BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 8 juni 2020

Van 14.50 uur tot 16.30 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Greet Goossens, Joery Verhoeven en Tom Philips

Algemeen directeur:

Dirk Stoffelen

 


Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

  • Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
    De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

  • Notulen van de zitting van 1 juni 2020.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 1 juni 2020 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. AKTENAME AGENDA ALGEMENE VERGADERING ZEFIER 11 JUNI 2020 EN GOEDKEURING AGENDAPUNTEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Uitnodiging van 16 maart 2020 voor de algemene vergadering van Zefier cvba van 11 juni 2020, met bijhorende agenda en bijlagen.
  • Brief van 5 mei 2020 over de wijziging van de uitnodiging tot de jaarvergadering.

 

Feiten en context

  • De gemeente Bertem neemt deel aan de cvba Zefier.
  • Op 11 juni 2020 wordt een algemene vergadering van Zefier gehouden met volgende agendapunten:
    1. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2019;

2. Verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2019;

3. Goedkeuring van de jaarrekening 2019 (balans, resultatenrekening, winstverdeling en toelichting);

4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor;

5. Kennisname en bespreking van het bijzonder verslag van de raad van bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 5:102 WVV;

6. Besluit tot machtiging van de raad van bestuur om over te gaan tot uitgifte van nieuwe aandelen die niet evenredig zijn aan het aantal uitgegeven aandelen binnen elke soort (rekeningsector) gebeurt;

7. Volmacht.

         Omwille van de coronacrisis kan de algemene vergadering van 11 juni 2020, waaraan wellicht 120 personen zouden deelnemen, niet doorgaan in de Faculty Club te Leuven.

         De raad van bestuur heeft beslist dat in overeenstemming met het koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de Covid-19 pandemie, de algemene vergadering van 11 juni 2020 in strikt besloten zitting zal plaatsvinden.

         In toepassing van dit KB kan de raad van bestuur, zelfs zonder enige statutaire machtiging, aan de deelnemers aan elke algemene vergadering opleggen om hun rechten uitsluitend uit te oefenen door een volmacht te verlenen vóór de algemene vergadering. De raad van bestuur kan opleggen dat de (enige) volmachthouder een door hem aangewezen persoon is. Concreet werd door de raad van bestuur, mevrouw Ann Van Den Meutter, bestuurder, aangeduid. Zij zal op basis van de gemeenteraads- of collegebesluiten stemmen namens de vennoten. Hierdoor is er geen aanwezigheid vereist (en ook niet toegelaten) van de door de vennoten aangeduide volmachthouders.

 

Juridische gronden

  • Artikel 180 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen
    De gemeenten kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks participeren in bedrijven voor productie, vervoer en distributie van energie.
  • Hoofdstuk V van de gecoördineerde statuten van Zefier cvba van 29 maart 2018 over de samenstelling, bevoegdheden en werking van de Algemene Vergadering.
  • Artikel 6, §1, 2° van het koninklijk besluit nr. 4 van 9 april 2020 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht
    De raad van bestuur kan, zelfs zonder enige statutaire machtiging, aan de deelnemers aan elke algemene vergadering opleggen om hun rechten uitsluitend uit te oefenen door een volmacht te verlenen vóór de algemene vergadering. De raad van bestuur kan opleggen dat de (enige) volmachthouder een door hem aangewezen persoon is.

 

 

Bijlagen

         0.2-ZF-AV-PPT-20200611

         1.0-ZF-AV-TB-202006111

         1.1-ZF-jaarverslag_2019

         1.2-Vennoten_en_aandelen_Zefier_per_31_december_2019

         2.0-ZF-AV-TB-202006112

         2.1-Verslag_van_de_commissaris-revisor_over_het_boekjaar_2019

         3.0-ZF-AV-TB-202006113

         3.1-ZF-jaarrekening_2019

         3.2-Resultaten_per_rekeningsector_en_per_vennoot_boekjaar_2019

         3.3-Detail_van_de_balans_per_31_december_2019

         3.4-Rekeningstaat_2019_per_vennoot

         4.0-ZF-AV-TB-202006114

         5.0-ZF-AV-TB-202006115

         5.1-Bijzonder_verslag_artikel_5_102_WVV

         6.0-ZF-AV-TB-202006116

         6.1-ZF-AV-BIJLAGE_AGENDAPUNT_6-20200611

         7.0-ZF-AV-TB-202006117

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen beslist, na onderzoek van de documenten die bij de oproeping zijn gevoegd, om zijn goedkeuring te hechten aan de dagorde.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen verleent een volmacht aan mevrouw Ann Van Den Meutter, bestuurder, om alle afzonderlijke punten van de dagorde van de algemene vergadering van de cvba Zefier van 11 juni 2020 goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

GBS 'T ZONNEVELD. BESPREKING MOGELIJKHEID INRICHTING EXTRA KLAS.

 

Besluit

Motivering

Op dit ogenblik zijn er in de gemeenteschool van Bertem voor het geboortejaar 2015 25 kleuters ingeschreven, zij zitten volgend schooljaar in de derde kleuterklas.

Het geboortejaar 2016 telt op dit ogenblik 31 kleuters, zij gaan normaal gezien volgend schooljaar naar de tweede kleuterklas.

Voor het geboortejaar 2017 zijn er 30 kleuters ingeschreven, daarvan zijn er op dit ogenblik 26 op school ingeschreven. Er starten in september nog 4 kleuters die geboren zijn in november en december 2017.

 

Zowel 30 als 31 kleuters per klas vindt de school erg veel. Daarom stellen ze de vraag of er een mogelijkheid bestaat om in het schooljaar 2020-2021 drie graadklassen in te richten voor kleuters die geboren zijn in 2016 en 2017. Dit zijn dan kleuters van de leeftijd eerste en tweede kleuterklas die samen in een klas zitten.

Voor het schooljaar 2021-2022 zouden deze 3 klassen eventueel behouden blijven indien nodig, maar dan niveau tweede en derde kleuterklas.

Jaarlijks verhuizen enkele kleuters. Aangezien de capaciteit bepaald is, hoopt de school dat in de loop van de jaren deze klasgroepen kleiner worden en ze in de lagere school kunnen starten met ongeveer 25 à 26 leerlingen.

 

Op de teldag hadden ze 93 kleuters en 97 leerlingen lagere school. 27 maart 2020 bezorgde AGODI de voorlopige cijfers voor de personeelsformatie van de GBS Bertem.

