Zitting van 21 februari 2022
ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.
Juridische grond
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de notulen van de zitting van 14 februari 2022 goed.
Zitting van 21 februari 2022
PERSONEEL. OPSTARTEN AANWERVINGSPROCEDURE JOBSTUDENTEN DIENST OPENBARE WERKEN ZOMERMAANDEN.
Voorgeschiedenis
• E-mail van Bart Vandermosten, werkleider-toezichter openbare werken, van 12 januari 2022 in verband met de inzet van jobstudenten tijdens de maanden juli en augustus 2022.
• Collegebesluit van 14 februari 2022 over de aanleg van een nieuwe pool van jobstudenten voor 2022.
Feiten en context
Juridische gronden
Deze artikelen bepalen de samenstelling, deontologie en werking van een selectiecommissie.
Hierin dringt toenmalig minister Keulen erop aan om alle jongeren gelijke kansen te bieden om als jobstudent te werken bij een lokaal bestuur.
Adviezen
Argumentatie
Net als vorige zomer, blijkt nood aan de inzet van jobstudenten tijdens de zomermaanden bij de dienst openbare werken.
De werkleider-toezichter openbare werken vraagt om twee studenten in te zetten in de maand juli 2022 en twee in de maand augustus 2022 om de groendienst te ondersteunen tijdens de zomermaanden.
Hiertoe dient een selectie te gebeuren, waarbij rekening kan gehouden worden met gevolgde opleiding, interesses en ervaring van de jobstudenten.
De reeds ingeschreven kandidaten zullen per e-mail over deze vacature geïnformeerd worden in navolging van hun kandidaatstelling.
De selectietechniek voor de invulling van de betrekking van technisch assistent openbare werken E1-E3 (jobstudent) bestaat uit een praktische proef en een gestructureerd interview.
Deze selecties kunnen in eigen beheer worden uitgevoerd door een selectiecommissie die nagaat of de kandidaten voldoen aan de competentievereisten voor deze betrekking.
De proeven zullen doorgaan op woensdagnamiddag 20 april 2022. Onder voorbehoud van het aantal kandidaturen kunnen de proeven ook doorgaan op woensdagnamiddag 27 april 2022 (reservedag).
Financiële gevolgen
De selectiecommissie zal bestaan uit deskundigen van lokaal bestuur Bertem en de selectieproeven zullen plaatsvinden tijdens de diensturen. Bijgevolg dienen geen presentiegelden te worden uitbetaald aan de juryleden.
Bijlagen
• oproep kandidaturen jobstudenten buitendienst zomer 2022
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om tijdens de zomervakantie vier jobstudenten aan te werven voor de dienst openbare werken: twee jobstudenten voor de maand juli 2022 en twee voor de maand augustus 2022.
Artikel 2:
De jobstudenten zullen bezoldigd worden overeenkomstig de weddenschaal E1.
Artikel 3:
De kandidaten moeten zich door middel van het voorgeschreven sollicitatieformulier kandidaat stellen, ten laatste op 30 maart 2022.
Artikel 4:
De oproep tot kandidaten wordt bekendgemaakt:
● via facebook, de gemeentelijke website en e-nieuwsbrief
● via intranet.
Artikel 5:
Het college stelt de selectiecommissie voor de selectieprocedure van technisch assistent openbare werken E1-E3 (4 jobstudenten) als volgt samen:
● Bart Vandermosten, werkleider-toezichter openbare werken;
● Sarah Tacquet, administratief medewerker HRM.
Artikel 7:
De selectieproeven zullen georganiseerd worden op woensdagnamiddag 20 april 2022 en eventueel op woensdagnamiddag 27 april 2022 (reservedag), onder voorbehoud van het aantal kandidaturen.
Zitting van 21 februari 2022
ICT. DOORLICHTING ICT-ARCHITECTUUR EN OPMAAK ROADMAP DOOR IT-PUNT.
Feiten en context
● Lokaal bestuur Bertem neemt sinds jaren ICT-ondersteuning af bij it-punt. It-punt biedt ook de mogelijkheid om een audit af te nemen van de ICT architectuur en het opstellen van een roadmap voor toekomstige projecten.
Juridische gronden
• Artikel 30 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. Dit artikel handelt over de 'in-house' opdrachten. Dit soort opdrachten vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van de wet overheidsopdrachten, als de aanbestedende overheid de opdracht toevertrouwt aan een dochter (met een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid) die zij controleert, alsof het haar eigen diensten zijn.
• Artikel 56 § 3, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten en voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
• Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2020 over de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur.
Adviezen
Argumentatie
Door de jaren heen is de ICT-architectuur van ons lokaal bestuur een kluwen geworden van een grote hoeveelheid applicaties die weinig of niet op elkaar afgestemd zijn. Sommige
toepassingen zijn weinig gebruiksvriendelijk waardoor ze niet optimaal gebruikt worden.
Er is vandaag onvoldoende zicht op de ideale samenhang tussen de verschillende applicaties, de mogelijkheden tot bijsturing of efficiëntieverbeteringen. Daarnaast stellen we vast dat de onderhoudsfactuur van al deze applicaties jaarlijks verhoogt en elke aanpassing een stevig prijskaartje heeft.
Een doorlichting van onze ICT-architectuur, en ICT-huishouding, met inbegrip van de opmaak van een roadmap die ons bestuur moet begeleiden van de "AsIs"-situatie naar de "ToBe"-situatie, lijkt ons daarom aangewezen. Dit zal ons ook toelaten om korte termijn minstens een afwegingskader en op langere termijn een ICT-beleid te ontwikkelen.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
613520 0119-03 | € 89 197 | € 89 197 | € 16 473,6 |
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist tot een doorlichting van onze ICT-infrastructuur en ICT-huishouding met inbegrip van de opmaak van een roadmap die ons bestuur moet begeleiden van de "AsIs"-situatie naar de "ToBe"-situatie.
Voor de uitvoering van deze opdracht wordt een beroep gedaan op de dienstverlening van it-punt.
Artikel 2:
Het college keurt daartoe de offerte goed van it-punt van 14 februari 2022 voor een bedrag van € 16 473,60.
Zitting van 21 februari 2022
CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de bestelbons goed volgens bijgevoegde lijst voor een totaal bedrag van 1597,22 euro.
Zitting van 21 februari 2022
INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.
Juridische gronden
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.
Bijlagen
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college keurt de volgende facturen goed: nr. 2021/6173 tot en met nr. 2021/6179 voor een totaal bedrag van 4680,27 euro en nr. 2022/255 tot en met nr. 2022/368 voor een totaal bedrag van 388 636,83 euro.
Zitting van 21 februari 2022
VERHUUR MATERIALEN. AANVRAAG WIELERCLUB DE WRINGERS BERTEM VZW GEBRUIK MATERIALEN EN VOERTUIGEN 21E MOUNTAINBIKETOCHT OP 13 MAART 2022.
Voorgeschiedenis
Feiten en context
Juridische gronden
• Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan WK De Wringers Bertem vzw voor het gebruik van de container met dranghekken, 2 vuilnisbakken, 1 brandkraan + waterslang en de Jeep met als chauffeur Frank Bruffaerts op vrijdag 11, zaterdag 12 en zondag 13 maart 2022 voor het plaatsen en weghalen van de materialen.
De camionette van de brouwer mag worden binnengezet op het terrein van de loods op de voorziene plaats.
Artikel 2:
Aan de aanvrager wordt meegedeeld dat de chauffeur van de Jeep voor deze activiteit niet verzekerd is door de verzekering van de gemeente.
Zitting van 21 februari 2022
VERHUUR ZALEN. VERHUUR WAGENHUIS VAN DE PASTORIJ.
Voorgeschiedenis
● Gemeenteraadsbesluit betreffende het gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur van 25 mei 2021.
● Mondelinge vraag van 27 september 2021 van Sonja Timmermans in verband met het huren van het wagenhuis van de pastorij op 29 mei 2022.
● E-mail van 26 januari en 31 januari 2022 van Kathleen D'Herde, in verband met het huren van het wagenhuis van de pastorij in het kader van een opleiding.
● E-mail van 1 februari 2022 van Tom Philips in verband met het huren van het wagenhuis van de pastorij op 26 maart 2022.
● E-mail van 7 februari 2022 van Nick Vancampenhout in naam van gemeentebestuur Bertem in verband met het gebruik van het wagenhuis in het kader van de bloemenmarkt op 27 maart 2022.
● E-mail Veerle Berthels van 14 februari 2022 in verband met het huren van het wagenhuis van de pastorij op 21 mei 2022.
● E-mail Mieke Vanherck van 16 februari 2022 in verband met het huren van het wagenhuis van de pastorij op 22 mei 2022.
Feiten en context
• Afwijkingen op het gebruiksreglement gemeentelijke infrastructuur kunnen, binnen de mogelijkheden voorzien in het decreet lokaal bestuur, door het college van burgemeester en schepenen worden toegestaan met een beslissing die uitdrukkelijk en afdoende gemotiveerd is.
Juridische gronden
• Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 201
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen, waaronder het retributiereglement, vast.
• Artikel 41, 2e lid, 14° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen, is niet delegeerbaar naar het college van burgemeester en schepenen.
• Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
Argumentatie
Het Wagenhuis van de pastorij is niet opgenomen in het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 mei 2021.
De dienst facilitair beheer vraagt aan het college om volgende reservaties goed te keuren.
Er werden zes aanvragen ingediend voor het huren van het wagenhuis:
● Tom Philips op 26 maart 2022 voor een privé feest;
● lokaal bestuur Bertem op 27 maart 2022 voor de bloemenmarkt;
● Kathleen D'herde voor een opleiding van Open VLD op 30 april 2022;
● Veerle Berthels op 21 mei 2022 voor een privé feest;
● Mieke Vanherck op 22 mei 2022 voor een privé feest;
● Sonja Timmermans op 29 mei 2022 voor een privé feest.
De dienst facilitair beheer stelt voor om voor de verhuringen de tarieven toe te passen:
● Verhuring voor een ganse dag voor entiteiten die vallen onder categorie 1 is gratis.
● Verhuring voor een ganse dag voor personen die vallen onder categorie 3 is 150 euro per dag of 300 euro voor een weekend.
