Zitting van 9 november 2020
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 4 november 2020 goed.
Zitting van 9 november 2020
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/381 tot en met nr. 2020/394 voor een totaal bedrag van 6794,05 euro.
Zitting van 9 november 2020
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/4257 tot en met nr. 2020/4431 voor een totaal bedrag van 257 699,93 euro.
Zitting van 9 november 2020
GEZONDHEID. ENGAGEMENTSVERKLARING EN DEELNAME PROJECT: "10 000 STAPPEN: ELKE STAP TELT".
Voorgeschiedenis
• Collegebesluit 13 mei 2019: intentieverklaring intergemeentelijke preventiewerking.
• Collegebesluit 30 maart 2020: delegatie beheer intergemeentelijke preventiewerking aan Logo Oost-Brabant
• Raadsbesluit 28 april 2020: bekrachtiging collegebesluit 30 maart 2020 over de goedkeuring van de opstart intergemeentelijke preventiewerking, co-financiering en delegatie aan Logo Oost-Brabant.
• Raadsbesluit 27 oktober 2020: goedkeuring projectplan van de intergemeentelijke preventiewerking.
Feiten en context
• De levensverwachting in Vlaanderen (82,3 jaar) stijgt jaar na jaar en het zorgsysteem behoort tot de beste ter wereld. Toch blijven heel veel ziektes het gevolg van een ongezonde leefstijl en/of ongezonde omgeving.
• Amper 40% van de volwassen Vlamingen beweegt elke dag 30 minuten aan minstens matige intensiteit (bv. naar werk fietsen, stevig wandelen, tuinieren, de trap nemen). Dat is niet voldoende om gezond te blijven.
• Wie dagelijks in beweging blijft, blijft gezond. Voldoende beweging versterkt de werking van ons immuunsysteem en kan ernstige ziekten voorkomen
• Onderzoek wijst uit dat 10 000 stappen per dag de gezondheid verbetert bij volwassenen (8000 bij 65+’ers). Gemiddeld zetten volwassenen ongeveer 6000 stappen per dag. Dat is maar 4000 stappen verwijderd van het streefdoel.
• Het Vlaams Instituut Gezond Leven en Sport Vlaanderen bundelen nu hun krachten om, over de beleidsdomeinen heen, het grootste beweegproject van Vlaanderen te organiseren in Bertem: "10 000 stappen: Elke stap telt."
• De Vlaamse Logo’s en de consulenten van Sport Vlaanderen ondersteunen en adviseren lokale besturen bij de plaatselijke uitrol ervan.
• Het 10 000-stappenproject is een wetenschappelijk onderbouwd project met steun van de Vlaamse Overheid.
• Uit studies blijkt dat het 10 000 stappen-project burgers effectief meer in beweging brengt indien de gemeente inzet op alle werkzame elementen van het project.
• Daarom organiseren Gezond Leven en Sport Vlaanderen vanaf 2021 samen ‘10 000 stappen: Elke stap telt’, een grootschalig project dat steden en gemeenten wil aanzetten en ondersteunen om beweging mee(r) mogelijk te maken. Het roept lokale besturen op om te investeren in zichtbare ‘beweegvriendelijke buurten’, door:
º inwoners duurzaam aan te moedigen om te bewegen, met extra aandacht voor minder actieve bevolkingsgroepen, zoals mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties;
º 10 000 stappen en beweging blijvend zichtbaar te maken in de publieke ruimte van jouw gemeente (creëren van beweegvriendelijke buurten);
º participatief aan de slag te gaan met geëngageerde burgers, het verenigingsleven en betrokken professionals.
• 10.000 stappen inspireert en ondersteunt (ook financieel) het lokaal bestuur de komende 4 jaar in de uitbouw van een beweegvriendelijke omgeving en een gezondere stad of gemeente:
º 2021: stappensignalisaties in het straatbeeld
º 2022: beweegroutes in de gemeente
º 2023: lokale beweegacties opzetten samen met het verenigingsleven
º 2024: inzetten op het STOP-principe en gezonde mobiliteit.
• Jaarlijks deelnemen is geen verplichting, maar wordt wel aangeraden. Elke jaar wordt de focus gelegd op een ander belangrijk onderdeel van het integraal 10 000 stappenproject, dat pas echt effectief is wanneer er op alle focussen en communicatiepieken wordt ingezet.
• Daarnaast worden er op Vlaams niveau communicatiegolven naar de burgers georganiseerd over gezond bewegen en ‘Elke stap telt’. Elk deelnemend lokaal bestuur ontvangt kant-en-klare communicatietools om ook lokaal mee te surfen op deze Vlaamse media en te communiceren naar uw burgers.
• De Vlaamse Logo’s en bovenlokale consulenten van Sport Vlaanderen ondersteunen en adviseren het lokaal bestuur bij de plaatselijke uitrol, namelijk bij de keuze van type, opdruk en plaatsing van signalisaties, bij het opstellen van een participatief traject met intermediairs en burgers (mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties), bij intersectorale samenwerkingen…)
• Er wordt ook een inspiratiegids voorzien waar het lokaal bestuur zelf mee aan de slag kan.
• Einddoel: gezonde inwoners die meer bewegen, en als het kan 10 000 stappen per dag zetten, dankzij een combinatie van toffe sensibilisering en beweegvriendelijke buurten.
• Plan voor 2021: stappensignalisaties in het straatbeeld.
º Uit wetenschappelijke studies in Vlaanderen blijkt dat de signalisatieborden van 10 000 stappen op strategische plaatsen vitaal zijn voor gedragsverandering van burgers. Kleine afstanden, tussen nuttige locaties in de gemeente of buurt, leveren ook extra stappen op.
º Daarom wordt in het eerste jaar (2021) gefocust op het zichtbaar maken van de boodschap “ELKE STAP TELT” in het straatbeeld. Er is een pakket met verschillende signalisatiematerialen samengesteld, waaruit het lokaal bestuur vrij kan kiezen.
º De eerste 100 inschrijvers krijgen een zelfgekozen pakket ter waarde van 500 euro.
º Inschrijven kan tot en met 16 december 2020. De keuze van de inhoud van het pakket (bestellen) dient pas in juni 2021 doorgegeven te worden.
º Verwachtingen naar het lokaal bestuur:
▪ Wegwijzers op te nemen in het gekozen signalisatiepakket, aangezien dit type signalisatiemateriaal (met het aantal stappen) vitaal is voor gedragsverandering van burgers.
