BESLUITENLIJST VAN HET COLLEGE BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

Gemeente Bertem

 

Zitting van 2 mei 2022

Van 14 uur tot 15 uur

 

Aanwezig:

Burgemeester:

Joël Vander Elst

Schepenen:

Marc Morris, Yvette Laes en Joery Verhoeven

Waarnemend algemeen directeur:

Kris Philips

 

Verontschuldigd:

Schepen:

Tom Philips

 

 

 


Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

ZITTINGEN CBS. GOEDKEURING NOTULEN VORIGE ZITTING.

 

Juridische grond

        Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Bijlagen

        Notulen van de zitting van 25 april 2022.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de notulen van de zitting van 25 april 2022 goed.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

OPDRACHTENOVEREENKOMST GEVACO ADOCATEN. AANSTELLING I.K.V. RECHTSZAAK AANGESPANNEN DOOR NOORDRANDGEMEENTEN M.B.T. SCHORSING VERTREKROUTE L07-RD.

 

Voorgeschiedenis

         Collegebesluit van 12 juli 2016 over de aanstelling van meester Isabelle Larmuseau van het kantoor LDR voor de beroepsprocedure tegen het vonnis ten gronde inzake geluidshinder vliegroutes.

         Vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel van 31 mei 2018 over de door de Noordrand geïnitieerde milieustakingsvordering, waarbij de Belgische Staat wordt opgelegd om onder meer de L07RD-vliegroute stop te zetten.

         Collegebesluit van 15 maart 2021 houdende de indiening samen met de gemeenten Herent en Oud-Heverlee van een milieustakingsvordering met de bedoeling de Belgische Staat te ontheffen van zijn verplichting om de L07RD-vliegroute stop te zetten. De opdracht van meester Isabelle Larmuseau, ingesteld bij collegebesluit van 12 juli 2016, wordt hiertoe uitgebreid.

 

Feiten en context

         De gemeenten uit de Noordrand van Brussel hebben een rechtszaak ingesteld waarbij ze formeel de schorsing van de vertrekroute L07-RD eisen. De gemeente Herent zal een opdrachtenovereenkomst afsluiten met Gevaco Advocaten cv, Paalsesteenweg 81, 3580 Beringen, vertegenwoordigd door advocaat Wim Mertens, in het kader van de behandeling van deze rechtszaak.

 

Juridische gronden

         Artikel 56, §3, 9°, van het Decreet Lokaal Bestuur.

Het college is bevoegd voor het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Argumentatie

Gelet op de eerdere stappen in dit dossier is het aangewezen om de gemeente Herent te ondersteunen in het kader van deze rechtszaak, volgens dezelfde financiële verdeelsleutel als de andere lopende zaken. Meester Isabelle Larmuseau blijft bevoegd voor de overige lopende zaken in het kader van dit dossier.

 

Financiële gevolgen

Registratiesleutel

Budgettair krediet

Beschikbaar

Geraamde uitgave

613204/0119-02

€ 20 000

€ 17 935,85

€ 3 000

 

 

Bijlagen

         Opdrachtenovereenkomst tussen Gevaco Advocaten cv en gemeente Herent.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt kennis van de opdrachtenovereenkomst tussen Gevaco Advocaten cv, Paalsesteenweg 81, 3580 Beringen, en de gemeente Herent, met betrekking tot de behandeling van de rechtszaak aangespannen door de gemeenten uit de Noordrand van Brussel waarbij deze gemeenten de schorsing van de vertrekroute Leuven 07 - Rechtdoor eisen. De gemeente Bertem zal de gemeente Herent financieel ondersteunen door een tussenkomst ten belope van hetzelfde aandeel als de gemeente Herent, hetgeen Gevaco Advocaten cv rechtstreeks mag factureren aan de gemeente Bertem.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING. GOEDKEURING AGENDA ALGEMENE VERGADERING POOLSTOK CVBA.

 

Voorgeschiedenis

        Raadsbesluit van 24 september 2019 over de toetreding tot het Vlaams Selectiecentrum voor het Overheidspersoneel cvba (Poolstok).

        Raadsbesluit van 25 augustus 2020 over de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van Poolstok cvba.

        Uitnodiging van 22 april 2022 voor de algemene vergadering van Poolstok cvba op 20 mei 2022.

 

Feiten en context

        Op 24 september 2019 keurde de gemeenteraad de voorwaarden goed om toe te treden tot het Vlaams Selectiecentrum voor het Overheidspersoneel cvba (Poolstok) voor ondersteuning inzake het personeels- en organisatiebeleid.

        Op 20 mei 2022 wordt een algemene vergadering van Poolstok gehouden met volgende agendapunten:
1. Samenstelling van het bureau van de vergadering
2. Uiteenzetting van het verslag van de Raad van Bestuur en van de commissaris m.b.t. het boekjaar 2021
3. Mogelijkheid tot het stellen van vragen aan de leden van de Raad van Bestuur en aan de commissaris m.b.t. het boekjaar 2021
4. Goedkeuring van de jaarrekening voor het boekjaar 2021
5. Bestemming van het resultaat
6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris voor het boekjaar 2021
7. Ontslagen en benoemingen
8. Goedkeuring van de bezoldigingen
9. Desgevallend: varia

        Overeenkomstig artikel 30 van de gecoördineerde statuten mag elke aandeelhouder zich laten vertegenwoordigen door een gevolmachtigde. De volmachtgevers moeten minstens 3 dagen voor de algemene Vergadering een ondertekende volmacht neerleggen op de zetel van de vennootschap.

 

Juridische gronden

        Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

        Titel V van de gecoördineerde statuten van het Vlaams Selectiecentrum voor het Overheidspersoneel cvba van 25 mei 2018 over de samenstelling, bevoegdheden en werking van de Algemene Vergadering

 

Argumentatie

Op 20 mei 2022 vindt de algemene vergadering van Poolstok cvba plaats. Aangezien zowel de gemeente als het OCMW als vennoot zijn toegetreden tot Poolstok, worden zij uitgenodigd om deel te nemen aan deze algemene vergadering.