● Verhuring voor een ganse dag voor personen die vallen onder categorie 4 is 180 euro per dag of 360 euro voor een weekend.
Financiële gevolgen
Budgetcode | Voorziene inkomsten | Geraamde inkomsten |
BI 0705-02/706006 BD1-AP1-A1 | € 5000 | € 660 |
Bijlagen
• Bijlage 1_Inventaris gemeentelijke infrastructuur van toepassing op het gebruiksreglement met toegepaste tarieven.
• Aanvraag van Tom Philips, Kathleen D'herde, Nick Vancampenhout, Veerle Berthels en Mieke Vanherck.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating om het wagenhuis van de pastorij te verhuren aan:
● Tom Philips op 26 maart 2022;
● Nick Vancampenhout in naam van lokaal bestuur Bertem op 27 maart 2022;
● Kathleen D'Herde in naam van Open VLD Vlaams-Brabant op 30 april 2022;
● Veerle Berthels op 21 mei 2022;
● Mieke Vanherck op 22 mei 2022;
● Sonja Timmermans op 29 mei 2022.
Artikel 2:
De facturatie gebeurt met toepassing van de tarieven van het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur, goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 mei 2021, op budgetcode BI 0705-02/706006 met als actie BD1-AP1-A1.
Zitting van 21 februari 2022
ERFGOED. VERVOLG INFOBORDEN AAN BEZIENSWAARDIGHEDEN EN MONUMENTEN.
Besluit
Motivering
De gemeente Bertem beschikt over waardevol erfgoed dat al deels is uitgerust met infoborden. Ondertussen werd de lijst met bezienswaardigheden uitgebreid met 9 gebouwen in de inventaris van onroerend erfgoed en is het opportuun om eveneens deze bezienswaardigheden te voorzien van een infobord met foto's en korte omschrijving. De infoborden zullen een gelijkaardige look & feel hebben als de vorige borden.
De dienst vrije tijd zal samen met de Erfgoedkamer Bertem voor de realisatie zorgen.
De kostprijsraming voor het drukken en aanleveren van de 9 infoborden wordt geschat op € 1200 (incl. btw) en zal voorzien worden op het budget voor drukwerk.
Registratiesleutel is 614806/0119-02. Beschikbaar budget is € 10.025,12.
Voorlopig voorstel van de 9 bezienswaardigheden (eigenaar moet eerst toelating verlenen):
● Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand (Bertem)
● Villa Zonneveld (Bertem)
● Schepershuis (Leefdaal)
● Landhuis Les Marroniers (Leefdaal)
● Kapel boven Sint-Veronabron (Leefdaal)
● Kapel Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes (Leefdaal)
● Het Speelgoed (Korbeek-Dijle)
● Klooster en school (Korbeek-Dijle)
● De elektriciteitscabine in Bertem zouden we niet voorzien met een infobord en vervangen door het Hof van Forneville (Bertem)
Momenteel is er prijs gevraagd voor het drukken van 9 infoborden.
In een volgende fase stelt de Erfgoedkamer voor om ook nog de volgende gebouwen te voorzien van een infobord:
● Augustijnerhoeve ( Bertem)
● Hoeve in den Herdt (Leefdaal)
● Kapelaanshuis (Leefdaal)
● Coigehof (Leefdaal)
● Burgerhuis Korbeekse Kerkstraat 18 (Korbeek-Dijle
● Hoeve Bleyenberg (Korbeek-Dijle)
De infoborden zullen door de buitendienst aan de gebouwen of monumenten bevestigd worden met respect voor het erfgoed. Indien de bevestiging aan het gebouw zelf niet kan of niet wenselijk is, moet het infobord naast of voor het gebouw worden geplaatst op duurzame en esthetisch verantwoorde palen of gelijkaardige dragers.
Na de plaatsing van de infoborden zal de dienst vrije tijd in samenwerking met de Erfgoedkamer Bertem de bezienswaardigheden in de kijker zetten door gegidste wandelingen te organiseren. In elke deelgemeente zal er een wandellus uitgestippeld worden.
Bespreking
Het college is akkoord met het voorstel om 9 bijkomende infoborden te plaatsen aan de voorgestelde bezienswaardigheden en geeft de toelating aan de dienst vrije tijd en de Erfgoedkamer Bertem om dit verder uit te werken. De bezienswaardigheden mogen in de kijker gezet worden tijdens de gegidste wandelingen.
In een latere fase zullen de andere voorgestelde gebouwen voorzien worden van een infobord.
Zitting van 21 februari 2022
IGS VRIJETIJDSREGIO DRUIVENSTREEK. ORGANISATIE DE GORDEL.
Voorgeschiedenis
● Sinds 1 januari 2020 bestaat de IGS Vrijetijdsregio Druivenstreek. Eén van de doelen is om binnen de 5 gemeenten van de IGS Druivenstreek gezamenlijk evenementen te organiseren.
Feiten en context
● In het najaar van 2021 heeft vzw ‘de Rand’ de vraag gelanceerd naar verschillende gemeenten in de rand wie zich kandidaat wou stellen als focusgemeente voor de Gordel voor 2022, 2023 of 2024. Voor de gordeleditie van 2022 is er contact geweest tussen vzw ‘de Rand’ en de gemeente Overijse.
● Via de burgemeester van Overijse is de vraag gesteld of De Gordel, eventueel ook de editie van 2022, gecoördineerd kon worden vanuit het IGS Vrije Tijd Druivenstreek als een regio-evenement in de 5 gemeenten. Er is hierover contact geweest tussen de coördinator van het IGS, vzw ‘de Rand’ en Flanders Classics. Hieruit bleek dat er zeker mogelijkheden zijn om De Gordel, in de toekomst, als regio-evenement te organiseren.
● De vraag om de Gordel in 2022 te organiseren als regio-evenement werd besproken op het burgemeestersoverleg van vrijdag 4 februari 2022. Er was een principiële bereidheid om De Gordel als regio-evenement te organiseren. Er werd afgesproken om de concrete vraag zo snel mogelijk voor te leggen aan de colleges van burgemeester en schepenen van de verschillende gemeenten.
● Ook op de stuurgroep van 10 februari 2022 en op de raad van bestuur van 16 februari 2022 van het IGS werd deze vraag besproken.
● Het is de raad van bestuur van vzw ‘de Rand’ die zal beslissen over de focusgemeenten voor 2022, 2023 en 2024. Ze geven voor de komende jaren wel de voorkeur om te blijven werken met een focusgemeente, maar zien zeker mogelijkheden om in de toekomst te werken met focusregio’s.
Adviezen
● Raad van Bestuur IGS Druivenstreek 16 februari 2022.
Argumentatie
De stuurgroep ziet het financieel en organisatorisch niet haalbaar om De Gordel in 2022 te organiseren, maar wil dit wel als regio aanpakken in 2023. Als het een regioverhaal wordt stellen ze wel voor dat het niet de bedoeling kan zijn dat nadien één gemeente uit de regio afzonderlijk focusgemeente zou worden.
Concreet stellen ze voor om De Gordel in 2023 samen te organiseren en niet in 2022 en 2024. Er moet dan ook verder nagedacht worden over een evenwichtige invulling van het parcours en de randanimatie. Elke gemeente zal ook eens intern moeten bekijken wat de impact is van de organisatie op de jaarplanning.
De raad van bestuur volgt het voorstel van de stuurgroep om als regio onze kandidatuur in te dienen om De Gordel in 2023 als regio-evenement te organiseren. Onze kandidatuur kan bekeken worden als een pilootproject om in de toekomst De Gordel te gaan organiseren met focusregio’s.
Financiële gevolgen
Voor de organisatie van De Gordel moet er lokaal een bedrag voorzien worden tussen de
€30 000 en €40 000. Als De Gordel georganiseerd zou worden als regio-evenement kan dit bedrag gedeeld worden over de verschillende gemeenten.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord om, samen met de andere gemeenten uit de vrijetijdsregio, onze kandidatuur in te dienen als focusregio voor De Gordel 2023 en er een regio-evenement van te maken. De coördinatie zou dan gebeuren door het IGS Vrije Tijd Druivenstreek.
Zitting van 21 februari 2022
SENIORENFEEST. ORGANISATIE SENIORENFEEST 2022
Feiten en context
● Jaarlijks organiseert het bestuur een seniorenfeest voor de Bertemse senioren.
● Het ene jaar ging het seniorenfeest door in de sportzaal van Bertem en het andere jaar in de sportzaal van Leefdaal. Doordat deze zalen niet ingericht zijn voor dergelijke activiteiten was er logistiek veel werk.
○ matten uitrollen in de zaal
○ leveren van tafels en stoelen
○ inrichten van keuken, huren friteuses
○ inrichten van afwasruimte
● Door corona is het seniorenfeest zowel in 2020 als in 2021 niet kunnen doorgaan.
● De dienst vrije tijd stelt voor om het seniorenfeest te laten doorgaan op vrijdag 10 juni in de kantine van VC Bertem-Leefdaal. Dit onder voorwaarde dat binnen evenementen georganiseerd kunnen worden zonder CST-scan en zonder mondmaskers.
● De dienst vrije tijd vraag prijs bij ten minste 3 traiteurs voor het aanleveren van een warm hoofdgerecht. Dit hoofdgerecht wordt samengesteld uit groenten, vlees en saus en kroketten. De kroketten bakken we zelf.
● De dienst vrije tijd vraagt aan Stef Van Laer om soep te maken voor de aanwezigen.
● De dienst vrije tijd zal bij de Bertemse bakkers prijs vragen voor koffiekoeken voor het personeel, pistolets voor bij de soep en taart als dessert.
● Er wordt een optreden voorzien zodat de aanwezigen na de maaltijd de beentjes los kunnen gooien.
● Bertemse senioren die wensen deel te nemen kopen een kaartje aan 10 euro. Niet-Bertemse senioren die wel verbonden zijn met 1 van de 3 OKRA's kunnen een kaartje kopen aan 20 euro. De kaartjes worden verkocht bij de drie OKRA's en aan het onthaal.