▪ De keuze van signalisaties uitgebreid voor te bereiden met ondersteuning door Vlaamse Logo’s en Sport Vlaanderen, en via een participatietraject met burgers, middenstand, intermediairs…
▪ Zelf te investeren in extra materialen indien het gratis materiaalpakket van 500 euro niet voldoende is voor een optimale stappen-visualisatie in de gemeente. Ook de dragers van de stappensignalisaties (beugels en palen) zijn niet inbegrepen.
▪ Tijdens de communicatiepieken 10 000 stappen in de aandacht brengen en de inwoners sensibiliseren, minstens door de kant-en-klare communicatiematerialen van ‘10 000 stappen: Elke stap telt’.
▪ Na levering van de signalisaties, deze zelf te plaatsen.
▪ Bij inschrijving wordt er gevraagd hierover een engagementsverklaring te ondertekenen.
• 10 000 stappen is een concreet project dat past binnen Gezonde Gemeente waaraan de gemeente Bertem deelneemt.
Juridische gronden
• Het preventiedecreet van 21 november 2003.
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
• Het decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018.
Argumentatie
Het project ’10 000 stappen: Elke stap telt’:
• is wetenschappelijk onderbouwd en brengt effectief burgers meer in beweging als de gemeente inzet op meerdere werkzame elementen van het project. 10 000 stappen inspireert en ondersteunt (ook financieel) het lokaal bestuur hierbij de komende 4 jaar, om te eindigen met een beweegvriendelijkere buurt.
• kan leiden tot betere gezondheidsresultaten en lagere ziektekosten. Kosten-effectiviteitsstudies toonden aan dat 10 000 stappen een goede investering is die de maatschappij meer geld opbrengt dan kost.
• is een sterk merk. 10 000 stappen is in Vlaanderen de meest gebruikte methodiek voor bewegingspromotie bij lokale besturen (indicatorenmeting, 2009, 2012, 2015 en 2018). Het is zeer laagdrempelig en kan een groot bereik opleveren mits er voldoende ingezet wordt op alle werkzame elementen van dit project.
• past ook binnen Gezonde Gemeente waaraan onze gemeente participeert.
• biedt mee een antwoord op de problematiek van beweging en gezonde mobiliteit door COVID-19. Door COVID-19 heeft Vlaanderen extra nood aan een sterke beweegboodschap en meer beweegruimte.
• zet in op alternatieve drijfveren om onze inwoners maximaal te motiveren tot meer beweging: niet alleen meer bewegen voor een betere gezondheid, maar ook voor een gezonde mobiliteit en schonere lucht, mooiere buurt, minder valrisico’s, sociaal contact, een frisse neus, minder onkosten, gelukkiger en energieker zijn…
• is ‘Health in All Policies’. Het project zorgt voor samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen (welzijn, sport, vrije tijd, leefmilieu, mobiliteit, duurzaamheid, economie en werkgelegenheid…), diensten en organisaties die zich naar specifieke doelgroepen richten. Er zijn dan ook verschillende bovenlokale partners die zich scharen achter 10 000 stappen (Vlaams Instituut Gezond Leven, Agentschap Zorg & Gezondheid, Sport Vlaanderen, Vlaamse Logo’s, VVSG, Axxon, FMDO, VWGC, de ziekenfondsen…).
• kan bijdragen tot heel wat duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), zoals bv. SDG3 (gezondheid en welzijn), SDG10 (minder ongelijkheid), SDG11 (duurzame steden en gemeenschappen) en SDG17 (partnerschap).
• geeft extra aandacht aan mensen in een maatschappelijk kwetsbare situaties en andere minder actieve bevolkingsgroepen.
• biedt gratis materiaal- en ondersteuningspakketten aan waardoor de eigen investering door de gemeente haalbaar blijft.
• komt jaarlijks in de Vlaamse media.
• bezorgt onze gemeente een positief imago.
Bijlagen
• Engagementsverklaring 10 000 stappen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college gaat akkoord om deel te nemen aan het project “10 000 stappen: Elke stap telt” voor een looptijd van 1 jaar en ondertekent daarvoor de engagementsverklaring.
Artikel 2:
Het college geeft opdracht aan Joke Jonné, afdelingshoofd mens, om onmiddellijk in te schrijven zodat een ondersteuningspakket t.w.v. 500 euro kan verkregen worden om dit project lokaal voor te bereiden en te coördineren met de hulp van Logo Oost-Brabant, en een projectgroep samen te stellen .
Artikel 3:
Het college voorziet de nodige kredieten.
Artikel 4:
Logo Oost-Brabant wordt schriftelijk van de beslissing op de hoogte gebracht.
Zitting van 9 november 2020
SPEELPLEIN KATTESTROOF. GOEDKEURING ORGANISATIE EN DEELNEMERSBIJDRAGE ANIMATORENWEEKEND 2021.
Voorgeschiedenis
• Het college van burgemeester en schepenen keurde op 2 december 2019 het aanwervingsreglement voor animatoren en hoofdanimatoren van de gemeentelijke speelpleinwerking goed.
Feiten en context
• Er wordt jaarlijks een vormingsweekend of animatorenweekend georganiseerd voor de animatoren en hoofdanimatoren van het speelplein Kattestroof.
• Het animatorenweekend zal plaatsvinden van vrijdag 12 februari tot en met zondag 14 februari 2021 in het jeugdverblijfscentrum Heiberg in Kessel-Lo.
• Het animatorenweekend omvat vormingsmomenten in combinatie met ontspanningsactiviteiten. Er wordt gedaan aan zelfkook.
• De dienst vrije tijd legt een bus in voor de verplaatsingen.
Juridische gronden
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Raadsbesluit van 17 december 2019 over het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking.
De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het bepalen van het tarief van de retributie voor de deelname aan een vormingsweekend door een animator of hoofdanimator.
Argumentatie
Het retributiereglement bepaalt dat de deelnemers een bijdrage betalen in de kosten, vast te stellen door het college. De overige kosten worden gedragen door de gemeente.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0751-00/643705 | € 6200 | € 1276,61 | € 1350 |
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
0751-00/701002 | € 29 500 | € 880 |
De nodige kredieten worden voorzien in het budget van 2021.
Geraamde uitgaven:
• verblijf: 630 euro
• busvervoer: 320 euro
• maaltijden en drank: 400 euro
Geraamde inkomsten:
• deelnemersbijdrage: 880 euro
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de organisatie van het animatorenweekend goed, van vrijdag 12 februari tot en met zondag 14 februari 2021, in de jeugdverblijfscentrum Heiberg in Kessel-Lo.
Artikel 2:
Het college stelt de deelnemersbijdrage vast op 20 euro.
