BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 22 juli 2019

Van 14.35 uur tot 17 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Greet Goossens

 


Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 8 juli 2019.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 8 juli 2019 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. KENNISNAME RAPPORT WERKINGSJAAR 2018 GERECHTELIJK ARRONDISSEMENT LEUVEN, POLITIEZONE EN GEMEENTE BERTEM.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van het rapport van de gemeentelijke administratieve sancties in 2018 in het gerechtelijk arrondissement Leuven, de politiezone Voer en Dijle en de gemeente Bertem.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

PERSONEEL. STOPZETTING SELECTIEPROCEDURE AFDELINGSHOOFD GRONDGEBIEDZAKEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2018 over de aanpassing van de personeelsformatie en het organogram.
  • Collegebesluit van 13 mei 2019 over de aanleg van een wervingsreserve voor afdelingshoofd grondgebiedzaken.
  • Collegebesluit van 17 juni 2019 over het afsluiten van de kandidaturen voor de aanleg van een wervingsreserve voor de functie van voltijds statutair afdelingshoofd grondgebiedzaken.

 

Feiten en context

  • Guy Trappeniers is vanaf 1 december 2018 met pensioen.
  • In het organogram is een functie van voltijds statutair afdelingshoofd grondgebiedzaken op niveau A1a-A2a voorzien en nog niet opnieuw ingevuld.

 

Juridische gronden

  • Artikel II.34 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018
    Als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, mag een bestuursdocument niet openbaar worden gemaakt.
  • Artikel 56, §3, 2° van het decreet lokaal bestuur
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van personeelsleden.
  • Hoofdstuk II en III van titel 2 van de rechtspositieregeling voor het personeel, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 oktober 2008 en laatst gewijzigd op 27 juni 2017
    Deze hoofdstukken handelen over de aanwervings- en selectieprocedure.
  • Collegebesluit van 13 februari 2017 over de aanduiding van CC Select als extern selectiebureau voor de begeleiding permanente organisatieontwikkeling.

 

Argumentatie

Op 13 mei 2019 startte het college een selectieprocedure op voor de aanleg van een wervingsreserve voor de voltijdse statutaire functie van afdelingshoofd grondgebiedzaken op niveau A1a-A2a. Dit met een ruime externe bekendmaking, zodat eenieder die hiervoor in aanmerking komt, kan meedingen naar deze functie conform het beginsel van gelijke toegang tot het openbaar ambt. De publiciteit was veel ruimer dan strikt noodzakelijk volgens de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, om zo veel mogelijk bekendheid te geven aan deze procedure. De publiciteit heeft in totaal +/- 6000 euro gekost, wat naar normen van de gemeente Bertem buitengewoon veel is.

 

De kandidaturen konden ingediend worden tot uiterlijk 12 juni 2019. Ondanks de ruime publiciteit werden slechts 3 kandidaturen ontvangen, waarvan er één reeds vóór het collegebesluit over de aanvaarding van de kandidaturen werd ingetrokken.

 

Op 20 juni 2019 deelde het selectiebureau CC Select aan de personeelsdienst mee dat één van de kandidaten "helaas (heeft) laten weten dat hij van eind juni tot eind juli in verlof is en niet kan deelnemen." Omwille van het reeds bijzonder lage aantal kandidaten, heeft het selectiebureau na samenspraak met de dienst HRM van de gemeente beslist om de selectieproeven uit te stellen naar 1 augustus 2019, nadat de beschikbaarheid van de beide kandidaten was afgetoetst.

 

Op 1 juli 2019 deelde het selectiebureau aan de dienst HRM mee dat één kandidaat (van de 2) zijn kandidatuur intrekt, gezien hij een ander aanbod heeft gekregen.

 

Uiteindelijk is er nog slechts één kandidaat, wat - gezien de ruime publiciteit en de beoogde ruime interesse - erop wijst dat er schijnbaar te weinig overeenstemming is tussen de aard van de functie (inhoudelijk taken, competenties, verantwoordelijkheden...) en de graad (A1a-A2a) met de daarbij horende verloning.

 

Het college is van oordeel dat de oorzaken van het lage aantal kandidaten, het afhaken van 2 kandidaten na hun kandidaatstelling én het feit dat er nog slechts één kandidaat overblijft, verder dienen onderzocht te worden. Het is immers van belang dat de verantwoordelijkheden, taken en competenties van een functie correct corresponderen met de graad van de functie, wat in dit geval toch zeker niet het geval lijkt te zijn.

 

Het college stelt ook vast dat er recent enkele selectieprocedures zijn opgestart voor procedures voor dezelfde functie bij minstens 2 gemeentebesturen in de omgeving Bertem, waaronder één bij de vergelijkbare gemeente Hoeilaart en dat deze functies telkens zijn gesitueerd in de graad A4a-A4b. Het organogram van de gemeente Bertem voorziet deze functie echter maar in de graad van A1a-A2a, wat een ernstig concurrentieel nadeel lijkt te zijn.

 

Het college oordeelt dan ook dat er eerst een gemotiveerd onderzoek moet gebeuren naar de juiste inschaling van de functie van afdelingshoofd grondgebiedzaken. Om een eventuele wijziging van de personeelsformatie te kunnen doen, is het voorbarig om nu reeds deze functie, waarvan mogelijks later wordt vastgesteld dat ze niet in de juiste graad is ingeschreven, in te vullen, laat staan er een vaste benoeming in te doen. Het getuigt van goed bestuur om de personeelsformatie op te stellen vanuit een langetermijnvisie op de functie en het belang van de gemeente op korte en lange termijn.

 

Deze omstandigheden maken dat het aangewezen is de lopende selectieprocedure stop te zetten.

 

Daarbij is een aanstellende overheid er niet toe verplicht om een aangevatte benoemingsprocedure tot het einde voort te zetten. De hierboven vernoemde redenen maken dat het noodzakelijk is om in het belang van de dienst de functie van afdelingshoofd grondgebiedzaken te herbekijken.

 

Tevens is het aangewezen om dit zo vroeg mogelijk in de selectieprocedure door te voeren, zodat de kandidaten niet nodeloos het examenprogramma hebben doorlopen. In casu werden nog geen proeven afgenomen en was het eerste onderdeel van het examenprogramma voorzien op 1 augustus 2019. De procedure bevindt zich bijgevolg nog in de beginfase, zodat een vroegtijdige stopzetting niet onredelijk voorkomt.

 

Bijkomend doch louter ondergeschikt aan bovenvermelde redenen, moest het college meer recent via verschillende kanalen vernemen dat de objectiviteit van de gevoerde procedure in vraag wordt gesteld, in die zin dat de functie reeds voor een interne kandidaat zou zijn voorbehouden. Binnen de organisatie en in beperkte mate erbuiten bestaat blijkbaar de perceptie dat de procedure niet objectief wordt gevoerd.

 

Hoewel deze informatie verder onderzocht dient te worden en het college benadrukt dat zij nooit enige voorkeur heeft uitgesproken, moet iedere schijn van favoritisme of schijn van een niet-objectieve of niet transparante procedure vermeden worden. Dit zowel in het belang van de organisatie alsook in het belang van de kandidaten, teneinde in geval van een uiteindelijke aanstelling te vermijden dat hun leidinggevende positie en gezag door dergelijke perceptie ondergraven wordt.