 

Voor de kleuters ontvangen ze 125 lestijden + 7 SES lestijden = 132 lestijden; daar kunnen 5 kleuterklassen (5x24 per klas + 10 uur kleuterturnen) mee ingericht worden. En dan hebben ze 2 lestijden over.

Carine Mertens kan volgend schooljaar 1 uur minder betaald worden vanuit de gemeente aangezien de school 1 uur extra kinderverzorging krijgt (van 8 uur naar 9 uur).

 

In de lagere school hebben ze bij de telling van 3 februari 6 leerlingen minder dan vorig schooljaar, daar komen ze nu op 97 leerlingen. Voor het schooljaar 2019-2020 zijn 11 lestijden van de kleuters naar de lagere school overgezet om de jaarklassen te organiseren. Graag zou de school ook de komende jaren de jaarklassen behouden.

 

Voor de lagere school ontvangt de school 129 lestijden + 9 SES lestijden = 138 lestijden.

Voor de zes jaarklassen in de lagere school hebben ze 144 lestijden (6X24) nodig + 8 lestijden LO + indien mogelijk 6 zorguren.

Samen maakt dat 158 lestijden; een tekort van 20 lestijden.

 

Twee lestijden kunnen worden overgenomen van de kleuters. Vanuit de 'pot' uren van de scholengemeenschap kunnen hopelijk nog eens 3/24 worden ingezet.

 

Misschien krijgt de school ook nog enkele uren lerarenplatform (dit schooljaar goed voor 7/24), maar hoeveel dat er volgend schooljaar gaan zijn, is nog niet geweten.

Indien het lerarenplatform afgeschaft wordt, is er een tekort van 15/24 lestijden om 6 klassen in de lagere school te behouden en 5 kleuterklassen in te richten.

 

De schooldirecteur vraagt of het schoolbestuur bereid is om budget vrij te maken om deze uren aan te vullen. Zo kan er in de lagere school een voltijdse leerkracht per klas worden voorzien en kunnen er in de kleuterschool 5 kleuterklassen ingericht worden.

 

Raming van het benodigde budget:

Er zijn 2 simulaties gemaakt van de loonkost per maand: voor iemand met 0 jaar anciënniteit en iemand met 5 jaar anciënniteit:

         15/24 onderwijzer aan barema 148 met 0 jaar anciënniteit en tijdelijk: ongeveer 2560 euro

         15/24 onderwijzer aan barema 148 met 5 jaar anciënniteit en tijdelijk: ongeveer 2910 euro

 

Dit voorstel is financieel haalbaar voor de gemeente omdat de ingeschreven kredieten aan de inkomstenzijde nog niet zijn aangepast aan de reële ontvangsten aan werkingssubsidies van het Vlaamse ministerie van Onderwijs voor schooljaar 2019-2020 en aan de prognoses van de werkingssubsidies voor het schooljaar 2020-2021, gebaseerd op realistische inschattingen (inschrijvingen volgend schooljaar):

         Ingeschreven ontvangst werkingssubsidies voor de gemeentelijke basisschool Bertem in het budget 2020: 127 500 euro

         Reële ontvangst werkingssubsidies voor de gemeentelijke basisschool Bertem in het schooljaar 2019-2020: 138 378,17 euro

         Geraamde ontvangst werkingssubsidies voor de gemeentelijke basisschool Bertem in het schooljaar 2020-2021: 146 966,14 euro.

Het krediet aan ontvangstenzijde kan in 2020 verhoogd worden naar 140 000 euro, een verhoging met 12 500 euro, wat volstaat om de loonkost in het eerste semester van schooljaar 2020-2021 volledig te dragen.

Het krediet aan ontvangstenzijde kan in 2021 verhoogd worden naar 145 000 euro, een verhoging met 17 500 euro (t.o.v. initieel budget 2020), wat volstaat om de loonkost in het tweede semester van schooljaar 2020-2021 volledig te dragen. Op basis van de huidige bekende leerlingenaantallen kan geen betrouwbare prognose worden gemaakt voor schooljaar 2021-2022.

 

Bespreking

Het college gaat akkoord met de inrichting van een 5e kleuterklas in het schooljaar 2020-2021 en met het ten laste nemen van max. 15/24 lestijden mits het maximaal inzetten extra gesubsidieerde lestijden en van de extra werkingsmiddelen als gevolg van de toename van het aantal leerlingen en kleuters.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

JEUGDLOKALEN BERTEM. GOEDKEURING GEBRUIK BASKETBALTERREIN DOOR DYNAMO BERTEM.

 

Voorgeschiedenis

  • E-mail van Patrick Marck van 27 mei 2020 namens Dynamo Bertem: aanvraag voor het tijdelijk gebruik van het outdoor basketveld aan de Chirolokalen voor trainingen

 

Feiten en context

  • Door COVID-19 zijn de sportzalen gesloten.
  • Dynamo Bertem vraagt het gebruik van het basketbalterrein aan de jeugdlokalen Bertem voor het organiseren van trainingen. Het oefenschema wordt nog doorgestuurd.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

  • Ministerieel besluit van 30 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college geeft toelating aan Dynamo Bertem voor het gebruik van het basketbalterrein aan de Chirolokalen in Bertem voor het organiseren van trainingen. Dynamo Bertem geeft het oefenschema door aan de facilitaire dienst.

 

Artikel 2:

Dynamo Bertem moet zich houden aan de COVID-19 veiligheidsregels bepaald in het ministerieel besluit van de minister van Binnenlandse Zaken.

 

Artikel 3:

De directe buren Marcel Vandeputte en Luc Van Minsel zullen hiervan op de hoogte gebracht worden.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

  • De overzichtslijst van de bestelbons werd bezorgd aan de leden van het managementteam. Gunstig advies.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2020/174 tot en met nr. 2020/179 voor een totaal bedrag van 15 527,05 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2020/1913 tot en met nr. 2020/1959 voor een totaal bedrag van 101 487,66 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

TREKTOCHTEN. KENNISNAME AFGELASTING EN TERUGBETALING DEELNAMEPRIJS.

 

Besluit

Motivering

De begeleiders van de trektochten hebben na overleg besloten dat de trektochten 2020 niet kunnen doorgaan met het in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften i.v.m. corona.

 

Mededeling

De deelnemers aan de trektochten worden verwittigd van de afgelasting en de bijdrage wordt teruggestort.

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

BIBLIOTHEEK. MOGELIJKHEID TOT CONTACTLOOS BETALEN MET PAYCONIQ.