Zitting van 9 november 2020
TOELAGEN VERENIGINGEN. KENNISNAME EVALUATIEVERSLAG EN TOEKENNING PROJECTSUBSIDIE DE POEMP LIVE.
Voorgeschiedenis
• Op 27 augustus 2020 diende Ward Fock van jeugdhuis De Poemp in Korbeek-Dijle via het webformulier een aanvraag in voor een projectsubsidie voor de organisatie van De Poemp live.
• Collegebesluit van 22 september 2020 over de toelage voor De Poemp live.
• Op 30 oktober 2020 diende Ward Fock via het webformulier het evaluatieverslag in voor De Poemp live.
Juridische gronden
• Raadsbesluit van 29 augustus 2016 over het subsidiereglement voor jeugd
º Hoofdstuk 3: "Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan de gemeenteraad ten behoeve van één of meerdere samenwerkende erkende Bertemse verenigingen bijzondere subsidies inschrijven in het gemeentebudget om activiteiten of projecten van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken of te bevorderen.
Hieronder vallen: jubileumvieringen (25-, 50-, 75-,100-jaar bestaan...), culturele en artistieke projecten, projecten die vernieuwend of experimenteel zijn of projecten die de eigen werking overschrijden."
Argumentatie
Uit het ingediende evaluatieverslag en bewijsmateriaal blijkt dat er voldoende uitgaven worden aangetoond om in aanmerking te komen voor de projectsubsidie.
Bijlagen
• Evaluatieverslag De Poemp live met bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist op basis van het ingediende evaluatieverslag en gedetailleerd financieel verslag een toelage van 500 euro toe te kennen aan jeugdhuis De Poemp voor de organisatie van De Poemp live.
Het bedrag zal gestort worden op rekeningnummer BE 27 7340 2287 9073 van jeugdhuis De Poemp.
Zitting van 9 november 2020
PUBLIEKSWERKING BIBLIOTHEEK. OPWAARDERING JEUGDAFDELING.
Feiten en context
• De bibliotheek van Bertem is de laatste twee jaar bezig geweest met de opwaardering van de publieksruimte. Eerst werd de bib heringericht en de bewegwijzering verbeterd, nadien werd een contract gesloten met het Kringloopcentrum om met huiselijk meubilair er meer een belevingsruimte van te maken. Nu zou de jeugdafdeling nog aangepast moeten worden.
• De jeugdafdeling begint met een kleuterhoek die naast de balie staat, maar ze oogt niet warm en vrolijk. Gewone witte muren van de kleuterhoek en de zuilen en balken van de jeugdafdeling zouden opgevrolijkt kunnen worden met muurschilderingen. Er werd contact opgenomen met verschillende mensen en firma's die voor muurschilderingen kunnen zorgen. De Leuvense firma Treepack, Hans Geyens en Sarah Cornelis van Muurschilderingen, zijn ter plaatse gekomen en om een beeld van de situatie te krijgen en Treepack, Sarah Cornelis en Hans Geyens hebben een offerte ingediend (zie bijlage).
Juridische gronden
• Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
• Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
Adviezen
• De financieel directeur verleende zijn gunstig advies op 22 oktober 2020.
Argumentatie
Door muurschilderingen aan te brengen in de jeugdafdeling van de bibliotheek, wordt de algemene belevingssfeer bevorderd. Het is de uiteindelijke bedoeling om van de bibliotheek een aangename ontmoetingsplaats te maken, waar ouders en grootouders met hun kinderen en kleinkinderen naartoe kunnen komen en er een tijdje verblijven. Er kunnen spelletjes gespeeld worden, er kan verteld worden en er kan gelezen worden in een aangename sfeer.
De drie offertes werden met elkaar vergeleken en leverden volgende prijsvoorstellen op:
• Treepack: 4500 euro eBTW voor het schilderen van de kleuterhoek + zuilen van de jeugdafdelingen.
• Hans Geyens: 3000 euro eBTW voor het schilderen van de kleuterhoek + zuilen van de jeugdafdelingen.
• Sarah Cornelis: 2980 euro eBTW voor het schilderen van de kleuterhoek + zuilen van de jeugdafdeling.
De ontwerpen van Sarah Cornelis en de firma Threepack lijken het meest op maat van kinderen en jeugd gemaakt door de speelse, figuratieve ontwerpen en het kleurgebruik. Het ontwerp van Hans Geyens is abstracter en minder attractief voor het doelpubliek.
Het ontwerp van Sarah Cornelis is ook het goedkoopste en heeft daarom de voorkeur.
Het project voert hiermee actie 17 van het meerjarenplan uit: Creëren van een aantrekkelijke bibliotheekruimte.
Financiële gevolgen
Een eerste inschatting van het benodigde budget:
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
230000/01119-02 | € 8500 | € 8500 | € 3605,80 |
Bijlagen
• Offerte Treepack
• Offerte + ontwerp Hans Geyens
• Offerte + ontwerp Sarah Cornelis
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist dat het project rond het aanbrengen van muurschilderingen in de jeugdafdeling van de bibliotheek verder mag uitgewerkt worden.
Artikel 2:
Sarah Cornelis wordt aangesteld om het project te concretiseren voor een bedrag van 3605,80 euro iBTW.
Zitting van 9 november 2020
THEMAKAMP. GOEDKEURING CONTRACT MET TSJAKA KAMPEN.
Feiten en context
- het uitwerken van de kampen en de weekprogramma's (9-12 uur en 13-16 uur)
- het leveren, verzekeren en uitbetalen van animatoren
- het verzorgen van de voor- en na-opvang (8-9 uur en 16-17 uur)
- het leveren van een ruim en divers assortiment aan materiaal.
Juridische gronden
• Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
• Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
Financiële gevolgen
De nodige kredieten zullen voorzien worden op het budget van 2021 op beleidsitem 0741-00, onderverdeeld in 3 posten:
701006 (ontvangsten) € 18 000
613000 (animatoren)€ 5000
643711 (werkingskosten)€ 13 000
Bijlagen
• contract Tsjaka kampen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt het bijgevoegd contract met Tsjaka Kampen, Kanarieberg 1, 9600 Ronse goed voor het begeleiden van de themakampen van 23 tot en met 27 augustus 2021. De kostprijs bedraagt € 1920/5 dagen gebaseerd op 2 animatoren (30 kinderen) voor het kamp van 3-6 jaar en € 2124/5 dagen voor het kamp van 7-12 jaar. Bij te weinig inschrijvingen wordt overgegaan naar 1 animator (15 kinderen) aan de prijs van € 990/5 dagen of € 1116/5 dagen.