Financiële gevolgen
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Beschikbaar | Geraamde uitgave |
643704/0710-00 | € 3500 | € 3500 | € 3500 |
Registratiesleutel | Budgettair krediet | Geraamde inkomsten |
701011/0710-00 | € 2500 | € 2500 |
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om het seniorenfeest te laten doorgaan op vrijdag 10 juni 2022 in de voetbalkantine van VC Bertem-Leefdaal. Dit onder voorwaarde dat binnen evenementen georganiseerd mogen worden zonder CST-scan en zonder mondmaskers.
Zitting van 21 februari 2022
ADVIES HANDHAVING OUDE TERVUURSEBAAN 84
Besluit
Motivering
● Stedenbouwkundige vergunning van 14 augustus 1968 voor het bouwen van een nieuwe woning.
● Stedenbouwkundige vergunning van 6 september 2016 voor het verhogen muren onder dakvolume, het maken van een schildersatelier (boven een bestaande en ongewijzigde privé-paardenstal) en het bouwen van een terras aan de achtergevel op verdiepingshoogte.
● Mail advocaat buren van 14 november 2019 (ref. 19024840/GB/GB) over (vermeende) bouwovertredingen
● Video wateroverlast van 4 februari 2020 op buurperceel
● Vonnis burgerlijke rechtbank met rolnummer 20/1287/A van 16 november 2021.
● Plaatsbezoek op 7 februari 2022: eigenaars, advocaat Jens Joossens, Tom Philips (schepen ruimtelijke ordening), Marleen Mesmans (waarnemend omgevingsambtenaar) en Ward Agten (handhavingsambtenaar)
● Email van Jens Joossens, GDENA-advocaten van 22 februari 2022
Op basis van de spraakgebruikelijke betekenis, door legislatieve uitsluiting en conform het vermoeden van wettigheid dient te worden besloten dat de functie van ‘atelier’ valt onder de categorie kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen.
De atelier werd door mevrouw Cornelis immers aangewend in het kader van haar activiteit als zelfstandige in bijberoep zodat kan gesteld worden dat er in casu sprake is van dienstverlening conform het Wetboek Economisch Recht.
Zij definieert in artikel I.1, 5 (WER) een dienst immers als:
○ elke prestatie verricht door een onderneming in het kader van haar professionele activiteit of in uitvoering van haar statutair doel.
Ook een zelfstandige activiteit (in bijberoep) wordt beschouwd als ondernemen, dit conform artikel 1° a van datzelfde WER.
Algemeen besluitend dient het atelier dan ook te worden beschouwd als vallend onder artikel 2,1 7° zijnde kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen.
Ook een kapsalon valt onder deze functiecategorie zodat prima facie een omgevingsvergunning voor de functiewijziging zich niet opdringt.
Bespreking
Advies Ward Agten, handhavingsambtenaar, naar aanleiding van het plaatsbezoek van maandag 7 februari 2022.
1. Functie
De vraag stelt zich onder welke functiecategorie het schildersatelier valt. Uit de spraakgebruikelijke betekenis van schildersatelier kan opgemaakt worden dat het een werkplaats is waar een schilder zijn opdrachten voorbereidt en/of afwerkt. Bijgevolg kan een schildersatelier worden beschouwd als ‘bedrijvigheid’ (vroeger: ‘ambacht’).
In de memorie van toelichting over de zgn. “Codextrein” (decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving) wordt o.a. volgende informatie meegegeven over de invulling van de verschillende functies (met eigen aanvullingen uit andere bronnen):
● Dienstverlening (vroeger: diensten), kantoorfunctie en vrije beroepen
Vrije beroepen worden nu expliciet vermeld. Vrije beroepen zijn welbekend: notaris, architect, arts, …
Zie ook: federatie vrije beroepen
Diensten = transactie waarbij een niet-fysiek product wordt geleverd (kappers, kinderopvang, strijkwinkel, …).
● Bedrijvigheid (vroeger: ambacht)
De term ‘ambacht’ wordt verlaten voor de term ‘bedrijvigheid’. De term “ambacht” werd verouderd bevonden.
Bedrijvigheid is dus zowel groothandel als ambachten.
Ambacht = een handwerk dat wordt aangeleerd om een beroep te kunnen uitoefenen.
Het gebruik van het schildersatelier (functie ‘ambacht’) kan niet automatisch uitgebreid worden naar het gebruik als leslokaal (en daaruit volgend de functie ‘kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen’). Er kan immers uit het aanvraagdossier met ref. T874-1-2016.31 (vergund d.d. 06/09/2016) niet worden opgemaakt dat het atelier zou gebruikt worden als leslokaal. Er wordt enkel verwezen naar “schildersatelier”.
Louter bijkomstig merken we op dat mevr. Sarah Cornelis zich heeft geregistreerd bij de Kruispuntbank der Ondernemingen. De NACEBEL-codes die ze aangeeft hebben geen betrekking op het geven van workshops (*). Voor meer uitleg over het KBO en de NACEBEL-codes, zie ook: https://www.vlaanderen.be/economie-en-ondernemen/een-eigen-zaak-starten/nace-code.
Het huidige gebouw heeft dus twee functies:
● gelijkvloers: paardenstal = ‘land- en tuinbouw’
● eerste verdieping: schildersatelier = ‘bedrijvigheid’ want louter een werkplaats waar een zelfstandige ambachtelijk werk uitvoert.
Wat betreft een eventuele functiewijziging stelt art. 2, §1 van het BVR van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen het volgende:
“Artikel 2. (22/11/2018- ...)
§ 1.Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie.”
Het bijwoord ‘gedeeltelijk’ wijst op de mogelijkheid van ‘meerdere hoofdfuncties’ aangezien de hoofdfunctie ‘gedeeltelijk’ gewijzigd kan worden.
Dus, in het geval van de Oude Tervuursebaan zou de hoofdfunctie van het gebouw gedeeltelijk wijzigen, en dus vergunningsplichtig zijn, als bv.:
● de paardenstal qua gebruik ongewijzigd blijft,
● het atelier wijzigt van ‘bedrijvigheid’ naar ‘kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen’.
Indien de functie ‘bedrijvigheid’ behouden blijft, moet men er zich wel bewust van zijn dat hier zonder vergunningsplichtige functiewijziging ook andere activiteiten en beroepen kunnen worden uitgeoefend die onder deze functiecategorie vallen. Aangezien ‘bedrijvigheid’ alleen geldt voor de eerste verdieping, lijkt de kans eerder klein dat hier een groothandel komt of een industriële activiteit.
Het is alleszins aan te raden om in een eventuele omgevingsvergunning voor een functiewijziging op te leggen dat het vrijstaande gebouw met beide functies (één op gelijkvloers en één op verdieping) dienen verbonden te zijn aan de woonfunctie, oftewel dat de bewoner van één van de twee appartementen ook de uitbater van deze functies moet zijn. Dit om te vermijden dat het perceel wordt opgesplitst en dat het gebouw als een afzonderlijke entiteit zal worden uitgebaat (met alle bijkomende hinder).
(*) Mevr. Sarah Cornelis staat sinds 1 november 2019 ingeschreven in het KBO op het vestigingsadres Oude Tervuursebaan met als ondernemingsnummer 0732.445.119 . Haar activiteiten zijn terug te vinden via het KBO. Het geven van workshops valt onder NACE code 85.520, 85.592, 85.593, 85.599 en 56.309 (meestal gerelateerd aan onderwijs). Er is dus beroepsmatig geen link met het geven van workshops. Haar hoofdberoep is leerkracht in het kunstonderwijs (De Wijnpers), maar ze doet dit vermoedelijk niet als zelfstandige maar als werknemer. Het gebruiken van het schildersatelier voor workshops kan in feite niet. De workshops zijn begonnen in september 2018 (zoals terug te vinden op de Facebookpagina van haar schildersatelier).
2. Verhardingen
In de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag met ref. T874-1-2016.31 (vergund d.d. 06/09/2016) werden geen verhardingen aangevraagd en/of op plan aangeduid.
Uit het fotodossier bij de aanvraag kan worden opgemaakt dat volgende verhardingen op het moment van de aanvraag reeds aanwezig waren:
● oprit in kasseien in de linker zijtuinstrook (tot aan de voorgevellijn van de paardenstal)
● toegang tot de inpandige garages aan de achterzijde van de woning (in ‘kinderkopjes’ en betontegels);
● verharding tussen de garageboxen en de voorgevel van de paardenstal (in betontegels).
Op het moment van de vergunningsaanvraag was er dus nog geen sprake van de huidige verhardingen (betondek) ter hoogte van de linker zijgevel en de achtergevel van de paardenstal. Bovendien werd de verharding tussen de garageboxen en de voorgevel van de paardenstal gewijzigd van semi-waterdoorlatende betontegels (met tussenliggende voegen) naar een niet-waterdoorlatend betondek (met kunstmatige afvoer (?)).
Wat betreft niet-overdekte constructies (o.a. verhardingen) bepaalt art. 2.1. van het BVR van 16 juli 2010 tot bepaling van de stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is het volgende:
HOOFDSTUK 2 Handelingen in, aan en bij woningen
Artikel 2.1. (08/07/2021- ...)
“Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de volgende handelingen :
…
8° de plaatsing van niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, ingeplant tot op 1 meter van de perceelsgrens of tot tegen een bestaande scheidingsmuur, voor zover de gezamenlijke oppervlakte van dergelijke constructies, met inbegrip van alle bestaande niet-overdekte constructies in zijtuin en achtertuin, 80 vierkante meter niet overschrijdt;
9° de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen. Deze vrijstelling van vergunningsplicht geldt niet voor het overwelven of inbuizen van grachten;
…”
Deze bepalingen hebben betrekking op “handelingen in, aan en bij woningen”. De oprit in kasseien in de linker zijtuinstrook en de toegang tot de inpandige garages aan de achterzijde van de woning kunnen, in toepassing van art. 2.1.9°, beschouwd worden als strikt noodzakelijke verhardingen die vrijgesteld zijn van vergunning.
Indien de verhardingen tussen de garageboxen en de voorgevel van de paardenstal worden aanzien als horende bij de woning, kan het wijzigen van semi-waterdoorlatende betontegels naar niet-waterdoorlatend betondek in toepassing van art. 2.1.9° eventueel worden beschouwd als een vergunningsplichtige handeling (waarvoor evenwel geen vergunning werd aangevraagd).
