Zitting van 22 juli 2019
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 8 juli 2019 goed.
Zitting van 22 juli 2019
GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES. KENNISNAME RAPPORT WERKINGSJAAR 2018 GERECHTELIJK ARRONDISSEMENT LEUVEN, POLITIEZONE EN GEMEENTE BERTEM.
Mededeling
Het college neemt kennis van het rapport van de gemeentelijke administratieve sancties in 2018 in het gerechtelijk arrondissement Leuven, de politiezone Voer en Dijle en de gemeente Bertem.
Zitting van 22 juli 2019
PERSONEEL. STOPZETTING SELECTIEPROCEDURE AFDELINGSHOOFD GRONDGEBIEDZAKEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Op 13 mei 2019 startte het college een selectieprocedure op voor de aanleg van een wervingsreserve voor de voltijdse statutaire functie van afdelingshoofd grondgebiedzaken op niveau A1a-A2a. Dit met een ruime externe bekendmaking, zodat eenieder die hiervoor in aanmerking komt, kan meedingen naar deze functie conform het beginsel van gelijke toegang tot het openbaar ambt. De publiciteit was veel ruimer dan strikt noodzakelijk volgens de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, om zo veel mogelijk bekendheid te geven aan deze procedure. De publiciteit heeft in totaal +/- 6000 euro gekost, wat naar normen van de gemeente Bertem buitengewoon veel is.
De kandidaturen konden ingediend worden tot uiterlijk 12 juni 2019. Ondanks de ruime publiciteit werden slechts 3 kandidaturen ontvangen, waarvan er één reeds vóór het collegebesluit over de aanvaarding van de kandidaturen werd ingetrokken.
Op 20 juni 2019 deelde het selectiebureau CC Select aan de personeelsdienst mee dat één van de kandidaten "helaas (heeft) laten weten dat hij van eind juni tot eind juli in verlof is en niet kan deelnemen." Omwille van het reeds bijzonder lage aantal kandidaten, heeft het selectiebureau na samenspraak met de dienst HRM van de gemeente beslist om de selectieproeven uit te stellen naar 1 augustus 2019, nadat de beschikbaarheid van de beide kandidaten was afgetoetst.
Op 1 juli 2019 deelde het selectiebureau aan de dienst HRM mee dat één kandidaat (van de 2) zijn kandidatuur intrekt, gezien hij een ander aanbod heeft gekregen.
Uiteindelijk is er nog slechts één kandidaat, wat - gezien de ruime publiciteit en de beoogde ruime interesse - erop wijst dat er schijnbaar te weinig overeenstemming is tussen de aard van de functie (inhoudelijk taken, competenties, verantwoordelijkheden...) en de graad (A1a-A2a) met de daarbij horende verloning.
Het college is van oordeel dat de oorzaken van het lage aantal kandidaten, het afhaken van 2 kandidaten na hun kandidaatstelling én het feit dat er nog slechts één kandidaat overblijft, verder dienen onderzocht te worden. Het is immers van belang dat de verantwoordelijkheden, taken en competenties van een functie correct corresponderen met de graad van de functie, wat in dit geval toch zeker niet het geval lijkt te zijn.
Het college stelt ook vast dat er recent enkele selectieprocedures zijn opgestart voor procedures voor dezelfde functie bij minstens 2 gemeentebesturen in de omgeving Bertem, waaronder één bij de vergelijkbare gemeente Hoeilaart en dat deze functies telkens zijn gesitueerd in de graad A4a-A4b. Het organogram van de gemeente Bertem voorziet deze functie echter maar in de graad van A1a-A2a, wat een ernstig concurrentieel nadeel lijkt te zijn.
Het college oordeelt dan ook dat er eerst een gemotiveerd onderzoek moet gebeuren naar de juiste inschaling van de functie van afdelingshoofd grondgebiedzaken. Om een eventuele wijziging van de personeelsformatie te kunnen doen, is het voorbarig om nu reeds deze functie, waarvan mogelijks later wordt vastgesteld dat ze niet in de juiste graad is ingeschreven, in te vullen, laat staan er een vaste benoeming in te doen. Het getuigt van goed bestuur om de personeelsformatie op te stellen vanuit een langetermijnvisie op de functie en het belang van de gemeente op korte en lange termijn.
Deze omstandigheden maken dat het aangewezen is de lopende selectieprocedure stop te zetten.
Daarbij is een aanstellende overheid er niet toe verplicht om een aangevatte benoemingsprocedure tot het einde voort te zetten. De hierboven vernoemde redenen maken dat het noodzakelijk is om in het belang van de dienst de functie van afdelingshoofd grondgebiedzaken te herbekijken.
Tevens is het aangewezen om dit zo vroeg mogelijk in de selectieprocedure door te voeren, zodat de kandidaten niet nodeloos het examenprogramma hebben doorlopen. In casu werden nog geen proeven afgenomen en was het eerste onderdeel van het examenprogramma voorzien op 1 augustus 2019. De procedure bevindt zich bijgevolg nog in de beginfase, zodat een vroegtijdige stopzetting niet onredelijk voorkomt.
Bijkomend doch louter ondergeschikt aan bovenvermelde redenen, moest het college meer recent via verschillende kanalen vernemen dat de objectiviteit van de gevoerde procedure in vraag wordt gesteld, in die zin dat de functie reeds voor een interne kandidaat zou zijn voorbehouden. Binnen de organisatie en in beperkte mate erbuiten bestaat blijkbaar de perceptie dat de procedure niet objectief wordt gevoerd.
Hoewel deze informatie verder onderzocht dient te worden en het college benadrukt dat zij nooit enige voorkeur heeft uitgesproken, moet iedere schijn van favoritisme of schijn van een niet-objectieve of niet transparante procedure vermeden worden. Dit zowel in het belang van de organisatie alsook in het belang van de kandidaten, teneinde in geval van een uiteindelijke aanstelling te vermijden dat hun leidinggevende positie en gezag door dergelijke perceptie ondergraven wordt.