 

Feiten en context

         Op dit moment kan in de bibliotheek enkel met cash geld betaald worden.

         In het kader van de coronamaatregelen is het betalen via Payconiq één van de mogelijkheden om veilig betaalverkeer in de bib te organiseren.

         Payconiq werkt met een QR-code die opgehangen kan worden aan de balie of gepubliceerd kan worden via de webpagina van 'Mijn bibliotheek' bij het overzicht van openstaande bedragen van de klanten zodat klanten hun schuld ook van thuis uit kunnen vereffenen.

 

Juridisch gronden

         Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur.

         Artikel 56, §3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur.
Het college is bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur' en voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

 

Adviezen

         De financieel directeur verleende zijn akkoord om deze betaalmogelijkheid te installeren in de bib.

 

Argumentatie

Door het in gebruik nemen van Payconiq kunnen mensen contactloos kleine betalingen doen in de bibliotheek maar ook van thuis uit via een QR-code. Daarmee vergroten we de mogelijkheden tot het vereffenen van boetes en het gebruiksgemak aanzienlijk en beperken we het contact met de klanten.

 

Financiële gevolgen

Het is een contract zonder kosten: 0 transacties = 0 euro betalen.

De transactiekosten moeten wel betaald worden: 0,60 cent per transactie eBTW. Dat wordt dus 07,26 cent/transactie iBTW. Deze worden op het einde van de maand afgerekend door Payconiq.

Raming van de kosten voor de gemeente: op jaarbasis ergens tussen de 50 en de 100 euro (op basis van de stortingen die de bib nu op de rekening binnenkrijgt).

 

 

Bijlagen

         Contract Payconiq

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt het bijgevoegde contract met Payconiq goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

JAARMARKT. BESPREKING EDITIE 2020.

 

Besluit

Motivering

Het college neemt kennis van het advies van Stef Van Laer over de organisatie van de jaarmarkt 2020: "Zaterdag 26 september 2020 gaat normaal de jaarmarkt door in Bertem. Grote massa-evenementen zijn tot op heden verboden tot 31 augustus. Ik denk dat onze jaarmarkt toch een redelijk groot evenement is. Jaarmarkt Bertem organiseren met strenge veiligheidsmaatregelen zie ik persoonlijk niet haalbaar. Bv. 1,50 meter tussen de tafels in de tent, beperkt publiek op de markt en op de wedstrijden enz."

 

Bespreking

Ter voorbereiding van een beslissing over het al dan niet afgelasten van de jaarmarkt, zal het college de organisatoren van de jaarmarkt per brief vragen om hun advies over de organisatie van editie 2020 mee te delen aan het college.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

SPORTHAL VERONA. GOEDKEURING VORDERINGSSTAAT NR. 1.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 4 februari 2019 waarbij het ontwerp en de bouw van de sporthal Verona wordt gegund aan THV CORDEEL ZETEL HOESELT NV - BEL ARCHITECTEN BVBA, Industrielaan 18 te 3730 Hoeselt tegen het nagerekende en verbeterde BAFO-bedrag van 2 726 278,01 excl. 21% btw of 3 298 796,39 euro incl. 21% btw. De optielijst is mee goedgekeurd maar zit nog niet vervat in het bedrag.

         Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 waarbij de overeenkomst Design and Build sportcenturm en de BAFO-offerte werd goedgekeurd. Goedkeuring wordt verleend aan de definitieve offerte van CORDEEL-BEL, zijnde de BAFO-offerte aangevuld met een overzichtslijst van te lichten opties, voor een bedrag van 4 005 940,43 euro excl. 21% btw of 4 847 187,92 euro incl. 21% btw.

         Gemeenteraadsbesluit van 28 april 2020 waarbij verrekening 1 PU coating en polibeton en verrekening 2a paalfundering werd goedgekeurd.

         Collegebesluit van 11 mei 2020 waarbij de aanvangsdatum van 18 mei 2020 wordt goedgekeurd.

 

Feiten en context

         De werken vingen aan op 18 mei 2020.

         De aannemer Cordeel zetel Hoeselt, Industrielaan 18 te 3730 diende vorderingsstaat 1 in voor de periode 1 april 2020 tot 30 april 2020, die werd ontvangen op 4 juni 2020.

         De uitvoeringstermijn bedraagt 11 kalendermaanden. In de huidige vorderingsstaat werden 0 kalenderdagen gewerkt zodat de resterende termijn 11 kalendermaanden.

         Deze vorderingsstaat omvat de studiekosten van de afgelopen maanden. De werken bereikten een bedrag van:

 

Bestelbedrag contractofferte 29/11/2019 excl. 21% btw

 

€ 4 005 940,43

Bedrag verrekeningen

+

€ 203 492,34

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 4 209 432,77

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 0,00

Huidige vorderingsstaat

 

€ 206 000,00

TOTAAL excl. 21% btw

=

€ 206 000,00

 

Juridische gronden

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Adviezen

         De financieel directeur verleende een visum op 4 juni 2020.

 

Argumentatie

De voorbereidende werken aan het project de afgelopen maanden hebben al veel (studie)kosten gevraagd. Op vraag van de aannemer wordt de studiekost gevorderd via vorderingsstaat 1 voor de periode april.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

BP2020_2025-0/ACT-13/

0742-

00/221007/GEMEENTE/CBS/IP1

€ 4 330 000

€ 4 330 000

€ 206 000

 

 

Bijlagen

         vorderingsstaat 1

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 1 van Cordeel zetel Hoeselt, Industrielaan 18 te 3730 Hoeselt, voor de opdracht “sporthal Verona” voor een bedrag van 206 000 euro excl. btw.

 

Artikel 2:

De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 0-13 0742-00/221007.

 

Artikel 3:

De factuur en de vorderingsstaat 1 worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

BOUW SPORTHAL VERONA. AANSTELLING LEIDEND AMBTENAAR.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebeslissing van 4 februari 2019 waarbij het ontwerp en de bouw van de sporthal Verona wordt gegund aan THV CORDEEL ZETEL HOESELT NV - BEL ARCHITECTEN BVBA, Industrielaan 18 te 3730 Hoeselt tegen het nagerekende en verbeterde BAFO-bedrag van 2 726 278,01 excl. 21% btw of 3 298 796,39 euro incl. 21% btw. De optielijst is mee goedgekeurd maar zit nog niet vervat in het bedrag.
  • Gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019 waarbij de overeenkomst Design and Build sportcenturm en de BAFO-offerte werden goedgekeurd.