Indien de verhardingen tussen de garageboxen en de voorgevel van de paardenstal echter worden aanzien als horende bij het achterliggende gebouw (paardenstal/schildersatelier), kunnen deze overeenkomstig art. 3.1.8° van het BVR van 16 juli 2010 tot bepaling van de stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is eventueel worden beschouwd als strikt noodzakelijk toegang tot andere gebouwen dan woningen, waarvoor de vrijstellingsregeling (deels) kan gelden.
HOOFDSTUK 3 Handelingen in, aan en bij andere gebouwen dan woningen
Artikel 3.1. (08/07/2021- ...)
“Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de volgende handelingen :
…
8° de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen. Deze vrijstelling van vergunningsplicht geldt niet voor het overwelven of inbuizen van grachten;
…”
De verharding (betondek) ter hoogte van de zijgevel van de paardenstal kan in het kader van dit art. 3.1.8° slechts gedeeltelijk worden beschouwd als een strikt noodzakelijke toegang. In het antwoord op een schriftelijke vraag aan de Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw d.d. 2 april 2019 lezen we immers het volgende:
“Een toegang tot de voordeur zou dus bijvoorbeeld min of meer recht van aan de straatkant naar de voordeur kunnen worden aangelegd, met een breedte van ongeveer anderhalve meter. Die breedte leggen we immers op als richtwaarde in verband met toegankelijkheid (zowel van voetpaden als van binnengangen in publiek toegankelijke gebouwen). Zo kan een rolstoel en een kinderwagen elkaar kruisen.
Een oprit naar de garage zou een breedte van ongeveer drie meter kunnen hebben. Een aparte parkeerplaats hiernaast valt niet onder de vrijstelling, maar is vergunningsplichtig.”
Voor een strikt noodzakelijke toegang tot een gebouw, in dit geval een trap naar het schildersatelier, wordt als norm dus een breedte van maximaal 1,5 meter gehanteerd, zoals ook blijkt uit een toelichting op de website van het omgevingsloket van de Vlaamse Overheid: https://www.omgevingsloketvlaanderen.be/verhardingen .
De verharding (betondek) ter hoogte van de achtergevel van de paardenstal betreft geen strikt noodzakelijke toegang en is bijgevolg vergunningsplichtig. Deze verharding is volgens het gewestplan bovendien grotendeels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Daar het een verharding betreft bij een (vergunde) hobbystal, maar deze in het kader van een hobby-activiteit strijdig is met de bestemming agrarisch gebied, bestaat er geen vergunningsgrond voor deze verharding.
Tot slot zouden deze niet-waterdoorlatende verhardingen (betondek) via afvoergoten afwateren naar een infiltratievoorziening in de linker zijtuinstrook. Op het rioleringsplan bij de stedenbouwkundige vergunning met ref. T874-1-2016.31 (d.d. 06/09/2016) werd in de linker zijtuinstrook inderdaad een hemelwaterput (7.500 liter) met overloop naar een infiltratievoorziening (3.000 liter) voorzien. Maar deze hemelwatervoorzieningen werden enkel begroot op de hemelwaterafvoer afkomstig van het dak. Op basis van het plaatsbezoek d.d. 07/02/2022 kan de werking van deze afvoergoten, en daaruit volgend de verplichte infiltratie van hemelwater op eigen terrein overeenkomstig de gewestelijke en provinciale hemelwaterverordeningen, op zijn minst in twijfel worden getrokken.
3. Reliëfwijzigingen
In de stedenbouwkundige vergunning met ref. T874-1-2016.31 (d.d. 06/09/2016) werd volgende voorwaarde expliciet opgelegd:
“3° het is ten strengste verboden om reliëfwijzigingen (ophoging-afgraving-nivellering enz.) uit te voeren zonder de nodige bouwvergunning”
Voor de aanleg van de paardenpiste, die intussen terug werd ingezaaid, was vermoedelijk minstens een nivellering van het maaiveld noodzakelijk. Een paardenpiste dient immers horizontaal te liggen. Dit vermoeden kan verder onderbouwd worden door het naast elkaar leggen van luchtfoto’s van de afgelopen jaren en door het natuurlijk reliëf in de omgeving (en het verloop ervan) in beschouwing te nemen, alsook het natuurlijke maaiveld van de omliggende tuinen.
Uit het fotodossier bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag met ref. T874-1-2016.31, aangevuld met luchtfoto’s, kan worden opgemaakt dat de betonnen L-elementen ter hoogte van de linker perceelsgrens ten tijde van de vergunningsaanvraag nog niet aanwezig waren. Dergelijke L-elementen zijn een sterke indicatie voor het ophogen van een terrein, hetgeen de natuurlijke waterafloop tussen percelen wijzigt en voor wateroverlast of verstoring van de plaatselijk waterhuishouding kan zorgen.
Mogelijk werden hier dus vergunningsplichtige reliëfwijzigingen uitgevoerd zonder vergunning. Desgewenst kan dit verder onderzocht worden.
4. Mestvaalt
Tijdens het plaatsbezoek d.d. 07/02/2022 werd vastgesteld dat er zich aan de achterzijde van de paardenstal, op de niet-vergunde betonverharding, een mestvaalt bevindt (zie foto).
Deze mestvaalt is volgens het gewestplan bovendien grotendeels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Mestopslag in het kader van een hobby-activiteit is strijdig met de bestemming agrarisch gebied. Er bestaat geen vergunningsgrond om een aparte mestopslag te voorzien bij een (vergunde) hobbystal. Mestopslag kan eventueel wel in de stal worden voorzien.
Door de ligging en inplanting van de mestvaalt, lijkt het niet denkbeeldig dat (een deel van) de mestsappen via de afvoergoten langsheen de niet-waterdoorlatende betonverharding aan de achterzijde van de paardenstal worden afgevoerd naar de infiltratievoorziening. Dit is in strijd met de gewestelijke hemelwaterverordening, die stelt dat enkel niet-verontreinigd hemelwater mag worden afgeleid naar hemelwatervoorzieningen, en mogelijk ook met de milieuwetgeving.
Ook de mestopslag an sich is mogelijk vergunnings- of meldingsplichtig, overeenkomstig de milieuwetgeving. Hiervoor zal nog navraag worden gedaan bij de collega’s van milieu.
Zitting van 21 februari 2022
BIODIVERSITEIT. GOEDKEURING DEELNAME SAMENAANKOOP PLANTGOED 'BEHAAG JE TUIN 2022'.
Voorgeschiedenis
● Vraag van Regionaal Landschap Dijleland vzw van 10 februari 2022 voor deelname aan de actie Samenaankoop ‘Behaag je tuin’ 2022.
Feiten en context
● Het streekeigen, autochtone plantgoed wordt te koop aangeboden in een aantal op voorhand samengestelde pakketten die inwoners kunnen bestellen en betalen via een online platform van RLD. Het is ook mogelijk om hoogstamfruitbomen, andere hoogstambomen, klimplanten en wilgenpoten individueel te bestellen.
● De bestelperiode voor de editie van 2022 zal lopen van 1 september 2021 tot 15 oktober 2022 en het afhaalmoment wordt voorzien op zaterdag 10 december 2022.
● De gemeente kan kiezen om de deelname aan deze samenaankoop jaarlijks goed te keuren met een besluit, met één besluit voor een vast aantal jaren of met één besluit voor een onbepaald aantal jaren totdat de gemeente beslist om niet meer deel te nemen. In het laatste geval moet de gemeente het opzeggen van de deelname schriftelijk communiceren aan RLD voor 31 januari van het jaar waarin men niet meer wil deelnemen.
● De inbreng van de gemeenten kan samengevat worden in volgende punten:
○ Goedkeuring van deelname aan de samenaankoop plantgoed.
○ Aanduiden van één geschikt verdeelpunt in de gemeente.
○ Zorgen voor de bekendmaking bij de bevolking vanaf 1 augustus 2022 door het mee verspreiden van al het infomateriaal dat door RLD vzw wordt aangeleverd: bekendmakingteksten/bestelformulieren voor het gemeentelijk infoblad en flyers/affiches voor openbare plaatsen; opname van artikeltje en een link naar de bestelsite www.behaagjetuin.be op de gemeentelijke website.
○ Aanduiden van een ambtenaar die contactpersoon voor RLD vzw is, die zorgt voor de verspreiding van bekendmakingstekst, bestelformulier en affiches en die ook instaat voor het beantwoorden van vragen van de bevolking;
○ Praktische behandeling van het plantgoed: in ontvangst nemen van het plantgoed enkele dagen voorafgaand aan het bedeelmoment, stockeren, sorteren per eigenaar en verdelen op het gemeentelijk verdeelpunt op zaterdag 10 december 2022 en overhandigen van de door RLD gratis aangeleverde brochures aan de bestellers bij de afhaling.
● In het reglement staat dat niet-afgehaald plantgoed niet bewaard wordt. De gemeente beslist zelf of ze bestellers van niet-afgehaald plantgoed nog een kans geven om af te halen en onder welke voorwaarden.
● De inbreng van RLD vzw kan samengevat worden in volgende punten:
○ Praktische uitwerking en coördinatie van de samenaankoop
○ Gemeenten sensibiliseren tot deelname
○ Plantsoenpakketten samenstellen
○ Bestek opmaken, aanbesteding uitschrijven en leverancier gunnen
○ Aanmaak en verspreiding informatie- en bekendmakingmateriaal (brochures, teksten, flyers, affiches, overzichtslijsten…) naar de gemeenten toe.
○ Uitbouwen en up-to-date houden van de website m.b.t. online bestellingen.
○ Bekendmaking van de actie (via eigen publicaties, pers).
○ Verwerken van de bestellingen en de betalingen, versturen van bevestigingen van de bestellingen
○ Verzamelen en bundelen van de bestellingen en doorgeven aan de leveranciers.
○ Bestellingen doorgeven aan alle deelnemende gemeenten (besteloverzicht).
○ Herinneringsbrief i.v.m. het verdeelmoment opstellen en versturen naar de bestellers.
○ Helpdeskfunctie voor bestellers (adviesverlening, technische ondersteuning voor online bestellen).
○ Evaluatie i.s.m. de gemeenten
● Dit gebeurt allemaal in samenwerking met de 4 andere Vlaams-Brabantse Regionale Landschappen en de provincie Vlaams-Brabant.