 

Het college draagt een gelijke behandeling van de kandidaten als fundamenteel beginsel hoog in het vaandel en ziet steeds strikt toe op een objectief verloop van iedere selectieprocedure. Ook om deze zweem van partijdigheid tegen te gaan, is een herneming van de procedure op eerlijke, transparante en objectieve wijze aangewezen. Hieraan kunnen ook de huidige kandidaten opnieuw deelnemen, gezien de procedure zich nog slechts in een beginfase bevindt en nog geen examenproeven werden afgenomen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

De selectieprocedure voor de aanleg van een wervingsreserve voor voltijds statutair afdelingshoofd grondgebiedzaken op niveau A1a-A2a wordt stopgezet.

 

De kandidaten worden van deze beslissing in kennis gesteld.

 

Artikel 2:

Het college geeft opdracht aan de administratie om een advies voor te bereiden m.b.t. de inschaling van de functie van hoofd van de afdeling grondgebiedzaken.

 

Artikel 3:

In afwachting van een nieuwe selectieprocedure, wenst het college op korte termijn een interim-manager voor de afdeling grondgebiedzaken aan te stellen. Het college geeft opdracht aan de algemeen directeur om de markt te verkennen voor het inhuren van een interim-manager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2019/00488, nr. 2019/00498 en nr. 2019/00506 voor een totaal bedrag van 5270,57 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/02073 tot en met nr. 2019/02333 voor een totaal bedrag van 1 043 949,86 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

KOHIERBELASTINGEN. INNING EN UITVOERBAARVERKLARING CONTANTBELASTING DIFTAR.

 

Voorgeschiedenis

         Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'Ecowerf'.

 

Feiten en context

         Het aanbieden van huisvuil en gft huis-aan-huis geschiedt volgens het DifTar-principe van "de vervuiler betaalt". Het aanbieden van grofvuil en snoeihout huis-aan-huis geschiedt op afroep en de aangeboden hoeveelheid en een eventuele voorrijkost worden aangerekend via een factuur aan de aanbieder. De betaling van de daaraan verbonden contantbelasting gebeurt volgens volgend schema:

º         de inwoner betaalt op een rekening van de gemeente;

º         EcoWerf registreert en rapporteert naar de gemeente;

º         de gemeente betaalt maandelijks een werkingsbijdrage aan EcoWerf.

         De opvolging van wanbetalers is thans de verantwoordelijkheid van de gemeente.

         Het Materialendecreet laat toe dat gemeenten het innen van retributies en belastingen toevertrouwen aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband.

         De betaling van de contantbelasting gebeurt na de machtiging volgens volgend schema:

º         de inwoner betaalt rechtstreeks aan EcoWerf;

º         EcoWerf factureert de werkingsbijdrage voor haar dienstverlening aan de gemeente maar maakt tegelijk een creditnota over aan de gemeente voor de ontvangen inkomsten;

º         het eventueel saldo zal dan worden overgemaakt hetzij door EcoWerf hetzij door de gemeente.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluiten van 17 december 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de huis-aan-huisophaling.

         Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark.

         Raadsbesluit van 25 maart 2014 over de aanpassing van het belastingreglement voor het containerpark.

         Raadsbesluit van 18 november 2014 over de aanpassing belastingsreglement huis-aan-huisinzameling.

         Raadsbesluit van 24 mei 2016 over de aanpassing van het belastingreglement voor het containerpark.

         Raadsbesluit van 20 december 2016 over de goedkeuring van het mandaat voor EcoWerf voor het innen van belastingen op het recyclagepark.

         Raadsbesluit van 19 december 2017 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten en de inzameling op het recyclagepark.

         Raadsbesluit van 19 december 2017 over de goedkeuring aanvulling mandaat innen belastingen door Ecowerf.

         Raadsbesluit van 29 mei 2018 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten en de inzameling op het recyclagepark.

 

Argumentatie

Ecowerf bezorgde een lijst van openstaande vorderingen in het kader van de huis-aan-huisophaling van afval (Diftar). Aangezien het gaat om een contantbelasting dient het college eerst deze vorderingen in te kohieren alvorens EcoWerf tot gedwongen invordering kan overgaan.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

73324000/0020

€ 390 000

€ 1307,87

 

 

Bijlagen

         Kohier belasting op huis-aan-huis ophaling van afval voor de dienstjaren 2015 tot en met 2018.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college stelt het kohier betreffende de belasting op huis-aan-huisophaling van afval in bijlage van dit besluit vast en verklaart het uitvoerbaar.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING BELASTINGKOHIER VERSPREIDING VAN NIET-GEADRESSEERDE DRUKWERKEN MET HANDELSKARAKTER AANSLAGJAAR 2019/1.

 

Feiten en context

         Per semester wordt een kohier opgemaakt om de belasting op verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter in te vorderen.

 

Juridische gronden

         Belastingreglement van 28 november 2017 waarin de belasting op verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter werd goedgekeurd.

 

Argumentatie

Alle jaren dient een belastingkohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.

 

Financiële gevolgen

 

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001

73424000/0020

€ 85 000

€ 45 659,65

 

 

Bijlagen

         Belastingkohier op verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter aanslagjaar 2019 (1ste semester).

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college stelt het belastingkohier op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter 1ste semester aanslagjaar 2019 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een totaal bedrag van 45 659,65 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

WIJK-WERKEN. OPRICHTING STUURGROEP WIJK-WERKEN EN DELEGATIE BEVOEGDHEID AANVRAGEN AFWIJKINGEN ACTIVITEITEN WIJK-WERKEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 11 september 2017 over de goedkeuring van de deelname aan Wijk-Werken met IGO als organisator.
  • E-mail van IGO van 25 juni 2019 over de oprichting van een stuurgroep en delegatie van afwijkingen voor activiteiten wijk-werken

 