Joël Vander Elst werd als vertegenwoordiger aangesteld bij besluit van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 25 augustus 2020.

De uitnodiging voor de algemene vergadering werd laattijdig ontvangen waardoor een agendering op de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn niet meer mogelijk is.

 

 

Bijlagen

        Oproepingsbrief algemene vergadering Poolstok cvba

        Agenda 20 mei 2022

        Ontwerp jaarrekening

        Verslag van de Raad van Bestuur

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van Poolstok op 20 mei 2022 en machtigt de gemeentelijke vertegenwoordiger om zelf of via volmacht de agendapunten goed te keuren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

PUBLIATO. AKKOORD MET VOLMACHT ELEKTRONISCHE AANGIFTE SOCIAAL RISICO ARBEIDSONGEVALLEN.

 

Voorgeschiedenis

  • Collegebesluit van 16 december 2019 over gunning van de verzekeringscontracten 2020-2024 (4 percelen).
  • Collegebesluit van 17 februari 2020 over akkoord volmacht Publiato.
  • Brief van 29 maart 2022 van Fedris, Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's, over de verplichte verzekering tegen arbeidsongevallen overeenkomstig de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
  • E-mail van 25 april 2022 van Isabel Wachters namens AXA verzekeringen, waarin ze laat weten dat een nieuw mandaat Publiato dient opgemaakt te worden.

 

Feiten en context

  • Vanaf 1 januari 2014 moeten werkgevers uit de publieke sector arbeidsongevallen elektronisch aan Fedris aangeven.
  • Vanaf 25 mei 2015 moeten deze ook de elementen van de regeling van het ongeval en, indien niet aangesloten bij Medex, de periodes van tijdelijke ongeschiktheid via Publiato doorgeven. De werkgever kan ook een mandaat geven aan de verzekeringsonderneming om in zijn plaats de gegevens over te maken.
  • Vanaf 1 januari 2020 was AXA verzekeringen gemandateerd voor de schadeaangifte via Publiato.
  • Vanaf 1 januari 2022 heeft de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) ons bestuur een nieuw RSZ-nummer toegekend omwille van integratie van provinciale en plaatselijke overheidsdiensten in de RSZ-processen.
  • In brief van 29 maart 2022 liet Fedris weten dat ons bestuur verplicht is een arbeidsongevallenverzekering in de zin van de wet van 10 april 1971 af te sluiten.
  • Uit navraag bij AXA verzekeringen blijkt dat nieuw mandaat Publiato moet worden toegekend.

 

Juridische gronden

  • De wet van 3 juli 1967 ter vergoeding van arbeidsongevallen in de openbare sector.
  • Het koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding ten gunste van sommige personeelsleden van provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten, verenigingen van gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, intercommunale openbare centra voor maatschappelijk welzijn, diensten, inrichtingen en verenigingen voor maatschappelijk welzijn en openbare kassen van lening voor arbeidsongevallen en voor ongevallen overkomen op de weg naar en van het werk.
  • Artikel II.34 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018
    Als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, mag een bestuursdocument niet openbaar gemaakt worden.

 

Argumentatie

Vanaf 1 januari 2020 was AXA verzekeringen gemandateerd voor de schadeaangifte via Publiato.

 

Met de toekenning van een nieuw RSZ-nummer vanaf 1 januari 2022 blijkt een nieuw mandaat Publiato nodig, zodat voor wat betreft arbeidsongevallen (publieke sector) onze huidige verzekeringsmaatschappij AXA Belgium in naam van gemeentebestuur Bertem en voor haar rekening de formaliteiten voor de sociale zekerheid kan blijven vervullen.

 

 

Bijlagen

  • procuratie RSZ Gemeente Bertem

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om een volmacht te ondertekenen waarin het mandaat aan AXA Belgium gegeven wordt voor Publiato, de elektronische aangifte van het sociaal risico arbeidsongevallen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

CONTRACTEN. GOEDKEURING BESTELBONS.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.
    Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst van de bestelbons.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de bestelbons goed van nr. 2022/218 tot en met nr. 2022/224 voor een totaal bedrag van 8734,48 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

INKOMENDE FACTUREN. GOEDKEURING FACTUREN.

 

Juridische gronden

  • Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

  • Besluit van de gemeentesecretaris van 15 december 2016 over de aankoopprocessen.

Dit besluit legt de bestelprocedures vast conform de wet op de overheidsopdrachten.

 

 

Bijlagen

  • Overzichtslijst facturen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college keurt de facturen goed van nr. 2022/1416 tot en met nr. 2022/1532 voor een totaal bedrag van 145 569,59 euro.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

OMV2022046168 (T874-1-2022 45) DORPSTRAAT 535 - UITVAARTCENTRUM CROMBOOM BV

 

Voorgeschiedenis

         De aanvraag ingediend door David Cromboom namens Cromboom BV, werd per beveiligde zending verzonden op 12 april 2022.

         Historiek:

º         ARAB-vergunning d.d. 24 november 1987, afgeleverd door het college van burgemeester en schepen aan de heer Jos Deno voor de exploitatie van een funerarium met een termijn tot 24 november 2002.

 

Feiten en context

         De aanvraag heeft betrekking op een terrein gelegen Dorpstraat 535, kadastraal gekend 24061 F 169G2 en 169Z.

         De inrichting is gelegen in woongebied.

         Het goed is niet gelegen in een BPA of RUP.

         De inrichting is gelegen in grondwaterbeschermingszone type III van St-Veronica & Dispatching.