Juridische gronden
● Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college.
Argumentatie
Door deel te nemen aan deze actie stimuleert de gemeente haar inwoners om meer streekeigen groen aan te planten.
Bijlagen
● Samenaankoop Behaag je tuin 2022
● Aanbod - soortensamenstelling
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college beslist om voor een onbepaald aantal jaren deel te nemen aan de samenaankoop van plantgoed, georganiseerd door Regionaal Landschap Dijleland. De beslissing om niet meer deel te nemen aan de samenaankoop dient de gemeente desgevallend aan Regionaal Landschap Dijleland te communiceren vóór 31 januari van het jaar waarin de gemeente niet meer wenst deel te nemen.
Artikel 2:
De afhaling van de fruitbomen en de haagpakketten zal georganiseerd worden aan de gemeentelijke loods, Tervuursesteenweg 124 te 3060 Bertem op 10 december 2022 van 9 uur tot 12 uur.
Artikel 3:
Het college gaat akkoord om Tom Heylen en Nick Vancampenhout als contactpersonen aan te duiden voor deze actie en om de bomen en pakketten te overhandigen aan de bestellers tijdens het verdeelmoment.
Artikel 4:
De bekendmaking van deze actie zal gebeuren via de gemeentelijke communicatiekanalen.
Zitting van 21 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN TINA BIERMANS EN THOMAS DHOEY VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3060 BERTEM, A.E. VERBISTSTRAAT 38, SECTIE B NR 341E18.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 8 december 2021 hebben Tina Biermans en Thomas Dhoey, wonende te 3060 Bertem - A.E. Verbiststraat 38, een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, A.E. Verbiststraat 38, afdeling 1, sectie B, nr 341e18.
• Op 4 januari 2022 werd er bijkomende informatie gevraagd. Deze informatie werd op 5 januari 2022 verkregen.
• Op 7 januari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
● Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
● De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
● De bouwplaats is gelegen langsheen de A.E. Verbiststraat op zo'n 300 m ten noorden vanaf de dorpskern. Deze straat takt noordelijk aan op de Tervuursesteenweg en vormt vanaf het kruispunt de begrenzing van een zone met openbare gebouwen (gemeentehuis, school, sporthal, het sociaal huis). In de omgeving staan hoofdzakelijk vrijstaande woningen opgericht in verschillende verschijningsvormen.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.
● Het voorstel omvat het verbouwen van een vrijstaande eengezinswoning. De kelderverdieping zal worden omgebouwd tot een kinese praktijk (1 van de eigenaars zal hier werkzaam zijn, daarnaast zal er een externe kinesist werkzaam kunnen zijn). Om dit te kunnen realiseren dient de kelderverdieping verder te worden uitgegraven. Hierdoor zullen er meer functionele ruimten ontstaan waarin werk en privé gescheiden kunnen worden. Deze ruimten zullen voorzien worden van 2 bijkomende ramen in de linker zijgevel. De buitengevels zullen (deels) worden geïsoleerd en afgewerkt met houten gevelbekleding. De oprit wordt heraangelegd met o.a. 3 bijkomende parkeerplaatsen. In totaal kunnen er 5 auto's gestald worden. De parkeerplaatsen zullen worden uitgerust in grind en grasdallen. Tevens zal er een fietsenstalling voorzien worden voor het stallen van 5 fietsen. De toegang tot de woning zal ook vervangen worden.
● Watertoets
Op 4 februari 2022 heeft de dienst Waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies verstrekt.
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
○ verbouwing binnen het bestaand volume: verbouwen keldergedeelte, plaatsen bijkomende ramen en een toegangsdeur, plaatsen van isolatie en gevelbekleding;
○ heraanleg en ontharding oprit met 5 parkeerplaatsen en 5 fietsenstallingen;
○ aanpassen doorgang woning, maken doorgang kelder en vervangen bestaande trap naar inkomdeur.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater.
Hemelwaterverordeningen:
○ Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
De bestaande verhardingen worden opgebroken en worden aangelegd in waterdoorlatende materialen. De toegang naar de praktijk wordt uitgevoerd in betondallen (rolstoeltoegankelijk) en watert af naast de verharding op het terrein.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
○ Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
○ Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
● Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraalgebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanpalende rechter buur werd op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 10 januari 2022 aangeschreven, aangezien de werken betrekking hebben op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er werd geen bezwaarschrift ingediend.
• Externe adviezen
1. Op 19 januari 2022 heeft De Watergroep een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.
Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Gedeeltelijk gunstig advies met voorwaarden
Voor hogervermeld perceel is geen uitbreiding van het waterleidingnet nodig.
Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
De plaats van de watermeter moet ook na de verbouwing aan de voorschriften voldoen.
De kosten van een nieuwe aftakking en/of eventuele aanpassingen ten gevolge van de verbouwing zijn ten laste van de aanvrager(s).
Op het oorspronkelijke plan was de plaats van de watermeter niet aangeduid. Na overleg met de architect werden de aangepaste plannen overgemaakt.
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel is gelegen binnen de beschermingszone III van de grondwaterwinning die ondiep grondwater onttrekt voor de drinkwatervoorziening. Dit betekent dat het infiltrerend water ondergronds in de richting van de waterwinning stroomt en ooit zal opgepompt worden. Zuiver hemelwater mag in deze zone geïnfiltreerd worden.
De Watergroep geeft een gunstig advies voor wat betreft de bescherming van de waterwinning aangezien het project geen effect heeft op grondwaterkwaliteit of kwantiteit van de waterwinning.
Wel dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten;
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen;
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst;
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be.
2. Op 4 februari 2022 heeft de dienst waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd.
(Zie watertoets).
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De totale oppervlakte van de praktijk is 73.80 m² (< 100 m²) en minder dan de helft van het totale oppervlakte van de woning (366.10 m²). Hierdoor blijft de functie wonen behouden in deze overwegend residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. De nodige parkeerplaatsen (5 stuks) zijn voorzien, zodat de wagens op het eigen terrein kunnen worden opgevangen. 3 parkeerplaatsen, waarvan 1 voor invaliden zijn voorzien voor de praktijk. Ook de nodige fietsenstallingen (5 stuks) zijn aanwezig. Daarmee voldoet de aanvraag aan de gemeentelijke parkeerverordening.
Schaal
De plafondhoogte van de kelderverdieping zal van 2.30 m naar 2.50 m gaan, doordat deze zal worden uitgediept. In de linker en rechter zijgevels worden bijkomende ramen voorzien. De footprint van het goed blijft hierdoor ongewijzigd.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
De verharding in de voor- en zijtuin zone, bestaande uit niet waterdoorlatende verharding, wordt van 123 m2 (97 m2 + 23 m2) uitgebreid naar ca. 183 m2 waterdoorlatende verharding (16 m2 stapstenen + 30 m2 privé parkeerplaatsen + 47 m2 bezoekersparkeerplaatsen + ca. 70 m2 kiezels en padje + ca. 20 m2 fietsenstalling met omringende stapstenen tot aan de voordeur). Deze toename van 60 m2 aan verharding is te verantwoorden, doordat het regenwater afwatert door of naast de verharding op eigen terrein.
Visueel-vormelijke elementen
De verbouwing van het bestaande gebouw heeft een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving. Door de materiaalkeuze (afwerking in hout) krijgt de woning een hedendaagse uitstraling waardoor ze zal inpassen in het heterogene straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
In het voorliggend project worden geen overdreven terreinaanlegwerken voorzien, louter en alleen ter hoogte van de zijgevels (creëren van raamopeningen in de linker zijgevel en stapstenen langsheen de rechterzijgevel) en voor de oprit met bijkomende parkeerplaatsen. Reliëfwijzigingen buiten deze bouwzone zijn dan ook uitgesloten. De uitgegraven grond dient afgevoerd te worden naar een erkende grondverwerker en mag niet over het terrein worden uitgespreid.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.
De oprit, zal worden uitgerust in half waterdoorlatende materialen (grind en grasdallen). Rondom de stapstenen zal grind worden aangebracht.
Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.
Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.
Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving.
Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.
Conclusie
Het voorgestelde project, het verbouwen van een open eengezinswoning voor het creëren van een kinese praktijk, voldoet aan de algemene stedenbouwkundige voorschriften en de vigerende normen. Bijgevolg is het project verenigbaar met de omgeving en brengt het de goede ordening van de plaats niet in het gedrang.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
● De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
● De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 19 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd,
● De voorwaarden opgelegd in het advies van de dienst Waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant 4 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Tina Biermans en Thomas Dhoey voor het verbouwen van een woning in 3060 Bertem, A.E. Verbiststraat 38, afdeling 1, sectie B, nr 341e18 onder volgende voorwaarden:
● De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
● De voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 19 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
● De voorwaarden opgelegd in het advies van de dienst Waterlopen van de Provincie Vlaams-Brabant 4 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 21 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SHARI VANDERHULST EN AUKE PEETERS VOOR HET VERBOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, DORPSTRAAT 610A AFDELING 3, SECTIE B NR 95N.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
● Op 29 november 2021 hebben Shari Vanderhulst en Auke Peeters wonende te 3061 Leefdaal, Dorpstraat 610A een aanvraag ingediend voor het verbouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 610A afdeling 3, sectie B nr 95n.
● Op 28 december 2021 werd er bijkomende informatie gevraagd. Deze werd verkregen op 4 januari 2022.
● Op 7 januari 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
● Op 5 februari 2022 werd er een nieuwe werkversie overgemaakt (aanduiding waterteller). Deze werd op 7 februari 2022 goedgekeurd.
Feiten en context
● Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.
● De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven voor de eerste 50 m vanuit de as van de voorliggende weg gelegen in woongebied met landelijk karakter en achterliggend natuurgebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De woongebieden met landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven (artikel 6 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
De natuurgebieden ressorteren onder de groengebieden, welke bestemd zijn voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden.
In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk (artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
● De bouwplaats is gelegen langsheen Dorpstraat. De Dorpstraat doorkruist de gemeente van Oost naar West in de omgeving van de Voer en is in deze zone bebouwd met woningen en bijgebouwen in verschillende verschijningsvormen. Deze bebouwing sluit eerder aan bij de buurgemeente Tervuren/Vossem. De klassieke halfopen eengezinswoning met twee bouwlagen en een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel is ingeplant tegen de rechts aanpalende woning. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied gekend.