Feiten en context

  • Het ‘wijk-werken’, een activeringsmaatregel, is sinds 1 januari 2018 operationeel. Het project heeft als doel de werkzoekenden extra werkervaring te laten opdoen zodat zij beter gewapend zijn in hun zoektocht naar een duurzame job. Een wijk-werker mag maximum 60 uur per maand en 630 uur per jaar klusjes doen, en dit gedurende maximum 12 maanden.
  • Eind 2017 kregen de lokale besturen de taakstelling om het wijk-werken te organiseren. Het decreet over het wijk-werken voorzag daarbij drie mogelijkheden: zelf als organisator optreden (enkel mogelijk indien meer dan 60 000 inwoners), een samenwerkingsverband aanduiden om als organisator op te treden of de organisatie overlaten aan de VDAB. Op stad Leuven na duidden alle lokale besturen van het arrondissement Leuven IGO aan als organisator van het wijk-werken op hun grondgebied. De regierol inzake het wijk-werken blijft echter in handen van de lokale besturen.
  • Ondertussen treedt IGO iets meer dan een jaar op als organisator van het wijk-werken voor de 29 lokale besturen en stelt het vast dat het project gebaat zou zijn bij meer betrokkenheid van de lokale besturen. IGO wil hierop inzetten via de oprichting van een stuurgroep wijk-werken die twee keer per jaar samenkomt. IGO stelt voor om de voorzitter van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst / schepen van welzijn hiervoor aan te duiden.
  • Wijk-werkers zijn lokaal actief binnen het kader van lokaal toegestane activiteiten. De Vlaamse overheid stelde een lijst op met toegestane activiteiten binnen het wijk-werken (terug te vinden op https://www.vdab.be/wijk-werken/activiteitenlijst).
  • Elk lokaal bestuur kan beslissen over afwijkingen op de Vlaamse activiteitenlijst. Een lokaal bestuur kan de beslissing over een afwijking delegeren naar de organisator van het wijk-werken. Volgende toetsstenen (volgens procedure raad van bestuur VDAB) dienen daarbij steeds in acht genomen te worden: wetgevende principes, welzijn wijk-werker, doorstroom en verdringing.
  • Tot op heden werd de bevoegdheid om over afwijkingen te beslissen, nog niet gedelegeerd aan IGO als organisator van het wijk-werken.
  • IGO streeft naar gelijkheid en continuïteit in het hele arrondissement betreffende de mogelijk uit te voeren activiteiten en stelt in navolging daarvan voor om de bevoegdheid tot aanvragen van lokale afwijkingen te delegeren naar de raad van bestuur van IGO, waarin de 29 lokale besturen vertegenwoordigd zijn. Op die manier kan centraal beslist worden welke afwijkingen er worden aangevraagd. Dit garandeert gelijkheid tussen wijk-werkers en de mogelijkheden voor de doelgroep binnen heel het arrondissement. Bovendien kan ineens voor alle besturen een gezamenlijke aanvraag gebeuren, wat een administratieve ontzorging van de lokale besturen is. Er kan daarnaast beter ingezet worden op de aanvraag van interessante activiteiten die een meerwaarde bieden voor de doelgroep van wijk-werkers. Van belang hierin is:
    • De continuïteit van de activiteiten. Ze moeten de mogelijkheid bieden om een jaar ervaring op te bouwen.
    • Maatwerk voor de doelgroep. IGO gaat op zoek naar activiteiten op maat van de wijk-werker, zodat er concreet kan ingezet worden op de specifieke aan te leren attitudes en competenties.
    • Doorstroommogelijkheden na het wijk-werken. IGO zoekt actief activiteiten die de kansen op doorstroom voor wijk-werkers vergroten. Ze zetten dus in op relevante ervaring.
    • Begeleidingsmogelijkheden binnen het wijk-werken. IGO gaat gericht op zoek naar activiteiten waar begeleiding en omkadering van een wijk-werker mogelijk is.

 

Juridische gronden

  • Artikel 27 van het decreet van 7 juli 2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming
    Gemeenten kunnen, voor hun grondgebied, de lijst van activiteiten verder uitbreiden of beperken zonder dat er verdringing van reguliere arbeid is, noch in het normale economische circuit, noch in de sociale economie. De gemeente kan dit zelf doen, of hiervoor een samenwerkingsverband sluiten met andere gemeenten als vermeld in het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, of een OCMW-vereniging oprichten.
  • Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 2017 betreffende het wijk-werken
    De gemeente bepaalt voor haar grondgebied de afwijkingen van de activiteitenlijst door een beslissing van de gemeenteraad, of door een beslissing van het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de OCMW-vereniging, vermeld in artikel 13, § 2, van het Wijk-werkendecreet van 7 juli 2017.
  • Artikel 28 en 29 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 2017 betreffende het wijk-werken
    De wijk-werker voert alleen de activiteiten uit die zijn opgenomen op de activiteitenlijst. Als de gebruiker een activiteit wil laten verrichten die niet op de activiteitenlijst staat vermeld, maar waarvan hij meent dat die past in het wijk-werken, kan hij een afwijking van de activiteitenlijst vragen aan de gemeente.

 

Adviezen

  • Gunstig advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 8 juli 2019

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de oprichting van een stuurgroep wijk-werken die 2 keer per jaar samenkomt en beslist om de voorzitter van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (schepen van welzijn), Tom Philips, hiervoor af te vaardigen.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen van Bertem beslist om de bevoegdheid inzake het aanvragen van afwijkingen op de Vlaamse activiteitenlijst voor lokale activiteiten uit te voeren door wijk-werkers, te delegeren aan de raad van bestuur van IGO div.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST SINT-MEDARDUSSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Karien Leo en Iris Caluwaerts op 23 juni 2019

 

Feiten en context

         Het buurtfeest zal plaatsvinden op 24 augustus 2019 in de Sint-Medardusstraat. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 1 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Sint-Medardusstraat en een deel van de Vossenstraat.

         De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

         De aanvragers vragen om de Sint-Medardusstraat te 3060 Bertem af te sluiten van 24 augustus 2019 om 10 uur tot 25 augustus 2019 om 10 uur.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0710/64900700

1419/002/001/007/002

€ 3000

€ 1650

€ 150

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Sint-Medardusstraat.

 

Artikel 2:

Om het buurtfeest veilig te laten verlopen, wordt op 24 augustus 2019 om 10 uur tot 25 augustus 2019 om 10 uur alle verkeer verboden in de Sint-Medardusstraat te Bertem, met uitzondering voor de hulp- en politiediensten.

Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.

 

Artikel 3:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van:

         C3 op nadar met oranje-gele knipperlichten;

         onderborden "uitgezonderd hulp- en politiediensten"

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de gemeente Bertem worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 4:

De organisatoren moeten deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten met een (nieuws)brief.

 

Artikel 5:

Dit besluit wordt van kracht op 24 augustus 2019 om 10 uur en het blijft van kracht tot 25 augustus 2019 om 10 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST KORBEEKSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Wouter Vancoestem en Lies De Sutter op 2 juli 2019.

 

Feiten en context

         Het buurtfeest zal plaatsvinden op 21 september 2019 in de Korbeekstraat. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 16 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Korbeekstraat en de Leefdaalse Heideweg.

         De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

         De aanvragers vragen om de Korbeekstraat van aan de Leefdaalse Heideweg tot aan nummer 56 af te sluiten op 21 september 2019 van 10 uur tot 22 september 2019 om 12 uur.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0710/64900700

1419/002/001/007/002

€ 3000

€ 1500

€ 150

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Korbeekstraat.

 

Artikel 2:

Op 21 september 2019 vanaf 10 uur tot 22 september 2019 om 12.00 uur zal alle verkeer verboden worden, uitgezonderd hulp- en politiediensten, op de Korbeekstraat vanaf het kruispunt met de Leefdaalse Heideweg tot aan het landbouwgebied.

Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.

 

Artikel 3:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van:

         nadarafsluitingen voorzien van verkeersborden fig. C3 met onderbord uitgezonderd politie- en hulpdiensten.

         F45 (Korbeekstraat t.h.v. Dorpstraat)

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 4:

De organisatoren moeten deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten met een (nieuws)brief.