Het college draagt een gelijke behandeling van de kandidaten als fundamenteel beginsel hoog in het vaandel en ziet steeds strikt toe op een objectief verloop van iedere selectieprocedure. Ook om deze zweem van partijdigheid tegen te gaan, is een herneming van de procedure op eerlijke, transparante en objectieve wijze aangewezen. Hieraan kunnen ook de huidige kandidaten opnieuw deelnemen, gezien de procedure zich nog slechts in een beginfase bevindt en nog geen examenproeven werden afgenomen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
De selectieprocedure voor de aanleg van een wervingsreserve voor voltijds statutair afdelingshoofd grondgebiedzaken op niveau A1a-A2a wordt stopgezet.
De kandidaten worden van deze beslissing in kennis gesteld.
Artikel 2:
Het college geeft opdracht aan de administratie om een advies voor te bereiden m.b.t. de inschaling van de functie van hoofd van de afdeling grondgebiedzaken.
Artikel 3:
In afwachting van een nieuwe selectieprocedure, wenst het college op korte termijn een interim-manager voor de afdeling grondgebiedzaken aan te stellen. Het college geeft opdracht aan de algemeen directeur om de markt te verkennen voor het inhuren van een interim-manager.
Zitting van 22 juli 2019
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Adviezen
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende bestelbons goed: nr. 2019/00488, nr. 2019/00498 en nr. 2019/00506 voor een totaal bedrag van 5270,57 euro.
Zitting van 22 juli 2019
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de facturen goed van nr. 2019/02073 tot en met nr. 2019/02333 voor een totaal bedrag van 1 043 949,86 euro.
Zitting van 22 juli 2019
KOHIERBELASTINGEN. INNING EN UITVOERBAARVERKLARING CONTANTBELASTING DIFTAR.
Voorgeschiedenis
• Raadsbesluit van 25 november 2003 over de oprichting van een opdrachthoudende vereniging 'Ecowerf'.
Feiten en context
• Het aanbieden van huisvuil en gft huis-aan-huis geschiedt volgens het DifTar-principe van "de vervuiler betaalt". Het aanbieden van grofvuil en snoeihout huis-aan-huis geschiedt op afroep en de aangeboden hoeveelheid en een eventuele voorrijkost worden aangerekend via een factuur aan de aanbieder. De betaling van de daaraan verbonden contantbelasting gebeurt volgens volgend schema:
º de inwoner betaalt op een rekening van de gemeente;
º EcoWerf registreert en rapporteert naar de gemeente;
º de gemeente betaalt maandelijks een werkingsbijdrage aan EcoWerf.
• De opvolging van wanbetalers is thans de verantwoordelijkheid van de gemeente.
• Het Materialendecreet laat toe dat gemeenten het innen van retributies en belastingen toevertrouwen aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband.
• De betaling van de contantbelasting gebeurt na de machtiging volgens volgend schema:
º de inwoner betaalt rechtstreeks aan EcoWerf;
º EcoWerf factureert de werkingsbijdrage voor haar dienstverlening aan de gemeente maar maakt tegelijk een creditnota over aan de gemeente voor de ontvangen inkomsten;
º het eventueel saldo zal dan worden overgemaakt hetzij door EcoWerf hetzij door de gemeente.
Juridische gronden
• Raadsbesluiten van 17 december 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de huis-aan-huisophaling.
• Raadsbesluit van 19 november 2013 over de goedkeuring van de contantbelasting voor het containerpark.
• Raadsbesluit van 25 maart 2014 over de aanpassing van het belastingreglement voor het containerpark.
• Raadsbesluit van 18 november 2014 over de aanpassing belastingsreglement huis-aan-huisinzameling.
• Raadsbesluit van 24 mei 2016 over de aanpassing van het belastingreglement voor het containerpark.
• Raadsbesluit van 20 december 2016 over de goedkeuring van het mandaat voor EcoWerf voor het innen van belastingen op het recyclagepark.
• Raadsbesluit van 19 december 2017 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten en de inzameling op het recyclagepark.
• Raadsbesluit van 19 december 2017 over de goedkeuring aanvulling mandaat innen belastingen door Ecowerf.
• Raadsbesluit van 29 mei 2018 over de goedkeuring van de contantbelasting voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten en de inzameling op het recyclagepark.
Argumentatie
Ecowerf bezorgde een lijst van openstaande vorderingen in het kader van de huis-aan-huisophaling van afval (Diftar). Aangezien het gaat om een contantbelasting dient het college eerst deze vorderingen in te kohieren alvorens EcoWerf tot gedwongen invordering kan overgaan.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
73324000/0020 | € 390 000 | € 1307,87 |
Bijlagen
• Kohier belasting op huis-aan-huis ophaling van afval voor de dienstjaren 2015 tot en met 2018.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het kohier betreffende de belasting op huis-aan-huisophaling van afval in bijlage van dit besluit vast en verklaart het uitvoerbaar.
Zitting van 22 juli 2019
BELASTINGEN. UITVOERBAARVERKLARING BELASTINGKOHIER VERSPREIDING VAN NIET-GEADRESSEERDE DRUKWERKEN MET HANDELSKARAKTER AANSLAGJAAR 2019/1.
Feiten en context
• Per semester wordt een kohier opgemaakt om de belasting op verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter in te vorderen.
Juridische gronden
• Belastingreglement van 28 november 2017 waarin de belasting op verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter werd goedgekeurd.