● Het voorstel omvat het grondig verbouwen van de woning. De voorgevel wordt voorzien van nieuw aluminium buitenschrijnwerk in de kleur champagnekleur (goudbrons). In de zijgevel worden bijkomende raamopeningen gemaakt. Aan de achterzijde wordt de woning uitgebreid met 5,86 m. Deze aanbouw maakt dat de totale bouwdiepte van de woning 14,86 m zal bedragen. De aanbouw is 5,1 m breed en 3,17 m hoog en zal worden afgewerkt met verticaal hout. Alle gevels zullen worden geïsoleerd en bepleisterd met witte crepi. Het dak zal ook worden vernieuwd met dakpannen in de kleur zwart/bruin afgewerkt met regengoten van zink. De zolderverdieping zal worden ingericht als slaapkamer met bijbehorende badkamer. De bestaande garage zal worden afgebroken. Daarnaast wordt er een nieuwe carport en een tuinberging/fietsenberging voorzien.
● Watertoets
Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijke effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. De resultaten worden als bijlage toegevoegd. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in een regenwaterput van 7.500 liter (minimaal 5.000 liter en 2351 liter buffer voorziening). Dit water kan worden hergebruikt voor de toiletten en buitenkranen. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
● Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een collectief te optimaliseren buitengebied (het ontwerp voorziet een septische put van 3000 liter).
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995
In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
● Openbaar onderzoek
De aanpalende buren werden op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 10 januari 2022 aangeschreven, aangezien de werken betrekking hebben op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er werd geen bezwaarschrift ingediend.
● Externe adviezen
Op 1 februari 2022 heeft De Watergroep een ongunstig advies afgeleverd.
Advies Aftakkingen en Aansluitingen
Ongunstig advies
Er werd op 10 januari 2022 en op 25/1/2022 meer informatie gevraagd ivm de plaats van de watermeter. Op deze vraag voor informatie werd nooit geantwoord. De gevraagde informatie hebben we niet ontvangen.
Advies Waterbronnen en Milieu
Volledig gunstig advies met voorwaarden
Dit is een deeladvies van De Watergroep omtrent de bescherming van de drinkwaterwinning.
Het perceel waarop het project wordt uitgevoerd is gelegen binnen de beschermingszone II van een drinkwaterwinning. Beschermingszone II is de zone rondom de waterwinning waarbinnen het grondwater de waterwinning kan bereiken binnen de 60 dagen en waar extra beschermingsmaatregelen gelden om voornamelijk bacteriologische contaminatie te vermijden.
º Volgens de hemelwaterverordening (art. 10 §2) zijn infiltratievoorzieningen niet toegestaan binnen beschermingszone I en II.
Infiltratie van verzameld hemelwater via een ondergrondse infiltratieconstructie is niet toegelaten zo dicht bij een drinkwaterwinning. Dit water kan wel via bovengrondse afstroming naar wadi's of grachten geleid worden waar het via een bodempassage kan infiltreren zoals onder natuurlijke omstandigheden.
Aangezien dit project verenigbaar is met de bescherming van de drinkwaterbronnen geeft De Watergroep een gunstig advies.
Ook dient er met volgende zaken rekening gehouden te worden tijdens werken op het perceel:
º binnen de beschermingszone II zijn boringen, graafwerken, ontgrondingen en bemalingen dieper dan 2.5 m onder het maaiveld niet toegestaan
º bij het eventueel aanvoeren van grond moet dit gaan om zuivere niet gecontamineerde grond en dient dit bewezen te worden met een attest (grond voor vrij gebruik volgens het Vlarebo)
º het gebruik van pesticiden of herbiciden is strikt verboden binnen deze zone;
º koolwaterstoffen waarvan het gezamenlijke volume groter is dan 50 liter worden opgesteld in een opvangbak waarvan de inhoud minstens gelijk is aan de inhoud van de gestockeerde recipiënten
º het overgieten en/of vullen van recipiënten dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren teneinde het morsen te voorkomen
º machines met enig verlies van olie of mazout dienen van de werf verwijderd te worden en boven een opvanglade geplaatst
º iedere verontreiniging dient onmiddellijk gemeld op het nummer 02/238 96 99 of via milieu@dewatergroep.be zodat maatregelen ter bescherming van het drinkwater kunnen worden genomen
Afdeling Waterbronnen en Milieu
Op 5 februari 2022 werd er een nieuwe werkversie overgemaakt. Deze werd aanvaard op 7 februari 2022. Hierin is wel een watermeter aangeduid. De oorzaak van het ongunstige advies van De Watergroep is nu niet meer van toepassing. De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar legt de volgende bijkomende voorwaarden op:
º Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
º De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
º Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
º Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
º De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Argumentatie
Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.
Functionele inpasbaarheid
Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De functie wonen blijft behouden in deze overwegend residentiële omgeving.
Mobiliteitsimpact
Het project heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving. De nodige parkeerplaatsen (2 stuks) zijn voorzien, zodat de wagens op het eigen terrein kunnen worden opgevangen. Ook de nodige fietsenstallingen (4 stuks) zijn aanwezig. Daarmee voldoet de aanvraag aan de gemeentelijke parkeerverordening.
Schaal
De schaal van de woning wordt vergroot. De aanbouw zorgt ervoor dat de woning met 5,86 m in diepte wordt uitgebreid. De maximale bouwdiepte bedraagt hierdoor 14,86 m. De kroonlijst van deze aanbouw bedraagt 3,17 m. Links naast de aanbouw wordt er een carport voorzien voor het stallen van een voertuig. De kroonlijsthoogte van de carport is gelijk aan die van de aanbouw. Tenslotte wordt er een vrijstaand bijgebouw geplaatst binnen het woongebied met landelijk karakter. Dit vrijstaande bijgebouw zal dienst doen als tuinberging en fietsenstalling. De aanbouw (3,17 m hoog, 5,12 m breed en 5,86 m diep), de carport (3,17 m hoog, 3,5 m breed en 5,85 m lang) en een vrijstaand bijgebouw (2,1 m hoog, 3,4 m breed, 8,92 m diep en op 42 cm afstand van de linker perceelsgrens) overstijgen de schaal van de bebouwing in de omgeving niet en houden voldoende rekening met de bebouwing op de aanpalende percelen.
Ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het perceel is 17,70 are groot. Een uitbreiding met ca. 76 m2 vloeroppervlakte heeft een beperkte impact op de bouwdichtheid van het perceel. Bovendien wordt de bestaande garage (33 m2) die op de rechterperceelsgrens staat afgebroken. Er zal netto ca. 43 m2 vloeroppervlakte bijkomen. In de omgeving komen gelijkaardige of hogere dichtheden voor. De nieuw ingenomen ruimte is verantwoord.
Visueel-vormelijke elementen
De renovatie, sloop, verbouwing en uitbreiding van de bestaande gebouwen heeft een positieve impact op het straatbeeld en de omgeving. Door de materiaalkeuze krijgt de woning een hedendaagse uitstraling waardoor ze zal inpassen in het heterogene straatbeeld. Bovendien zal de woning opnieuw een geheel vormen met de naastgelegen rechter woning.
Cultuurhistorische aspecten
Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.
Reliëf
In het voorliggend project worden geen overdreven terreinaanlegwerken voorzien, louter en alleen ter hoogte van bouwzones, het terras en de oprit. Reliëfwijzigingen buiten de bouwzones, het terras en de oprit zijn dan ook uitgesloten. De uitgegraven grond dient afgevoerd te worden naar een erkende grondverwerker en mag niet over het terrein worden uitgespreid.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Hemelwater dat op een verharding valt, moet op het eigen terrein in de bodem infiltreren.
De oprit, bestaande uit niet waterdoorlatende klinker verharding zal niet worden gewijzigd. Het terras zal worden heraangelegd op de plek van de oude garage, een deel onthard en vervangen door grind.
Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.
Het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders is van toepassing.
Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.
Conclusie
Het voorgestelde project, het verbouwen van een halfopen eengezinswoning, voldoet aan de algemene stedenbouwkundige voorschriften en de vigerende normen. Bijgevolg is het project verenigbaar met de omgeving en brengt het de goede ordening van de plaats niet in het gedrang.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
● de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd. Daarnaast moeten de aanvullende voorwaarden van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar ook strikt worden nageleefd nl.:
º Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
º De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
º Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
º Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
º De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Shari Vanderhulst en Auke Peeters voor het verbouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Dorpstraat 610A afdeling 3, sectie B nr 95n onder volgende voorwaarden:
● de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken,
● de voorwaarden opgelegd in het advies van De Watergroep van 1 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd. Daarnaast moeten de aanvullende voorwaarden van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar ook strikt worden nageleefd nl.:
º Iedere wooneenheid dient over een afzonderlijke watermeter te beschikken.
º De plaats van de watermeter dient te beantwoorden aan de voorschriften van De Watergroep.
º Bij het plaatsen van de energiebocht dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de drinkwateraftakking.
º Elke aftakking moet in rechte lijn, haaks op de rijweg kunnen uitgevoerd worden.
º De kosten van de nieuwe aftakking(en) zijn ten laste van de aanvrager(s).
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.
Zitting van 21 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SISKA VAN DEUN EN BAVO VAN GEIT VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, HAANSELBERG 2, SECTIE F NR 231A.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 12 november 2021 hebben Siska Van Deun en Bavo Van Geit, wonende te 3010 Leuven - Eugeen Vanhoorenbekelaan 35bus2, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 2, sectie F nr 231a.
• Op 25 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 augustus 2020, nr. T874-2-2019.11 (OMV_2019152594).
Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: ééngezinswoning
De aanvraag wijkt hiervan af wat de kroonlijsthoogte betreft.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel,
dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf
om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe
aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten,
voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor
toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven,
voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor
zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van
het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en
de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De aanvraag is gelegen langsheen de Haanselberg, een ventweg parallel aangelegd langs de Nollekensstraat voor de ontsluiting van de verkaveling van 8 loten.
Het project ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de
oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving
bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met
aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de
ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een ééngezinswoning.
De woning staat ingeplant op 6 m van de rand van de weg, op 3 m van de linker perceelsgrens en op ruime afstand van de links gelegen voetweg nr. 53.