 

Artikel 5:

Dit besluit wordt van kracht op 21 september 2019 om 10 uur en blijft van kracht tot 22 september 2019 om 12.00 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BUURTFEESTEN. GOEDKEURING SUBSIDIE BUURTFEEST DORPSTRAAT.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door An Poels en Bert Dekelver op 2 juli 2019.

 

Feiten en context

         Het buurtfeest zal plaatsvinden op 14 september 2019 in de Dorpstraat. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 15 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Dorpstraat tussen de Voerhoek en de Korbeekstraat.

         De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0710/64900700

1419/002/001/007/002

€ 3000

€ 1350

€ 150

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Dorpstraat.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST FRIESENHOF.

 

Voorgeschiedenis

         Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Maaike De Ridder en Fabienne Vandenbosch op 13 juli 2019.

 

Feiten en context

         Het buurtfeest zal plaatsvinden op 15 augustus 2019 in het Friesenhof. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 10 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van het Friesenhof.

         De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.

         De aanvragers vragen om het Friesenhof af te sluiten op 15/08/19 van 12 tot 22 uur.

 

Juridische gronden

         Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.

         Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.

         Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

         Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.

         Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

         KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

         MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.

         MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Argumentatie

De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.

 

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

0710/64900700

1419/002/001/007/002

€ 3000

€ 1200

€ 150

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in het Friesenhof.

 

Artikel 2:

Om het buurtfeest veilig te laten verlopen, wordt op 15 augustus 2019 tussen 12 en 22 uur alle verkeer verboden in het Friesenhof te 3060 Bertem.

Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.

 

Artikel 3:

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden:

         C3 op nadar

         onderborden "uitgezonderd hulp- en politiediensten"

         oranje-gele knipperlichten;

voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de gemeente worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.

 

Artikel 4:

De organisator moet deze activiteit tijdig kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners inlichten met een (nieuws)brief.

 

Artikel 5:

Dit besluit wordt van kracht op 15 augustus 2019 om 12 uur en het blijft van kracht tot 15 augustus 2019 om 22 uur.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

PERSONEN MET EEN HANDICAP. GOEDKEURING DEELNAME CHOCOLADEACTIE.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Marijke Dulsster, verantwoordelijke chocoladeverkoop Vlaams-Brabant en Brussel van Multiple Sclerose Liga Vlaanderen, ontvangen op 17 juli 2019.

 

Feiten en context

  • Personen met MS en hun omgeving kunnen een beroep doen op de MS-Liga voor begeleiding, ondersteuning en gerichte informatie.
  • Dit jaar loopt de MS-week van 29 augustus tot 8 september.
  • MS-Liga vraagt ook dit jaar onze medewerking om deze actie te steunen door chocolade en koekjes te verkopen aan de balies van het gemeentehuis.

 

Argumentatie

De gemeente neemt al meerdere jaren deel aan deze actie door de verkoop van chocoladerepen en koekjes aan de bezoekers en het personeel.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om in het gemeentehuis en in de bibliotheek chocolade aan 6 euro per pak van 7 reepjes of pocketbags van 6 euro of koekjes van Destrooper aan 6 euro te verkopen aan de bezoekers en het personeel van de gemeente en het OCMW en dit ten voordele van de MS-Liga Vlaanderen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 24 juni 2019 diende Gaston Vanderperren, Dorpstraat 611, 3061 Leefdaal een aanvraag in tot het bekomen van een nieuwe grafvergunning in een kelder voor een periode van 50 jaar op het kerkhof van Leefdaal, blok 7, grafnummer 105, rij 6.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 6 en 9 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.

Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.

  • Raadsbesluit van 29 juni 2010 over de politieverordening op de begraafplaatsen

De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het huishoudelijk reglement van grafconcessies begraafplaatsen

De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het tariefreglement van de begraafplaatsen

De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001

70603000/0990

€ 36 000

€ 1800

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Gaston Vanderperren, Dorpstraat 611, 3061 Leefdaal een nieuwe grafvergunning in een kelder voor 50 jaar op het kerkhof van Leefdaal, blok 7, grafnummer 105, rij 6. De retributie bedraagt 1800 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 1 juli 2019 diende Anne Smets, L. Van Buekenhoudtstraat 21, 3061 Leefdaal een aanvraag in tot het bekomen van een nieuwe grafvergunning in het columbarium voor een periode van 30 jaar op het kerkhof van Leefdaal, blok 1, grafnummer 2, rij 3.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 6 en 9 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.

Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.

  • Raadsbesluit van 29 juni 2010 over de politieverordening op de begraafplaatsen

De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het huishoudelijk reglement van grafconcessies begraafplaatsen

De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het tariefreglement van de begraafplaatsen

De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001

70603000/0990

€ 36 000

€ 750

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Anne Smets, L. Van Buekenhoudtstraat 21, 3061 Leefdaal een nieuwe grafvergunning in het columbarium voor 30 jaar op het kerkhof van Leefdaal, blok 1, grafnummer 2, rij 3. De retributie bedraagt 750 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 8 juli 2019 diende Lisette Mees, Oude Baan 137, 3060 Bertem een aanvraag in tot het bekomen van een nieuwe grafvergunning in het urnenveld voor een periode van 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 3, rij 1.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 6 en 9 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.

Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.

  • Raadsbesluit van 29 juni 2010 over de politieverordening op de begraafplaatsen

De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het huishoudelijk reglement van grafconcessies begraafplaatsen

De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het tariefreglement van de begraafplaatsen

De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001

70603000/0990

€ 36 000

€ 750

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Lisette Mees, Oude Baan 137, 3060 Bertem een nieuwe grafvergunning in het urnenveld voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 3, rij 1. De retributie bedraagt 750 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 10 juli 2019 diende Robin Toubac, Broekstraat 8, 3370 Boutersem een aanvraag in tot het bekomen van een nieuwe grafvergunning in volle grond voor een periode van 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 9, grafnummer 89, rij 9.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 6 en 9 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.

Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.

  • Raadsbesluit van 29 juni 2010 over de politieverordening op de begraafplaatsen

De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het huishoudelijk reglement van grafconcessies begraafplaatsen

De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het tariefreglement van de begraafplaatsen

De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001

70603000/0990

€ 36 000

€ 750

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Robin Toubac, Broekstraat 8, 3370 Boutersem een nieuwe grafvergunning in volle grond voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 9, grafnummer 89, rij 9. De retributie bedraagt 750 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 4 juli 2019 diende Marie-Paule Vanstallen, Vossenstraat 24, 3060 Bertem een aanvraag in tot het bekomen van een nieuwe grafvergunning in het urnenveld voor een periode van 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 4, rij 1.

 

Juridische gronden

  • Artikelen 6 en 9 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.

Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.

