Het project biedt:

º         Een Bewegen Op Verwijzing-coach, voorzien van de nodige competenties

º         Communicatiemateriaal (affiches, flyers, teksten voor op de website enz.)

º         Communicatie naar de huisartsen

º         Gezondere inwoners: fitter, socialer… bereik personen met een VT, …

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

2021/GBB/0985-00/643705/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN

€5000

€5000

€940

 

 

 

Bijlagen

         Engagementsverklaring bewegen op verwijzing

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college besluit om de helft van het remgeld van de deelnemers (10 euro niet VT- en 2 euro voor VT-statuut) per kwartaal rechtstreeks uit te betalen aan de Bewegen Op Verwijzing-coach, op basis van een prestatiestaat, geraamd op maximum 940 euro voor 30 deelnemers op jaarbasis. 

Dit bedrag is reeds opgenomen in de begrotingsvoorstellen 2021-2022.

 

Artikel 2:

Het college besluit de engagementen van het lokaal bestuur Bertem goed te keuren, en het engagementsformulier te ondertekenen zodat deze bij het aanvraagdossier kunnen gevoegd worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING ELZENSTRAAT 9, AFD. 3 SECTIE C NUMMER 336B.

 

Feiten en context

  • Notaris Mireille Bedert heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 130149 voor de woning Elzenstraat 9 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie C nummer 336b.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Elzenstraat 9 INBRTM204668

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Elzenstraat 9 te 3061 Bertem, afdeling 3, sectie C nummer 336b, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING MEZENSTRAAT 11. AANVRAAG DIETER PRIELS VOOR HET BOUWEN VAN EEN VERANDA IN 3061 LEEFDAAL, MEZENSTRAAT 11, SECTIE B NR 304S.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 30 oktober 2020 heeft Dieter Priels een aanvraag ingediend voor het bouwen van een veranda in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 11, sectie B nr 304s.

         Op 23 november 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Mezenstraat.

De Mezenstraat is een van de verbindingswegen tussen de Dorpstraat en de gewestweg Tervuursesteenweg in het noorden.

De omgeving wordt gekenmerkt door woningen in verschillende verschijningsvormen. Op het perceel, dat behoort tot het kernweefsel van Leefdaal, staat een halfopen woning.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het slopen van een bestaande constructie en het bouwen van een veranda.

De veranda van 12,30 m breed en 3,19 m diep in zwartgrijs aluminium wordt aangebouwd aan de achtergevel vanaf de linker perceelsgrens. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,12 m en het platte dak wordt voorzien van een lichtstraat. De afstand tot de wachtgevel van de rechts aanpalende woning bedraagt 1,41 m.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

Het standpunt van de aanpalende eigenaars werd gevraagd. Er werden geen opmerkingen tegen het ontwerp geuit.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het renoveren en verbouwen van een particuliere woning is verantwoord in deze residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

De voorziene werken hebben geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De omvang van het nieuwe bijgebouw overstijgt de schaal van de gebouwen op het perceel en de omliggende gebouwen niet.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het project heeft een positieve impact op het ruimtegebruik op het perceel. Door het slopen van de bijgebouwen neemt de bouwdichtheid af en wordt een open tuinzone gecreëerd.

Visueel-vormelijke elementen

Het slopen van de bijgebouwen en het oprichten van een nieuw bijgebouw heeft een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving. De woning zal inpassen in het heterogene straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanpalende eigenaars hebben geen bezwaren tegen het voorstel geuit.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Dieter Priels voor het bouwen van een veranda in 3061 Leefdaal, Mezenstraat 11, sectie B nr 304s onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

OMGEVINGSVERGUNNING JOZEF GINISSTRAAT 17. AANVRAAG SOFIE SWINGS EN PIETER-JAN DERCON VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, JOZEF GINISSTRAAT 17, SECTIE C NR 125X.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 17 november 2020 hebben Sofie Swings en Pieter-Jan Dercon een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Jozef Ginisstraat 17, sectie C nr 125x.

         Op 9 december 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Jozef Ginisstraat.

Deze straat vormt één van de verbindingen tussen de Dorpstraat en de Tervuursesteenweg ten oosten van het centrum van Bertem en die aansluit bij het gehucht Dalem.

In deze woonstraat variëren de gebouwen in hoogte, inplanting en bouwstijl. De omgeving wordt gekenmerkt door de nog aanwezige hoeves van het langgeveltype die evenwijdig aan en hoeks op de straat zijn ingeplant.

Het betreft een van deze hoeves die hoeks is ingeplant aan de rechterzijde van het perceel.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het verbouwen van deze langgevelhoeve.