Argumentatie
Alle jaren dient een belastingkohier opgemaakt te worden ten laatste zes maanden na het einde van het aanslagjaar.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 73424000/0020 | € 85 000 | € 45 659,65 |
Bijlagen
• Belastingkohier op verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter aanslagjaar 2019 (1ste semester).
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college stelt het belastingkohier op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter 1ste semester aanslagjaar 2019 vast en verklaart het uitvoerbaar voor een totaal bedrag van 45 659,65 euro.
Zitting van 22 juli 2019
WIJK-WERKEN. OPRICHTING STUURGROEP WIJK-WERKEN EN DELEGATIE BEVOEGDHEID AANVRAGEN AFWIJKINGEN ACTIVITEITEN WIJK-WERKEN.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Adviezen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de oprichting van een stuurgroep wijk-werken die 2 keer per jaar samenkomt en beslist om de voorzitter van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (schepen van welzijn), Tom Philips, hiervoor af te vaardigen.
Artikel 2:
Het college van burgemeester en schepenen van Bertem beslist om de bevoegdheid inzake het aanvragen van afwijkingen op de Vlaamse activiteitenlijst voor lokale activiteiten uit te voeren door wijk-werkers, te delegeren aan de raad van bestuur van IGO div.
Zitting van 22 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST SINT-MEDARDUSSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Karien Leo en Iris Caluwaerts op 23 juni 2019
Feiten en context
• Het buurtfeest zal plaatsvinden op 24 augustus 2019 in de Sint-Medardusstraat. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 1 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Sint-Medardusstraat en een deel van de Vossenstraat.
• De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.
• De aanvragers vragen om de Sint-Medardusstraat te 3060 Bertem af te sluiten van 24 augustus 2019 om 10 uur tot 25 augustus 2019 om 10 uur.
Juridische gronden
• Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
• MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Argumentatie
De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0710/64900700 1419/002/001/007/002 | € 3000 | € 1650 | € 150 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Sint-Medardusstraat.
Artikel 2:
Om het buurtfeest veilig te laten verlopen, wordt op 24 augustus 2019 om 10 uur tot 25 augustus 2019 om 10 uur alle verkeer verboden in de Sint-Medardusstraat te Bertem, met uitzondering voor de hulp- en politiediensten.
Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.
Artikel 3:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van:
• C3 op nadar met oranje-gele knipperlichten;
• onderborden "uitgezonderd hulp- en politiediensten"
voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de gemeente Bertem worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.
Artikel 4:
De organisatoren moeten deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten met een (nieuws)brief.
Artikel 5:
Dit besluit wordt van kracht op 24 augustus 2019 om 10 uur en het blijft van kracht tot 25 augustus 2019 om 10 uur.
Zitting van 22 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST KORBEEKSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Wouter Vancoestem en Lies De Sutter op 2 juli 2019.
Feiten en context
• Het buurtfeest zal plaatsvinden op 21 september 2019 in de Korbeekstraat. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 16 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Korbeekstraat en de Leefdaalse Heideweg.
• De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.
• De aanvragers vragen om de Korbeekstraat van aan de Leefdaalse Heideweg tot aan nummer 56 af te sluiten op 21 september 2019 van 10 uur tot 22 september 2019 om 12 uur.
Juridische gronden
• Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
• MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Argumentatie
De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0710/64900700 1419/002/001/007/002 | € 3000 | € 1500 | € 150 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Korbeekstraat.
Artikel 2:
Op 21 september 2019 vanaf 10 uur tot 22 september 2019 om 12.00 uur zal alle verkeer verboden worden, uitgezonderd hulp- en politiediensten, op de Korbeekstraat vanaf het kruispunt met de Leefdaalse Heideweg tot aan het landbouwgebied.
Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.
Artikel 3:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van:
• nadarafsluitingen voorzien van verkeersborden fig. C3 met onderbord uitgezonderd politie- en hulpdiensten.
• F45 (Korbeekstraat t.h.v. Dorpstraat)
voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.
Artikel 4:
De organisatoren moeten deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten met een (nieuws)brief.
Artikel 5:
Dit besluit wordt van kracht op 21 september 2019 om 10 uur en blijft van kracht tot 22 september 2019 om 12.00 uur.
Zitting van 22 juli 2019
BUURTFEESTEN. GOEDKEURING SUBSIDIE BUURTFEEST DORPSTRAAT.
Voorgeschiedenis
• Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door An Poels en Bert Dekelver op 2 juli 2019.
Feiten en context
• Het buurtfeest zal plaatsvinden op 14 september 2019 in de Dorpstraat. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 15 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van de Dorpstraat tussen de Voerhoek en de Korbeekstraat.
• De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.
Juridische gronden
• Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.
Argumentatie
De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0710/64900700 1419/002/001/007/002 | € 3000 | € 1350 | € 150 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in de Dorpstraat.
Zitting van 22 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN ORGANISATIE EN SUBSIDIE BUURTFEEST FRIESENHOF.
Voorgeschiedenis
• Aanvraagformulier voor ondersteuning van buurtfeesten, ingediend door Maaike De Ridder en Fabienne Vandenbosch op 13 juli 2019.
Feiten en context
• Het buurtfeest zal plaatsvinden op 15 augustus 2019 in het Friesenhof. Aan de deelnemers wordt een bijdrage van 10 euro gevraagd. De beoogde doelgroep zijn de bewoners van het Friesenhof.
• De aanvragers vragen de subsidie voor een buurtfeest.
• De aanvragers vragen om het Friesenhof af te sluiten op 15/08/19 van 12 tot 22 uur.
Juridische gronden
• Raadsbesluit van 23 november 2010 over het subsidiereglement voor buurtfeesten, aangepast op 25 oktober 2011 en op 17 november 2015.
Dit subsidiereglement voorziet een subsidie van 150 euro voor de organisatie van een buurtfeest.
• Artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenteraad maakt de gemeentelijke politieverordeningen, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer bedoeld in artikel 130bis.
• Artikel 130bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, inzonderheid afdeling 3, de artikels 5-7-9 en 10 en afdeling 5.
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
• KB van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
• MB van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens.
• MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Argumentatie
De aanvraag voldoet aan alle voorwaarden vermeld in het subsidiereglement. Eén maand na het buurtfeest moeten de aanvragers een factuur van minstens 150 euro en een voorbeeld van het promotiemateriaal aanleveren aan de dienst vrije tijd.
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet plaatsvinden zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
0710/64900700 1419/002/001/007/002 | € 3000 | € 1200 | € 150 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om de subsidie van 150 euro toe te kennen aan het buurtfeest in het Friesenhof.
Artikel 2:
Om het buurtfeest veilig te laten verlopen, wordt op 15 augustus 2019 tussen 12 en 22 uur alle verkeer verboden in het Friesenhof te 3060 Bertem.
Een veilige doorgang voor de hulp- en politiediensten moet steeds verzekerd worden.
Artikel 3:
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van de verkeersborden:
• C3 op nadar
• onderborden "uitgezonderd hulp- en politiediensten"
• oranje-gele knipperlichten;
voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de gemeente worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Dit geldt evenzo voor de in dit MB vernoemde verlichtingstoestellen.
Artikel 4:
De organisator moet deze activiteit tijdig kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners inlichten met een (nieuws)brief.
Artikel 5:
Dit besluit wordt van kracht op 15 augustus 2019 om 12 uur en het blijft van kracht tot 15 augustus 2019 om 22 uur.
Zitting van 22 juli 2019
PERSONEN MET EEN HANDICAP. GOEDKEURING DEELNAME CHOCOLADEACTIE.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Argumentatie
De gemeente neemt al meerdere jaren deel aan deze actie door de verkoop van chocoladerepen en koekjes aan de bezoekers en het personeel.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om in het gemeentehuis en in de bibliotheek chocolade aan 6 euro per pak van 7 reepjes of pocketbags van 6 euro of koekjes van Destrooper aan 6 euro te verkopen aan de bezoekers en het personeel van de gemeente en het OCMW en dit ten voordele van de MS-Liga Vlaanderen.
Zitting van 22 juli 2019
BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.
De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.
De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 70603000/0990 | € 36 000 | € 1800 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Gaston Vanderperren, Dorpstraat 611, 3061 Leefdaal een nieuwe grafvergunning in een kelder voor 50 jaar op het kerkhof van Leefdaal, blok 7, grafnummer 105, rij 6. De retributie bedraagt 1800 euro.
Zitting van 22 juli 2019
BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.
De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.
De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 70603000/0990 | € 36 000 | € 750 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Anne Smets, L. Van Buekenhoudtstraat 21, 3061 Leefdaal een nieuwe grafvergunning in het columbarium voor 30 jaar op het kerkhof van Leefdaal, blok 1, grafnummer 2, rij 3. De retributie bedraagt 750 euro.
Zitting van 22 juli 2019
BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.
De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.
De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 70603000/0990 | € 36 000 | € 750 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Lisette Mees, Oude Baan 137, 3060 Bertem een nieuwe grafvergunning in het urnenveld voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 3, rij 1. De retributie bedraagt 750 euro.
Zitting van 22 juli 2019
BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.
De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.
De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 70603000/0990 | € 36 000 | € 750 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Robin Toubac, Broekstraat 8, 3370 Boutersem een nieuwe grafvergunning in volle grond voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 9, grafnummer 89, rij 9. De retributie bedraagt 750 euro.
Zitting van 22 juli 2019
BEGRAAFPLAATSEN. GOEDKEURING NIEUWE GRAFCONCESSIE.
Voorgeschiedenis
Juridische gronden
De gemeenteraad kan grafconcessies of concessies voor columbaria verlenen of kan deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen opdragen.
Telkens na vijftig jaar, en zonder vergoeding, kan de altijddurende concessie die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden.
De politieverordening regelt de ordemaatregelen op de begraafplaats.
De raad bepaalt de voorwaarden voor het verlenen van grafconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en delegeert deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen.
De raad legt de tarieven vast voor nieuwe en verlengde grafvergunningen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
1419/001/001/001/001 70603000/0990 | € 36 000 | € 750 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen verleent aan Marie-Paule Vanstallen, Vossenstraat 24, 3060 Bertem een nieuwe grafvergunning in volle grond voor 30 jaar op het kerkhof van Bertem, blok 7, grafnummer 4, rij 1, met verplaatsing van de urnen in het columbarium (col1 nr 20 rij 2) naar het urnenveld. De retributie bedraagt 750 euro.
Zitting van 22 juli 2019
TERVUURSESTEENWEG MODULE 10. VOLMACHT VOOR AFDELING VASTGOEDTRANSACTIES OM VOOR DE GEMEENTE OVER TE GAAN TOT DE OPMAAK EN HET VERLIJDEN VAN AKTEN VOOR OVERDRACHT VAN GRONDEN VAN GEMEENTE BERTEM NAAR AWV.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Art. 16. De akten van verwerving en vervreemding mogen alleen door de Vlaamse commissarissen worden verleden als minsten één van de partijen in de akte een de volgende entiteiten is en als die partij de Vlaamse commissarissen hiertoe last heeft gegeven:
o 2° het Vlaamse Gewest;
o 7° een ondergeschikt bestuur als vermeld in art. 6 § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Dit besluit regelt o.m. de machtiging aan de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begrotingen, om de Vlaamse commissarissen aan te wijzen en om de de werkwijze van het decreet van 19 december 2014 te regelen.