  • Raadsbesluit van 29 juni 2010 over de politieverordening op de begraafplaatsen

De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het huishoudelijk reglement van grafconcessies begraafplaatsen

De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Raadsbesluit van 2 april 2013 over het tariefreglement van de begraafplaatsen

De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Geraamde inkomsten

1419/001/001/001/001

70603000/0990

€ 36 000

€ 750

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Marie-Paule Vanstallen, Vossenstraat 24, 3060 Bertem een nieuwe grafvergunning in volle grond voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 4, rij 1, met verplaatsing van de urnen in het columbarium (col1 nr 20 rij 2) naar het urnenveld. De retributie bedraagt 750 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

TERVUURSESTEENWEG MODULE 10. VOLMACHT VOOR AFDELING VASTGOEDTRANSACTIES OM VOOR DE GEMEENTE OVER TE GAAN TOT DE OPMAAK EN HET VERLIJDEN VAN AKTEN VOOR OVERDRACHT VAN GRONDEN VAN GEMEENTE BERTEM NAAR AWV.

 

Voorgeschiedenis

  • Gemeenteraadsbesluit van 29 april 1997 tot het afsluiten van een mobiliteitsconvenant tussen de gemeente, de administratie Wegen en Verkeer en De Lijn.
  • Gemeenteraadsbesluit van 26 september 2000 waarbij de module 10 'subsidiëring van herinrichting van schoolomgevingen' en de projectakte 'infrastructuur en/of openbaar vervoer' van het mobiliteitsconvenant werd goedgekeurd.
  • Gemeenteraadsbesluit van 29 april 2003 over de voorlopige aanvaarding van het rooilijn- en onteigeningsplan Tervuursesteenweg module 10.
  • Gemeenteraadsbesluit van 25 november 2003 over de definitieve aanvaarding van het rooilijn- en onteigeningsplan Tervuursesteenweg module 10.
  • Collegebesluit van 5 november 2004 over de aanstelling van het Comité tot Aankoop Mechelen om grondinnames overeenkomstig het onteigeningsplan te verwezenlijken.
  • Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 2 maart 2010 goedkeuring aan de gunning van de opdracht 'Verbeteringswerken aan A.E. Verbiststraat, Fr. Dottermansstraat, Gemeenteplein, Oude Tervuursebaan (deel) en Tervuursesteenweg (deel)' aan Wegebo N.V., Nestor Martinstraat 315 te 1082 Brussel tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 3 381 386,41 euro excl. btw of 3 753 238,77 euro incl. btw.
  • Collegebesluit van 14 april 2014 over de goedkeuring van de voorlopige oplevering.
  • Collegebesluit van 28 september 2015 over de goedkeuring van de definitieve oplevering.

 

Feiten en context

  • De gemeente heeft bij de aanleg van het project Tervuursesteenweg 'module 10' de gronden waarvan zij eigendom was, kosteloos ter beschikking gesteld aan het Agentschap Wegen en Verkeer voor de  aanleg van het voetpad (volgens de projectbijakte aan het mobiliteitsconvenant, goedgekeurd op 26 september 2000).
  • De te onteigenen innemingen van particulieren, bepaald in het rooilijn- en onteigeningsplan Tervuursesteenweg met nr. 16DB G 000187 00, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 20 juni 2005, heeft de gemeente aangekocht via akte. Het Agentschap Wegen en Verkeer heeft deze vergoedingen integraal terugbetaald aan de gemeente.
  • De overdracht van de gronden binnen het rooilijnplan, die momenteel nog behoren tot het privaat domein van de gemeente, dient nog te gebeuren.
  • De gronden waarvan het achterliggende perceel niet tot de gemeente behoort, wordt via akte van gemeente Bertem naar het Agentschap Wegen en Verkeer overgedragen. Hiervoor wordt volmacht gegeven aan Afdeling Vastgoedtransacties om in opdracht van de gemeente de akten te verlijden voor overdracht van percelen van de gemeente Bertem naar AWV.
  • De gronden, inneming 22, 23A, 23B en 24 volgens het rooilijn- en onteigeningsplan Tervuursesteenweg met nr. 16DB G 000187 00, waarvan de achterliggende percelen wel tot de gemeente behoren, worden opgenomen in het openbaar domein van de gemeente. Dit gebeurt via een uitdrukkelijke en impliciete beslissing van de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

  • Decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex

Art. 16. De akten van verwerving en vervreemding mogen alleen door de Vlaamse commissarissen worden verleden als minsten één van de partijen in de akte een de volgende entiteiten is en als die partij de Vlaamse commissarissen hiertoe last heeft gegeven:

o        2° het Vlaamse Gewest;

o        7° een ondergeschikt bestuur als vermeld in art. 6 § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

  • Besluit van de Vlaamse regering van 19 december 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex

Dit besluit regelt o.m. de machtiging aan de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begrotingen, om de Vlaamse commissarissen aan te wijzen en om de de werkwijze van het decreet van 19 december 2014 te regelen.

  • Ministerieel besluit van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie van 12 januari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse commissarissen, vermeld in het decreet van 19 december 2014 houdende de Vlaamse Vastgoedcodex.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

De innemingen van het rooilijn- en onteigeningsplan Tervuursesteenweg met nr. 16DB G 000187 00 behoren momenteel tot het privaat domein van de gemeente. AWV heeft de kostprijs voor de onteigeningen terugbetaald aan de gemeente.

De innames waarvan de achterliggende percelen niet van de gemeente Bertem zijn, worden kosteloos overgedragen van de gemeente Bertem naar AWV. Hiervoor dient een volmacht gegeven te worden aan Afdeling Vastgoedtransacties om de akten op te maken en te verlijden.

De overige innames, waarvan de achterliggende percelen (gemeentehuis en sociaal huis) wel van de gemeente Bertem zijn, worden via een beslissing van de gemeenteraad opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Bertem.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Er wordt volmacht gegeven aan Afdeling Vastgoedtransacties om voor de gemeente Bertem de akten op te maken en te verlijden voor kosteloze overdracht van de gronden volgens het goedgekeurde rooilijnplan en onteigeningsplan met nr. 16DB G 000187 00 van de gemeente Bertem naar AWV, met uitzondering van de innames 22, 23A, 23B en 24A.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

INVENTARIS EN ONDERZOEK VAN WOONRESERVEGEBIEDEN EN OPMAAK GEBIEDSGERICHT RUP VERONA. OPENING VAN DE OFFERTES.

 

Motivering

De gemeenteraad keurde op 28 mei 2019 het bestek, de raming, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's voor de opdracht "Inventaris en onderzoek van woonreservegebieden en opmaak gebiedsgericht RUP Verona" goed. De raming bedraagt 40 000 excl. btw of 48 400 euro incl. 21% btw. De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Volgende firma's werden uitgenodigd om een offerte in te dienen:

         Creosum bvba, de Schiervellaan 39 te 3500 Hasselt;

         ProFlow, Meirelos 7 te 9800 Deinze;

         Plan+, Assesteenweg 199 te 1750 Lennik;

         Space-Lab.be bvba, Eggestraat 26 te 2060 Antwerpen;

         Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel.

Op de gemeenteraad van 25 juni 2019 werd de einddatum voor indiening van de offertes verplaatst van 26 juni 2019 naar 12 juli 2019 om 11.00 uur. Voorafgaand aan de indiening van een offerte namen verschillende firma's deel aan een informatiesessie en aansluitend terreinbezoek.

 

Mededeling

Het college neemt kennis van de ontvangen offertes voor de opdracht "Inventaris en onderzoek van woonreservegebieden en opmaak gebiedsgericht RUP Verona".