 

Feiten en context

  • De overeenkomst Design and Build werd afgesloten tussen de opdrachtnemer (Cordeel Zetel Hoeselt) en de opdrachtgever (gemeente Bertem).
  • Er werd in de opdrachtdocumenten of de overeenkomst geen leidend ambtenaar in persoon aangeduid. De overeenkomst is afgesloten met de gemeente Bertem.
  • Om de uitvoering van het project praktisch vlot te laten verlopen, stelt de dienst financiën en facilitair beheer voor om Marieke Cyffers aan te duiden als contactpersoon die zorgt voor de communicatie tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever en als leidend ambtenaar.
  • De wekelijkse werfvergaderingen voor de opdrachtgever worden bijgewoond door Marieke Cyffers en/of Yoni Pulinckx. Voor nazichten/opvolging op de werf ter plaatse kan ook een andere collega van de dienst financiën en facilitair beheer worden ingeschakeld.

 

Juridische gronden

  • Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
  • Artikel 57 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
    Dit artikel bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de algemeen directeur kan toevertrouwen. De algemeen directeur kan die bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente.

 

Argumentatie

Artikel 11 van het KB algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten bepaalt dat de leidend ambtenaar door de aanbesteder schriftelijk wordt aangeduid uiterlijk bij de sluiting van de opdracht. Deze aanduiding mag reeds geschieden in de opdrachtdocumenten. Dit is niet gebeurd, ook niet in de overeenkomst Design and Build. De gemeente Bertem is de aanbesteder/opdrachtgever en het college - als uitvoerend orgaan van de gemeente - oefent de bevoegdheden van de leidend ambtenaar uit. Het college kan wel een aantal van zijn bevoegdheden delegeren aan de algemeen directeur. De draagwijdte van de taken/bevoegdheden van een intern leidend ambtenaar moeten worden vastgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen keurt de omschrijving van de taken goed voor de contactpersoon Marieke Cyffers voor het project 'ontwerp en bouw van een sportcentrum Verona voor gemeente Bertem':

  • Contactpersoon voor alle brieven, e-mails, documenten, vorderingsstaten, facturen, tekeningen, plannen, nota’s en andere schriftelijke mededelingen die door de opdrachtnemer aan de opdrachtgever worden toegestuurd in het kader van de uitvoering van de opdracht, zoals vermeld in de D&B-overeenkomst.
  • Het voorbereiden van de beslissingen die door het college van burgemeester en schepenen of gemeenteraad zullen worden genomen. De beslissingsbevoegdheid ligt bij college of gemeenteraad, naargelang hun bevoegdheden.

 

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen delegeert zijn bevoegdheid als leidend ambtenaar voor het project 'ontwerp en bouw van een sportcentrum Verona voor gemeente Bertem' aan de algemeen directeur.

Tot zijn bevoegdheden behoren:

         alle bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van leidend ambtenaar zoals bepaald in het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (KB AUR). Dat houdt in dat de leidend ambtenaar bevoegd is om, met uitzondering van de taken die het KB AUR uitdrukkelijk aan een andere instantie toewijst, alle handelingen te stellen die binnen zijn taak liggen.

  • Het ondertekenen van bepaalde administratieve documenten voor de opdrachtgever tijdens de uitvoering (technische fiches, proefverslagen, nota's i.v.m. uitvoering).
  • Goedkeuring geven aan de maandelijkse vorderingsstaten en facturen.
  • Ondertekening proces-verbaal van voorlopige oplevering en definitieve oplevering in naam van het bestuur.

De algemeen directeur kan deze bevoegdheid verder delegeren aan een ander personeelslid van de gemeente Bertem.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen machtigt Marieke Cyffers en Yoni Pulinckx om in onderling overleg de werfvergaderingen bij te wonen en om de opvolging van de werkzaamheden op de werf te organiseren.

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt meegedeeld aan de opdrachtnemer, Cordeel Zetel Hoeselt.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGEN. AKTENAME MELDING VAN DOCKERS FILIP VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZWEMVIJVER IN 3060 BERTEM, DE HERK 6, SECTIE C NR 189D.

 

Voorgeschiedenis

  • Op 10 mei 2020 heeft Filip Dockers een melding ingediend voor de aanleg van een zwemvijver in 3060 Bertem, De Herk 8, sectie C nr 189d.

 

Feiten en context

  • Het perceel is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De bouwplaats is gelegen in het RUP Centrum, goedgekeurd door de deputatie van Vlaams-Brabant op 9 juli 2009. Na publicatie in het Belgisch Staatsblad heeft een RUP verordenende kracht. Het RUP 'Centrum' is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2009.

  • De aanvraag omvat de aanleg van een zwemvijver.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan Leuven.
  • Omzendbrief van 8 juli 1977 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen. De omzendbrief is van toepassing op de aanvraag.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 106.

Een melding kan slechts gedaan worden voor meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen, een meldingsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten die het project omvat of een combinatie hiervan.

Artikel 111.

De bevoegde overheid gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:

  • 1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
  • 2° artikel 4.2.2, § 1, en artikel 4.2.4 van de VCRO.

Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.

Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.

 

Argumentatie

  • Toetsing aan de decretale regeling inzake zorgwonen

Niet van toepassing

  • Toetsing aan de verplichte dossiersamenstelling, het meldingsbesluit (BVR 16/07/2010), de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften

De aangevraagde werken vallen niet onder het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Volgens het vrijstellingenbesluit van 16 juli 2010, hoofdstuk 2 artikel 2.1.8° zijn niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, ingeplant tot op 1 meter van de perceelsgrens of tot tegen een bestaande scheidingsmuur, voor zover de gezamenlijke oppervlakte van dergelijke constructies, met inbegrip van alle bestaande niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin 80 vierkante meter niet overschrijdt, niet vergunningsplichtig. Onder de niet-overdekte constructies vallen o.a. terrassen, zwemvijvers, zwembaden...

  • Toetsing aan de stedenbouwkundige verordening(en) hemelwater

Niet van toepassing

  • Toetsing die aanleiding kan geven tot het opleggen van voorwaarden

Er worden geen voorwaarden opgelegd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college beslist om Filip Dockers op de hoogte te brengen van de onontvankelijkheid van zijn melding van 10 mei 2020 voor de aanleg van een zwemvijver in 3060 Bertem, De Herk 8, sectie C nr 189d.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KWADRAAT NV VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN HAANSELBERG 1, 3061 LEEFDAAL, SECTIE B NR 227V2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 3 maart 2020 heeft Kwadraat NV een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in Haanselberg 1, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2.