Artikel 2:
Een retributiereglement voor de betaling van de deelnameprijs aan deze kampen wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Zitting van 9 november 2020
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN JOS SMETS VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN BOERDERIJ TOT 3 GRONDGEBONDEN EENGEZINSWONINGEN IN 3061 LEEFDAAL, GRENSSTRAAT 2B, 2C EN 4, SECTIE A NR 140M.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 24 juni 2020 heeft Jos Smets een omgevingsaanvraag ingediend voor het verbouwen van een boerderij tot 3 grondgebonden eengezinswoningen in 3061 Leefdaal, Grensstraat 2b, 2c en 4, sectie A nr 140m.
• Op 22 juli 2020 werd bijkomende informatie gevraagd die werd bekomen op 10 augustus 2020.
• Op 10 augustus 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
De woning werd opgenomen in de gemeentelijke lijst van markante gebouwen waardoor de woning onder algemene voorwaarden, opgenomen in artikel 1.2.§2 en §3 van de voorschriften van bovenvermeld RUP 'Meergezinswoningen', kan opgedeeld worden in een meergezinswoning.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Grensstraat.
Deze straat ligt ten noordwesten van het centrum van Leefdaal in het gehucht Coige.
De onmiddellijke omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door woningen, landbouwbedrijven en open landbouwgebied. De bestaande gebouwen bestaan uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. Deze woningen sluiten aan bij het bebouwde weefsel van de buurgemeente Kortenberg aan de overzijde van de Grensstraat.
Momenteel staat op het perceel een leegstaande boerderij daterend uit de 15e eeuw, bestaande uit een woning en stallen die een binnenzone omsluiten langs 3 zijden.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat de verbouwing van de boerderij tot 3 grondgebonden eengezinswoningen. De woningen worden ondergebracht in het bestaand volume.
Voor de opdeling van het gebouw wordt gebruikgemaakt van de originele indeling en draagstructuur van de vierkantshoeve. De voorgevel blijft behouden. In de achtergevel worden nieuwe raam- en deuropeningen voorzien. Voor de rest worden nieuwe gevelopeningen tot een minimum herleid.
De dakstructuur blijft eveneens behouden.
De bestaande stallingen zullen als berging in gebruik worden genomen. De verhardingen worden heraangelegd in oorspronkelijke staat zoals de kasseien binnenkoer. Vooraan worden extra verhardingen voorzien voor de aanleg van parkeerplaatsen.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in 3 regenwaterputten nl.:
º woning 1: 6000 liter
º woning 2: 5000 liter
º woning 3: 9000 liter
en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 24 augustus 2020 tot 22 september 2020 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
Voor de aansluitingen op de nutsvoorzieningen werd op 14 augustus 2020 advies gevraagd aan Fluvius, Proximus en Telenet.
Proximus en Telenet lieten weten dat er geen uitbreidingen nodig zijn voor de aansluiting van het project.
Voor de aansluiting van elektriciteit, gas en kabeltelevisie verwijst Fluvius naar de standaardvoorwaarden terug te vinden op hun website www.fluvius.be.
Voor de aansluiting op de riolering heeft Fluvius op 13 oktober 2020 volgend advies uitgebracht:
"1) Algemene voorwaarden
Aansluitplicht op het openbare afwateringsstelsel.
Enkel als je voor je rioolaansluiting over het terrein van derden moet en hiervoor geen toelating krijgt of als je woning op meer dan 250 meter afstand van de riolering gelegen is, is een uitzondering op de aansluitplicht op het openbare rioleringsstelsel voorzien. In dat geval moet het afvalwater dan wel ter plaatse gezuiverd worden met een IBA. (Individuele Behandeling van Afvalwater)
Scheiding tussen afval- en hemelwater
Het besluit van de Vlaamse Regering van 05/7/2013 betreffende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, in voege sinds 01/01/2014, is van toepassing op de verharde oppervlakte. De scheiding tussen afval- en hemelwater dient volledig doorgevoerd te worden tot aan de perceelsgrens. Regenwater komende van daken en verhardingen dient volledig gescheiden van het afvalwater te worden afgevoerd.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, Infiltratie- en buffervoorzieningen
Sinds 01/01/2014 moet elk op te richten gebouw, constructie of aan te leggen verharding groter van 40 m² aan de normen van de verordening voldoen, ook als deze vrijgesteld is van stedenbouwkundige vergunningsplicht. De plaatsing van een infiltratievoorziening is dan verplicht als het goed (perceel) groter is dan 250 m².
Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water met een vertraging wordt afgevoerd. De plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. Aangevuld met de voorwaarden uit het AV en TV van Fluvius.
Let op: Deze verordening is geldig in het hele Vlaamse gewest. Provincies en gemeenten kunnen strengere regels afvaardigen voor hun grondgebied. Contacteer dus uw gemeente en provincie.
De afvoer van het buitenterras/oprit dient aangesloten te worden op de overloop van de hemelwaterput, op een infiltratievoorziening of dient in de naastliggende groenzones af te wateren.
2) Uw aansluitingsaanvraag
U dient altijd een aanvraag via de website van Fluvius op te starten.
A) Voor reeds ontsloten percelen (er was reeds historische bebouwing, met een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel).
De bestaande huisaansluiting dient door de aanvrager gedetecteerd te worden. Indien er een bestaande huisaansluiting aanwezig is t.h.v. de rooilijn dienen de eventuele nieuwe hemelwaterafvoerleiding en vuilwaterafvoerleiding t.h.v. de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting gebracht te worden. T.h.v. de bestaande huisaansluiting voorziet de aanvrager aan de rooilijn op privaat domein aparte controleputjes op de eventuele hemelwaterafvoer en op de eventuele vuilwaterafvoer indien dit nog niet aanwezig is. Dit ontslaat de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius.
Er zullen geen lozingsrechten aangerekend worden.
Indien de putjes niet op het privédomein geplaatst kunnen worden, wegens geen voortuin of mogelijkheid om dit in het gebouw te voorzien, zal de aannemer van Fluvius de putjes voorzien op het openbaar domein. De bouwheer dient door de gevel naar buiten te komen met zijn afvoerbuizen voor zowel RWA als DWA.
Lozingsrechten (ingebruikname) zullen aangerekend worden.
B) Voor nog niet ontsloten percelen:
Perceel dat voor de eerste keer bebouwd gaat worden of waar nog geen aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aanwezig was.
Gelieve zo spoedig mogelijk (“vandaag”) uw aanvraag via de website van Fluvius op te starten. Op dat ogenblik zal de aansluitbaarheidsstudie opgestart worden. Pas bij effectieve uitvoering van de aansluiting kan er uitsluitsel gegeven worden over plaats en diepte van de aansluiting. Fluvius streeft naar een aansluitdiepte van +/- 80 cm, maar dit kan omwille van terrein gebonden oorzaken niet altijd gegarandeerd worden.