Volgende offertes werden ontvangen:

         Creosum bvba, de Schiervellaan 39 te 3500 Hasselt;

         Plan+ (in samenwerking met Space-Lab.be)

         Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel.

 

Het college geeft opdracht aan de dienst omgeving om de offertes verder te onderzoeken en een verslag van nazicht op te maken.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING TERVUURSESTEENWEG 4 TE 3060 BERTEM.

 

Feiten en context

  • Notariskantoor De Cock en Goret heeft een recht van voorkoop aangeboden voor de woning Tervuursesteenweg 4 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie A nummer 493w2 met als dossiernummer 106892.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Tervuursesteenweg 4 INBRTM189867

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor Tervuursesteenweg 4 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie A nummer 493w2 niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING DORPSTRAAT 504 TE 3061 BERTEM.

 

Feiten en context

  • Notariskantoor Triau en Verwimp heeft een recht van voorkoop aangeboden voor de woning Dorpstraat 504 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie B nummer 367k met als dossiernummer 106925.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Dorpstraat 504 INBRTM189866

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor Dorpstraat 504 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie B nummer 367k niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KOEN GILLE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN VERANDA IN 3060 KORBEEK-DIJLE, ORMENDAAL 11B, SECTIE B NR 38F.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 14 februari 2019 heeft Koen Gille een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een veranda in 3060 Korbeek Dijle, Ormendaal 11b, sectie B nr 38f.

         Op 13 maart 2019 werd bijkomende informatie gevraagd welke werd bekomen op 24 maart 2019.

         Op 18 april 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 16 december 1996, nr. T874-2-B.9618.

Het betreft lot 1b van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.

Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de bouwdiepte 15m op het straatniveau en ligt de helling van de dakvlakken tussen 25° en 45°.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Ormendaal.

De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande eengezinswoningen, volledig vrij ingeplant. De perceelsbezetting is relatief klein en er is een duidelijk lage bouwdensiteit in de omgeving vast te stellen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van een veranda. De veranda wordt ingeplant tegen de achtergevel van de woning. De breedte bedraagt 8,50 m en de diepte 3,96 m. De hoogte van de aanbouw bedraagt 2,95 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt na de werken +/- 19 m op het gelijkvloers.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 28 april 2019 tot 27 mei 2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

Op 7 mei 2019 bracht De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uit nl.:

"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone II van de waterwinning Noord-Ormendaal te Korbeek-Dijle. De ligging binnen de beschermingszone II van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening. De Watergroep is als eigenaar/exploitant van de waterwinning eveneens belast met de bescherming ervan tegen mogelijke verontreinigingen.

Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

º         Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.

º         Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.

º         Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater is verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning. Het af te voeren water dient, eventueel vertraagd, afgevoerd te worden naar de openbare riolering.

º         De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         zowel tijdens de aanleg als tijdens het gebruik van de constructie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:

          Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

          Er kunnen geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

          Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

          Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

          Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

          Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

De Watergroep vraagt om de volgende voorwaarden op te nemen in de vergunning:

          Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.

 

Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de bouwdiepte 15 m op het straatniveau en ligt de helling van de dakvlakken tussen 25° en 45°.

De verkaveling is echter ouder dan 15 jaar waardoor de verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond meer kunnen vormen en de aanvraag moet getoetst worden aan de criteria van de goede ruimtelijke ordening.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De aangepaste woning is inpasbaar in deze residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

De gevraagde uitbreiding heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

De schaal van de uitbreiding is vergelijkbaar met de schaal van de woningen in de omgeving. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bouwdichtheid op het perceel wordt verantwoord verhoogd en laat nog steeds voldoende open ruimte om het open en groen karakter van de omgeving te waarborgen.

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe aanbouw bevindt zich achteraan de woning en heeft een beperkte impact op het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen klachten ingediend.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 mei 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Koen Gille voor het plaatsen van een veranda in 3060 Korbeek Dijle, Ormendaal 11b, sectie B nr 38f onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 mei 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN LILIANE VAN HERCK VOOR HET BOUWEN VAN EEN ZWEMBAD EN TERREINOPHOGING IN 3061 LEEFDAAL, GRENSSTRAAT 12, SECTIE A NR 126R.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 8 februari 2019 heeft Liliane Van Herck een aanvraag ingediend voor het bouwen van een zwembad en terreinophoging in 3061 Leefdaal, Grensstraat 12, sectie A nr 126r.

         Op 13 maart 2019 werd bijkomende informatie opgevraagd, die werd bekomen op 27 maart 2019.

         De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 15 april 2019.

 

Feiten en context

Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 26 mei 2015, nr. T874-2-2015.3.

Deze verkaveling werd gewijzigd op 30 augustus 2016.

Het betreft lot 4 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.

Volgens de voorschriften mogen er in de niet-bebouwde oppervlakten rond de woning, met uitsluiting van de achteruitbouwstrook, geen reliëfwijzigingen worden aangebracht en mag er achteraan de woning 40 m² als terras ingericht worden.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Grensstraat.

Deze straat ligt ten noordwesten van het centrum van Leefdaal in het gehucht Coige.

De onmiddellijke omgeving bestaat uit zowel laagbouw- als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. De woning sluit aan bij het bebouwde weefsel van de buurgemeente Kortenberg aan de overzijde van de Grensstraat.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een zwembad. Het terrein wordt ter hoogte van het zwembad en de toegang tot het zwembad opgehoogd met 50 cm. Het zwembad komt 30 cm boven het opgehoogde terrein te zitten. Via trappen en terrassen wordt een geleidelijke overgang gemaakt tussen het niveau rondom de woning en het zwembad.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. De verhardingen die de overgang van de woning naar het zwembad realiseren, infiltreren op eigen terrein.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag werd van 19 april 2019 tot 18 mei 2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvergunning afgeleverd op 26 mei 2015 wat de reliëfwijzingen en de verhardingen in de achtertuin betreft.

Volgens de voorschriften mogen er in de niet-bebouwde oppervlakten rond de woning, met uitsluiting van de achteruitbouwstrook, geen reliëfwijzigingen worden aangebracht en mag er achteraan de woning 40 m² als terras ingericht worden.

Ter hoogte van het zwembad wordt het terrein opgehoogd met 50 cm. Om de niveauverschillen op te vangen, worden er verhardingen aangebracht in de vorm van trappen en terrassen.

De aangevraagde terreinophoging is stedenbouwkundig verantwoord. Onder bepaalde voorwaarden is een reliëfwijziging tot 50 cm vrijgesteld van vergunning. (art. 12/1.1. van het vrijstellingenbesluit). De reliëfwijziging beperkt zich tot de aanleg en de toegang van het zwembad. Op de perceelsgrens blijft het bestaande maaiveld behouden.