         Op 30 maart 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van studie- en landmeetbureau Quadrant, nr. T874-2-2017.12, goedgekeurd op 19 februari 2018.

Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoningen.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Haanselberg. De Haanselberg is een nieuw aangelegde parallelweg met de Nollekensstraat die een holle weg is (buurtweg nr. 15).

De Nollekensstraat ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.

De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande woningen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning.
Het linkervoorhoek van de woning wordt ingeplant op 7,81 m van de as van de weg. De rechtervoorhoek wordt ingeplant op 3,00 m van de rechterperceelgrens. Het gebouw heeft een voorgevelbreedte van 15,00 m, een maximale diepte van 7,60 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 6,62 m.
De gelijkvloerse verdieping wordt ingericht met een inkom, keuken en leefruimte en een garage. De eerste verdieping wordt ingericht met 4 slaapkamers, 2 badkamers en een berging.
Achteraan het gebouw wordt er een terrasverharding voorzien van 22,13 m². In de voortuin worden een autostaanplaats en 2 fietsenstaanplaatsen voorzien.

         Watertoets

Gunstig wateradvies van 12 maart 2020 van de provinciale dienst waterlopen.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Het bouwen van een woning in open bebouwing.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Er worden 2 hemelwaterputten van 5000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 2000 liter (min. 1313 liter). De verhardingen rondom het huis worden aangelegd in dolomiet of in klinkerverharding. Het hemelwater kan ofwel doorheen ofwel naast de verharding infiltreren in de bodem.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

Hemelwaterverordeningen

Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 20 april 2020 heeft de provincie, dienst waterlopen, een gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).

         Interne adviezen

Op 7 april 2020 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kwadraat NV voor het bouwen van een woning in Haanselberg 1, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2, onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KWADRAAT NV VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN HAANSELBERG 3, 3061 LEEFDAAL, SECTIE B NR 227V2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 3 maart 2020 heeft Kwadraat NV een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in Haanselberg 3, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2.

         Op 30 maart 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van studie- en landmeetbureau Quadrant, nr. T874-2-2017.12, goedgekeurd op 19 februari 2018.

Het betreft lot 2 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoningen.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Haanselberg. De Haanselberg is een nieuw aangelegde parallelweg met de Nollekensstraat die een holle weg is (buurtweg nr. 15).

De Nollekensstraat ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.

De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande woningen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning.

Het linkervoorhoek van de woning wordt ingeplant op 8,09 m van de as van de weg. De rechtervoorhoek wordt ingeplant op 3,02 m van de rechterperceelgrens. Het gebouw heeft een voorgevelbreedte van 9,00 m, een maximale diepte van 12,00 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 6,60 m.

De gelijkvloerse verdieping wordt ingericht met een een inkom, keuken en leefruimte, garage en berging. De eerste verdieping wordt ingericht met 4 slaapkamers en 2 badkamers.

Achteraan het gebouw wordt een terrasverharding voorzien van 20 m². In de voortuin worden een autostaanplaats en 2 fietsenstaanplaatsen voorzien.

         Watertoets

Voorwaardelijk gunstig wateradvies van 20 april 2020 van de provinciale dienst waterlopen.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Aanvraag voor het bouwen van een open woning in projectverband

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Hemelwaterverordeningen

Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen

Maatregelen

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

º         Er worden 2 hemelwaterputten van 5000 liter voorzien.

º         Er wordt een infiltratievoorziening van 2000 liter.

º         De verhardingen rondom het huis worden aangelegd in dolomiet of in klinkerverharding. Het hemelwater kan ofwel doorheen ofwel naast de verharding infiltreren in de bodem.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 20 april 2020 heeft de provincie, dienst waterlopen, een gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).

         Interne adviezen

Op 7 april 2020 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kwadraat NV voor het bouwen van een woning in Haanselberg 3, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2, onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KWADRAAT NV VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN HAANSELBERG 5, 3061 LEEFDAAL, SECTIE B NR 227V2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 3 maart 2020 heeft Kwadraat NV een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in Haanselberg 5, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2.

         Op 30 maart 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van studie- en landmeetbureau Quadrant, nr. T874-2-2017.12, goedgekeurd op 19 februari 2018.

Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoningen.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Haanselberg. De Haanselberg is een nieuw aangelegde parallelweg met de Nollekensstraat die een holle weg is (buurtweg nr. 15).

De Nollekensstraat ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.

De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande woningen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning.

Het linkervoorhoek van de woning wordt ingeplant op 7,98 m van de as van de weg. De rechtervoorhoek wordt ingeplant op 3 m van de rechterperceelgrens. Het gebouw heeft een voorgevelbreedte van 9,00 m, een maximale diepte van 12,00 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 6,60 m.

De gelijkvloerse verdieping wordt ingericht met een inkom, keuken en leefruimte, garage en berging. De eerste verdieping wordt ingericht met 4 slaapkamers en 2 badkamers.

Achteraan het gebouw wordt een terrasverharding voorzien van 20 m². In de voortuin worden een autostaanplaats en 2 fietsenstaanplaatsen voorzien.

         Watertoets

Voorwaardelijk gunstig wateradvies van 20 april 2020 van de provinciale dienst waterlopen.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Aanvraag voor het bouwen van een open woning in projectverband

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Hemelwaterverordeningen

Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen

Maatregelen

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

º         Er worden 2 hemelwaterputten van 5000 liter voorzien.

º         Er wordt een infiltratievoorziening van 2000 liter.

º         De verhardingen rondom het huis worden aangelegd in dolomiet of in klinkerverharding. Het hemelwater kan ofwel doorheen ofwel naast de verharding infiltreren in de bodem.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 20 april 2020 heeft de provincie, dienst waterlopen, een gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).

         Interne adviezen

Op 7 april 2020 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kwadraat NV voor het bouwen van een woning in Haanselberg 5, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2, onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KWADRAAT NV VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN HAANSELBERG 7, 3061 LEEFDAAL, SECTIE B NR 227V2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 3 maart 2020 heeft Kwadraat NV een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in Haanselberg 7, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2.

         Op 30 maart 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Meergezinswoningen', definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2018.

De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van studie- en landmeetbureau Quadrant, nr. T874-2-2017.12, goedgekeurd op 19 februari 2018.