         In het aanvraagsdossier zijn volgende rubrieken opgenomen:

º         Rubriek 11.1.1°b): inrichtingen voor het drukken met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied: gezamenlijk vermogen van 10 kW voor printertoestellen en een digitaal snijmachine (klasse 3);

º         Rubriek 16.3.2°a): Koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met uitzondering van inrichtingen die ingedeeld zijn in rubriek 16.9, c), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW: 2 koelcellen voor het bewaren van 4 lichamen met het gezamenlijk vermogen van 10 kW (klasse 3);

º         Rubriek 17.4.: opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l: opslag van max. 60 kg/l ontsmettings- en reinigingsproducten (klasse 3);

º         Rubriek 32.2.2°: andere schouwspelzalen dan de zalen, vermeld in rubriek 32.1, 2°: schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte: 1 zaal (klasse 3);

º         Rubriek 35: Rouwkamers waar regelmatig, langer dan 24 uur, overleden personen worden geplaatst in afwachting van begraving of verassing: 1 rouwkamer (klasse 2).

         Het betreft een nieuwe inrichting waardoor de afstands- en verbodsbepalingen wel van toepassing zijn namelijk

Vlarem II art. 5.11.0.1§ 2. DRUKKERIJEN EN FOTOGRAFISCHE INDUSTRIEËN:

Het is verboden een inrichting als bedoeld in § 1 te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen is in een waterwingebied en/of beschermingszone I, II of III.

De verbodsbepalingen van § 2 gelden niet voor de bestaande inrichtingen of gedeelten ervan.

         De aanvraag heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting of activiteit van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project binnen dezelfde provincie.

 

Juridische gronden

         Artikel 6. Omgevingsvergunningsdecreet

Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunningsplichtige verandering eraan doen.

         Artikel 7. Omgevingsvergunningsdecreet

Als het project elementen bevat die onderworpen zijn aan meerdere vergunnings- of meldingsplichten, bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, en die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, omvat de vergunningsaanvraag de betrokken aspecten op straffe van onontvankelijkheid als minstens één element van de aanvraag vergunningsplichtig is.

         Vlarem II art. 5.11.0.1§ 2. DRUKKERIJEN EN FOTOGRAFISCHE INDUSTRIEËN:

Het is verboden een inrichting als bedoeld in § 1 te exploiteren die geheel of gedeeltelijk gelegen is in een waterwingebied en/of beschermingszone I, II of III.

De verbodsbepalingen van § 2 gelden niet voor de bestaande inrichtingen of gedeelten ervan.

 

Adviezen: /

 

Argumentatie

De heer David Cromboom wenst het uitvaartcentrum Bellefroid te exploiteren als uitvaartcentrum Cromboom BV.

In de milieuvergunningendatabank is er voor het uitvaartcentrum Bellefroid geen vergunning of melding terug gevonden. Dus de nieuwe eigenaar moet een omgevingsvergunning aanvragen voor de exploitatie van een nieuwe inrichting.

 

Bij nazicht van de aanvraag blijkt dat

1. De locatie (Dorpstraat 535) gelegen is in grondwaterbeschermingszone type III

2. De exploitant op de 1e verdieping een kleine drukkerij wenst uit te baten

Volgens Vlarem mag er geen nieuwe inrichting met drukkerij-activiteiten worden uitgebaat in grondwaterbeschermingszone. (Vlarem II art. 5.11.0.1)

Dus dit dossier wordt niet ontvankelijk verklaard en de eigenaar mag het uitvaartcentrum niet uitbaten in de huidige vorm zoals aangevraagd in het dossier.

 

Conclusie: Aangezien het hier over een nieuwe inrichting gaat, geldt de verbodsbepaling. De inrichting is gelegen in grondwaterbeschermingszone III van St-Veronica & Dispatching dus deze activiteit is verboden op de aangevraagde locatie.

 

Financiële gevolgen: /

 

 

Bijlagen

         uitvoeringsplan met legende

         kaart grondwaterbescherming

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college van burgemeester en schepenen verklaart het aanvraagdossier niet ontvankelijk omdat de inrichting de verbodsbepaling Vlarem II art. 5.11.0.1§ 2. DRUKKERIJEN EN FOTOGRAFISCHE INDUSTRIEËN niet kan nakomen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KRISTINA CASTEELS VOOR HET PLAATSEN VAN ZONNEPANELEN BIJ DE WONING GELEGEN IN 3060 BERTEM, BOSSTRAAT 274, SECTIE A221 NR C2.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Op 22 maart 2022 heeft Kristina Casteels wonende te 3060 Bertem - Bosstraat 274, een omgevingsaanvraag ingediend voor het plaatsen van zonnepanelen bij de woning gelegen in 3060 Bertem, Bosstraat 274, sectie A221 nr c2.

         Op 21 april 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

         De bouwplaats is gelegen in een niet-vervallen verkaveling van 15 juni 1966, nr. T874-2-B.024 (dossiernummer stedenbouw 22/FL/24).

Het betreft lot 1 van de verkaveling met als algemene bestemming: eengezinswoning.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

         De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin; behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven; gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft; de afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven (artikel 11 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

De landschappelijk waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

         De bouwplaats is gelegen langs de Bosstraat aan de rand van het gehucht Bertembos. De bebouwing is ontstaan in de omgeving van de historische hoeve. De onmiddellijke omgeving bestaat uit zowel laagbouw als verdiepingswoningen, hoofdzakelijk in open en halfopen verband, afgewerkt in materialen met grote verscheidenheid zowel in textuur als in kleur.

De woning is gelegen op een achterliggende kavel.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

         Het voorstel omvat het plaatsen van bovengrondse zonnepanelen.

De constructie is 8,87 m breed en 6 m diep.

         Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

         Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencollectief te optimaliseren buitengebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         Artikel 6.2.2.3.1, §2 Vlarem II van 1 juni 1995

In collectief te optimaliseren buitengebied worden lozingsvoorwaarden opgelegd. Het afvalwater moet worden gezuiverd door middel van een individuele voorbehandelingsinstallatie conform de code van goede praktijk.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

         Externe adviezen

///

 

Argumentatie

Art. 4.3.1.§2 Vlaamse codex ruimtelijke ordening

De overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening wordt beoordeeld met inachtneming van volgende beginselen :

1° het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4;

2° het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt bij de beoordeling van het aangevraagde rekening met de in de omgeving bestaande toestand, doch het kan ook de volgende aspecten in rekening brengen:

a) beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de aandachtspunten, vermeld in punt 1° ;

b) de bijdrage van het aangevraagde aan de verhoging van het ruimtelijk rendement voor zover:

1) de rendementsverhoging gebeurt met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving;

2) de rendementsverhoging in de betrokken omgeving verantwoord is;

3° indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten, vermeld in 1°, behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan gemotiveerd beslissen dat bepaalde voorschriften van verkavelingen ouder dan vijftien jaar, zoals bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, c), of voorschriften van bijzondere plannen van aanleg ouder dan vijftien jaar, waarvan op grond van artikel 4.4.9/1 op rechtsgeldige wijze kan worden afgeweken, nog steeds de criteria van goede ruimtelijke ordening weergeven.

 

De Vlaamse Regering kan, thematisch of gebiedsspecifiek, integrale ruimtelijke voorwaarden bepalen, ter beoordeling van de inpassing van welbepaalde handelingstypes, of van handelingen in specifieke gebieden, in een goede ruimtelijke ordening, onverminderd strengere planologische voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

 

Het voorgestelde project is in overeenstemming met de voorschriften die voorzien zijn in de niet-vervallen verkaveling van 15 juni 1966.

In de verkavelingsvoorschriften werden geen beperkingen opgenomen wat betreft de niet-overdekte constructies.

Bovendien is de aanvraag in overeenstemming met artikel 8 van het vrijstellingenbesluit wat betreft het plaatsen van niet-overdekte constructies.

De zonnepanelen worden links op het perceel ingeplant waardoor het achterliggend open landschap gevrijwaard blijft.

 

Conclusie:

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig-architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Kristina Casteels voor het plaatsen van zonnepanelen bij de woning gelegen in 3060 Bertem, Bosstraat 274, sectie A221 nr c2.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN GOMAR BOS VOOR HET BOUWEN VAN EEN TUINHUIS IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT 232, 1E AFDELING, SECTIE C NR 394M.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag zijn de volgende relevante voorgaande vergunningen gekend.

º         Op 21 december 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het aanpassen van de voorgevel.

         Op 14 februari 2022 heeft Gomar Bos,wonende teDorpstraat 232 - 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een tuinhuis in 3060 Bertem, Dorpstraat 232, afdeling 1, sectie C, 394m. Op 8 maart 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 15 maart 2022.

         Op 15 maart 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

        Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

        De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

        De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat in het gehucht Sint-Verona. Dit gehucht ligt tussen de centra van Bertem en Leefdaal en is ontstaan rondom de kapel Sint-Verona, de Dorpstraat en de Voer. De omgeving van het bouwperceel wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk eengezinswoningen in zowel open, halfopen als gesloten verband. Het perceel zelf ligt vooraan op hetzelfde niveau als de Dorpstraat en sluit aan op de lager gelegen Voer. Op het perceel staat een halfopen bebouwing met twee bouwlagen en een zadeldak. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

        Het voorstel omvat het plaatsen van een tuinhuis van 6 m breed en 4,5 m diep op de plek van de huidige parkeerplaatsen. De totale hoogte van het tuinhuis bedraagt
2,65 m. Het bijgebouw zal worden afgewerkt in rode Noorse grenen en een lessenaarsdak.

        Watertoets

Het voorwerp van de aanvraag omvat de uitvoering van volgende handelingen:

Er wordt een tuinhuis geplaatst tegen een nieuw te plaatsen afsluiting (zie OMV_2022022640 met onze ref. 2022-0363-WAT)

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie de B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een ongunstig en/of schadelijk effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden:

Opsomming ongunstige en/of schadelijk effecten:

        de toename van bebouwde oppervlakte in effectief overstromingsgevoelig gebied heeft een nadelig effect op de infiltratiemogelijkheden van hemelwater;

        de toename van bebouwde oppervlakte vergroot de druk op het waterafvoerende oppervlakte;

        de kans op wateroverlast in het eigen en omliggend bewoond gebieden vergroot.

Het plaatsen van een tuinhuis is daarom niet toegestaan.

Gelet op voorgaande bemerkingen en voorwaarden, kan het voorwerp van de aanvraag niet als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Onder huidige vorm is het voorwerp van de aanvraag niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

        Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in eencentraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanpalende buren werd op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 15 maart 2022 aangeschreven, aangezien de werken betrekking hebben op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

1. Er werd op 15 maart 2022 advies gevraagd aan de dienst waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant.

De adviesinstantie provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen heeft op 14 april 2022 een ongunstig advies uitgebracht.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De aanvraag voorziet in het bouwen van een tuinhuis. De functie van het gebouw en de aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving. De voorliggende weg is voldoende uitgerust om het verkeer te dragen. De capaciteit van de weg wordt door voorliggend project niet overschreden.

De stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg goedgekeurd door de gemeenteraad op datum van 26 oktober 2016 is van toepassing op deze aanvraag. De aanvraag is conform met de voorschriften van deze verordening. Op het eigen terrein worden 2 parkeerplaatsen voorzien.