Argumentatie
De innemingen van het rooilijn- en onteigeningsplan Tervuursesteenweg met nr. 16DB G 000187 00 behoren momenteel tot het privaat domein van de gemeente. AWV heeft de kostprijs voor de onteigeningen terugbetaald aan de gemeente.
De innames waarvan de achterliggende percelen niet van de gemeente Bertem zijn, worden kosteloos overgedragen van de gemeente Bertem naar AWV. Hiervoor dient een volmacht gegeven te worden aan Afdeling Vastgoedtransacties om de akten op te maken en te verlijden.
De overige innames, waarvan de achterliggende percelen (gemeentehuis en sociaal huis) wel van de gemeente Bertem zijn, worden via een beslissing van de gemeenteraad opgenomen in het openbaar domein van de gemeente Bertem.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Er wordt volmacht gegeven aan Afdeling Vastgoedtransacties om voor de gemeente Bertem de akten op te maken en te verlijden voor kosteloze overdracht van de gronden volgens het goedgekeurde rooilijnplan en onteigeningsplan met nr. 16DB G 000187 00 van de gemeente Bertem naar AWV, met uitzondering van de innames 22, 23A, 23B en 24A.
Zitting van 22 juli 2019
INVENTARIS EN ONDERZOEK VAN WOONRESERVEGEBIEDEN EN OPMAAK GEBIEDSGERICHT RUP VERONA. OPENING VAN DE OFFERTES.
Motivering
De gemeenteraad keurde op 28 mei 2019 het bestek, de raming, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's voor de opdracht "Inventaris en onderzoek van woonreservegebieden en opmaak gebiedsgericht RUP Verona" goed. De raming bedraagt 40 000 excl. btw of 48 400 euro incl. 21% btw. De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Volgende firma's werden uitgenodigd om een offerte in te dienen:
• Creosum bvba, de Schiervellaan 39 te 3500 Hasselt;
• ProFlow, Meirelos 7 te 9800 Deinze;
• Plan+, Assesteenweg 199 te 1750 Lennik;
• Space-Lab.be bvba, Eggestraat 26 te 2060 Antwerpen;
• Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel.
Op de gemeenteraad van 25 juni 2019 werd de einddatum voor indiening van de offertes verplaatst van 26 juni 2019 naar 12 juli 2019 om 11.00 uur. Voorafgaand aan de indiening van een offerte namen verschillende firma's deel aan een informatiesessie en aansluitend terreinbezoek.
Mededeling
Het college neemt kennis van de ontvangen offertes voor de opdracht "Inventaris en onderzoek van woonreservegebieden en opmaak gebiedsgericht RUP Verona".
Volgende offertes werden ontvangen:
• Creosum bvba, de Schiervellaan 39 te 3500 Hasselt;
• Plan+ (in samenwerking met Space-Lab.be)
• Sweco Belgium NV, Arenbergstraat 13 bus 1 te 1000 Brussel.
Het college geeft opdracht aan de dienst omgeving om de offertes verder te onderzoeken en een verslag van nazicht op te maken.
Zitting van 22 juli 2019
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING TERVUURSESTEENWEG 4 TE 3060 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor Tervuursesteenweg 4 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie A nummer 493w2 niet uit te oefenen.
Zitting van 22 juli 2019
RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING DORPSTRAAT 504 TE 3061 BERTEM.
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor Dorpstraat 504 te 3061 Bertem, afdeling 3 sectie B nummer 367k niet uit te oefenen.
Zitting van 22 juli 2019
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KOEN GILLE VOOR HET PLAATSEN VAN EEN VERANDA IN 3060 KORBEEK-DIJLE, ORMENDAAL 11B, SECTIE B NR 38F.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 14 februari 2019 heeft Koen Gille een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een veranda in 3060 Korbeek Dijle, Ormendaal 11b, sectie B nr 38f.
• Op 13 maart 2019 werd bijkomende informatie gevraagd welke werd bekomen op 24 maart 2019.
• Op 18 april 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 16 december 1996, nr. T874-2-B.9618.
Het betreft lot 1b van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de bouwdiepte 15m op het straatniveau en ligt de helling van de dakvlakken tussen 25° en 45°.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Ormendaal.
De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande eengezinswoningen, volledig vrij ingeplant. De perceelsbezetting is relatief klein en er is een duidelijk lage bouwdensiteit in de omgeving vast te stellen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het plaatsen van een veranda. De veranda wordt ingeplant tegen de achtergevel van de woning. De breedte bedraagt 8,50 m en de diepte 3,96 m. De hoogte van de aanbouw bedraagt 2,95 m en wordt afgewerkt met een plat dak. De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt na de werken +/- 19 m op het gelijkvloers.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 28 april 2019 tot 27 mei 2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
Op 7 mei 2019 bracht De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uit nl.:
"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone II van de waterwinning Noord-Ormendaal te Korbeek-Dijle. De ligging binnen de beschermingszone II van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening. De Watergroep is als eigenaar/exploitant van de waterwinning eveneens belast met de bescherming ervan tegen mogelijke verontreinigingen.
Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
º Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.
º Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.
º Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater is verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning. Het af te voeren water dient, eventueel vertraagd, afgevoerd te worden naar de openbare riolering.
º De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º zowel tijdens de aanleg als tijdens het gebruik van de constructie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:
▪ Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
▪ Er kunnen geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
▪ Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.
▪ Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.
▪ Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.
▪ Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."
De Watergroep vraagt om de volgende voorwaarden op te nemen in de vergunning:
▪ Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen.
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de bouwdiepte 15 m op het straatniveau en ligt de helling van de dakvlakken tussen 25° en 45°.
De verkaveling is echter ouder dan 15 jaar waardoor de verkavelingsvoorschriften geen weigeringsgrond meer kunnen vormen en de aanvraag moet getoetst worden aan de criteria van de goede ruimtelijke ordening.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De aangepaste woning is inpasbaar in deze residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
De gevraagde uitbreiding heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.