Om het niveauverschil tussen het zwembad en de woning op te vangen, worden er trappen en kleine terrassen voorzien. De totale oppervlakte van de terrassen bedraagt 63 m² (40 m² bestaand terras en 13 m² + 10 m² nieuwe aan te leggen terrassen), wat te verantwoorden is gelet op de helling van het terrein.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Liliane Van Herck voor het bouwen van een zwembad en terreinophoging in 3061 Leefdaal, Grensstraat 12, sectie A nr 126r.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING AANVRAAG VAN SARAH CLAEYS EN ANDREAS KWASPEN VOOR HET RENOVEREN EN UITBREIDEN VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, KORBEEKSE KERKSTRAAT 3, SECTIE B NR 247M.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 20 maart 2019 hebben Sarah Claeys en Andreas Kwaspen een aanvraag ingediend voor het renoveren en uitbreiden van de woning gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Korbeekse Kerkstraat 3, sectie B nr 247m.

         Op 24 april 2019 werd bijkomende informatie opgevraagd, die werd ontvangen op 8 mei 2019.

         Op 6 juni 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Korbeekse Kerkstraat.

De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen, een meergezinswoning, het brouwershuis en de kerk van Korbeek-Dijle. De Korbeekse Kerkstraat ligt op de noordelijke valleirand van de Dijle en maakt deel uit van het centrum van Korbeek-Dijle.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat de uitbreiding en renovatie van een bestaande woning. Op het gelijkvloers wordt de woning langs de rechterzijgevel, deels langs de voorgevel, uitgebreid met een oppervlakte van 79 m². De aanbouw wordt ingeplant op minimum 4,84 m van de rechterperceelsgrens, wordt afgewerkt met een plat dak en heeft een dakrandhoogte van 4 m. Een bestaande veranda aan de linkerzijgevel wordt gesloopt.

         Watertoets

Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 10 000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

Op 24 juni 2019 heeft De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:

"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone II van de waterwinning Noord-Ormendaal te Korbeek-Dijle. De ligging binnen de beschermingszone II van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening. De Watergroep is als eigenaar/exploitant van de waterwinning eveneens belast met de bescherming ervan tegen mogelijke verontreinigingen.

Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:

º         Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.

º         Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.

º         Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater is verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning. Het af te voeren water dient, eventueel vertraagd, afgevoerd te worden naar de openbare riolering.

º         De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.

º         Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.

º         zowel tijdens de aanleg als tijdens het gebruik van de constructie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:

          Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

          Er kunnen geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.

          Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.

          Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.

          Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.

          Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."

De Watergroep vraagt om de volgende voorwaarden op te nemen in de vergunning:

º         Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De gevraagde uitbreiding van de woning is inpasbaar in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving.

Mobiliteitsimpact

Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. De woning beschikt over voldoende plaats om de auto's en fietsen op eigen terrein te stallen. Het project is conform met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening over het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg, goedgekeurd op 23 oktober 2016.

Schaal

De schaal van de uitbreiding is vergelijkbaar met de schaal van de woningen in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

De bouwdichtheid op het perceel wordt verantwoord verhoogd en laat nog steeds voldoende open ruimte om het open en groen karakter van de omgeving te waarborgen.

Visueel-vormelijke elementen

Het voorstel heeft een beperkte impact op het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing op de aanvraag.

Reliëf

Niet van toepassing op de aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De impact op de omgeving is beperkt. De normale hinder die men bij een verbouwing kan verwachten, wordt niet overschreden.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu van 24 juni 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Sarah Claeys en Andreas Kwaspen voor het renoveren en uitbreiden van de woning gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Korbeekse Kerkstraat 3, sectie B nr 247m onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu van 24 juni 2019 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AKTENAME OMGEVINGSVERGUNNINGSMELDING AUTOCROSS LEEFDAAL DOOR AUTOCROSS TEAM LEEFDAAL.

 

Voorgeschiedenis

  • Omgevingsvergunningsaanvraag melding milieu OMV2019092028, ingediend via het omgevingsloket op 12 juli 2019 door Robert Heylen voor Autocross Team Leefdaal vzw, Blankaart 2 te 3061 Bertem voor de exploitatie van de tijdelijke ingedeelde inrichting of activiteit gelegen langs de Cornelisberg.

 

Feiten en context

  • Locatie: Cornelisberg te 3061 Bertem kadastraal gekend als 24061 D 239N / 256 / 257B / 239F / 241 / 253 / 254 / 239P / 239M / 239R / 243 / 239K / 239L / 255 / 239C / 239D / 244 / 240.
  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven, vastgesteld bij KB van 7 april 1977, gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
  • Het betreft een melding van een tijdelijke ingedeelde inrichting of activiteit met als hoofdactiviteit 'autocross' voor volgende rubriek:
    • 32.9.1°c): Omloop voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met verbrandingsmotor, met inbegrip van recreatief gebruik, alsook van waterskiën andere dan vermeld in rubriek 32.8.2, in andere zones dan zeebadzones, niet volledig gelegen op de openbare weg of op openbare waterwegen: omlopen voor motorvoertuigen waarop per jaar hoogstens één wedstrijd en aansluitende oefenritten plaatsvinden: een wedstrijd kan gespreid zijn over maximaal twee aaneensluitende kalenderdagen, en de bijbehorende oefenritten op andere dagen dan de wedstrijddagen zijn gespreid over maximaal drie dagen en ze vallen binnen de periode 3 dagen voor de wedstrijd en de dag na de wedstrijd:
      1 wedstrijd autocross per jaar namelijk op 17 en 18 augustus 2019 (klasse 3);
  • De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project. Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.

 

Juridische gronden

  • Artikel 6 Omgevingsdecreet

Niemand mag zonder voorafgaande meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een meldingsplichtige verandering eraan doen.

  • Artikel 136 Omgevingsbesluit

De melding gebeurt via het formulier en de in het formulier aangewezen addenda uit het addendabibliotheek.

  • Artikel 137 Omgevingsbesluit

De melding van een meldingsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die onlosmakelijk verbonden is met stedenbouwkundige handelingen van een onroerend goed.

 

Adviezen

  • Het advies van de Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost is gunstig inzake brandveiligheid, tot uitbating indien rekening gehouden worden met de voorwaarden zoals beschreven in het advies.
  • Volgende attesten dienen overgemaakt te worden aan de brandweerdienst voor de aanvang van het evenement:
    • keuringsattest elektrische installatie
    • keuringsattest gasinstallatie (eetkramen)
    • keuringsattest veiligheidsuitrustingen (veiligheidsverlichting, brandblussers).

 

Argumentatie

Inplantingsplaats:

Het betreft hier een melding klasse 3, niet verbonden aan een inrichting klasse 2 of 1. Conform art. 4.1.1.1. van Vlarem II moet de inplantingsplaats verenigbaar zijn met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurde gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan of in een ander plan van aanleg.

De inrichting is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Leuven.

Voor de aangevraagde activiteit/inrichting zijn er in Vlarem-II specifieke verbods- en afstandsregels t.o.v. bepaalde zones of gebieden opgenomen namelijk art. 5.32.10.2 maar aan deze bepalingen is voldaan.

 

Onlosmakelijke verbondenheid:

Het project omvat enkel de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten en geen meldings- of vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.

 

Op zaterdag 17 augustus 2019 wordt er een endurance wedstrijd gereden van verschillende klassen tussen 9.30 uur en 19.00 uur. Op zondag 18 augustus 2019 wordt er een NVACT wedstrijd (Nieuwe Vlaamse Autocross Teams) gereden tussen 10.00 uur en 19.00 uur.