De woning heeft een voorgevelbreedte van 12 m en een bouwdiepte van 9 m op zowel het gelijkvloers als de eerste verdieping.
De woning wordt afgewerkt met een plat dak.
De kroonlijsthoogte bedraagt 7,42 m vanaf het maaiveld.
Vooraan wordt voor de inpandige garage een verharde strook voorzien van 25,27 m².
Achteraan de woning wordt een terras voorzien van 33,49 m².
Er kunnen 2 wagens gestald worden op het eigen terrein en de garage is voldoende groot om fietsen te stallen.
• Watertoets
Op 14 januari 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht nl.:
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bouw van een eengezinswoning met oprit en terras.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag niet gelegen in een effectief en/of mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Hemelwaterverordeningen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop of het RWA-stelsel onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013);
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 7.500 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 1.800 liter (min. 1.200 liter) met een oppervlakte van 4,8 m² (min. 1,92 m²). De oprit en het terras worden aangelegd in verhardingen en wateren af naar het groen rondom.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
º Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 5 december 2021 tot 3 januari 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
Op 14 januari 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht zie watertoets.
Argumentatie
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 17 augustus 2020. De bestemming, inplanting en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.
De aanvraag wijkt af wat de kroonlijsthoogte betreft.
Volgens de verkavelingsvoorschriften bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 7 m gemeten vanaf de vloerpas van de woning.
De tuin ligt ca. 90 cm hoger dan de straat waardoor er gekozen wordt voor een splitlevel op het gelijkvloers. De inkom en de garage sluit aan op niveau van de openbare weg, de rest van de woning zit op het niveau van de tuin.
Hierdoor bedraagt de kroonlijsthoogte van de woning vanaf de vloerpas van de woning 7,32 m.
Deze afwijking is omwille van de niveauverschillen verantwoord.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 14 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Siska Van Deun en Bavo Van Geit voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 2, sectie F nr 231a onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 14 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd.(kopie voorwaarden zie argumentatie)
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 21 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN SOFIE VANDENBROECK VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, HAANSELBERG 6, SECTIE F NR 231C.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 16 november 2021 heeft Sofie Vandenbroeck,wonende te 3000 Leuven - Tessenstraat 7bus21, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 6, sectie F nr 231c.
• Op 25 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 augustus 2020, nr. T874-2-2019.11 (OMV_2019152594).
Het betreft lot 3 van de verkaveling met als algemene bestemming: ééngezinswoning.
De aanvraag wijkt hiervan af wat het vloerpeil van de woning betreft.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel,
dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf
om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe
aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten,
voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor
toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven,
voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor
zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van
het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en
de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De aanvraag is gelegen langsheen de Haanselberg, een ventweg parallel aangelegd langs de Nollekensstraat voor de ontsluiting van de verkaveling van 8 loten.
Het project ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de
oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving
bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met
aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de
ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een halfopen ééngezinswoning.
De woning staat ingeplant op 6 m van de rand van de weg en op 3 m van de rechterperceelsgrens.
De woning heeft een voorgevelbreedte van 8 m en een bouwdiepte van 12 m op zowel het gelijkvloers als de eerste verdieping.
De woning wordt afgewerkt met een plat dak.
De kroonlijsthoogte bedraagt 6,25 m vanaf het maaiveld.
Vooraan de woning worden er 2 parkeerplaatsen voorzien en in de woning is een berging/fietsenstalling voorzien.
Achteraan de woning wordt een terras aangelegd van 23,40 m².
• Watertoets
Op 9 februari 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht nl.:
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bouw van een halfopen eengezinswoning met oprit, toegangspad en terras.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Deze zone bevindt zich in
de voortuin van de woning.
Hemelwaterverordeningen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop of het RWA-stelsel onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013);
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 5.000 liter (min. 1.785 liter) met een oppervlakte van 9,48 m² (min. 2,86 m²). De oprit wordt aangelegd in dolomiet, het toegangspad en het terras in waterdoorlatende klinkers. Er is een keermuur voorzien in beton. Het hemelwater dat hierop terecht komt, stroomt af naar de tuinzone ernaast.
Reliëfwijzigingen worden beperkt tot de noodzakelijke toegangen en de inplanting van de woning en het terras.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
º Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 5 december 2021 tot 3 januari 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
Op 9 februari 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht zie watertoets.
Argumentatie
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 17 augustus 2020. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.
Volgens de verkavelingsvoorschriften moet het vloerpeil van de woning 0,30 m boven het peil van de wegas liggen. De aanvraag wijkt hiervan af.
Omdat de kroonlijsthoogte van de gekoppelde woningen op de loten 3 en 4 naadloos moeten aansluiten en om de woning op lot 3 ter hoogte van de rechtergevel niet onder het wegpeil te moeten inplanten wordt de woning op 60 cm boven de weg geplaatst.
Deze afwijking is om bovenvermelde redenen verantwoord.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 9 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Sofie Vandenbroeck voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 6, sectie F nr 231c onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 9 februari 2022 moeten strikt worden nageleefd.
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 21 februari 2022
OMGEVINGSVERGUNNING;. AANVRAAG VAN SARAH VANDENBROECK EN KIM RUMMENS VOOR HET BOUWEN VAN EEN WONING IN 3061 LEEFDAAL, HAANSELBERG 8, SECTIE F 231D.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voorgeschiedenis
• Op 16 november 2021 hebben Sarah Vandenbroeck en Kim Rummens wonende te 3061 Leefdaal - Dorpstraat 619, een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 8, sectie F 231d.
• Op 25 november 2021 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.
Feiten en context
• Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg noch in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 17 augustus 2020, nr. T874-2-2019.11 (OMV_2019152594).
Het betreft lot 4 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.
De aanvraag wijkt hiervan af wat het vloerpeil van de woning betreft.
• De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel,
dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf
om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe
aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten,
voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor
toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven,
voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor
zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van
het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en
de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
• De aanvraag is gelegen langsheen de Haanselberg, een ventweg parallel aangelegd langs de Nollekensstraat voor de ontsluiting van de verkaveling van 8 loten.
Het project ligt aan de rand van de bebouwing van Leefdaal op de zuidelijke valleirand van de Voer. Ze loopt parallel aan de Dorpstraat en vormde de
oorspronkelijke verbinding met de buurgemeente Vossem. De omgeving
bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande en halfopen eengezinswoningen met
aangrenzend het kouterlandschap ten zuiden.
Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de
ordening van het gebied bekend.
• Het voorstel omvat het bouwen van een halfopen ééngezinswoning.
De woning staat ingeplant op 6 m van de rand van de weg en op 3 m van de linkerperceelsgrens.
De woning heeft een voorgevelbreedte van 8 m en een bouwdiepte van 12 m op zowel het gelijkvloers als de eerste verdieping.
De woning wordt afgewerkt met een plat dak.
De kroonlijsthoogte bedraagt 6,25 m vanaf het maaiveld.
Vooraan de woning worden er 2 parkeerplaatsen voorzien en achteraan de woning worden fietsenstallingen voorzien.
Achteraan de woning wordt een terras aangelegd van 23,40 m².
• Watertoets
Op 14 januari 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorlopig gunstig advies uitgebracht nl.:
Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:
De bouw van een halfopen eengezinswoning met oprit, toegangspad en terras.
Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en
tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.
Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag deels gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig van oppervlakkig afstromend hemelwater. Deze zone bevindt zich in
de voortuin van de woning.
Hemelwaterverordeningen:
º Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop of het RWA-stelsel onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013);
º Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
De aanvrager voorziet in volgende maatregelen:
Er wordt een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien en een infiltratievoorziening van 5.000 liter (min. 1.785 liter) met een oppervlakte van 9,48 m² (min. 2,86 m²). De oprit wordt aangelegd in dolomiet, het toegangspad en het terras in waterdoorlatende klinkers. Er is een keermuur voorzien in beton. Het hemelwater dat hierop terecht komt, stroomt af naar de tuinzone ernaast.
Het vloerpeil van de woning wordt op 60 cm boven de weg geplaatst in plaats van op 30 cm. De kroonlijsthoogte van de woning moet gelijk lopen met die van de naastliggende woning. Om te vermijden dat de andere woning een vloerpeil heeft dat lager ligt dan de weg, is gekozen voor een verhoging voor deze woning. Reliëfwijzigingen worden beperkt tot de noodzakelijke toegangen en de inplanting van de woning en het terras.
Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden.
Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:
Specifieke voorwaarden en/of maatregelen:
º Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond.
º Infiltreren naast de verharding is slechts toegelaten indien de verhouding van de vrije omtrek van de verharding (grenzend aan een onverhard deel) ten opzichte van de verharde oppervlakte groter is dan 0,30.
Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.
Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.
• Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen
Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.
Juridische gronden
• Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
• Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven
Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.
• De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is niet van toepassing op de aanvraag.
• Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.
De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.
• Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004
Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009
º Artikel 1.1.4.
De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.
• De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening.
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
º artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen
º Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.
• De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014
De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
• Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.
• Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.
Adviezen
• Openbaar onderzoek
De aanvraag werd van 5 december 2021 tot 3 januari 2022 openbaar gemaakt volgens de regels vermeld in het uitvoeringsbesluit tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er werden geen klachten ingediend.
• Externe adviezen
Op 14 januari 2022 heeft de provincie, dienst waterlopen, een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht zie watertoets.
Argumentatie
Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening
De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :
1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;
2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:
a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;
b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:
1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;
2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;
3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.
De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
Het voorgestelde project geeft uitvoering aan de opties die voorzien zijn in de verkaveling van 17 augustus 2020. De bestemming, inplanting, afmetingen en materiaalgebruik zijn in overeenstemming met de bepalingen van deze verkaveling.
Volgens de verkavelingsvoorschriften moet het vloerpeil van de woning 0,30 m boven het peil van de wegas liggen. De aanvraag wijkt hiervan af.
Omdat de kroonlijsthoogte van de gekoppelde woningen op de loten 3 en 4 naadloos moeten aansluiten en om de woning op lot 3 ter hoogte van de rechtergevel niet onder het wegpeil te moeten inplanten wordt de woning op 60 cm boven de weg geplaatst.