Het uitgangspunt van deze verbouwing is het behoud van het bestaande gabarit van het volledige gebouw. Op die manier wordt de eigenheid van de hoeve behouden, mede omdat het naastliggende pand (rechterzijde) op een gelijkaardige manier werd verbouwd.

Omdat het bestaande woongedeelte (straatzijde) slechts een beperkt deel inneemt van het volledige volume en hierdoor te klein is voor een hedendaagse eengezinswoning, is er in het ontwerp gekozen om de woning naar de achterzijde te brengen. Het gedeelte aan de voorzijde zal gebruikt worden als berging / hobby-ruimte / …

De woning wordt in het 'schuurgedeelte' ondergebracht als box-in-box principe. De bestaande muren en het recent vernieuwde dak blijven behouden, alsook de spanten. Binnen deze bestaande structuur wordt een nieuwe, energiezuinige schil gebouwd (houtskeletbouw). Aan de 'koer'-zijde wordt een gedeelte overdekte buitenruimte gecreëerd door het nieuwgebouwde geheel smaller te bouwen dan de volledige breedte van de bestaande constructie.

Kroonlijsthoogte en nokhoogte blijven bijgevolg ongewijzigd.

Bouwdiepte en bouwbreedte blijven eveneens ongewijzigd.

Aan de zijde van de rechterbuur worden de bestaande openingen (aangezien de gevel tegen de perceelgrens staat) gesloten met een plaatmateriaal dat de oorspronkelijke openingen accentueert, maar tegelijkertijd de privacy van de rechterbuur garandeert.

Omdat in het ontwerp belang wordt gehecht aan het behoud van het bestaande gabarit, is er ook gekozen om zoveel mogelijk oorspronkelijke materialen te behouden/restaureren. Voor de nieuwe box-in-box constructie worden hedendaagse materialen gebruikt, zodat het gebouw duidelijk uit 2 lagen bestaat, het nieuwe (intern) en het bestaande (extern). Het buitenschrijnwerk wordt ook voor de bestaande openingen vervangen naar aluminium (zwart) voor de uniformiteit. Enkele details worden bijkomend toegevoegd (schaduwkaders in zij- en achtergevel) om de bestaande structuur nog meer te benadrukken.

Er zijn drie autostaanplaatsen en 4 fietsenstallingen voorzien.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 15 000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting van 10 000 liter zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Het verbouwen van deze hoeve naar een zuivere woonfunctie in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving is aanvaardbaar.

Mobiliteitsimpact

De voorgestelde werken hebben weinig impact op de mobiliteit in de omgeving. Door het naleven van de gemeentelijke parkeerverordening kunnen de wagens opgevangen worden op het terrein. Ook de nodige fietsenstallingen zijn voorzien.

Schaal

Het verbouwen binnen het bestaande volume overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet. In deze straat zijn een aantal gelijkaardige hoeves afgewisseld met eengezinswoningen met twee bouwlagen en een zadeldak ingeplant.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het verbouwen van deze hoeve heeft geen invloed op het ruimtegebruik en de bebouwingsdichtheid van het perceel.

Visueel-vormelijke elementen

Het verbouwen, restaureren en in stand houden van dit voor de omgeving typerende gebouw komt het straatbeeld ten goede.

Cultuurhistorische aspecten

Deze hoeves van het langgeveltype van het eind van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw vertegenwoordigen, zeker in deze omgeving met nog een grote concentratie van deze gebouwen, een belangrijke verwijzing naar het agrarische verleden van onze gemeente.

Het behoud van dit gebouw, met toch enige erfgoedwaarde, wordt als zeer positief ervaren.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Niet van toepassing op de aanvraag.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Sofie Swings en Pieter-Jan Dercon voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, Jozef Ginisstraat 17, sectie C nr 125x onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021
Overzicht punten

Zitting van 4 januari 2021

 

AANLEG VAN OPENBARE WEGEN IN VERKAVELINGEN. GOEDKEURING PROCES-VERBAAL VAN VOORLOPIGE OPLEVERING VERKAVELING EKSTERENBERG.

 

Besluit

Mededeling

Het college neemt kennis van het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de werken van de verkaveling 'Verdeyen' Eksterenberg . De voorlopige oplevering vond plaats op 19 februari 2019 en de ontwerper studiebureau Hosbur stelde het proces-verbaal op. Er werd voldaan aan de opmerking van het pv: aanleveren as-built dossier.

De borg mag worden vrijgegeven zoals voorzien in de overeenkomst van de verkavelaar Henri Verdeyen.

 

 

 

Publicatiedatum: 04/01/2021