Het parcours wordt aangelegd vanaf dinsdag 13 augustus 2019 en zal in oorspronkelijke staat worden hersteld op maandag 19 augustus 2019.

De organisatie heeft een bijzondere verzekering afgesloten voor de NVACT autocrosswedstrijden bij de provincie Vlaams-Brabant.

Alle deelnemers van de wedstrijden moeten zich aan het wedstrijdreglement houden.

 

 

Bijlagen

  • advies van de Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen stelt vast dat het aanvraagdossier OMV2019092028, volledig en ontvankelijk is en neemt dus akte van de aanvraag van de omgevingsvergunningsmelding voor een ingedeelde inrichting of activiteit milieu, ingediend door Robert Heylen voor vzw Autocross Team Leefdaal, Blankaart 2 te 3061 Bertem, gelegen langs de Cornelisberg, kadastraal gekend als 24061 D 239N / 256 / 257B / 239F / 241 / 253 / 254 / 239P / 239M / 239R / 243 / 239K / 239L / 255 / 239C / 239D / 244 / 240, voor:

          rubriek 32.9.1°c): Omloop voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met verbrandingsmotor, met inbegrip van recreatief gebruik, alsook van waterskiën andere dan vermeld in rubriek 32.8.2, in andere zones dan zeebadzones, niet volledig gelegen op de openbare weg of op openbare waterwegen: omlopen voor motorvoertuigen waarop per jaar hoogstens één wedstrijd en aansluitende oefenritten plaatsvinden: een wedstrijd kan gespreid zijn over maximaal twee aaneensluitende kalenderdagen, en de bijbehorende oefenritten op andere dagen dan de wedstrijddagen zijn gespreid over maximaal drie dagen en ze vallen binnen de periode 3 dagen voor de wedstrijd en de dag na de wedstrijd:
1 wedstrijd autocross per jaar namelijk op 17 en 18 augustus 2019 (klasse 3).

 

Artikel 2:

De organisatie van de autocross moet de voorwaarden van het advies van de Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost naleven.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

OMV VELDEKEN 8 TERVUREN. INDIENING BEROEP TEGEN DE OMGEVINGSVERGUNNING OMV_2018128389 VAN 24 JUNI 2019.

 

Voorgeschiedenis

  • De omgevingsvergunning OMV_2018128389 is verleend door het college van burgemeester en schepen van Tervuren in zitting van 24 juni 2019 aan Tom Cockx voor het moderniseren van een bestaand landbouwbedrijf en woning met integratie van zonevreemde functiewijziging.

 

Feiten en context

  • De omgevingsvergunning heeft betrekking op een perceel met adres Veldeken 8 in Tervuren en met kadastrale gegevens Tervuren, afdeling 3, sectie C, nummers 1G, 1M, 1T, 1W, 1Y en 1X. Het perceel met het landbouwbedrijf en de woning is gelegen net over de grens tussen Leefdaal en Vossem.
  • De gemeente kan beroep aantekenen tegen deze vergunning bij de deputatie van Vlaams-Brabant.

 

Juridische gronden

  • Hoofdstuk 3 'De vergunningsprocedure in laatste administratieve aanleg' van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

 

 

Bijlagen

  • Beroepschrift tegen de omgevingsvergunning

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen dient bijgevoegd beroep in tegen de beslissing tot verlening van omgevingsvergunning OMV_2018128389 door het college van burgemeester en schepenen van Tervuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

Zitting van 22 juli 2019

 

TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN AUTOCROSS LEEFDAAL OP 17 EN 18 AUGUSTUS 2019.

 

Voorgeschiedenis

  • Schriftelijke aanvraag op 8 juli 2019 van Robert Heylen, Blankaart 2 te 3061 Leefdaal, in naam van Autocross Team Leefdaal, om vanaf 13 augustus 2019 tot en met 19 augustus 2019 gebruik te mogen maken van de Bredeweg en de Cornelisberg te 3061 Leefdaal, om een autocrosswedstrijd te organiseren op privéterrein.

 

Feiten en context

  • Op zaterdag 17 en zondag 18 augustus 2019 wordt op een terrein gelegen langs de Bredeweg en de Cornelisberg te 3061 Leefdaal een autocross georganiseerd.
  • De opbouw is voorzien vanaf dinsdag 13 augustus 2019. Op maandag 19 augustus 2019 eindigt de opruim van het terrein.

 

Juridische gronden

  • Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
    De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130 bis.
  • Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
  • Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid hoofdstuk 3, afdeling 3 en 5.
  • Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968
  • KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
  • MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens
  • MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg

 

Argumentatie

Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.

 

 

Bijlagen

  • Aanvraagdossier met contactgegevens, informatie, planning, plan van het crossterrein, security en ambulance.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Aan de aanvrager wordt toelating verleend om van 13 augustus 2019 tot en met 19 augustus 2019 gebruik te maken van de Bredeweg en de Cornelisberg te 3061 Leefdaal voor het organiseren van een autocrosswedstrijd.

 

Artikel 2:

Op zaterdag 17 en zondag 18 augustus 2019 wordt in de Bredeweg te 3061 Leefdaal, meer bepaald het deel tussen de Blokkenstraat en de Neerijse steenweg, eenrichtingsverkeer ingesteld met als rijrichting naar de Neerijse steenweg, en in het onverhard gedeelte van de Korbeekstraat te 3061 Leefdaal met als rijrichting naar de Dorpstraat.

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van verkeersborden C1 en F19, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de gemeente Bertem worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Artikel 3:

Op zaterdag 17 en zondag 18 augustus 2019 wordt in de Korbeekstraat te 3061 Leefdaal een parkeerverbod ingesteld.

De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van verkeersborden E1, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

Zij zullen door de gemeente Bertem worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.

 

Artikel 4:

De aanvrager moet deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten via een (nieuws)brief.

 

Artikel 5:

De organisator mag wegwijzers langsheen de gemeentewegen aanbrengen, indien zij geplaatst worden op eigen steun en geen hinder veroorzaken met de bestaande verkeerssignalisatie. Zij mogen worden aangebracht vanaf 16 augustus 2019 en moeten verwijderd worden voor 21 augustus 2019.

Om wegwijzers te plaatsen op de N3 of de N253, dient de aanvrager een toelating te vragen aan het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, Tervuursesteenweg 308 te 3060 Bertem.

 

Artikel 6:

De organisator mag aankondigingsborden langsheen de gemeentewegen aanbrengen, indien zij geplaatst worden op eigen steun en geen hinder veroorzaken met de bestaande verkeerssignalisatie. Zij mogen worden aangebracht vanaf 1 augustus 2019 en moeten verwijderd worden voor 21 augustus 2019.

Om aankondigingsborden te plaatsen op de N3 of de N253, dient de aanvrager een toelating te vragen aan het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, Tervuursesteenweg 308 te 3060 Bertem.

 

Artikel 7:

Dit besluit wordt van kracht op dinsdag 13 augustus 2019 en het blijft van kracht tot en met maandag 19 augustus 2018.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019