Deze afwijking is om bovenvermelde redenen verantwoord.
Conclusie:
Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.
Advies en voorwaarden
De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
• De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
• de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 14 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2:
Het college levert een vergunning af aan Sarah Vandenbroeck en Kim Rummens voor het bouwen van een woning in 3061 Leefdaal, Haanselberg 8, sectie F 231d onder volgende voorwaarden:
● De verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.
● De voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie, dienst waterlopen van 14 januari 2022 moeten strikt worden nageleefd
Artikel 3:
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en de adviesinstanties.
Zitting van 21 februari 2022
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG WERKEN FLUVIUS LANGS DE TERVUURSESTEENWEG, ST.MEDARDUSSTRAAT, FR. DOTTERMANSSTRAAT EN A.E.VERBISTSTRAAT N.A.V. EEN VERKAVELING.
Voorgeschiedenis
● E-mail van Fluvius van 14 februari 2022: vergunningsaanvraag HNW 346954 voor werken langs de Tervuursesteenweg, St.Medardusstraat, Fr.Dottermansstraat en de A.E. Verbiststraat, plaatsen nieuwe distributiecabine en aanleg middenspanning, laagspanning en openbare verlichting n.a.v. een verkaveling.
Feiten en context
● Fluvius wenst te starten met het plaatsen van een nieuwe distributiecabine en de aanleg van middenspanning, laagspanning en de openbare verlichting, met bijhorende grondwerken, met een totale sleuflengte van 270m (+180m open sleuf), langs de Tervuursesteenweg, St.Medardusstraat, Fr.Dottermansstraat en de A.E.Verbiststraat op grondgebied van de gemeente Bertem.
● De leidingen zullen de straat dwarsen (zie bijgevoegde plannen)
● Gedurende de werkzaamheden kan een gedeelte van de rijweg ingenomen worden als mobiele werfzone. Dit kan voor beperkte verkeershinder zorgen.
● Het signalisatieplan van de werf zal aan de politie ter goedkeuring worden voorgelegd.
● De vermoedelijke duur van het grondwerk is +/- 8 dagen.
● Fluvius verwijst naar de synergieaanvraag 12458491 in Gipod voor bijkomende informatie over de betrokken nutsmaatschappijen.
● Deze werken hebben betrekking op de aanleg van Rapidpark.
Juridische gronden
● Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
● Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur.
Het college van burgemeester en schepenen is belast met het beheer van de eigendommen van de gemeente en de vrijwaring van haar rechten.
● Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
● 346954_LS01_Bandje A1-0840
● 346954_LSOVZ01_Bandje A1-0840
● 346954_MS01_Bandje A4-0840
● 346954_MS02_Bandje A1-0840
● 346954_OV01_Bandje A4-0840
● 346954_OVOVZ01_Bandje A4-0840
● Aanvraag akkoord gemeente HNW346954
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Fluvius, Aarschotsesteenweg 58 te 3012 Leuven, om de werken overeenkomstig de bijgevoegde plannen en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
● Mits gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer district Leuven, Tervuursesteenweg 308 te 3060 Bertem voor de werken langs de Tervuursesteenweg, 3060 Bertem.
● De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie).
● Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
● Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
● Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
● Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.
● De werken mogen niet gelijktijdig met de werken op de Sint-Franciscusberg uitgevoerd worden (HNW332791).
● De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.
● Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
● De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.
Zitting van 21 februari 2022
NUTSMAATSCHAPPIJEN. AANVRAAG TELENET AANLEG VAN TELECOMLEIDING TERVUURSESTEENWEG 163, 3060 BERTEM.
Voorgeschiedenis
● E-mail van Telenet van 11 februari 2022: Vergunningsaanvraag 25066484 voor het plaatsen van een ondergrondse kabel te Tervuursesteenweg 163, 3060 Bertem.
Feiten en context
● Langs de Tervuursesteenweg 163 te Bertem wenst Telenet over te gaan tot het aanleggen van een ondergrondse kabel.
● De sleuflengte van de werken bedraagt 12m.
● Er worden nieuwe aansluitkasten geplaatst.
● De duur van de werken is niet vermeld.
Juridische gronden
● Artikel 98, §1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven
Voor het aanleggen van leidingen onder de openbare weg dient elke operator een vergunning te krijgen van de bevoegde overheid.
● Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
● Raadsbesluit van 28 maart 2017 over de goedkeuring van de nieuwe code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen
Deze code legt eenvormige duidelijke afspraken vast bij werken op het openbaar domein met een nutsbedrijf, leidingenbeheerder of derde als opdrachtgever en bij gemeentelijke infrastructuurwerken, waarvoor de gemeente optreedt als opdrachtgever met onder andere noodzakelijke aanpassings- en verplaatsingswerken aan de nutsleidingen en/of aan infrastructuur van derden. Deze code legt de door alle partijen te respecteren technische en administratieve regels vast.
Argumentatie
Het is belangrijk om de goede kwaliteit van het openbaar domein in stand te houden.
Werken aan nutsleidingen, hoe noodzakelijk die ook zijn, vormen altijd een bedreiging voor die kwaliteit. Het is aangewezen om goede afspraken te maken met de nutsmaatschappijen om de kwaliteit van het openbaar domein te waarborgen en om de hinder voor de buurtbewoners tot een minimum te beperken.
Daarom moeten bij uitvoering van werken van nutsmaatschappijen een aantal voorwaarden van de gemeente worden nageleefd.
Bijlagen
● 25066484_Uitvoeringsplan
● Vergunningsaanvraag_Dossiernr 25066484 - 3060 Bertem - Tervuursesteenweg 163
Besluit
eenparig
Artikel 1:
Het college geeft toelating aan Telenet - Netaanleg, Dienst Vergunningen, Antoon Catriestraat 18, 9031 Drongen, om de werken overeenkomstig het bijgevoegde plan en onder de volgende voorwaarden uit te voeren:
● Mits gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer district Leuven, Tervuursesteenweg 308 te 3060 Bertem voor de werken langs de Tervuursesteenweg 163, 3060 Bertem.
● De sleuven mogen slechts in beperkte mate opengetrokken worden (het equivalent van een dagoperatie). De eigendommen moeten binnen de 48 uur opnieuw toegankelijk zijn.
● De eigenaars dienen 2 werkdagen vooraf verwittigd te worden van de geplande werken. De gemeente moet 4 werkdagen vooraf een kopie krijgen van de brief van de aannemer.
● Alle eventuele beschadigingen, zowel in het openbaar domein als in privaat domein, zullen door de nutsmaatschappij of op haar kosten in de oorspronkelijke toestand hersteld worden.
● Een voorafgaandelijke en tegensprekelijke plaatsbeschrijving is nodig. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de technische dienst van de gemeente.
● Voor de aanvang van de werken moet het gemeentebestuur verwittigd worden.
● Voor de aanvang van de werken moet van het gemeentebestuur een toelating bekomen worden voor het plaatsen van signalisatie.
● Na afloop van de werken moet een voorlopige oplevering gebeuren met een waarborgperiode van minstens 2 jaar. Deze moet door de nutsmaatschappij schriftelijk aan het gemeentebestuur aangevraagd worden.
● De aannemer moet ervoor zorgen dat de ophaling van het huisvuil normaal kan verlopen.
● De kruising van wegen zal zoveel mogelijk door middel van doorboringen gebeuren.
● Ingeval bij de uitvoering blijkt dat deze werken niet kunnen uitgevoerd worden in het voetpad zoals voorzien, moet men opnieuw contact opnemen met de gemeente alvorens de rijweg op te breken.
● De vlotte doorgang van het verkeer moet te allen tijde gewaarborgd worden.
● Herstellingen moeten uitgevoerd worden volgens het standaardbestek 250.
● De signalisatie- en informatieborden mogen uitsluitend in het Nederlands zijn.
Zitting van 21 februari 2022
BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER. KENNISNAME BESLISSINGEN.
Besluit
Motivering
● Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet
In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.
● Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur
Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
● Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.
● Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.
Mededeling
● 220214-220216 Fr Dottermansstraat 30: het voetpad, de parkeerstrook en de rijbaan. herstellen van een gebrekkige rioolaansluiting
● 220218-220225 Egenhovenstraat 15-17: het trottoir, de parkeerstrook en de rijbaan. bouwwerken
● 220215-220215 Paardenstraat 22: de rijbaan. betonpomp en vrachtwagen
● 220219-220219 Neerijse steenweg: de rijbaan. mobiele werf van +- 20m voor snoeiwerken
● 220224-220311 Bronstraat 3: de rijbaan. plaatsen van een werfcontainer
● 220301-220301 Veeweide 17: de rijbaan afgesloten. verwijderen van een mazouttank
● 220218-220222 Th. Wautersstraat 5: de berm. werken voor een elektriciteit en gasaansluiting
● 220215-220218 Langerodestraat (Nijvelsebaan) 245: de berm, het voetpad en een deel van de rijbaan: verkeerslichten. herstellen hoogspanningsdefect
● 220215-220218 Langerodestraat (Nijvelsebaan) 245: de berm, het voetpad en een deel van de rijbaan: verkeerslichten - verlenging. herstellen hoogspanningsdefect
● 220225-220225 Paardenstraat, WZC Sint-Bernardus en Egenhovenstraat: de rijbaan. carnavalstoet Vrije Basisschool De Waaier
● 220313-220313 Kerstraat 69: rijbaan afgesloten – omleiding. mountainbike spuitstand
● 220307-220307 Egenhovenstraat 15: de rijbaan. vernieuwing drinkwateraansluiting
● 220222-220222 Egenhovenstraat 15-17: de rijbaan. plaatsen van een vrachtwagen
● 220305-220305 Nijvelsebaan 25: de rijbaan. plaatsen van een verhuiswagen + lift
● 220303-220303 Tervuursesteenweg 77: het voetpad. vernieuwing drinkwateraansluiting
● Verwaarloosde bedrijfsgebouwen. Vaststelling tot wederingebruikname van bedrijfsgebouwKorbeekstraat 39 te 3061 Bertem.
● Tijdelijke politieverordening op het wegverkeer. Goedkeuring maatregelen i.v.m. het afbreken van de woning gelegen Dorpstraat 554 te 3061 Leefdaal van 21 februari 2022 tot 10 maart 2022.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.