Schaal

De aanvraag omvat de bouw van een tuinhuis met een licht hellend lessenaarsdak. De kroonlijsthoogte van het tuinhuis bedraagt 2,65 m. Het tuinhuis is 6 m breed en maximaal 4,5 m diep. De voorgestelde werken zullen de schaal van de gebouwen in de omgeving niet overschrijden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het tuinhuis (bedoeld voor het stallen van fietsen en tuinmateriaal) wordt voorzien in de zijtuinstrook. Dit tuinhuis is zichtbaar vanaf de openbare weg. Het tuinhuis zal op 0,5 m t.o.v. de linker perceelsgrens en op 3 m vanaf de rooilijn worden ingeplant. Doordat het tuinhuis op 3 m vanaf de rooilijn is gelegen blijft het zicht, in deze bocht van de Dorpstraat, behouden. Het tuinhuis staat op 9,4 m vanaf de Voer. Bovendien is de bebouwde oppervlakte op het perceel verkleind met 3 m2, aangezien er voorheen een bijbouw met een oppervlakte van ruim 30 m2 stond ter hoogte van de rechter perceelsgrens. Deze bijbouw is reeds afgebroken. Deze voormalige bijbouw is nog waar te nemen op de luchtfoto Vlaanderen, winter 2021 en staat bovendien nog geregistreerd in het Grootschalig Referentie Bestand (GRB). Doordat de bebouwde oppervlakte verplaatst is buiten de 5 m bouwvrije zone en tevens met 3 m2 verkleind is, is het ruimtegebruik van het perceel verbeterd. Het plaatsen van een verkleind tuinhuis van 27 m2 is in overeenstemming met de draagkracht van de omgeving en draagt juist bij tot een groter waterafvoerend oppervlakte voor de Voer.

Visueel-vormelijke elementen

Het tuinhuis wordt afgewerkt met rode Noorse grenen. Het tuinhuis zal visueel-vromelijk integreren in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Louter en alleen op de plek van de tuinberging mag de grond geëgaliseerd worden.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

 

Conclusie

Het voorgestelde project is, in tegenstelling tot het advies van de provincie Vlaams-Brabant, dienst Waterlopen, planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

        alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Gomar Bos voor het plaatsen van een tuinhuis in 3060 Bertem, Dorpstraat 232, afdeling 1, sectie C, 394m onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN GOMAR BOS VOOR DE HERAANLEG VAN DE TUINZONE IN 3060 BERTEM, DORPSTRAAT 232, 1E AFDELING, SECTIE C NR 394M.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

         Voor het perceel uit voorliggende aanvraag is de volgende relevante voorgaande vergunning gekend:

º         Op 21 december 2015 heeft het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het aanpassen van de voorgevel.

         Op 14 februari 2022 heeft Gomar Bos, wonende te Dorpstraat 232, 3060 Bertem, een aanvraag ingediend voor de heraanleg van de tuin in 3060 Bertem, Dorpstraat 232, afdeling 1, sectie C, 394m.

         Op 8 maart 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 15 maart 2022.

         Op 15 maart 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

        Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

        De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

        De bouwplaats is gelegen langsheen de Dorpstraat in het gehucht Sint-Verona. Dit gehucht ligt tussen de centra van Bertem en Leefdaal en is ontstaan rondom de kapel Sint-Verona, de Dorpstraat en de Voer. De omgeving van het bouwperceel wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk eengezinswoningen in zowel open, halfopen als gesloten verband. Het perceel zelf ligt vooraan op hetzelfde niveau als de Dorpstraat en sluit aan op de lager gelegen Voer. Op het perceel staat een halfopen bebouwing met twee bouwlagen en een zadeldak. Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

        Het voorstel omvat:

        het uitbreken van beton, vloeren en koterij

        het weghalen van enkele boomstronken

        het nivelleren van de grond, aanleg van gras en beplanting

        de aanleg van een oprit (43,5 m²)

        de aanleg van een wandelpad langsheen het huis (1 m breed en in totaal 10 + 4 + 9,5 m lang)

        het aanleggen van een terrassen in hout (15 + 20 m²) en tegels (25 m²)

        het plaatsen van een schutting (13,6 m lang en 1,8 m hoog) met poort

        het afdekken van de deksels van een regenput.

        Watertoets

Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, wordt volgend wateradvies verstrekt.

Het oppervlaktewater van het voorwerp van de aanvraag wordt verzameld in de onbevaarbare waterloop van tweede categorie de B2022 Voer. Volgens de overstromingskaart van Vlaanderen is het voorwerp van de aanvraag gelegen in een effectief overstromingsgevoelig gebied. Het risico op overstroming is afkomstig vanuit de waterloop.

Voor zover de dienst waterlopen kan opmaken uit de documenten die bij de aanvraag gevoegd zijn, kan het voorwerp van de aanvraag een effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en overstromingen en/of op het behoud van de watergebonden natuurwaarden. Dit effect moet beperkt worden door de hieronder vermelde voorwaarden in de vergunning op te nemen:

Specifieke voorwaarden:

        Regenwaterputten dienen voorzien van waterdichte en verankerde deksels;

        Wat betreft het nivelleren van de grond: er mag in geen geval opgehoogd worden gezien de overstromingsgevoeligheid van het perceel;

        De oprit, het pad en alle terrassen dienen aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen. Bij de aanleg van een waterdoorlatende verharding dient zowel de toplaag als de (onder)fundering voldoende waterdoorlatend te zijn. Zo dient elke laag van de verharding minstens even doorlatend te zijn als de bestaande ondergrond. Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen

Hemelwaterverordeningen:

        Niet-verontreinigd hemelwater van de eventuele vertraagde afvoer of de overloop van hemelwatervoorzieningen wordt aangesloten op de waterloop onder de voorwaarden vermeld in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013;

        Overeenkomstig de provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen (besluit van de provincieraad van Vlaams-Brabant van 24 juni 2014, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van12 september 2014, Belgisch Staatsblad van 20 oktober 2014), moet het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

Voorwaarden met betrekking tot de vijfmeterstrook langs de waterloop:

        Ingevolge artikel 17 van de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967 en artikel 1.3.2.2. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, met betrekking tot de toegankelijkheid en het beheer van de waterloop, moet een zone van vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop vrij blijven van: elke constructie (inbegrepen terrassen e.a.), ondergrondse constructies zoals brandstoftanks, water- en rioolputten e.a., houtstapelplaatsen e.a., beplantingen en vaste afsluitingen die de bereikbaarheid van de waterloop belemmeren. Het stapelen van tuinafval en/of het opzetten van composthopen binnen deze zone is verboden;

        Binnen de zone van 1 m van de top van de oever zijn grondbewerkingen en het gebruik van pesticiden steeds verboden;

        Afsluitingen in deze zone moeten tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever staan en zijn maximaal 1,50 m hoog. Dwarse afsluitingen dienen vervangen te worden door een poort of moeten eenvoudig kunnen weggenomen worden;

        Afsluitingen zijn steeds van het open type zodat ze volledig doorstroombaar zijn voor water en ze niet functioneren als keermuur. Ze mogen niet bestaan uit vaste constructies en moeten in het geheel (tijdelijk) weggenomen of verplaatst kunnen worden indien de onderhoudsnood van de waterloop dit vereist;

        Afsluitingen die bestaan uit vaste constructies (met fundering, muren, wanden of platen uit beton, hout e.d., vaste palen, groenschermen…) zijn niet toegestaan in deze zone;

        Het aanplanten van dwarse of langse hagen is verboden;

        Bomen kunnen aangeplant worden tussen 0,75 m en 1 m van de top van de oever met een tussenafstand van minimaal 12 m. Het aanplanten van hagen gebeurt steeds buiten de vijfmeterzone op een afstand van minstens 0,50 m;

        Binnen deze zone mogen geen grondophogingen worden uitgevoerd;

        Alle handelingen zijn er onderworpen aan het bindende advies van de beheerder van de waterloop, of, voor zover ze vereist is door de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, de voorafgaande machtiging;

        Ingevolge het artikel 1.6. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, gelden de bepalingen van dit besluit niet voor handelingen gelegen in een vijf meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare, alsook in de bedding van deze waterlopen;

        Ingevolge art. 40 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan zes meter van de oever van de waterloop.

Algemene maatregelen:

        Op de vijfmeterzone langs geklasseerde waterlopen rust een erfdienstbaarheid van doorgang. Aangelanden en eigenaars zijn verplicht doorgang te verlenen aan de waterloopbeheerder, zijn personeel en het materiaal nodig voor onderhoudswerken aan de waterlopen;

        Er is geen vergoeding verschuldigd voor deze doorgang voor het beheer noch voor deponie van onschadelijke ruimingsproducten en maaisel afkomstig van de bedding van de waterloop binnen deze vijfmeterzone;

        In toepassing van artikel 1.3. en 12/1.1. van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, zijn het plaatsen van gesloten afsluitingen en/of andere constructies en/of reliëfwijzigingen, met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen, verboden;

        De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de op te richten bouwwerken geen schade berokkenen aan de nabijgelegen waterloop. Tevens kan schade aan deze bouwwerken ingevolge gebrek aan stabiliteit van de bedding van de waterloop of van het bouwwerk zelf evenals de daaraan verbonden lasten zoals onderhouds- en herstellingswerken, niet a priori op de provincie Vlaams-Brabant verhaald worden;

        Schade die een gevolg kan zijn van wateroverlast vanuit de waterloop kan niet verhaald worden op de beheerder van de waterloop;

Opmerking

Het moet volgende aanduidingen vermelden:

        De nummering en de naam van de waterloop;

        De zone van vijf meter landinwaarts gemeten vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop, met vermelding van 'zone langsheen waterlopen - vrije doorgang'.

Mits aan deze voorwaarden voldaan is, kan het voorwerp van de aanvraag als verenigbaar met het watersysteem beschouwd worden.

Aangevuld met bovenvermelde opgelegde voorwaarden en maatregelen is het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 1.2.2. en 1.2.3. van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

        Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraal gebied.

 

Juridische gronden

         Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

         Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

         De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

         Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

         Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

         Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

º         Artikel 1.1.4.

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

         De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten.

Deze verordening is van toepassing op de aanvraag.

         Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

º         artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen

º         Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

         De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

         Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

         Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

         Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

         Openbaar onderzoek

De aanpalende buren werd op basis van artikel 83 van het omgevingsvergunningendecreet op 15 maart 2022 aangeschreven, aangezien de werken betrekking hebben op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werden geen klachten ingediend.

 

         Externe adviezen

1. Er werd op 15 maart 2022 advies gevraagd aan de dienst waterlopen van de provincie Vlaams-Brabant.

De adviesinstantie provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen heeft op 14 april 2022 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht (zie watertoets).

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven. De aanvraag voorziet in het heraanleggen van de tuinzone. De functie van het gebouw en het aantal woongelegenheden blijven ongewijzigd.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft een beperkte impact op de mobiliteit in de omgeving. De voorliggende weg is voldoende uitgerust om het verkeer te dragen. De capaciteit van de weg wordt door voorliggend project niet overschreden.

De stedenbouwkundige verordening betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg goedgekeurd door de gemeenteraad op datum van 26 oktober 2016 is van toepassing op deze aanvraag. De aanvraag is conform met de voorschriften van deze verordening, de twee 2 parkeerplaatsen worden op een gewijzigde locatie behouden. 