Lozingsrechten zullen aangerekend worden. Dit is ook het geval indien er aan het perceel reeds een wachtaansluiting aanwezig is in het kader van een verkavelingsproject.
3)Het zoneringsplan en de verplichtingen hieraan verbonden
Aan de hand van het zoneringsplan is elke woning in een bepaalde cluster ondergebracht. U kan eenvoudig nagaan in welke cluster uw gebouw ligt.
https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan
Het zoneringsplan geeft tot op huisniveau weer welke maatregelen burger en gemeente dienen te treffen. Jouw gebouw kan gelegen zijn in één de van volgende vier zones:
1. Centraal gebied: er is reeds geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering.
2. Collectief geoptimaliseerd buitengebied: er is recent riolering aangelegd en die is aangesloten op een waterzuivering.
3. Collectief te optimaliseren buitengebied: er is riolering gepland of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering.
4. Individueel te optimaliseren buitengebied: er is geen riolering voorzien. Het afvalwater moet individueel gezuiverd worden met een IBA. (Individuele Behandeling van Afvalwater)
Stel je echter vast dat je gebouw niet ingekleurd werd op het zoneringsplan? Dat kan, bijvoorbeeld als je woont in een nieuwe verkaveling. Voor gebouwen die nog niet werden opgenomen in het zoneringsplan gelden dezelfde voorwaarden als voor de gebouwen die gelegen zijn in het individueel te optimaliseren buitengebied, tenzij rechtstreekse aansluiting op bestaande riolering mogelijk is.
In iedere zone gelden bepaalde voorwaarden om je afvalwater te lozen.
Het project is gelegen in het centraal gebied m.a.w. aansluiting op de riolering is verplicht. In Bertem is ook de plaatsing van een septische put verplicht.
Deze voorwaarden zijn minimumvoorwaarden, de vergunningverlenende instantie kan strengere voorwaarden opleggen indien noodzakelijk.
4) De keuring van uw aansluiting
Bij nieuwbouw of bij grote werken aan uw leidingnet voor de afvoer van afval- en/of regenwater, moet u de privéwaterafvoer laten keuren. Met 'privéwaterafvoer' wordt bedoeld: uw leidingen voor waterafvoer (van afvalwater en/of regenwater) tot aan de aansluiting op de openbare riolering.
Tijdens de keuring wordt gecontroleerd:
º of het afvalwater (correct) aangesloten is
▪ op de openbare riolering (als de openbare weg een openbare riolering heeft)
▪ in bepaalde gevallen: op de septische put of de individuele zuiveringsinstallatie
º of regenwater en afvalwater goed gescheiden worden op het private terrein.
Deze keuring is verplicht bij alle aanvragen tot aansluiting of heraansluiting op de openbare riolering (sinds 1 juli 2011).
Voor deze keuring heeft u een EAN-nummer riolering nodig, deze ontvangt u na uw aanvraag.
Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34."
• Interne adviezen
Op 30 juni 2020 heeft de dienst burgerzaken huisnummers toegekend aan de 3 eengezinswoningen nl. Grensstraat 2b, 2c en 4.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Het verbouwen van een hoeve tot 3 eengezinswoningen is functioneel inpasbaar in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
De impact van de mobiliteit op de omgeving blijft eerder beperkt. Door het toepassen van de gemeentelijke verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg worden de wagens opgevangen op het eigen terrein en zijn er de nodige fietsenstallingen voorzien.
De aanvraag wijkt af van artikel 8 van de gemeentelijke verordening, nl. alle parkeerplaatsen moeten langs een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden zonder dat ze daarbij bestaande parkeerplaatsen die gelegen zijn langs de gemeenschappelijke toegang isoleren.
Door de bestaande positionering van de hoeve is het niet mogelijk een gemeenschappelijke toegangsweg te voorzien. De parkeerplaatsen monden rechtstreeks en apart uit op de openbare weg.
De originele indeling en draagstructuur van de boerderij blijven behouden. Binnen het bestaande volume worden 3 eengezinswoningen voorzien. Elke woning heeft zijn eigen 'parkeerterrein' dat elk een toegang heeft tot de openbare weg.
De afwijking is stedenbouwkundig verantwoord.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid.
Het project blijft binnen het bestaande volume van de bestaande gebouwen. De draagkracht van het perceel wordt niet overschreden.
De goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht door het project van de aanvraag.
Visueel-vormelijke elementen
Het project integreert zich in de omgeving. De te gebruiken materialen zijn stedenbouwkundig verantwoord.
Cultuurhistorische aspecten
De vierkantshoeve wordt door de gemeente beschouwd als een markant gebouw.
Er wordt respectvol omgegaan met het originele karakter van het gebouw.
Reliëf
Er worden geen reliëfwijzigingen uitgevoerd.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De werken brengen het goede nabuurschap niet in het gedrang.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De aanvrager moet zowel de aanvang als het einde van de bouwwerken ingeven in het omgevingsloket.
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden in het advies van Fluvius van 13 oktober 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een omgevingsvergunning af aan Jos Smets voor het verbouwen van een boerderij tot 3 grondgebonden eengezinswoningen in 3061 Leefdaal, Grensstraat 2b, 2c en 4, sectie A nr 140m onder volgende voorwaarden:
• De bouwheer moet zowel de aanvang als het einde van de bouwwerken ingeven in het omgevingsloket.
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• De voorwaarden in het advies van Fluvius van 13 oktober 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en aan Fluvius.
Zitting van 9 november 2020
OMV2020119185 (OMG 2020 102). AANVRAAG EXPLOITATIE VAN BORINGEN VOOR EEN WARMTEPOMP DOOR PUES-DE WILDER - KORBEEKSTRAAT 52.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Rubriek 55.1.2°: andere verticale boringen dan de boringen, vermeld in rubriek 53, 54 en 55.3: dieper dan het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, of die gelegen zijn binnen een beschermingszone type III, met een diepte van minder dan 500 meter ten opzichte van het maaiveld: 2 geothermische boringen van 109 m diepte elk (klasse 2).
Juridische gronden
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.
Als het project elementen bevat die onderworpen zijn aan meerdere vergunnings- of meldingsplichten, bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, en die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, omvat de vergunningsaanvraag de betrokken aspecten op straffe van onontvankelijkheid als minstens één element van de aanvraag vergunningsplichtig is.