Het betreft lot 4 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoningen.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Haanselberg. De Haanselberg is een nieuw aangelegde parallelweg met de Nollekensstraat die een holle weg is (buurtweg nr. 15).

De Nollekensstraat ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.

De overheersende bebouwing in de omgeving duidt op vrijstaande woningen.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het bouwen van een eengezinswoning.

De linkervoorhoek van de woning wordt ingeplant op 7,98 m van de as van de weg. De rechtervoorhoek wordt ingeplant op 3 m van de rechterperceelgrens. Het gebouw heeft een voorgevelbreedte van 9,00 m, een maximale diepte van 12,00 m en wordt afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 6,60 m.

De gelijkvloerse verdieping wordt ingericht met een inkom, keuken en leefruimte, garage en berging. De eerste verdieping wordt ingericht met 4 slaapkamers en 2 badkamers.

Achteraan het gebouw wordt een terrasverharding voorzien van 19,88 m². In de voortuin worden een autostaanplaats en 2 fietsenstaanplaatsen voorzien.

         Watertoets

Voorwaardelijk gunstig wateradvies van 20 april 2020 van de provinciale dienst waterlopen.

"Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Aanvraag voor het bouwen van een open woning in projectverband

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.

Hemelwaterverordeningen

Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen

Maatregelen

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

º         Er worden 2 hemelwaterputten van 5000 liter voorzien.

º         Er wordt een infiltratievoorziening van 2000 liter.

º         De verhardingen rondom het huis worden aangelegd in dolomiet of in klinkerverharding. Het hemelwater kan ofwel doorheen ofwel naast de verharding infiltreren in de bodem.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018."

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

         Externe adviezen

Op 20 april 2020 heeft de provincie, dienst waterlopen, een gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).

         Interne adviezen

Op 7 april 2020 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kwadraat NV voor het bouwen van een woning in Haanselberg 7, 3061 Leefdaal, sectie B nr 227v2, onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN ALFA OMEGA VOOR HET SLOPEN VAN EEN WONING MET BIJGEBOUWEN EN HET BOUWEN VAN 3 NIEUWE WONINGEN IN DORPSTRAAT 159, 3060 BERTEM, SECTIE C NR 493M.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 24 maart 2020 heeft Alfa Omega een aanvraag ingediend voor het slopen van een woning met bijgebouwen en het bouwen van 3 nieuwe woningen in 3060 Bertem, Dorpstraat 159, sectie C nr 493m.

         Op 6 april 2020 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat in het bebouwde centrum van Bertem. De omgeving wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan bouwstijlen, verschijningsvormen en bestemmingen.

In de nabije omgeving is een mix aan bedrijvigheid, horeca, dienstverlening, kleinhandel en wonen aanwezig.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het slopen van een woning met bijgebouwen en het bouwen van 3 nieuwe woningen.

De nieuwe woningen worden ingeplant op 6 m van de voorste perceelsgrens en op de linker- en de rechterperceelsgrens. De woningen hebben een diepte van 12,80 m op het gelijkvloers, 13,05 m op de verdieping en zijn afgewerkt met een plat dak met een kroonlijsthoogte van 6,14 m.

Op het gelijkvloers bevinden zich een berging, inkom met traphal, wc en leefruimte met aansluitende keuken. Op de verdieping zijn deze ingericht met berging, wc, badkamers en 3 slaapkamers voor de linkerwoning en 4 slaapkamers voor de middenste en de rechterwoning.

Vooraan het perceel worden er per gebouw 2 opeenvolgende parkeerplaatsen en verschillende fietsenstalplaatsen in klinkerverharding voorzien. Het overige gedeelte wordt groen ingericht. Achterliggend de woningen worden terrassen voorzien, die afwateren naar de achterliggende groenzone.

         Watertoets

De provinciale dienst waterlopen heeft op 29 april 2020 het onderstaande advies uitgebracht:

"Wij verwijzen naar uw adviesaanvraag van 6 april 2020 op naam van Alfa Omega voor de sloop van een woning en bijgebouwen en het bouwen van 3 woningen. De aanvraag heeft betrekking op perceel gelegen Dorpstraat 159, 3060 Bertem, kadastraal gekend als 1e afdeling, sectie C, 493M.

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

De bestaande woning met bijgebouwen wordt afgebroken. In de plaats komen 3 woningen in gesloten verband.

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.

De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:

Elke woning wordt voorzien van een hemelwaterput van 5000 liter. Vermits de percelen kleiner zijn dan 250 m² is een infiltratievoorziening niet verplicht.

Het voorwerp van de aanvraag kan bijgevolg als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Het voorwerp van de aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

Hemelwaterverordeningen

Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013.

Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in het centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.
Het standpunt van de buur werd gevraagd en hierbij werden de volgende opmerkingen ontvangen.

Behandeling en beoordeling van de opmerkingen:

Opmerking 1

Er worden appartementen aangebouwd tot tegen de perceelsgrens, waardoor er ondermeer zonlicht wordt afgenomen op het terras en de verdieping. Een minimale afstand van 3 m tot de perceelsgrens is hierbij vereist.

Bespreking opmerking

De opmerking is ontvankelijk maar ongegrond.

Vooreerst dient te worden verduidelijkt dat het hierbij gaat over eengezinswoningen en niet over een appartementsgebouw.

De omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door gesloten bebouwing. Het afwerken van het bouwblok met een gesloten bebouwing is dus aanvaardbaar.

De voorziene bouwdiepte op het perceel overschrijdt de gangbare normen hiervoor niet en is dus aanvaardbaar.

Besluit

De opmerking wordt niet aanvaard.

Opmerking 2

Bij het afbreken van de bestaande koterijen zal ook de bestaande scheidingsmuur verdwijnen. Deze dient dan opnieuw opgericht te worden en dit volgens bepaalde vereisten.

Bespreking opmerking

De opmerking is ontvankelijk maar ongegrond.

Het voorziene project beoogt niet om de bestaande gemeenschappelijke muur af te breken.

De werken worden uitgevoerd onder het toeziend oog van een architect, die verantwoordelijk is voor de werkzaamheden en erop moet toezien dat de werken worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst.

Wat betreft de afwerkingsgraad dient verwezen te worden naar het burgerlijk wetboek, dat de verantwoordelijkheden hieromtrent regelt.

Besluit

De opmerking wordt niet aanvaard.

Opmerking 3

Eventueel bestaande erfdienstbaarheden (afvoerpijp, gemene muur...)

Bespreking opmerking

De opmerking is ontvankelijk maar ongegrond.