Schaal
De schaal van de uitbreiding is vergelijkbaar met de schaal van de woningen in de omgeving. De schaal van de gebouwen in de omgeving wordt niet overschreden.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bouwdichtheid op het perceel wordt verantwoord verhoogd en laat nog steeds voldoende open ruimte om het open en groen karakter van de omgeving te waarborgen.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe aanbouw bevindt zich achteraan de woning en heeft een beperkte impact op het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen klachten ingediend.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 mei 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Koen Gille voor het plaatsen van een veranda in 3060 Korbeek Dijle, Ormendaal 11b, sectie B nr 38f onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 7 mei 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.
Zitting van 22 juli 2019
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN LILIANE VAN HERCK VOOR HET BOUWEN VAN EEN ZWEMBAD EN TERREINOPHOGING IN 3061 LEEFDAAL, GRENSSTRAAT 12, SECTIE A NR 126R.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 8 februari 2019 heeft Liliane Van Herck een aanvraag ingediend voor het bouwen van een zwembad en terreinophoging in 3061 Leefdaal, Grensstraat 12, sectie A nr 126r.
• Op 13 maart 2019 werd bijkomende informatie opgevraagd, die werd bekomen op 27 maart 2019.
• De aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 15 april 2019.
Feiten en context
Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 26 mei 2015, nr. T874-2-2015.3.
Deze verkaveling werd gewijzigd op 30 augustus 2016.
Het betreft lot 4 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag is hiermee niet in overeenstemming.
Volgens de voorschriften mogen er in de niet-bebouwde oppervlakten rond de woning, met uitsluiting van de achteruitbouwstrook, geen reliëfwijzigingen worden aangebracht en mag er achteraan de woning 40 m² als terras ingericht worden.
Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Grensstraat.
Deze straat ligt ten noordwesten van het centrum van Leefdaal in het gehucht Coige.
De onmiddellijke omgeving bestaat uit zowel laagbouw- als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband en afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur. De woning sluit aan bij het bebouwde weefsel van de buurgemeente Kortenberg aan de overzijde van de Grensstraat.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een zwembad. Het terrein wordt ter hoogte van het zwembad en de toegang tot het zwembad opgehoogd met 50 cm. Het zwembad komt 30 cm boven het opgehoogde terrein te zitten. Via trappen en terrassen wordt een geleidelijke overgang gemaakt tussen het niveau rondom de woning en het zwembad.
• Watertoets
Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. De verhardingen die de overgang van de woning naar het zwembad realiseren, infiltreren op eigen terrein.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centrale gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 19 april 2019 tot 18 mei 2019 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het besluit tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
///
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen:
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in 1°, in rekening brengen
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een verkavelingsvergunning waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven.
De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvergunning afgeleverd op 26 mei 2015 wat de reliëfwijzingen en de verhardingen in de achtertuin betreft.
Volgens de voorschriften mogen er in de niet-bebouwde oppervlakten rond de woning, met uitsluiting van de achteruitbouwstrook, geen reliëfwijzigingen worden aangebracht en mag er achteraan de woning 40 m² als terras ingericht worden.
Ter hoogte van het zwembad wordt het terrein opgehoogd met 50 cm. Om de niveauverschillen op te vangen, worden er verhardingen aangebracht in de vorm van trappen en terrassen.
De aangevraagde terreinophoging is stedenbouwkundig verantwoord. Onder bepaalde voorwaarden is een reliëfwijziging tot 50 cm vrijgesteld van vergunning. (art. 12/1.1. van het vrijstellingenbesluit). De reliëfwijziging beperkt zich tot de aanleg en de toegang van het zwembad. Op de perceelsgrens blijft het bestaande maaiveld behouden.
Om het niveauverschil tussen het zwembad en de woning op te vangen, worden er trappen en kleine terrassen voorzien. De totale oppervlakte van de terrassen bedraagt 63 m² (40 m² bestaand terras en 13 m² + 10 m² nieuwe aan te leggen terrassen), wat te verantwoorden is gelet op de helling van het terrein.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Liliane Van Herck voor het bouwen van een zwembad en terreinophoging in 3061 Leefdaal, Grensstraat 12, sectie A nr 126r.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.
Zitting van 22 juli 2019
OMGEVINGSVERGUNNING AANVRAAG VAN SARAH CLAEYS EN ANDREAS KWASPEN VOOR HET RENOVEREN EN UITBREIDEN VAN DE WONING GELEGEN IN 3060 KORBEEK-DIJLE, KORBEEKSE KERKSTRAAT 3, SECTIE B NR 247M.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 20 maart 2019 hebben Sarah Claeys en Andreas Kwaspen een aanvraag ingediend voor het renoveren en uitbreiden van de woning gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Korbeekse Kerkstraat 3, sectie B nr 247m.
• Op 24 april 2019 werd bijkomende informatie opgevraagd, die werd ontvangen op 8 mei 2019.
• Op 6 juni 2019 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De bouwplaats is gelegen langsheen de Korbeekse Kerkstraat.
De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen, een meergezinswoning, het brouwershuis en de kerk van Korbeek-Dijle. De Korbeekse Kerkstraat ligt op de noordelijke valleirand van de Dijle en maakt deel uit van het centrum van Korbeek-Dijle.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat de uitbreiding en renovatie van een bestaande woning. Op het gelijkvloers wordt de woning langs de rechterzijgevel, deels langs de voorgevel, uitgebreid met een oppervlakte van 79 m². De aanbouw wordt ingeplant op minimum 4,84 m van de rechterperceelsgrens, wordt afgewerkt met een plat dak en heeft een dakrandhoogte van 4 m. Een bestaande veranda aan de linkerzijgevel wordt gesloopt.
• Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 10 000 liter en een bijkomende infiltratieinrichting zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
• Externe adviezen
Op 24 juni 2019 heeft De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht nl.:
"Het betrokken perceel is gelegen binnen de beschermingszone II van de waterwinning Noord-Ormendaal te Korbeek-Dijle. De ligging binnen de beschermingszone II van een waterwinning wil zeggen dat het betrokken perceel gelegen is in het voedingsgebied van een grondwaterwinning bestemd voor de openbare drinkwatervoorziening. De Watergroep is als eigenaar/exploitant van de waterwinning eveneens belast met de bescherming ervan tegen mogelijke verontreinigingen.
Ter bescherming van de waterwinning geeft De Watergroep een gunstig advies op deze aanvraag indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
º Boringen, ontgrondingen en graafwerken van 2,5 meter onder het bestaande maaiveld (uitgezonderd peilputten) is verboden.
º Bronbemaling voor de verwezenlijking van bouwkundige werken is verboden indien het zich dieper bevindt dan 2,5 meter onder het bestaande maaiveld.
º Infiltratie van hemelwater en/of afvalwater is verboden binnen de beschermingszone II van een waterwinning. Het af te voeren water dient, eventueel vertraagd, afgevoerd te worden naar de openbare riolering.
º De aanleg van koude-warmtepompen binnen de beschermingszone II van een waterwinning kan eveneens niet toegelaten worden.
º Er kunnen, nu of in de toekomst, geen activiteiten toegelaten worden die volgens het Grondwaterdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten, het Vlarem of een andere van toepassing zijnde wetgeving verboden zijn binnen de beschermingszone II van een waterwinning.
º zowel tijdens de aanleg als tijdens het gebruik van de constructie dienen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen:
▪ Alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.
▪ Er kunnen geen afbraakmaterialen gebruikt worden voor het opvullen van de uitgegraven bodem. De vrije ruimte dient opgevuld te worden met niet-verontreinigde grond die volgens de Vlarebo-wetgeving voldoet aan de opgelegde normen vermeld in bijlage V van deze wetgeving.
▪ Opslag van oliën of mazout dient te gebeuren in een opvangbak waarvan het volume minstens even groot is als de inhoud van de erin opgeslagen recipiënten.
▪ Het overgieten of vullen van machines dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren om morsen te voorkomen.
▪ Machines met enig verlies van olie of mazout dienen onmiddellijk van de werf verwijderd te worden en boven een opvangbak geplaatst te worden.
▪ Mochten er zich tijdens de werkzaamheden calamiteiten of verontreinigingen voordoen, dient De Watergroep hiervan onmiddellijk op de hoogte te worden gebracht (02/238 96 99 en op milieu@dewatergroep.be)."
De Watergroep vraagt om de volgende voorwaarden op te nemen in de vergunning:
º Tijdens de werkzaamheden dienen steeds de nodige voorzorgsmaatregelen genomen te worden teneinde elk risico op verontreiniging van bodem en/of grondwater te voorkomen
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De gevraagde uitbreiding van de woning is inpasbaar in deze hoofdzakelijk residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. De woning beschikt over voldoende plaats om de auto's en fietsen op eigen terrein te stallen. Het project is conform met de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening over het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg, goedgekeurd op 23 oktober 2016.
Schaal
De schaal van de uitbreiding is vergelijkbaar met de schaal van de woningen in de omgeving.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De bouwdichtheid op het perceel wordt verantwoord verhoogd en laat nog steeds voldoende open ruimte om het open en groen karakter van de omgeving te waarborgen.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorstel heeft een beperkte impact op het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing op de aanvraag.
Reliëf
Niet van toepassing op de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De impact op de omgeving is beperkt. De normale hinder die men bij een verbouwing kan verwachten, wordt niet overschreden.
Conclusie
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu van 24 juni 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Sarah Claeys en Andreas Kwaspen voor het renoveren en uitbreiden van de woning gelegen in 3060 Korbeek-Dijle, Korbeekse Kerkstraat 3, sectie B nr 247m onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep, afdeling Waterbronnen en Milieu van 24 juni 2019 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en De Watergroep.
Zitting van 22 juli 2019
OMGEVINGSVERGUNNING. AKTENAME OMGEVINGSVERGUNNINGSMELDING AUTOCROSS LEEFDAAL DOOR AUTOCROSS TEAM LEEFDAAL.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Niemand mag zonder voorafgaande meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan meldingsplicht uitvoeren, exploiteren of een meldingsplichtige verandering eraan doen.
De melding gebeurt via het formulier en de in het formulier aangewezen addenda uit het addendabibliotheek.
De melding van een meldingsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die onlosmakelijk verbonden is met stedenbouwkundige handelingen van een onroerend goed.
Adviezen
Argumentatie
Inplantingsplaats:
Het betreft hier een melding klasse 3, niet verbonden aan een inrichting klasse 2 of 1. Conform art. 4.1.1.1. van Vlarem II moet de inplantingsplaats verenigbaar zijn met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurde gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan of in een ander plan van aanleg.
De inrichting is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan Leuven.
Voor de aangevraagde activiteit/inrichting zijn er in Vlarem-II specifieke verbods- en afstandsregels t.o.v. bepaalde zones of gebieden opgenomen namelijk art. 5.32.10.2 maar aan deze bepalingen is voldaan.
Onlosmakelijke verbondenheid:
Het project omvat enkel de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten en geen meldings- of vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.
Op zaterdag 17 augustus 2019 wordt er een endurance wedstrijd gereden van verschillende klassen tussen 9.30 uur en 19.00 uur. Op zondag 18 augustus 2019 wordt er een NVACT wedstrijd (Nieuwe Vlaamse Autocross Teams) gereden tussen 10.00 uur en 19.00 uur.