Schaal

De aanvraag omvat o.a. het plaatsen van een houten schutting (13,6 m lang en 1,8 m hoog) met poort. De voorgestelde werken zullen de schaal van de constructies in de omgeving niet overschrijden.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het voorstel omvat het uitbreken van beton, vloeren en koterijen. Hierdoor zullen de bestaande, niet waterdoorlatende, constructies verwijderd worden uit de 5 m bouwvrije zone. De oprit (43,5 m2) wordt aangelegd in een waterdoorlatende verharding en is gelegen aan de straatzijde. Het wandelpad beslaat 23,5 m2 (1 m breed en in totaal 10 + 4 + 9,5 m lang) verharding en wordt gemaakt van niet waterdoorlatende tegel. Dit pad loopt vanaf de oprit naar de terrassen. De terrassen worden deels van hout (15 + 20 m2) en deels van tegels (25 m2) gemaakt. De tegels zijn niet waterdoorlatend (zie hiervoor het deelpunt hinderaspecten). Qua ruimtegebruik wordt de tuin efficiënter ingedeeld en voldoet, mits naleven van de opgelegde voorwaarden door de provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen, aan de regelgeving omtrent bouwen nabij een waterloop.

Visueel-vormelijke elementen

De materiaalkeuze van de schuttingen, oprit, paden en terrassen zal visueel-vromelijk integreren in de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Louter en alleen op de plek van de oprit, paden en terrassen mag de grond geëgaliseerd worden, maar niet opgehoogd en/of afgegraven worden. Zie ook het advies van de provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Het project vormt geen bijkomende hinder t.o.v. de omgeving. Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de verbouwingswerken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

Het is verboden het hemelwater af te leiden naar naastliggende terreinen/percelen.

Alle materialen van de terrassen, paden en opritten moeten conform het advies van de provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen voorzien worden in waterdoorlatende materialen. Tevens moet de onderlaag even waterdoorlatend zijn.

Conclusie

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

        de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen van 14 april 2022 moeten strikt worden nageleefd

        alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Gomar Bos, wonende te Dorpstraat 232, 3060 Bertem voor het heraanleggen van de tuinzone in 3060 Bertem, Dorpstraat 232, afdeling 1, sectie C, 394m onder volgende voorwaarden:

         de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken

         de voorwaarden opgelegd in het advies van de provincie Vlaams-Brabant dienst Waterlopen van 14 april 2022 moeten strikt worden nageleefd

         alle afbraakmaterialen, afkomstig van de bestaande constructies, dienen conform de van toepassing zijnde wetgeving afgevoerd te worden.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en adviesinstantie.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

OMGEVINGSVERGUNNING. AANVRAAG VAN KOENRAAD DE BACKER VOOR EEN GEVELRENOVATIE IN 3060 BERTEM, JULES VANLAERSTRAAT 14, SECTIE A NR 504L.

 

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

 

Voorgeschiedenis

        Op 8 maart 2022 heeft Koenraad De Backer,wonende teJules Vanlaerstraat 16, 3060 Bertem,een aanvraag ingediend voor de renovatie van een voorgevel in 3060 Bertem, Jules Vanlaerstraat 14, sectie A nr 504L.

        Op 17 maart 2022 is er bijkomende informatie gevraagd. Er werd een nieuwe projectversie goedgekeurd op 29 maart 2022.

        Op 31 maart 2022 werd het dossier volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Feiten en context

        Het goed is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde en niet-vervallen verkaveling. Het blijft de bevoegdheid van de overheid de aanvraag te toetsen aan de gebruikelijke inzichten en noden betreffende een goede aanleg van de plaats, gebaseerd op de voorschriften van het van kracht zijnde gewestplan.

        De aanvraag is volgens het gewestplan Leuven gelegen in woongebied.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving (artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

        De bouwplaats is gelegen langsheen de Jules Vanlaerstraat. Deze straat is een doodlopende zijstraat van de Oude Baan, die evenwel in verbinding staat met de Tervuursesteenweg via een doorgang voor niet-gemotoriseerd verkeer. De Jules Vanlaerstraat bevindt zich aan oostelijke zijde van de gemeente Bertem en bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande eengezinswoningen in diverse uitvoering. Op het perceel staat een vrijstaande eengezinswoning met aanpalende garage in de zijtuin.

Door de aanwezige bebouwing en de aanwezige infrastructuur is de ordening van het gebied bekend.

        Het voorstel omvat de isolatie van de voorgevel door middel van EPS-isolatieplaten met een dikte van 10 cm. Dit zal afgewerkt worden in crepi van lichte en neutrale kleur, genre gebroken wit of crème.

        Watertoets

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

        Bestemming volgens de rioleringsinfrastructuur zoneringsplannen.

Het perceel ligt volgens het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij in een centraalgebied.

 

Juridische gronden

        Koninklijk besluit van 28 december 1972

Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

        Koninklijk besluit van 7 april 1977 - Gewestplan Leuven

Het project situeert zich in het gewestplan 'Leuven'.

        De omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen

Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

        Besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2003

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Dit besluit is van toepassing op de aanvraag.

        Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integrale waterbeleid.

De vergunningverlenende overheid moet steeds de resultaten van de watertoets vermelden, zelfs als manifest duidelijk is dat de vergunde handelingen geen enkele invloed op de waterhuishouding hebben. De vergunningverlenende overheid moet steeds hiermee rekening houden in haar uiteindelijke beslissing.

        Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004

Dit uitvoeringsbesluit bepaalt de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

        Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 8 mei 2009

        Artikel 1.1.4:

De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit.

        De gewestelijke verordening van 5 juli 2013 inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken en verharde oppervlakten

Deze verordening is niet van toepassing op de aanvraag.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

        Artikel 6: Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning of meldingsakte een project dat bij of krachtens de decreten, vermeld in artikel 5, is onderworpen aan vergunningsplicht of meldingsplicht uitvoeren, exploiteren, verkavelen of een vergunnings- of meldingsplichtige verandering eraan te doen.

        Artikel 13 bepaalt waarop een vereenvoudigde vergunningsprocedure van toepassing is.

        De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen van 12 september 2014

De verordening bepaalt dat het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem moet infiltreren. Het mag niet van het eigen terrein afgevoerd worden door middel van afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.

        Besluit van de Vlaamse regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten in uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, met als bijlage 1 de Vlaamse lijst en als bijlage 2 de provinciale lijst

        Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Dit besluit bevat de verdere uitwerking van de procedure en de nodige bijlagen.

        Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 oktober 2016 betreffende het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Adviezen

        Openbaar onderzoek

De aanvraag diende niet openbaar gemaakt te worden.

 

        Externe adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

Deze beoordeling, als uitvoering van artikel 1.1.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, houdt rekening met de volgende criteria volgens artikel 4.3.1 van deze codex.

 

Functionele inpasbaarheid

Het project is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften gevoegd bij het gewestplan Leuven.

Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit in de omgeving.

Schaal

Vanwege de isolatielaag met een dikte van 10 cm, zal het bouwvolume licht toenemen en zal tevens de rooilijn overschreden worden. Art. 4.4.1 van de VCRO stelt dat het aanbrengen van gevelisolatie met een maximum van 26 cm niet beschouwd wordt als afwijkend op de stedenbouwkundige voorschriften. Eveneens, volgens het decreet van 8 mei 2009 'houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen', vormt een overschrijding van maximaal 14 cm van de rooilijn geen reden tot weigering van vergunning.

Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Niet van toepassing.

Visueel-vormelijke elementen

Het isoleren van (voor)gevels past binnen de heersende adviezen rond energiezuinige woningen. Afwerken met crepi is een gebruikelijke techniek. Er zal geopteerd worden voor een lichte en neutrale kleur, genre gebroken wit of crème. Dit past binnen de omgeving.

Cultuurhistorische aspecten

Het goed is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of ligt niet in de nabijheid van een beschermd monument.

Reliëf

Niet van toepassing.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Geluids- en trillingshinder zal zich enkel manifesteren tijdens de werken. Deze vorm van hinder is beperkt in de tijd.

Conclusie

Het voorgestelde project, het renoveren van de voorgevel en deze bezetten met crepi in een lichte, neutrale kleur, past binnen de omgeving en voldoet aan de algemene stedenbouwkundige voorschriften en de vigerende normen.

Het voorgestelde project is planologisch en stedenbouwkundig architecturaal verantwoord.

 

Advies en voorwaarden

De waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt voor om de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Besluit

eenparig

 

Artikel 1:

Het college heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en het decreet betreffende de omgevingsvergunning en hun uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de waarnemend gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

 

Artikel 2:

Het college levert een vergunning af aan Koenraad De Backer voor een gevelrenovatie in 3060 Bertem, Jules Vanlaerstraat 14, sectie A nr 504L onder volgende voorwaarden:

        de verkrijger van de huidige vergunning moet de beschadigingen aan het openbaar domein, als gevolg van de uitvoering van de vergunde bouwwerken, herstellen binnen de 30 dagen na het beëindigen van de (ver)bouwwerken. Er wordt aangeraden om een voorafgaande plaatsbeschrijving op te maken. Bij het ontbreken van een plaatsbeschrijving wordt aangenomen dat het openbaar domein geen gebreken vertoonde voor aanvang van de werken.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

BEROEP TEGEN OMV DORPSTRAAT 220

 

Besluit

Mededeling

Tegen de omgevingsvergunning van 14 maart 2022, afgeleverd door het college aan Benny Van Brusselen, voor het plaatsen van een parkeerplaats en een keermuurtje in 3060 Bertem, Dorpstraat 220 werd beroep aangetekend bij de deputatie door de provincie Vlaams-Brabant, dienst waterlopen, om volgende reden:

'In het voorliggend dossier wordt een keermuur voorzien op de oever van de Voer. Het plaatsen van een keermuur (constructie in de vijfmeterzone) is niet toegestaan omdat deze een belemmering zou kunnen vormen bij het onderhoud of herstellingswerken aan de waterloop. Overigens is het plaatsen van constructies met als doel de vermindering van de natuurlijke komberging in effectief overstromingsgevoelig gebied zonder compensatiemaatregelen verboden.

De dienst Waterlopen acht met andere woorden de vergunningsaanvraag (in zijn huidige vorm) niet verenigbaar met het watersysteem.'

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022
Overzicht punten

Zitting van 2 mei 2022

 

BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER. KENNISNAME BESLISSINGEN.

 

Besluit

Motivering

        Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet

In geval van oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, kan de burgemeester politieverordeningen maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven, met opgave van de redenen waarom hij heeft gemeend zich niet tot de raad te moeten wenden. Die verordeningen vervallen dadelijk, indien zij door de raad in de eerstvolgende vergadering niet worden bekrachtigd.

        Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur

Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.

        Algemeen politiereglement van Bertem aangenomen door de gemeenteraad op 20 maart 2018, hoofdstuk 3, inzonderheid afdeling 3 en 5.

        Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het KB van 16 maart 1968.

 

Mededeling

        220516-221130 Fr. Dottermansstraat 33: het voetpad en de rijbaan. bouwwerken

        220426-220503 Tervuursesteenweg 389: het voetpad. Riobra herstellingswerken

        220422-220425 Mezenstraat 57: het trottoir. Bouwmaterialen

        220516-220603 Komkommerstraat 11: de rijbaan. vrachtwagen en kleine graafmachine

        220516-220603 A.E. Verbiststraat 29: de rijbaan. vrachtwagen en kleine graafmachine

        220516 220603 Dorpstraat 153: de rijbaan. vrachtwagen en kleine graafmachine

        220426-220506 Neerijse Steenweg 3: de rijbaan. sleufwerken in opdracht van Proximus

        220514-220515 Dorpstraat 438: de rijbaan. verhuiswagen

        220525-220525 Hofakker gedenksteen Nathalie Geijsbregts: parkeerstrook. herdenking voor lang vermiste kinderen

        220505-220505 Egenhovenstraat 19: de parkeerstrook. levering van kasten

        220602-220606 Oude Baan 100: voetpad. werken in opdracht van Fluvius

 

 

 

Publicatiedatum: 10/05/2022