Vergunningen hebben een zakelijk karakter. Zij worden verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten.

Het is niet de taak van de administratieve overheid zich uit te spreken over het bestaan, de interpretatie en de omvang van subjectieve rechten zoals het bestaan van erfdienstbaarheden.

Besluit

De opmerking wordt niet aanvaard.

 

         Externe adviezen

1. De Watergroep heeft op 22 januari 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Er is geen uitbreiding van de waterleiding noodzakelijk.

Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.

De plaats van de watermeters dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.

De kosten van de nieuwe aftakkingen zijn ten laste van de aanvragers.

Voor de afbraak van de bestaande bebouwing dient de eigenaar schriftelijk De Watergroep te verwittigen voor uitbraak van de bestaande aftakking.

De aanvraag is gelegen binnen de beschermingszone van onze waterwinning te Egenhoven.

Voor de voorwaarden aangaande werken binnen een beschermingszone verwijzen we naar het deeladvies van de afdeling Waterbronnen en Milieu."

 

2. Fluvius heeft op 16 april 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Naar aanleiding van uw brief/mail van 06/04/2020 over de stedenbouwkundige vergunning voor bovenvermeld project, kunnen we een voorwaardelijk gunstig advies geven, op voorwaarde dat voldaan wordt aan de hierna volgende opmerkingen.

Voor meer specifieke informatie betreffende elektriciteit – gas – kabeltelevisie, verwijzen wij u graag door naar de standaardvoorwaarden die u op de website ‘www.fluvius.be’ kan terugvinden.

In uw gemeente is Fluvius ook actief voor volgende discipline:

Riolering

1) Algemene voorwaarden

Aansluitplicht op het openbare afwateringsstelsel.

Enkel als je voor je rioolaansluiting over het terrein van derden moet en hiervoor geen toelating krijgt of als je woning op meer dan 250 meter afstand van de riolering gelegen is, is een uitzondering op de aansluitplicht op het openbare rioleringsstelsel voorzien. In dat geval moet het afvalwater dan wel ter plaatse gezuiverd worden met een IBA. (Individuele Behandeling van Afvalwater)

Scheiding tussen afval- en hemelwater

Het besluit van de Vlaamse Regering van 05/07/2013 betreffende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, in voege sinds 01/01/2014, is van toepassing op de verharde oppervlakte. De scheiding tussen afval- en hemelwater dient volledig doorgevoerd te worden tot aan de perceelsgrens. Regenwater komende van daken en verhardingen dient volledig gescheiden van het afvalwater te worden afgevoerd.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, Infiltratie- en buffervoorzieningen

Sinds 01/01/2014 moet elk op te richten gebouw, constructie of aan te leggen verharding groter van 40 m² aan de normen van de verordening voldoen, ook als deze vrijgesteld is van stedenbouwkundige vergunningsplicht. De plaatsing van een infiltratievoorziening is dan verplicht als het goed (perceel) groter is dan 250 m².

Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkte hoeveelheid water met een vertraging wordt afgevoerd. De plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. Aangevuld met de voorwaarden uit het AV en TV van Fluvius.

Let op: Deze verordening is geldig in het hele Vlaamse gewest. Provincies en gemeenten kunnen strengere regels afvaardigen voor hun grondgebied. Contacteer dus uw gemeente en provincie.

De afvoer van het buitenterras/oprit dient aangesloten te worden op de overloop van de hemelwaterput, op een infiltratievoorziening of dient in de naastliggende groenzones af te wateren.

2) Uw aansluitingsaanvraag

U dient altijd een aanvraag via de website van Fluvius op te starten.

A) Voor reeds ontsloten percelen (er was reeds historische bebouwing, met een aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel).

De bestaande huisaansluiting dient door de aanvrager gedetecteerd te worden. Indien er een bestaande huisaansluiting aanwezig is t.h.v. de rooilijn dienen de eventuele nieuwe hemelwaterafvoerleiding en vuilwaterafvoerleiding t.h.v. de rooilijn tot aan en niet dieper dan de bestaande huisaansluiting gebracht te worden. T.h.v. de bestaande huisaansluiting voorziet de aanvrager aan de rooilijn op privaat domein aparte controleputjes op de eventuele hemelwaterafvoer en op de eventuele vuilwaterafvoer indien dit nog niet aanwezig is. Dit ontslaat de klant niet van het indienen van een aansluitingsaanvraag bij Fluvius.

Er zullen geen lozingsrechten aangerekend worden.

Indien de putjes niet op het privédomein geplaatst kunnen worden, wegens geen voortuin of mogelijkheid om dit in het gebouw te voorzien, zal de aannemer van Fluvius de putjes voorzien op het openbaar domein. De bouwheer dient door de gevel naar buiten te komen met zijn afvoerbuizen voor zowel RWA als DWA.

Lozingsrechten (ingebruikname) zullen aangerekend worden.

B) Voor nog niet ontsloten percelen:

Perceel dat voor de eerste keer bebouwd gaat worden of waar nog geen aansluiting op het openbaar rioleringsstelsel aanwezig was.

Gelieve zo spoedig mogelijk (“vandaag”) uw aanvraag via de website van Fluvius op te starten. Op dat ogenblik zal de aansluitbaarheidsstudie opgestart worden. Pas bij effectieve uitvoering van de aansluiting kan er uitsluitsel gegeven worden over plaats en diepte van de aansluiting. Fluvius streeft naar een aansluitdiepte van +/- 80 cm, maar dit kan omwille van terrein gebonden oorzaken niet altijd gegarandeerd worden.

Lozingsrechten zullen aangerekend worden. Dit is ook het geval indien er aan het perceel reeds een wachtaansluiting aanwezig is in het kader van een verkavelingsproject.

3) Het zoneringsplan en de verplichtingen hieraan verbonden

Aan de hand van het zoneringsplan is elke woning in een bepaalde cluster ondergebracht. U kan eenvoudig nagaan in welke cluster uw gebouw ligt.

https://www.vmm.be/data/zonering-en-uitvoeringsplan

Het zoneringsplan geeft tot op huisniveau weer welke maatregelen burger en gemeente dienen te treffen. Jouw gebouw kan gelegen zijn in één de van volgende vier zones:

1. Centraal gebied: er is reeds geruime tijd riolering aanwezig en die is aangesloten op een waterzuivering.

2. Collectief geoptimaliseerd buitengebied: er is recent riolering aangelegd en die is aangesloten op een waterzuivering.