Adviezen
Argumentatie
Stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten
Het betreft een nieuwe inrichting gesitueerd in woongebied volgens het gewestplan Leuven.
Het is gelegen in een gebied waarvoor een RUP of BPA is opgemaakt, namelijk het gemeentelijke RUP ‘Meergezinswoningen’.
De aangevraagde activiteiten zijn niet strijdig met de voorschriften van het gemeentelijke RUP.
Er is mogelijk voldoende afstand t.o.v. potentieel gehinderden, waardoor het risico op hinder voor de omgeving, veroorzaakt door de aangevraagde inrichtingen, klein is.
Er is voldaan aan de verbods- en afstandsregels.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar beoordeelt of de inrichting beschikt over alle vereiste stedenbouwkundige vergunningen voor de gebouwen, constructies en verhardingen.
Landschappelijke integratie is niet van toepassing voor het milieuluik van dit project.
Er is geen groenscherm aanwezig rond de inrichting en deze afscherming is ook niet vereist.
Project-MER-screening
Volgens het MER-besluit valt de hoofdactiviteit van de omgevingsvergunningsaanvraag onder de categorie 2c) diepteboringen van de bijhorende bijlage III zodat de opmaak van een project-MER-screening noodzakelijk is.
Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de bovenstaande analyse blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Er dienen geen bijkomende specifieke maatregelen opgelegd te worden.
Natuur
Gezien de ligging van de inrichting t.o.v. waardevolle natuur, de aard en de beperkte omvang van de inrichtingen/activiteiten, voorwerp van deze aanvraag, hebben deze normaal geen betekenisvolle invloed op de nabije natuur.
Uit het gegenereerd rapport van de voortoets door de adviesverlener blijkt dat er geen betekenisvolle aantasting van de actuele en mogelijke toekomstige habitats verwacht wordt, waardoor een passende beoordeling niet nodig is.
Een bijkomend advies van ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) en een bijkomende passende beoordeling (klein onderzoek inzake effecten op natuur) zijn dan ook niet nodig.
Hemelwater/watertoets
De aangevraagde inrichting heeft geen invloed op het hemelwater en er worden geen bijkomende verhardingen aangelegd in het kader van de boringen.
Er is dan ook geen risico op vervuiling van het hemelwater.
Omdat de aanvraag (de boringen) niet zal leiden tot wijziging van het opvang- en afvoersysteem en er dus geen mogelijke impact is op het (lokale) watersysteem, dient een omgevingsvergunningsaanvraag niet onderworpen te worden aan een watertoets.
Afvalwater
Er is geen lozing van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater en dus geen milieu-impact.
Grondwater
De inrichting is gelegen in een grondwaterbeschermingszone of waterwingebied; hierdoor gelden met betrekking tot deze aanvraag specifieke beperkende maatregelen.
Vermits de aanvraag handelingen betreft in beschermingszone type III die niet verboden zijn, is voorafgaand advies vereist van:
Vermits de inrichting niet in een infiltratiegevoelig gebied is gelegen, is er geen risico dat de verandering van de infiltratie invloed zal hebben op de (ondiepe) grondwatertafel in de omgeving.
Vermits er naar aanleiding van de aanvraag geen wijziging of een uitbreiding van verharding zal worden gerealiseerd door de boringen, zullen de mogelijkheden tot hemelwaterinfiltratie niet veranderen, maar in het kader van de nieuwbouw zijn er wel bijkomende verhardingen. Deze maakt geen deel uit van deze aanvraag.
Afval
Er wordt geen afval van derden opgeslagen.
Er wordt geen noemenswaardige hoeveelheid afval geproduceerd, een groot deel van de uitgeboorde grond wordt hergebruikt.
Emissies
Er is geen opslag en/of overslag van droge bulkgoederen waardoor de wettelijke beheermaatregelen voor niet-geleide stofemissie niet van toepassing zijn.
De aangevraagde inrichting/activiteit veroorzaakt slechts zeer beperkte emissies, waardoor de aanvraag niet zal leiden tot hinder wat dit aspect betreft.
Geluid en trillingen
Gezien de ligging van de exploitatie, namelijk in woongebied met landelijk karakter grenzend aan landschappelijk waardevol agrarisch gebied, is er een specifiek risico op lawaaihinder voor derden;
Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit lawaai veroorzaakt, kan de aanvraag leiden tot hinder wat dit aspect betreft.
De geluidsoverlast is echter beperkt tot de duur van het boren, wat normaliter enkele dagen in beslag neemt.
Er zijn beperkende maatregelen genomen, namelijk de machines zijn geluidsgedempt en de trillingen zijn zeer beperkt.
Bodem
Omdat de aangevraagde inrichting/activiteit niet valt onder een Vlarebo-categorie, moet er geen oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd worden.
Energie
Het energieverbruik is beperkt waardoor de inrichting niet onderworpen is aan de specifieke bepalingen inzake energiebeheer.
Er zijn geen energiebesparende maatregelen genomen. Echter zijn de boringen wel in functie van geothermische energie wat een voorbeeld is van duurzame energie met een zeer beperkte CO2-uitstoot.
Mobiliteit
Het bedrijf is gelegen langs de gemeenteweg Korbeekstraat.
Het transport is beperkt, meer bepaald werfverkeer in functie van de boringen.
Veiligheid
Er zijn geen aanzienlijke veiligheidsrisico’s.
Gezondheid
Er zijn geen gezondheidsrisico’s.
Stralingen
Er wordt geen lichthinder of andere straling veroorzaakt.
Best Beschikbare Technieken (BBT)
Er is geen specifieke Vlaamse BBT-studie beschikbaar voor de aangevraagde activiteit.
Bijstellen van milieuvoorwaarden
Er wordt geen bijstelling aangevraagd van de bijzondere milieuvoorwaarden.
Gewenste vergunningstermijn
De omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde duur.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De omgevingsaanvraag (OMV_2020119185), ingediend door Elke De Wilder en Jan Pues, werd per beveiligde zending verzonden op 10 september 2020 inzake de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit namelijk de exploitatie van 2 verticale boringen voor de warmtepomp, gelegen te Korbeekstraat 52 te 3060 Bertem, kadastraal bekend: afdeling 3, sectie D, nr. 36z wordt vergund voor
- Rubriek 55.1.2°: andere verticale boringen dan de boringen, vermeld in rubriek 53, 54 en 55.3: dieper dan het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, of die gelegen zijn binnen een beschermingszone type III, met een diepte van minder dan 500 meter ten opzichte van het maaiveld: 2 geothermische boringen van 109 m diepte elk (klasse 2).