Het parcours wordt aangelegd vanaf dinsdag 13 augustus 2019 en zal in oorspronkelijke staat worden hersteld op maandag 19 augustus 2019.
De organisatie heeft een bijzondere verzekering afgesloten voor de NVACT autocrosswedstrijden bij de provincie Vlaams-Brabant.
Alle deelnemers van de wedstrijden moeten zich aan het wedstrijdreglement houden.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen stelt vast dat het aanvraagdossier OMV2019092028, volledig en ontvankelijk is en neemt dus akte van de aanvraag van de omgevingsvergunningsmelding voor een ingedeelde inrichting of activiteit milieu, ingediend door Robert Heylen voor vzw Autocross Team Leefdaal, Blankaart 2 te 3061 Bertem, gelegen langs de Cornelisberg, kadastraal gekend als 24061 D 239N / 256 / 257B / 239F / 241 / 253 / 254 / 239P / 239M / 239R / 243 / 239K / 239L / 255 / 239C / 239D / 244 / 240, voor:
• rubriek 32.9.1°c): Omloop voor wedstrijden, test- en oefenritten, of test- en oefenvaarten, met motorvoertuigen of motorvaartuigen, met verbrandingsmotor, met inbegrip van recreatief gebruik, alsook van waterskiën andere dan vermeld in rubriek 32.8.2, in andere zones dan zeebadzones, niet volledig gelegen op de openbare weg of op openbare waterwegen: omlopen voor motorvoertuigen waarop per jaar hoogstens één wedstrijd en aansluitende oefenritten plaatsvinden: een wedstrijd kan gespreid zijn over maximaal twee aaneensluitende kalenderdagen, en de bijbehorende oefenritten op andere dagen dan de wedstrijddagen zijn gespreid over maximaal drie dagen en ze vallen binnen de periode 3 dagen voor de wedstrijd en de dag na de wedstrijd:
1 wedstrijd autocross per jaar namelijk op 17 en 18 augustus 2019 (klasse 3).
Artikel 2:
De organisatie van de autocross moet de voorwaarden van het advies van de Hulpverleningszone Vlaams Brabant Oost naleven.
Zitting van 22 juli 2019
OMV VELDEKEN 8 TERVUREN. INDIENING BEROEP TEGEN DE OMGEVINGSVERGUNNING OMV_2018128389 VAN 24 JUNI 2019.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen dient bijgevoegd beroep in tegen de beslissing tot verlening van omgevingsvergunning OMV_2018128389 door het college van burgemeester en schepenen van Tervuren.
Zitting van 22 juli 2019
TIJDELIJKE POLITIEVERORDENING OP HET WEGVERKEER. GOEDKEURING MAATREGELEN AUTOCROSS LEEFDAAL OP 17 EN 18 AUGUSTUS 2019.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
Argumentatie
Deze organisatie brengt, behoudens onvoorziene omstandigheden, de openbare veiligheid niet in gevaar, maar kan niet worden uitgevoerd zonder het treffen van speciale verkeersmaatregelen.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Aan de aanvrager wordt toelating verleend om van 13 augustus 2019 tot en met 19 augustus 2019 gebruik te maken van de Bredeweg en de Cornelisberg te 3061 Leefdaal voor het organiseren van een autocrosswedstrijd.
Artikel 2:
Op zaterdag 17 en zondag 18 augustus 2019 wordt in de Bredeweg te 3061 Leefdaal, meer bepaald het deel tussen de Blokkenstraat en de Neerijse steenweg, eenrichtingsverkeer ingesteld met als rijrichting naar de Neerijse steenweg, en in het onverhard gedeelte van de Korbeekstraat te 3061 Leefdaal met als rijrichting naar de Dorpstraat.
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van verkeersborden C1 en F19, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de gemeente Bertem worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Artikel 3:
Op zaterdag 17 en zondag 18 augustus 2019 wordt in de Korbeekstraat te 3061 Leefdaal een parkeerverbod ingesteld.
De weggebruikers zullen van deze regeling op de hoogte worden gebracht door middel van verkeersborden E1, voorgeschreven bij KB van 1 december 1975, gewijzigd door het KB van 27 april 1976 e.v. inzake het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Zij zullen door de gemeente Bertem worden geleverd en door de aanvrager geplaatst en onderhouden worden zoals bepaald in het MB van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
Artikel 4:
De aanvrager moet deze activiteit 48 uur vooraf kenbaar maken met (informatie)borden en de buurtbewoners 48 uur vooraf inlichten via een (nieuws)brief.
Artikel 5:
De organisator mag wegwijzers langsheen de gemeentewegen aanbrengen, indien zij geplaatst worden op eigen steun en geen hinder veroorzaken met de bestaande verkeerssignalisatie. Zij mogen worden aangebracht vanaf 16 augustus 2019 en moeten verwijderd worden voor 21 augustus 2019.
Om wegwijzers te plaatsen op de N3 of de N253, dient de aanvrager een toelating te vragen aan het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, Tervuursesteenweg 308 te 3060 Bertem.
Artikel 6:
De organisator mag aankondigingsborden langsheen de gemeentewegen aanbrengen, indien zij geplaatst worden op eigen steun en geen hinder veroorzaken met de bestaande verkeerssignalisatie. Zij mogen worden aangebracht vanaf 1 augustus 2019 en moeten verwijderd worden voor 21 augustus 2019.
Om aankondigingsborden te plaatsen op de N3 of de N253, dient de aanvrager een toelating te vragen aan het Agentschap Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, Tervuursesteenweg 308 te 3060 Bertem.
Artikel 7:
Dit besluit wordt van kracht op dinsdag 13 augustus 2019 en het blijft van kracht tot en met maandag 19 augustus 2018.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.