3. Collectief te optimaliseren buitengebied: er is riolering gepland of er is riolering aanwezig maar die is nog niet aangesloten op een waterzuivering.

4. Individueel te optimaliseren buitengebied: er is geen riolering voorzien. Het afvalwater moet individueel gezuiverd worden met een IBA. (Individuele Behandeling van Afvalwater)

Stel je echter vast dat je gebouw niet ingekleurd werd op het zoneringsplan? Dat kan, bijvoorbeeld als je woont in een nieuwe verkaveling. Voor gebouwen die nog niet werden opgenomen in het zoneringsplan gelden dezelfde voorwaarden als voor de gebouwen die gelegen zijn in het individueel te optimaliseren buitengebied, tenzij rechtstreekse aansluiting op bestaande riolering mogelijk is.

In iedere zone gelden bepaalde voorwaarden om je afvalwater te lozen.

Deze voorwaarden zijn minimumvoorwaarden, de vergunningverlenende instantie kan strengere voorwaarden opleggen indien noodzakelijk.

4) De keuring van uw aansluiting

Bij nieuwbouw of bij grote werken aan uw leidingnet voor de afvoer van afval- en/of regenwater, moet u de privéwaterafvoer laten keuren. Met 'privéwaterafvoer' wordt bedoeld: uw leidingen voor waterafvoer (van afvalwater en/of regenwater) tot aan de aansluiting op de openbare riolering.

Tijdens de keuring wordt gecontroleerd:

º         * of het afvalwater (correct) aangesloten is

º         op de openbare riolering (als de openbare weg een openbare riolering heeft)

º         in bepaalde gevallen: op de septische put of de individuele zuiveringsinstallatie

* of regenwater en afvalwater goed gescheiden worden op het private terrein.

Deze keuring is verplicht bij alle aanvragen tot aansluiting of heraansluiting op de openbare riolering (sinds 1 juli 2011).

Voor deze keuring heeft u een EAN-nummer riolering nodig, deze ontvangt u na uw aanvraag."

 

3) De Watergroep heeft op 7 april 2020 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

"Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.

Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van een grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.

De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.

Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:

º         koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;

º         het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;

º         machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst.

º         iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be"

 

         Interne adviezen

Op 25 maart 2020 heeft de dienst burgerzaken zijn advies over de huisnummers uitgebracht.

De nieuw te bouwen gebouwen krijgen de volgende adressen.

Het linkergebouw krijgt het adres Dorpstraat 159, 3060 Bertem.

Het middelste gebouw krijgt het adres Dorpstraat 159A, 3060 Bertem.

Het rechtergebouw krijgt het adres Dorpstraat 159B, 3060 Bertem.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gericht op het bouwen van drie eengezinswoningen en is bijgevolg functioneel inpasbaar in zijn omgeving en in overeenstemming met het van toepassing zijnde gewestplan.

Mobiliteitsimpact

Gelet op de beperkte schaal van het bouwproject kan aangenomen worden dat de voorliggende aanvraag geen negatieve impact zal hebben op het vlak van mobiliteit.

Het bouwproject voorziet voldoende auto- en fietsenstalplaatsen en voldoet hiermee aan de gemeentelijke verordening.

Schaal

Het voorgestelde gabarit is gelijkaardig aan dat van de bestaande woning en is in verhouding tot de schaal en de bebouwing in de omgeving.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

In de aanvraag wordt voldoende ruimte behouden voor een tuinzone waardoor een kwalitatieve verhouding tussen de onverharde oppervlakte en de bebouwde en/of verharde oppervlakte van het perceel kan bekomen worden.

Visueel-vormelijke elementen

De voorliggende aanvraag met inbegrip van het materiaal gebruik past zich op vlak van uitzicht en vorm in in zijn omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

Reliëf

Het natuurlijk reliëf van het terrein blijft ongewijzigd.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Er wordt geen directe hinder ten gevolge van deze aanvraag voorzien.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 22 januari 2020 en het advies van 7 april 2020 moeten strikt worden nageleefd

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 6 april 2020 moeten strikt worden nageleefd.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Alfa Omega voor het slopen van een woning met bijgebouwen en het bouwen van 3 nieuwe woningen in Dorpstraat 159 te 3060 Bertem, sectie C nr 493m, onder volgende voorwaarden:

         De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 22 januari 2020 en het advies van 7 april 2020 moeten strikt worden nageleefd.

         de voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius van 6 april 2020 moeten strikt worden nageleefd.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020
Overzicht punten

Zitting van 8 juni 2020

 

RECHT VAN VOORKOOP. VOORKOOPRECHT WONING GLORIANTLAAN 10 TE 3060 BERTEM, AFD. 1 SECTIE C NUMMER 399B5.

 

Feiten en context

  • Notaris Karel Laquet heeft een recht van voorkoop aangeboden met als dossiernummer 120431 voor de woning Gloriantlaan 10 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 399b5.

 

Juridische gronden

  • Artikel 85, §1, tweede lid van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode
    Het Vlaams Woningfonds, Vlabinvest apb, de sociale huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, en de gemeenten op hun grondgebied, krijgen een recht van voorkoop op:
    1° een woning die opgenomen is in het leegstandsregister, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid, in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, vermeld in artikel 25, § 1, van het Heffingsdecreet, of in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, § 1, van het Heffingsdecreet;
    2° de woning, bedoeld in artikel 19, die niet werd gesloopt binnen de door de Vlaamse regering bepaalde termijn;
    3° een perceel, bestemd voor woningbouw, dat gelegen is in een door de Vlaamse regering te bepalen bijzonder gebied.
  • Artikel 28 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 1998 over de erkenning van een aantal gebieden als bijzonder gebied.
    De volgende gebieden worden als bijzonder gebied in de zin van artikel 85, §1, tweede lid, 3°, van de Vlaamse Wooncode, beschouwd:
    De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden in de volgende 26 gemeenten: (...), Bertem, (...).
  • Decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten
    Dit decreet bepaalt o.m. de werking van het e-voorkooprecht. Tevens bevat het de regels over de Vlaamse voorkooprechten en de procedure die moet gevolgd bij verkoop van een perceel dat in aanmerking komt voor voorkooprecht.

 

 

Bijlagen

  • voorkooprecht Gloriantlaan 10 INBRTM200362

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen wenst zijn voorkooprecht voor de woning Gloriantlaan 10 te 3060 Bertem, afdeling 1 sectie C nummer 399b5, niet uit te oefenen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 08/06/2020