Artikel 2:
De plannen en het aanvraagdossier waarop deze beslissing gebaseerd is, maken integraal deel uit van het besluit van college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
Hoofdstuk 4.1 | Algemene milieuvoorwaarden - algemeen |
Hoofdstuk 4.2 met bijhorende bijlagen | Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater |
Hoofdstuk 4.3 met bijhorende bijlagen | Algemene milieuvoorwaarden – bodem- en grondwaterverontreiniging |
Hoofdstukken 4.4 | Algemene milieuvoorwaarden - lucht |
Hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 | Algemene milieuvoorwaarden - geluid |
Hoofdstuk 4.6. | Algemene milieuvoorwaarden - licht |
Hoofdstuk 4.10 met bijhorende bijlagen | Algemene milieuvoorwaarden – emissies van broeikasgassen |
Hoofdstuk 5.55 | Sectorale milieuvoorwaarden - boringen |
2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarde voor milieu: /
Zitting van 9 november 2020
OMGEVINGSAANVRAAG TERVUURSESTEENWEG 75. VERGUNNING AANVRAAG BVBA DR. PUTSEYS ANN VOOR DE FUNCTIEWIJZIGING VAN WONING NAAR DOKTERSPRAKTIJK VOOR HET PAND IN 3060 BERTEM, TERVUURSESTEENWEG 75, SECTIE C NR 149S2.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 31 augustus 2020 heeft bvba Dr. Putseys Ann een aanvraag ingediend voor de functiewijziging van woning naar dokterspraktijk voor het pand in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 75, sectie C nr 149s2.
• Op 14 september 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de gewestweg Tervuursesteenweg die op de noordelijke valleirand van de Voer de verbinding vormt tussen de buurgemeenten Leuven en Tervuren. De bouwplaats ligt ten noordoosten van het centrum van Bertem binnen het bebouwde centrumweefsel. De omgeving is overwegend residentieel met beperkte commerciële activiteiten langs de Tervuursesteenweg.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het wijzigen van de hoofdfunctie nl. van wonen naar dokterspraktijk. Aan de gevels van de woning wordt niets gewijzigd. De verbouwingswerken situeren zich binnen het bestaand volume.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
Op 2 oktober 2020 bracht het Agentschap Wegen en Verkeer een voorwaardelijk gunstig advies uit:
"De vergunning kan verleend worden onder de hiernavolgende bijzondere voorwaarden en de algemene voorwaarden (als bijlage):
BIJZONDERE VOORWAARDEN
1. Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N0030001 van 22.2 +68 tot 22.2 +80):
º de rooilijn ligt op 13 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003/05)
º de zone van achteruitbouw bedraagt 5 meter.
º de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 18 meter uit de as van de baan, volgens plan K1292-A (003/05)●
Publiciteit:
º geen
2. Geen andere werken dan deze in de aanvraag vervat en op het bijgevoegde plan aangeduid zullen aan dit gebouw worden uitgevoerd. Dit is het wijzigen van de functie van woning naar dokterspraktijk.
De juiste plaatsing van de constructie of de aard van de verbouwing aan de constructie kan het voorwerp uitmaken van aanvullende voorwaarden van de gemachtigde ambtenaar van het Agentschap R-O Vlaanderen.
3. Toegang tot de gewestweg :
Slechts 1 gezamenlijke in- uitrit kan toegelaten worden met een breedte van maximum 4,5 meter.
Aan de kant van de gewestweg N3 Tervuursesteenweg dient het perceel naast de toegang op de perceelsgrens afgesloten te worden met een vaste, niet overrijdbare afsluiting.
Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75 meter.
Wordt hierop een hekwerk geplaatst dan mag de totale hoogte 2,25 meter niet overschrijden. Boven 1,50 meter moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.
Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,50 meter achter de perceelsgrens en met een maximum hoogte van 1,50 meter (zie ook "algemene voorwaarden").
Vóór de rooilijn mag enkel de toegang verhard zijn. De rest van het perceel vóór de rooilijn dient ingeplant te worden als groenzone en mag niet verhard worden.
De toegang wordt in de zone van achteruitbouw aangelegd onder een maximale helling van 4%.
4. De ontsluiting van het perceel is gelegen thv een bushalte. Indien er hierdoor eventuele aanpassingen dienen te gebeuren ivm het bushokje, de fietsenstalling... dient dit via de gemeente en De Lijn te gebeuren.
5. De aanvrager/eigenaar doet afstand van elke klacht ten gevolge van wateroverlast door de N3 Tervuursesteenweg tegenover Agentschap Wegen en Verkeer door de lagere ligging van de percelen t.o.v. de gewestweg.
6. Dient het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag:
- Het aanleggen van de toegang voor wat de werken op het openbaar domein betreft, met plan en aanduiding van de materialen enz.
- De eventuele aansluiting aan het rioleringsstelsel van de gewestweg
- Het aanbrengen van eventuele reclames.
Besluit
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer GUNSTIG betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden."
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.4 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is gericht op het wijzigen van de functie van wonen naar dokterspraktijk die nu gevestigd is in de nabije omgeving. Deze functie is inpasbaar in deze omgeving gelet op de omliggende activiteiten en is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.
Mobiliteitsimpact
Volgens de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg van 25 oktober 2016, zijn er aldus 7 parkeerplaatsen en 3 fietsenstallingen nodig.
Deze parkeerplaatsen worden deels voorzien in de garage en deels op het terrein waardoor de impact op de omgeving binnen aanvaardbare normen blijft.
Schaal
Niet van toepassing.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Niet van toepassing.
Visueel-vormelijke elementen
Niet van toepassing.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Reliëf
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De beperkte bijkomende hinder is aanvaardbaar in deze zone van de gemeente.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de aanvraag te verlenen onder volgende voorwaarden:
• de voorwaarden van het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 2 oktober 2020 strikt na te leven.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan bvba Dr. Putseys Ann voor de functiewijziging van woning naar dokterspraktijk voor het pand in 3060 Bertem, Tervuursesteenweg 75, sectie C nr 149s2 onder volgende voorwaarden:
• de voorwaarden van het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 2 oktober 2020 strikt na te leven.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en het Agentschap Wegen en Verkeer.
Zitting van 9 november 2020
OMGEVINGSVERGUNNING KERSTRAAT 69. AANVRAAG JOHAN GOESEELS VOOR HET BOUWEN VAN EEN LANDBOUWLOODS IN 3061 LEEFDAAL, KERSTRAAT 69, SECTIE D NR 322A, 322A2 EN 322B.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 26 augustus 2020 heeft Johan Goeseels een aanvraag ingediend voor het bouwen van een landbouwloods in 3061 Leefdaal, Kerstraat 69, sectie D nr 322a, 322a2 en 322b.
• Op 14 september 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het achterliggende gedeelte is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Kerstraat.
• De Kerstraat ligt in het gehucht Sint-Verona dat gesitueerd is tussen de kernen van Bertem en Leefdaal. De bebouwing in de omgeving is hoofdzakelijk residentieel in open en halfopen bebouwing. In het zuiden ligt het plateau van Duisburg.
Aan de overzijde van de Kerstraat wordt een nieuwe centraal gelegen sporthal opgericht als onderdeel van de gemeentelijke sportinfrastructuur.
Het perceel ligt hoger dan de straat en in helling naar de achterperceelsgrens toe.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een loods voor opslag van landbouwalaam.
De loods van 13,28 m op 24,54 m wordt ingeplant op 16,55 m van de achtergevel van de woning en op 3,30 m van de rechterperceelsgrens. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,31 m en de nokhoogte is 6,55 m. De loods wordt gedeeltelijk in het talud geschoven.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 10 000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
1. De Watergroep heeft op 18 september 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.
"Het project is gelegen binnen de beschermingszone III van een waterwinning die instaat voor de drinkwatervoorziening.
Het aangevraagde project heeft geen effect op de grondwaterkwaliteit of -kwantiteit. De Watergroep geeft een gunstig advies.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst;
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be."
2. Het Departement Landbouw & Visserij heeft op 29 september 2020 een ongunstig advies uitgebracht.
"Het Departement Landbouw en Visserij heeft uw in het onderwerp vermelde adviesaanvraag vanuit landbouwkundig standpunt onderzocht en formuleert er om de volgende redenen een ongunstig advies bij.
De voorgestelde werken voorzien in het optrekken van een loods bij een woning. De voorgestelde loods is hoofdzakelijk ingeplant in landelijk woongebied en deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De voorgestelde loods heeft een oppervlakte van 24,54m x 13,28m (325m²) met aansluitend een luifel van 60m².
Het departement Landbouw en Visserij wenst op te merken dat op BA_LOODS_P_N__0.00.pdf er sprake is van een loods met een oppervlakte van 290m², wat op zich niet overeenkomt met de eerder vermelde dimensies. De voorgevel bevat op zich 2 sectionale poorten.
De aanvrager is actief als freelance service technieker in hoofdberoep en landbouwer als nevenberoep. De landbouwactiviteiten zijn zeer beperkt en bedragen slechts 3,47ha grasland en loonwerk. De omvang van het loonwerk is niet bepaald. In een vooroverlegfase heeft de aanvrager zijn beschikbaar machinepark beschreven. Na berekening en inschatting zou de voorgestelde loods meer dan de helft ruimer zijn dan de noodzakelijke ruimte voor stalling van landbouwmachines. Op basis van een aparte vragenlijst tot het bekomen van landbouwkundige gegevens en de verantwoordingsnota in onderhavig dossier is er geen motivatie voor de gevraagde oppervlakte. In alle redelijkheid kan worden gesteld dat de voorgestelde loods zeer ruim is voor de gegenereerde landbouwactiviteiten en het beschikbare machinepark. Het is tevens niet ondenkbaar dat de voorgestelde loods zal worden aangewend voor het hoofdberoep van de aanvrager.
Gelet op de aard en de omvang van de loods verstrekt het departement Landbouw en Visserij een ongunstig advies."
Bespreking en beoordeling ongunstig advies door de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het ongunstige advies is gebaseerd op de verhouding tussen de omvang van de loods en de agrarische noodwendigheden in relatie tot de inplanting van een gedeelte in agrarisch gebied.
Over de omvang van de loods wordt geen uitspraak gedaan maar over het gedeelte van de loods dat gelegen is in agrarisch gebied zijn wel een aantal correcties noodzakelijk die een belangrijke impact hebben op de overlapping van deze loods met het agrarisch gebied.
De schaal van het oorspronkelijke gewestplan verschilt van de schalen van de plannen waarop ze geprojecteerd worden (bv. kadastraal plan dat ook nooit schaalvast is). Hierdoor worden verschuivingen waargenomen die niet in het oorspronkelijke gewestplan voorzien waren of zeker niet de bedoeling waren.
Een voorbeeld is dat de bouwzones die afgebakend werden langsheen de openbare weg een diepte van 50 m vanaf de grens van deze openbare weg (rooilijn of ontworpen rooilijn) bezitten. Dit principe wordt juridisch ondersteund en aanvaard.
In het huidige geval werd de woning vergund in 1961 en in de volgende jaren opgebouwd. Het gewestplan dateert van 1977 en de diepte van de bouwzone zou volgens meting slechts 43,90 m bedragen (zie hierboven bepalingen over de 50 m zone).
Verder kan men vaststellen dat het begin van de zone van het woongebied met landelijk karakter ten zuidwesten van het bouwperceel bijna de volledige breedte van de zeer waardevolle holle weg Poelstraat overlapt, wat zeker ook niet de bedoeling kan geweest zijn.
Gelet op het voorgaande kan men aannemen dat de volledige breedte van het bouwperceel gelegen is in woongebied met landelijk karakter met een diepte van 50 m vanaf de grens van de Kerstraat waardoor enkel een zeer klein gedeelte van de loods links achteraan gelegen is in agrarisch gebied.
Om voornoemde redenen wordt het negatieve advies niet gevolgd.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. Een landbouwloods is functioneel inpasbaar in deze multifunctionele omgeving. Ze draagt bij tot de bescherming van het landbouwalaam van deze loonwerker.
Mobiliteitsimpact
De voorgestelde loods heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De schaal van het gebouw is verantwoord in deze omgeving en overstijgt de schaal van de gebouwen in de omgeving niet.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het ganse eigendom heeft een grote oppervlakte waardoor de impact op de bouwdichtheid te verwaarlozen is. In de omgeving komen hogere of gelijkaardige dichtheden voor.
Visueel-vormelijke elementen
Door het reliëf is de loods praktisch niet zichtbaar vanop de straat. Het straatbeeld wordt niet gewijzigd. Door het inschuiven van de loods is de zichtbaarheid van de loods vanaf het plateau van Duisburg eerder beperkt.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
De voorgestelde uitgravingen zijn noodzakelijk voor het gedeeltelijk ingraven van de loods in het talud.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Niet van toepassing op de aanvraag.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 september 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Johan Goeseels voor het bouwen van een landbouwloods in 3061 Leefdaal, Kerstraat 69, sectie D nr 322a, 322a2 en 322b onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 18 september 2020 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.